|
Sermon: Overtuiging tot goddelijke gerechtigheid
#524NL
John W. Ritenbaugh
Given 29-Sep-01
summary: In deze ontroerende preek over overtuiging benadrukt John Ritenbaugh dat de essentiële kern van het menselijke hart boos is, zelfgericht, reagerend op Satans golflengte en ons in slavernij en fysieke gebondenheid brengt. Onze vrijheid ligt in (1) de overtuiging door Gods Heilige Geest van de werkelijkheid en afschuwelijkheid van zonde, (2) een overtuiging van gerechtigheid (die ons gedrag beïnvloedt) en (3) een overtuiging van oordeel en vergelding. Echt berouw en overtuiging zouden op indrukwekkende manier gebed, studie, meditatie en - wat het belangrijkste is - toepassing moeten versterken en doen toenemen.
transcript:
Tijdens ons laatste bezoek aan St. Louis zette Evelyn zondagmorgen de TV aan
om te zien wat voor nieuws er was. Terwijl ze zocht naar een station dat de
hoofdlijnen van het nieuws doorgeeft, kwam ze langs een station met een
kerkdienst waarin de spreker een preek gaf over een aspect van overtuiging. Over
het geheel vertelde hij voozover we dat in de periode dat we keken en
luisterden konden beoordelen geen leugens. Het was een vrij goede preek.
Maar tegelijkertijd schoot hij in een belangrijk opzicht tekort. Er werd niets
aangestipt dat voor praktische toepassing van belang was.
Die preek stond bol van de algemeenheden over elementen van overtuiging;
ontleende zelfs voorbeelden aan het boek Daniël. Daarnaast ontbrak het echter
aan details over waarvan of waarover men overtuigd diende te zijn, waar en onder
welke omstandigheden de mensen overreed dienden te worden dat ze het bij het
rechte eind hadden. Er werd alleen maar gezegd dat ze overtuigd dienden te zijn
over de God der christenen, Jezus Christus en het christelijke geloof.
In de tijd dat wij naar zijn voorbeelden luisterden, zei hij geen enkele keer
dat de luisteraar overtuigd moest zijn van het houden van één der tien geboden.
Hij noemde geen enkele keer een houding die juist of verkeerd is. Hij noemde
geen enkele keer hoe overtuigd wij behoren te zijn dat Christus onze Zaligmaker
is. Hij besteedde totaal geen tijd aan ondoordachte uitspraken die pijn
veroorzaken, het verkeerd beoordelen van anderen, het zonder reden beledigd zijn,
of het beledigen van anderen.
Er werd totaal niet gesproken over hoe overtuigd we moeten zijn dat de
menselijke natuur absoluut jammerlijk is en onherstelbaar ziek! Hij noemde niