Feast: De vreze des Heren (Deel 1)
#9803NL
John W. Ritenbaugh
Given 05-Oct-98
summary: In dit eerste deel van de serie over "De vreze des Heren" leert John Ritenbaugh dat we iets van een relatie met God moeten hebben voordat we Hem op de juiste manier kunnen vrezen. Vrees, geloof, hoop en liefde dienen als vier hoekstenen waarop de gehele bovenbouw van het christen-zijn is gebaseerd. Een heilige vreze des Heren is de sleutel om de schatkamer van behoud, wijsheid en kennis te ontsluiten. Paradoxaal genoeg zou de vreze des Heren ons - omdat deze kennis, wijsheid en geestelijke groei ontsluit - tot God moeten trekken. Daarentegen zal God, als we God niet respecteren, ons op wederkerige wijze niet respecteren. Om God te vereren moeten we Hem kennen. Christen-zijn is een zaak van ervaring; we moeten op die manier leven om het te begrijpen. Ons concept van God (en onze vrees voor God) moet voortkomen uit het observeren van Zijn schepping en het in ons opnemen van Zijn geopenbaarde woord in plaats van de geboden van mensen.
transcript:
We beginnen vandaag met het lezen van enkele zeer bekende verzen. Er gaat
bijna geen Feest voorbij waarop we ze niet lezen. Om te beginnen:
Deuteronomium 14:22-23 Gij zult de gehele opbrengst van het zaad dat
uit uw akker voortkomt, stipt vertienen, jaar op jaar. 23 Gij zult voor het
aangezicht van de Here, uw God, in de plaats die Hij verkiezen zal om zijn
naam daar te doen wonen, eten de tiende van uw koren, uw most en uw olie, en
de eerstelingen van uw runderen en van uw kleinvee, opdat gij de Here, uw
God, uw leven lang leert vrezen.
In deze preek ligt de nadruk op het woord LEREN - leren God te vrezen. Dit is
de eerste preek van een serie van vier. De volgende drie preken zullen over
hetzelfde onderwerp gaan, maar deze preek zal het fundament leggen voor de
andere drie. In deze preek zullen we zien in ieder geval in het begin
dat we moeten leren God te vrezen. Het is niet iets dat ons is aangeboren, iets
dat instinctief gebeurt. In feite, als je het juist begrijpt, ga je beseffen dat
het pas gaat beginnen als God ons roept tot het aangaan van een relatie met Hem
en op het moment dat deze relatie van start gaat. Dit komt omdat er een zekere
mate van Hem kennen nodig is om Hem op de juiste wijze te gaan vrezen.
In Psalm 34 schrijft David in vers 12:
Psalm 34:12 Komt, kinderen, luistert naar mij, ik zal u de vreze des
Heren leren.
David versterkt het feit dat we onderricht moeten worden in de vreze des
Heren.
Het Christen-zijn is gebaseerd op een aantal elementen die op de juiste
plaats in het fundament moeten zitten en hun taak daar moeten vervullen, voordat
de principes die het leven van een Christen behoren te reguleren in werking
kunnen treden. Eén daarvan is de vreze des Heren. Andere zijn geloof, hoop en
liefde.
Deze vier geloof, hoop, liefde en de vreze des Heren zijn de
hoekstenen die het gehele fundament waarop het gebouw van het Christen-zijn
rust, ondersteunen. Eigenlijk kunnen we beter zeggen dat deze elementen
geloof, hoop, liefde en de vreze des Heren het fundament zijn. Deze elementen,
gemeente, zijn ook de vier hoofdelementen die de aanzet geven tot het verlangen
te groeien en een waarachtig getuige van God te zijn.
Een ander bekend schriftgedeelte in deze trant staat in:
Spreuken 1:5, 7a De wijze hore en vermeerdere inzicht en wie
verstandig is, verwerve overleg ... 7 De vreze des Heren is het begin der
kennis ...
Het is interessant op te merken dat het op die manier wordt gezegd. Niet
geloof, niet liefde, niet hoop, maar ...
Spreuken 1:7 De vreze des Heren is het begin der kennis; de dwazen
verachten wijsheid en tucht.
De vreze des Heren is het fundament van ware kennis, dat is kennis die te
maken heeft met het doel en de wil van God. We hebben die niet van nature, maar
deze is het fundament om in Gods weg te groeien.
Zijn Feesten hebben als doel het onderwijs in vertrouwen [dat is] geloof
, in visie [dat is] hoop , in toegenegenheid en onderwerping [dat
is] liefde , en een diep, blijvend respect [dat is] de vreze des Heren;
dit allemaal gericht op het verdiepen en uitbouwen van onze relatie met Hem en
het leven naar Zijn wil.
Hoe belangrijk is deze vreze des Heren dan wel?
Jesaja 33:5-6 zegt iets zeer belangwekkends betreffende de vreze des Heren:
Jesaja 33:5-6 De Here is verheven, want Hij woont in den hoge. Hij
heeft Sion met recht en gerechtigheid vervuld. 6 En uw tijden zullen
bestendig zijn, een rijkdom van heil, wijsheid en kennis; de vreze des Heren
is zijn schat.
Dit is inderdaad een belangwekkende uitspraak. De NIV (New International
Version) zegt het op een iets andere manier, en ook dat is belangwekkend:
Jesaja 33:6b (NIV) De vreze des Heren is de sleutel tot zijn
schatkamer.
Een heilige vrees des Heren is de sleutel tot het ontsluiten van de schatten
van behoud, wijsheid en kennis.
Laat dit thuis nog eens in uw gedachten terugkomen en mediteer daarover. U
zult tot de conclusie komen dat de manier waarop dit hier wordt gezegd een
uitgebreidere vorm is van wat Salomo enige honderden jaren eerder in Spreuken
1:7 zei. De vreze des Heren is de sleutel die de kennis van God ontsluit.
Dit geldt vandaag de dag nog evenzeer, misschien in deze tijd van overvloed
aan informatie zelfs in nog sterkere mate. Ik heb echter het idee dat deze vreze
des Heren vandaag de dag niet juist wordt begrepen. Velen denken dat het iets
negatiefs is en dat het vervangen moet worden door liefde! Wilt u werkelijk de
sleutel tot de schatten van God weggooien? Ik hoop van niet!
Tijdens onze groei als Christen moet ook de intensiteit van de vreze des
Heren toenemen tot een intensiteit die veel sterker is dan aan het begin van
onze bekering. Evenals geloof, hoop en liefde zal ook de vreze des Heren
toenemen op onze levensweg als Christen.
Het is veelbetekenend dat Hosea in Hosea 4:6 schreef dat Gods volk omkwam
door gebrek aan kennis. Is dat geen duidelijke aanduiding dat zij God niet
vreesden, aangezien de vreze des Heren het begin der kennis is?
Laten we nu Hosea 3:5 eens lezen (uit de Statenvertaling):
Hosea 3:5a Daarna zullen zich de kinderen Israëls bekeren en zoeken
de Here, hun God, ...
U kunt zien dat dit iets is dat in de toekomst ligt. Het heeft te maken met
het bijeenvergaderen van de kinderen Israëls tot een natie.
Hosea 3:5b ... en David, hun Koning, en zij zullen vrezende komen tot
de Here en tot Zijn goedheid, in het laatste der dagen.
Hieruit concludeer ik dat er iets ontbreekt in Israëls relatie met God, dat
in Gods ogen belangrijk is, belangrijk om voor hen de schatten van Gods behoud
te ontsluiten.
Is God zoeken goed? Zeker! Is Gods goedheid goed? Absoluut! Als dit zo is,
dan is de vreze des Heren goed, omdat deze hier wordt gelijkgesteld aan die twee,
als iets dat Israël zal doen als zij zich zullen bekeren na Christus'
wederkomst.
Over 't algemeen zien we onszelf altijd wegvluchten van onze angsten. Maar
denk nog eens aan deze verzen, de strekking van de verzen die we zojuist lazen.
De vreze des Heren is iets dat ons tot God trekt. Als deze het begin is van
kennis dan moet er meer kennis zijn nadat we begrip gaan krijgen over de kennis
Gods, die ons daarna weer verder leidt tot nog meer kennis en begrip.
In Hebreeën 11 staat een belangrijke uitspraak met betrekking tot Noach.
Hebreeën 11:7 (Statenvertaling) Door het geloof heeft Noach, door
goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen, die nog niet gezien
werden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van
zijn huisgezin; ...
Dit kan de indruk geven dat geloof op zichzelf niet genoeg was. Maar hij had
zeker geloof en handelde zeker met vrees. Dit zijn de dingen die motiveren en
erg belangrijk zijn voor het leven van een Christen. Dus de vreze Gods leidde
hem ertoe Gods geboden te gehoorzamen.
Een deel van ons probleem met deze doctrine zit in het woord "vrees"
zelf. Het heeft vele nuances in betekenis. Er is een soort vrees die we moeten
mijden. Dat is de vrees waarvan Johannes zegt dat die hevige pijn veroorzaakt en
dat volmaakte liefde die uitdrijft.
De vreze des Heren doet ons echter naar God neigen. Deze zet ons aan tot
omgang met Hem en heeft verschillende nuances in betekenis. Er is een gevoel van
ontzag voor Zijn grootheid. Er is een gevoel van respect voor Zijn Vaderschap.
Een andere vorm is onze vrees voor Zijn soevereiniteit, die ons tot
gehoorzaamheid leidt.
Maar bovenal wil ik het volgende benadrukken: De vreze des Heren is in geen
enkel opzicht negatief! Alles eraan is goed, omdat het de schatten van God
ontsluit.
Jesaja 60:5 (Statenvertaling) Dan zult gij het zien en samenvloeien,
en uw hart zal vervaard zijn [Dit gaat weer over de toekomst als Israël
bijeen vergaderd is.] en verwijd worden; want de menigte der zee zal tot u
gekeerd worden, het heir der heidenen zal tot u komen.
Dit is voor ons een erg waardevolle eigenschap om te bezitten. We willen de
groei daarvan absoluut niet belemmeren!
Laten we nu eens lezen in:
Leviticus 10:1-3 En de zonen van Aäron, Nadab en Abihu, namen ieder
zijn vuurpan, deden daar vuur in en legden daar reukwerk op; zo brachten zij
vreemd vuur voor het aangezicht des Heren, hetgeen Hij hun niet geboden had.
2 Toen ging er vuur uit van de Here en dit verteerde hen, zodat zij stierven
voor het aangezicht des Heren. 3 En Mozes zeide tot Aäron: Dit is het, wat
de Here gesproken heeft: aan degenen die Mij het naaste staan, zal Ik Mij de
Heilige betonen en ten aanschouwen van het gehele volk zal Ik Mij
verheerlijken. En Aäron zweeg.
Dit was een geweldig aangrijpende gebeurtenis! Blijkbaar moest Aäron toezien
dat zijn twee zonen op slag werden gedood. Waarschijnlijk door twee bliksems! Ze
kwamen vanuit een heldere hemel uit het niets te voorschijn en troffen hen en
veranderden hen misschien wel in gloeiende sintels.
Dit gebeurde omdat zij geen ontzag voor God toonden. Zij ontheiligden Zijn
heilige naam door na te laten hun verantwoordelijkheden uit te voeren in de
houding en op de manier die Hij had voorgeschreven. En ik wil duidelijk maken
dat het er niet toe deed dat zij Aärons zonen waren, of de neven van Mozes. Er
is bij God geen aanzien des persoons. Er is in Zijn oordeel geen partijdigheid.
Zij verloren hun leven, direct! Wat van belang was, was dat zij God niet genoeg
vreesden om Hem de eer te geven die Hij verdient. Gods oordeel werd onmiddellijk
voltrokken om voor alle tijden een getuigenis na te laten.
Wij zijn ook voor God verschenen en geven wij Hem de Schepper, de Koning
der koningen, de Heer der heren, de Zaligmaker de eer die Hij verdient?
Zij die voor God verschijnen, moeten weten dat God met niemand te vergelijken
is en dat we op Zijn voorwaarden voor Hem moeten verschijnen. Er is geen 'indien',
'en' of 'maar' mogelijk. God is erg geduldig, maar de dingen dienen op Zijn
voorwaarden te gebeuren. De reden hiervan is dat als Hij zou toestaan dat de
dingen op onze voorwaarden gebeurden, Zijn doel met ons niet zou worden bereikt!
Hij is de Schepper. Wij zijn het geschapene. Wij worden momenteel geschapen.
Laat me u nu eens een ogenschijnlijk vreemde vraag stellen. Waar zijn uw
gedachten op dit moment? Bedenkt dat u voor God bent verschenen. Waar zijn uw
gedachten?
Hoe zou u het vinden als u met mensen zou spreken en ze zouden geen enkel
moment aandacht aan u schenken terwijl u met hen sprak, dat hun ogen
ongeïnteresseerd alle kanten uitdwaalden? Heeft dat u ooit geërgerd? Als u met
iemand praat en het is duidelijk dat zijn gedachten elders zijn en hij kijkt
naar alles en iedereen behalve u, hij maakt geen oogcontact met u, is dat niet
ergerlijk?
God wil onze aandacht terwijl we ons hier concentreren op Zijn woord.
Ik kijk de zaal in en zie ons allemaal in mooie kleren en dat is goed. Maar
hoe denkt u dat God zou reageren als we hier voor Hem, voor deze dienst, in
vrijetijds kleding zouden verschijnen, terwijl we gepastere kleding hebben, of
zouden komen in kleren die geen respect tonen voor Zijn positie, b.v. in korte
broek of spijkerbroek?
Ik denk dat we allemaal begrijpen, dat God de man die niet in bruilofskleding
op de bruiloft verscheen, liet verwijderen. We begrijpen nu dat die kleding te
maken heeft met de kleding der gerechtigheid. Maar het feit blijft dat kleding
werd gebruikt als illustratie; kleding is belangrijk voor God.
Dit principe strekt zich uit tot andere gebieden. Hoe behandelen we andere
mensen in het bijzonder Gods volk, de gemeente? Hebben we respect voor hen?
Houden we op de juiste wijze rekening met hen?
Enige tijd geleden heb ik in preken de term "wederkerigheid"
gebruikt. Die term duidt op een heen en weer gaan, een uitwisseling.
Laten we 2 Kronieken 15 eens opslaan. Het betreft hier een koning.
2 Kronieken 15:1-2a De Geest Gods kwam over Azarja, de zoon van Oded;
2 hij ging Asa tegemoet en zeide tot hem: Hoort naar mij, Asa en geheel Juda
en Benjamin!
Op dat moment was Asa een redelijk goede koning. Let maar eens op wat er
staat geschreven:
2 Kronieken 15:2b De Here is met u, zolang gij met Hem zijt; indien
gij Hem zoekt, zal Hij Zich door u laten vinden; maar indien gij Hem verlaat,
zal Hij u verlaten.
Ik bracht dus het woord wederkerigheid ter sprake, omdat het een belangrijk
principe tot uiting brengt in onze relatie met God. Wat betreft het geven van
respect geldt: Als we Hem niet respecteren, zal Hij ons niet respecteren. Zal
God hen nabij zijn die Hem weinig of geen respect tonen? Het antwoord is voor de
hand liggend: Nee, Hij zal dat niet doen! Er zijn voorwaarden verbonden aan onze
relatie met Hem!
Nu naar Lucas 6:37-38. Daar staat iets dat hier verband mee houdt. Ik wil u
laten zien dat dit principe ook in het Nieuwe Testament geldt.
Lucas 6:37-38 En oordeelt niet en gij zult niet geoordeeld worden. En
veroordeelt niet en gij zult niet veroordeeld worden; laat los en gij zult
losgelaten worden. 38 Geeft en u zal gegeven worden: een goede, gedrukte,
geschudde, overlopende maat zal men in uw schoot geven. Want met de maat,
waarmede gij meet, zal u wedergemeten worden.
Laten we dit heel duidelijk stellen:
God respecteren Hem vrezen opent de deur naar al wat God aan goeds
voor ons in petto heeft. Zonder dit respect komen we niet eens dicht bij die
deur, laat staan bij al het goede. God komt niet daar, waar Hij niet wordt
eerbiedigd! Dat is het wederkerigheidsprincipe.
De dingen moeten op Zijn voorwaarden gebeuren, omdat Hij weet hoe alles op de
juiste manier gedaan moet worden. Wij weten dat niet.
Als Hij ons zou toelaten de dingen op onze manier te doen dan zou dat niet
goed voor ons zijn. Dit is een heel belangrijk principe misschien heel
simpel gesteld maar nogmaals u weet wat Hij deed met de persoon die niet
correct gekleed aan het bruiloftsmaal verscheen. Die persoon toonde geen respect
voor Zijn wil en werd er per omgaande uitgeknikkerd.
Waarom vinden wij het zo moeilijk God te vrezen? Als we Hem konden zien, zou
het waarschijnlijk niet zo moeilijk zijn. Maar we kunnen Hem niet zien. Dat is
iets wat ons is ontzegd en dat is iets waarmee we zullen moeten leven.
Psalm 89:7-8 Want wie in de hemel kan de Here evenaren, wie onder de
goden is de Here gelijk? 8 God is zeer ontzagwekkend in de raad der heiligen,
geducht boven allen die rondom Hem zijn.
Respect, eer, waardigheid en ceremonieel zijn zaken waar in deze tijd niet zo
veel aandacht aan wordt geschonken. Een van de redenen is dat de kerken hun
invloed hebben verloren. Een andere reden is het voorbeeld van velen die in
aanzien staan in de politiek, in zaken en in vermaak. Hun voorbeeld, hun
leiderschap, brengt in ons een cynisch gebrek aan respect voort. Het stimuleert
tot het nabootsen van hun gedrag tot het op hen gelijken in hun nonchalante
gedrag. Het is een soort benadering van "Ik ben niet minder dan jij"
die op subtiele wijze in ieder facet van ons leven dringt, inclusief onze
benadering van God.
De menselijke natuur heeft altijd de neiging zo min mogelijk te doen of te
geven, maar dat is niet acceptabel voor God. Hij verlangt zelfs een diep respect
voor de hoge functie die door schurken wordt bekleed! Weet u waarom? Respect
tonen voor die functie is het respecteren van God Die hen in die functie
plaatste of hun toestond die functie te bekleden God heerst en Zijn
beslissingen dienen te worden gerespecteerd.
Als zelfs schurken (in hun hoge functie) dienen te worden gerespecteerd,
geldt dit dan niet bovenal voor God? Wie kan zich met Hem vergelijken? Niemand!
Dat zegt dit vers:
Psalm 89:7a Want wie in de hemel kan de Here evenaren?
Bedenkt dit eens: Stelt u zich eens iemand voor die beroemd is in de
machtigste natie ter wereld. Hij heeft vele gaven en grote kennis. Iedereen in
zijn land kent zijn reputatie. Hij is een uitvinder die vele wetenschappelijke
bijdragen heeft geleverd. Daarnaast is hij de topatleet van het land.
Daarenboven is hij ook nog de koning en een wijs heerser. Hij wordt erg geëerd.
Er worden parades voor hem gehouden en prachtige recepties. Ook zijn er liederen
op hem geschreven.
Maar wat als die koning naar een ander land zou reizen waar zijn positie en
alles wat hij heeft bereikt en zijn grootheid niet bekend zijn? Wat voor
ontvangst zou hij daar krijgen, waar zelfs hun grootste mensen ver beneden zijn
niveau staan? Wat als hij hen zou bezoeken zonder zijn koninklijke kleding en
zijn gehele gevolg veiligheidsdienst, raadslieden, dienaren als hij
geheel alleen zou gaan? Hoe zou hij worden behandeld? Zou hij worden behandeld
als ieder willekeurig ander mens of als iedere willekeurige vreemdeling?
Gemeente, het is hoogstwaarschijnlijk dat hij weinig of geen respect zou
ontvangen. Het zou kunnen dat hij zelfs met minachting zou worden behandeld,
alleen maar omdat hij een vreemdeling is. En zelfs al zouden zijn uitvindingen
dat land ook ten nutte zijn geweest, dan nog zou hij niet de eer die hem
daarvoor toekwam hebben ontvangen. Weet u waarom? Gewoon omdat ze niet weten wie
hij is!
Als u even nadenkt, zult u bedenken dat deze beschrijving precies past bij
Jezus Christus. Kijk maar in:
Johannes 1:10-11 Hij was in de wereld, en de wereld is door Hem
geworden, en de wereld heeft Hem niet gekend. 11 Hij kwam tot het zijne, en
de zijnen hebben Hem niet aangenomen.
Ze kenden Hem niet. Voor vrees, respect, of in het geval van God, verering,
is het nodig dat u Hem kent. Alleen maar van Hem hebben gehoord is niet genoeg!
We moeten Hem kennen als [onze] Vader, als Soeverein Heerser, als Genezer,
als Vergever, als de Voorziener. We moeten Hem kennen in ieder aspect van het
leven om het juiste respect te kunnen opbrengen; Hem de eer te geven, de
heerlijkheid en de waardigheid om Wie Hij is, wat Hij is, wat Hij doet en wat
Zijn doel is met wat Hij doet.
Zolang we Hem niet kennen, zullen we Hem niet het respect geven dat Hem
toekomt. Hij zal ons altijd onbelangrijk voorkomen, omdat onze aandacht altijd
op onszelf gericht zal zijn, op onze behoeften, en we zullen niet denken en
mediteren over Hem en wat Hij is. De vreze des Heren is direct verbonden aan het
kennen van God. We kennen Hem niet voordat Hij het initiatief neemt tot het
aangaan van een relatie. Daarom moeten we de vreze des Heren leren.
Toen Hij als mens tot de natie kwam die Hij vele malen verloste, tot hen die
geregeld de sabbatdiensten in de tempel bijwoonden baden voor de voordelen
die samen zouden gaan met Zijn regering herkenden ze Hem niet omdat ze Hem
niet kenden. Daarom verwierpen ze Hem en doodden ze Hem.
Zelfs al was Hij hun Schepper, hun Zaligmaker, ze hadden geen vrees voor Hem.
Dit is een heel duidelijk voorbeeld. We hebben zo'n duidelijk voorbeeld als dit
nodig om begrip te krijgen waarom God zegt, dat de vrees voor Hem geleerd dient
te worden. Christen-zijn is een experimenteel gebeuren. Je moet het leven om het
te kennen en het te begrijpen. Het is niet iets dat uit een boek kan worden
geleerd. We moeten God zoeken en met Hem leven als onderdeel van ons leven om
Hem te leren kennen.
Dus is het geen wonder dat ze Hem geen eer gaven. In plaats daarvan
behandelden ze Hem als een ordinaire misdadiger en ze doodden Hem daar ze Hem
een bedreiging vonden vormen!
Er is een zeer goede reden dat Jesaja zijn vinger daar op legde.
Jesaja 29:13 En de Here zeide: [Luister hiernaar!] Omdat dit volk Mij
slechts met woorden nadert en met zijn lippen eert, terwijl het zijn hart
verre van Mij houdt, en hun ontzag voor Mij een aangeleerd gebod van mensen
is.
Met andere woorden hun concept van God kwam niet uit de Bijbel. Het kwam ook
niet voort uit hun ervaring met Hem op basis van man tot 'man'. Het kwam voort
uit het concept dat andere mensen van Hem hadden.
Jesaja 29:13b ... hun ontzag voor Mij is een aangeleerd gebod van
mensen.
Daarom werd Hij niet herkend. Jezus haalde dit in het Nieuwe Testament aan
als reden waarom zij Hem niet herkenden. Daarom werd Hem geen respect getoond.
Daarom gaven ze Hem geen eer. Daarom werd Hij verworpen en gedood.
En als wij toen hadden geleefd, hadden we hetzelfde gedaan! Zij hadden de
heerlijkheid des Heren verlaagd tot de heerlijkheid van een verdorven mens; zij
dienden God volgens het beeld dat zij hadden geschapen en niet volgens Zijn ware
beeld!
Zij bedreven afgodendienst. Hun concept van God was een afgod.
We zijn hier allemaal schuldig aan geweest omdat niemand van ons God
werkelijk kende! Dus we moeten Hem gaan vrezen en we zullen Hem gaan vrezen
naarmate we Hem leren kennen.
Als u zich Darryls preek op het Trompettenfeest herinnert, dan weet u nog dat
hij in die preek vroeg: "Herkennen we de Christus die in het
Trompettenfeest wordt uitgebeeld?" Hij is de Oorlogsvorst die er een
bloedig zootje van maakt voordat Hij de zaken recht gaat zetten. Hij handelt dan
op harde en strenge wijze met de mens.
In Psalm 71 (een van de liederen uit het gezangenboek) zijn er enkele verzen
die hierop betrekking hebben.
Psalm 71:17-19 O God, Gij hebt mij onderwezen van mijn jeugd aan, tot
nu toe verkondig ik uw wonderen; 18 wil mij dan ook tot mijn ouderdom en
grijsheid, o God, niet verlaten, totdat ik aan dit geslacht uw arm verkondig,
aan ieder die komt, uw sterkte. 19 Ja, uw gerechtigheid, o God, reikt tot
den hoge, Gij, die grote dingen volbracht hebt; o God, wie is U gelijk?
Het antwoord daarop is NIEMAND! Daarom is elk concept van God dat niet is
gebaseerd op feitelijk contact met Hem een afgod.
Weet u, Adam en Eva toonden vanaf het begin een gebrek aan respect voor God.
Terwijl zij toch God met eigen ogen hadden gezien! Maar waar was Zijn eer, toen
zij Zijn raad verwierpen door het advies van de slang te accepteren?
Het was pure intellectuele ijdelheid van Adam en Eva te denken dat zij als
God konden zijn dat spelde de slang hun op de mouw dat zij onafhankelijk
van God als God konden zijn! Adam verlaagde God tot het niveau van de mens wiens
raad niet beter was dan die van elk ander. Waar was de vrees? Waar was de eer
tot uiting komend in gehoorzaamheid?
Nog een voorbeeld. De uittocht van Israël uit Egypte. Zij wisten dat de God
van Mozes de God was die hen uit hun slavernij bevrijdde.
In het lied van Mozes komt het volgende tot uiting.
Exodus 15:1-2, 10, 14-17 Toen zong Mozes met de Israëlieten de Here
dit lied en zij zeiden: Ik wil de Here zingen, want Hij is hoog verheven,
het paard en zijn ruiter stortte Hij in de zee. 2 De Here is mijn kracht en
mijn psalm, Hij is mij tot heil geweest. Hij is mijn God, Hem verheerlijk ik,
de God mijns vaders, Hem prijs ik. ... 10 Gij bliest met uw adem, de zee
overdekte hen; als lood zonken zij in geweldige wateren. ... 14 Volkeren
hoorden het, zij sidderden; beving greep de bewoners van Filistea aan. 15
Toen verschrikten Edoms stamhoofden, huivering greep Moabs machtigen aan;
alle bewoners van Kanaän sidderden. 16 Ontzetting en schrik overviel hen,
door uw geweldige arm verstarden zij als een steen, terwijl uw volk, Here,
doortrok, uw volk, dat Gij U hebt verworven, doortrok. 17 Gij brengt hen en
plant hen op de berg die uw erfdeel is; de plaats die Gij, Here, tot uw
woning gemaakt hebt; het heiligdom, Here, door uw hand gesticht.
God bevrijdde hen uit slavernij en zij kenden allen dat lied, zoals in deze
woorden duidelijk tot uiting komt. Later hoorden ze de stem van God vanaf de
berg Sinaï. God gaf hun Zijn tien geboden en ze gingen een verbond met die God
aan, waarbij ze plechtig beloofden: "Al wat U hebt gezegd, zullen we doen!"
Laten we nu eens in Exodus 32:4 lezen.
Exodus 32:4 Hij (Aäron) nam ze van hen aan, gaf er vorm aan met een
stift en maakte er een gegoten kalf van. En zij zeiden: Dit is uw god,
Israël, die u uit het land Egypte heeft gevoerd.
Mozes was de berg Sinaï opgegaan en terwijl hij weg was, werden zij
ongeduldig en maakten een gouden kalf. Was het tijdens hun slavernij in Egypte
nooit tot hen doorgedrongen dat het gouden kalf dat ze daar vereerden hen
nergens van had bevrijd: noch van hun verdrukking, noch van hun slavernij?
Ik breng dit nadrukkelijk onder de aandacht om duidelijk te maken hoe
gemakkelijk het is om geen respect voor God te hebben. Het is niet onze
bedoeling, onze intentie, om dit te doen.
Laten we verder lezen in vers 5.
Exodus 32:5 Toen Aäron dat zag, bouwde hij daarvóór een altaar en
riep uit: Morgen is er een feest voor de Here!
Weet u waarom ze dat gouden kalf maakten? Omdat ze daarmee vertrouwd waren in
hun eredienst! Zij wilden de Here (Yahweh) vereren in overeenstemming met de
gewoonten van andere mensen! En zo waren ze weer geheel terug in hun vorige
levensstijl, zelfs alhoewel ze wisten dat het de God van Mozes was die hen had
bevrijd! Pas toen Mozes werd gezonden en hun de Eeuwige God openbaarde, kwam de
vrijheid. Nu zijn ze hier en kondigen een feest aan, niet voor Baäl, maar voor
Yahweh, de Eeuwige. En het gouden kalf vertegenwoordigde Hem. Het kalf was hun
concept, hun idee, van Yahweh.
Dit is een welbekend gebeuren in het leven en het verklaart waarom we moeite
hebben God te vrezen.
Laten we nu naar Romeinen 1, vers 20, gaan.
Romeinen 1:20 Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn
eeuwige kracht en goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit
zijn werken met het verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging
hebben.
Dat is een forse veroordeling, dat we vanuit de schepping al heel wat over
deze God kunnen weten. Maar de menselijke gewoonten blijven tussenbeide komen.
Romeinen 1:21-23 Immers, hoewel zij God kenden, hebben zij Hem niet
als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen [de ideeën van
mensen] zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun
onverstandig hart. 22 Bewerende wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden, 23 en
zij hebben de majesteit van de onvergankelijke God vervangen door hetgeen
gelijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige
en van kruipende dieren.
God wordt teruggebracht tot een concept van dieren of andere mensen en dat
wordt vereerd.
Vandaag de dag leven we in een cultuur waarin de mens wordt verheerlijkt, met
al zijn knappe verworvenheden. We geloven dat we beter en beter worden. Zonder
er echt serieus over na te denken verlustigen we ons in de technische
verworvenheden van de mens, zoals auto's, computers, televisie, ruimte-onderzoek
en een heel scala van arbeidsbesparende apparaten. Ik wil deze dingen niet
afkammen, maar alleen aanduiden dat dit niet is waar het leven om draait. Ik
geloof dat tijdens het Millennium de mens zal worden gedwongen terug te gaan
naar een agrarische maatschappij, omdat daarin heel veel aanwezig is dat ons
helpt God beter te begrijpen.
Hier in de USA wordt er heel veel over God gesproken, terwijl we als natie
steeds verder ineenstorten. Hoe vaak heeft onze president, en ook zijn
medestanders, de laatste tijd Gods naam niet gebruikt? Meestal met betrekking
tot tolerantie en vergevensgezindheid. En ondertussen probeerden ze ons ervan te
overtuigen dat zonde een persoonlijke aangelegenheid is.
Zij doen dit, gemeente, omdat zij God niet vrezen. Ze kennen Hem niet. Het is
niet meer dan een zoethoudertje dat door velen schijnt te worden geaccepteerd.
Deze mensen vrezen God niet en als gevolg daarvan is hun gedrag vaak
verwerpelijk.
Wij zijn uit deze cultuur voortgekomen. Bezien wij het vrezen van God daarom
op dezelfde manier als zij?
Er is nog heel wat vanuit die cultuur dat ons aankleeft, dat we nog niet
hebben afgelegd. Je kunt nergens heengaan zonder in allerlei vormen afbeeldingen
van een Jezus met lang haar te zien.
Elk van ons heeft in zekere mate het juiste respect waarover deze preek gaat
het soort vrees dat ons gedrag bepaalt.
Als u met een snelheid van 120 km rijdt waar u maar 100 km mag rijden en u
krijgt een politieauto in de gaten, wat doet u dan? Er is een bijna automatische
reactie. We verminderen snelheid net als iedereen om een bekeuring te voorkomen.
Hierin zit een zekere mate van de juiste vrees. Het is geen angstaanjagende
vrees. Maar het is ook geen instemmende, zorgende, liefhebbende of bewonderende
vrees.
De ware vrees voor God bevat al deze elementen en gaat nog veel verder. Er
moet een beginpunt zijn. Onze roeping is dat beginpunt.
Kijk maar in Romeinen 1, de verzen 18 tot 20.
Romeinen 1:18-20 Want toorn van God openbaart zich van de hemel over
alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in
ongerechtigheid ten onder houden, 19 daarom dat hetgeen van God gekend kan
worden in hen [voor hen] openbaar is, want God heeft het hun geopenbaard. 20
Want hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en
goddelijkheid, wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het
verstand doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben.
Hebt u respect voor macht? Ja, zeker! Daarom reageren we zo als we een
politieauto zien, terwijl we de wet overtreden.
Hebt u respect voor macht? Hebt u voldoende respect om u eraan te onderwerpen,
in het bijzonder als die macht zijn weldadige zuiverheid en goedheid laat zien?
Een politieagent zal deze eigenschappen niet vertegenwoordigen, maar God wel.
Jesaja werd met die macht geconfronteerd.
Jesaja 6:3-4 En de een riep de ander toe: Heilig, heilig, heilig is
de Here der heerscharen, de ganse aarde is van zijn heerlijkheid vol. 4 En
de dorpelposten beefden van het luide roepen en het huis werd vervuld met
rook.
De gehele aarde is vervuld met Zijn heerlijkheid. Wat is die heerlijkheid dan
wel? Alles wat Hij heeft gemaakt openbaart boekdelen over Hem. Alles van het
kleinste insect tot de olifant, de walvis en de kroon op Zijn fysieke prestaties:
de mens. We zijn wonderlijk gemaakt, op een wijze die ontzag inboezemt! Maar
alles wat we zien is door God gemaakt of vanuit de grondstoffen die Hij
oorspronkelijk schiep: water, lucht, zonneschijn, bergen, dalen, rivieren,
oceanen, meren, regen, aarde we kunnen alsmaar doorgaan met de opsomming van
alles wat God voor ons heeft gemaakt.
Er is een reden waarom we dit als uitgangspunt nemen. Het is omdat we ontzag
hebben voor macht.
Psalm 145:9-12 De Here is voor allen goed, en zijn barmhartigheid is
over al zijn werken. 10 Al uw werken zullen U loven, Here, uw gunstgenoten
zullen U prijzen; 11 zij zullen van de heerlijkheid van uw koningschap
spreken en van uw mogendheid gewagen. [Doen we dat?] 12 om de mensenkinderen
zijn machtige daden te verkondigen en de luisterrijke heerlijkheid van zijn
koningschap.
Nu komen we bij een aantal serieuze zaken betreffende de vreze des Heren. Hoe
vaak praat u over de dingen die God heeft geschapen? Waarom is het nodig dat te
doen? Omdat het in ons de vreze des Heren opbouwt, daarom! Het bouwt in ons een
respect op voor wat Hij is, voor wat Hij heeft gedaan, voor wat Hij bezig is te
doen, en voor wat Hij zal gaan doen. Dit alles is door Hem gemaakt om u en mij
te laten zien hoe groot het vermogen van Zijn geest is, hoe geniaal Hij is, hoe
intelligent Hij is, hoe groot Zijn liefde is, enz. Hoe vaak spreekt u onder
elkaar over de wonderlijke werken van God vergeleken met de problemen die u in
deze wereld hebt?
Als u een beetje op mij lijkt, spreekt u waarschijnlijk zelden of nooit over
Gods wonderbare werken. Onderzoeken we ooit de dingen die Hij heeft gemaakt
alleen maar om Zijn ontzagwekkend verstand een beetje beter te gaan begrijpen?
Zo dat we onszelf kunnen oppeppen met het feit dat dit onze Vader is en ons
nederig gaan voelen door het voorrecht dat we hebben in zijn nabijheid te mogen
komen, biddend, Hem eer gevend en Hem dankend? Ik denk van niet. Toch is dit de
basis van de vrees voor God! Juist het feit dat Hij naar Zichzelf verwijst, dat
zal in ons beginnen een respect op te bouwen voor wat Hij is.
We verheugen ons in de knappe dingen waartoe de mens met zijn uitvindingen in
staat is.
Psalm 19:2-5a De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel
verkondigt het werk zijner handen; 3 de dag doet sprake toestromen aan de
dag, en de nacht predikt kennis aan de nacht. 4 Het is geen sprake en het
zijn geen woorden, hun stem wordt niet vernomen: 5 toch gaat hun prediking
uit over de ganse aarde en hun taal tot aan het einde der wereld.
Daarom zegt God dat de mens geen excuus heeft als hij niets weet van God of
geen vrees voor Hem heeft. Wat Hij heeft gemaakt is zo duidelijk en zo
indrukwekkend dat het ons niet kan ontgaan! Toch gebeurt dat en zo missen we de
kans een juist concept van God op te bouwen.
Ik weet dat u het volgende eerder hebt gehoord, maar ik wil u er weer aan
herinneren.
Het heelal dat God heeft geschapen is immens groot. Dat is door Hem bedoeld
om ons te helpen begrijpen hoe groot Hij denkt! Hoe ver Hij al vooruit in de
toekomst denkt. Hoe machtig Hij is, Hij Die al deze dingen heeft gemaakt en op
hun plaats in het heelal heeft gesteld en de naam weet van elk van die vele
miljarden dingen! Ik vergeet zelfs de namen van mijn kinderen en ik heb er maar
zeven.
De zon is de dichtstbijzijnde ster. De eerstvolgende is 4,3 lichtjaren van
ons verwijderd. Licht reist met de snelheid van 300.000 km/sec. Dat is 1,1
miljard km/uur. Een verkeersvliegtuig vliegt ongeveer 800 km/uur. Als u met een
vliegtuig naar de maan zou gaan, zou dat (zonder tussenlandingen) 19 dagen
kosten. Licht komt daar in 1,3 sec aan!
Met een vliegtuig naar de zon zou 21 jaar duren. Waar was u 21 jaar geleden?
Dat is bijna 1/3 van een leven. Licht legt die afstand af in 8 minuten en 20
seconden. Zou u daar per auto heen willen reizen? Vergeet het maar 200 jaar
alleen maar om naar de zon te reizen!
De dichtstbijzijnde ster is 4,3 lichtjaren van ons verwijderd. Als we de
aarde verkleinen tot 3 mm in doorsnede (een peperkorrel) en de zon en zijn
afstand tot de aarde in gelijke mate verkleinen, zou de zon een diameter hebben
van 19,2 cm en zo'n 23 m van de aarde verwijderd zijn. Dat is een ietsje meer
dan een kwart van de breedte van een voetbalveld. Waar is die dichstbijzijnde
ster op deze schaal? 100 m? 1 km? In de verste verte niet. Als we de aarde (die
peperkorrel) in Lissabon plaatsen, is die ster bij de Noordkaap (in het uiterste
puntje van Noorwegen) te vinden! Het zou 51 miljard jaar kosten om daar per
vliegtuig te komen (800 km/uur). En dan zijn we nog steeds in ons eigen
melkwegstelsel!
Het dichtstbijzijnde melkwegstelsel is Andromeda. Het is 2,3 miljoen
lichtjaren verwijderd van ons melkwegstelsel.
Het verst verwijderde voorwerp dat iemand met een telescoop heeft gezien ligt
13,2 miljard lichtjaren bij ons vandaan!
Dit is het werk van de God waarvoor wij knielen om te bidden. Het is Zijn
bedoeling dat wij waardering ontwikkelen voor het soort verstand dat Hij heeft
en dat Zijn aandacht niet is geconcentreerd op de uitersten van het heelal, maar
op u en mij! Wat Hij van ons wil is respect. Hij maakt geen fouten. Hij is zich
bewust van alles wat er plaatsvindt. Hij heeft ons lief met een liefde die wij
totaal niet kunnen begrijpen. Zo'n liefde dat Hij bereid was afstand te doen van
het enige andere Wezen waarmee Hij op hetzelfde niveau kon communiceren. Dat is
onze erfenis.
We denken dat we veel weten. We denken dat we macht hebben. We denken dat we
er mooi en knap uitzien. We denken dat we zoveel wonderlijke dingen kunnen doen.
Vergeleken met God zijn we nog niet eens begonnen om uit de modder te kruipen!
Psalm 147:4-5 Hij bepaalt het getal der sterren, Hij roept ze alle
bij name. 5 Groot is onze Here en geweldig in kracht, zijn verstand is
onbeperkt.
Er is niets dat Hij niet weet. Er is niets gaande in Zijn schepping waarvan
Hij niet op de hoogte is.
Jeremia 10:11-16a (Zo zult gij tot hen zeggen: De goden, die de hemel
en de aarde niet gemaakt hebben, zullen vergaan van de aarde en van onder de
hemel). 12 Hij maakt de aarde door zijn kracht, Hij bereidt de wereld toe
door zijn wijsheid en breidt de hemel uit door zijn verstand. 13 Als Hij
zijn stem doet horen, is er een geruis van water aan de hemel en doet Hij
dampen opstijgen van het einde der aarde; bliksemen maakt Hij bij de regen,
en wind doet hij voortkomen uit zijn voorraadkamers. 14 Verstomd staat ieder
mens, zonder kennis; beschaamd staat iedere goudsmid om het beeld, want
leugen is zijn gietsel en er is geen geest in hen; 15 nietigheid zijn zij,
een bespottelijk maaksel; als aan hen bezoeking gedaan wordt, gaan zij
teniet. 16 Maar Jakobs deel is niet als deze.
Dat moet in ons verstand worden gegrift. Er is niemand zoals God. Hij staat
apart, Hij is totaal anders. Er is geen concept van Hem dat wij kunnen bedenken,
dat ook maar in de buurt komt van wat Hij werkelijk is! En het kost ons een
geheel leven om ook maar een heel klein beetje te gaan begrijpen.
Hoe gaat u om met iemand die zo'n heelal kan scheppen?
Met respect!
We hebben respect voor iemand die op een baseballveld een klein wit balletje
zo'n 100 m ver weg kan slaan. We hebben respect voor mensen die kunnen acteren.
We hebben respect voor mensen die over iets kunnen regeren. Maar de eer en
respect die God verdient, is iets waar we weinig aandacht aan besteden. We
moeten daarover mediteren, anders zullen we geen respect voor Hem krijgen. Als
we niet over Hem denken als een persoon, een persoonlijkheid, missen we heel wat.
In 1 Koningen 8:27-30 (deel uitmakend van Salomo's gebed bij de inwijding van
de tempel) lezen we:
1 Koningen 8:27-29 Zou God dan waarlijk op aarde wonen? Zie, de hemel,
zelfs de hemel der hemelen, kan U niet bevatten, hoeveel te min dit huis dat
ik gebouwd heb. 28 Wend U dan tot het gebed van uw knecht en tot zijn
smeking, Here, mijn God, en hoor naar het geroep en het gebed dat uw knecht
heden voor uw aangezicht bidt, 29 zodat uw ogen nacht en dag geopend zijn
over dit huis, de plaats waarvan Gij gezegd hebt: mijn naam zal aldaar zijn,
zodat Gij hoort naar het gebed dat uw knecht te dezer plaatse opzenden zal.
Hoe groot is de God Die wij dienen, Die onze Vader is! Dit is slechts een
heel klein stukje van het denken van de God waarvoor we verschijnen: in gebed,
tijdens de diensten, in ons huwelijk, in onze baan, tijdens ons winkelen, ons
spreken, ons studeren. Hebben we echt respect voor de aanwezigheid van Hem Wiens
Naam wij als kinderen dragen? Hij woont in ons!
Wil God in dit huis wonen?
Dat is ontzagwekkend!
Toen we werden gedoopt, werden we ondergedompeld in de Naam van de Vader, de
Zoon en de Heilige Geest en werden we leden van Zijn gezin. Hebben we zo'n
respect voor die naam dat we bang zijn die naam te beschamen of te bezoedelen,
al was het maar een heel klein beetje?
Laten we nog iets meer lezen over deze God.
Jesaja 40:9-11 Klim op een hoge berg, vreugdebode Sion; verhef uw
stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem; verhef ze, vrees niet; zeg tot de
steden van Juda: 10 Zie, hier is uw God! Zie, de Here Here zal komen met
kracht en zijn arm zal heerschappij oefenen; zie, zijn loon is bij Hem en
zijn vergelding gaat voor Hem uit. 11 Hij zal als een herder zijn kudde
weiden, in zijn arm de lammeren vergaderen en ze in zijn schoot dragen; de
zogenden zal Hij zachtkens leiden.
Dit is een andere kant van Hem. Er is niet alleen macht, maar ook oneindige
tederheid.
Jesaja 40:12 Wie mat de wateren met zijn holle hand, bepaalde de
omvang der hemelen met een span, vatte met een maat het stof der aarde, woog
de bergen met een waag en de heuvelen met een weegschaal?
Zeker, dat is hyperbool, maar deze wordt gegeven opdat wij de grootheid van
Zijn verstand zullen begrijpen, van deze God Die op deze manier denkt.
Jesaja 40:13 Wie bestuurde de Geest des Heren en onderrichtte Hem als
zijn raadsman?
Er is geen mens die bij machte is dit te doen.
Jesaja 40:14-18 Wie raadpleegde Hij, dat deze Hem inzicht zou geven,
het rechte pad zou leren, kennis bijbrengen en de weg des verstands doen
kennen? 15 Zie, volken zijn geacht als een druppel aan een emmer en als een
stofje aan een weegschaal; zie, eilanden zijn als fijn stof, dat
uitgestrooid wordt; 16 de Libanon is niet toereikend als brandhout, en zijn
wild gedierte niet ten brandoffer. 17 Alle volken zijn als niets voor Hem,
zij worden door Hem beschouwd als nietig en ijdel. 18 Met wie dan wilt gij
God vergelijken en welke vergelijking op Hem toepassen?
Begint het een beetje te dagen waarom Jezus zei dat men tradities van mensen
leert? En waarom Hij daardoor zo beledigd was?
Hij gaat verder met het beschrijven van een afgod.
Jesaja 40:21-23, 25-26 Weet gij het niet? Hebt gij het niet gehoord?
Is het u van de aanvang niet verkondigd? Hebt gij geen begrip van de
grondvesten der aarde? 22 Hij troont boven het rond der aarde, en haar
bewoners zijn als sprinkhanen; Hij breidt de hemel uit als een doek en spant
hem uit als een tent waarin men woont. 23 Hij geeft de machthebbers over ter
vernietiging, Hij maakt de regeerders der aarde tot ijdelheid. ... 25 Met
wie dan wilt gij Mij vergelijken, dat Ik hem zou gelijk zijn? zegt de
Heilige. 26 Heft uw ogen naar omhoog en ziet: wie heeft dit alles geschapen?
Hij, die het heer daarvan in groten getale uitleidt en elk daarvan bij name
roept door de grootheid zijner sterkte en omdat Hij geweldig van kracht is;
er blijft niet één achter.
Er is op dit gebied zoveel voor ons om over na te denken. Mijn doel in deze
eerste preek is alleen maar het leggen van het fundament en tegelijkertijd
misschien u te motiveren tot het doen van wat extra studie en meditatie en het
voeren van wat extra gesprekken over de zaken die God ons in Zijn woord
duidelijk maakt. Zijn doel is het in ons voortbrengen van respect voor wat Hij
werkelijk is.
We appreciëren de genialiteit van andere mensen en de macht die andere
mensen hebben. Waarom kunnen we dan geen waardering hebben voor de grootste
Macht en het grootste Genie dat er in het universum bestaat? Waarom kunnen we
ons niet verdiepen in de dingen die Hij heeft gemaakt en daarover gaan mediteren
om zo een beetje respect voor Hem te ontwikkelen? Er is geen enkele reden waarom
we dat niet zouden kunnen. Maar we moeten bereid zijn daarvoor de benodigde
inspanning te leveren. Het gaat niet vanzelf.
Ik ben bang dat we een van de hoofdfundamenten van het Christen-zijn
verwaarlozen en dat is het respect voor de grootheid van denken van onze Vader.
Dat was het voor vandaag.
|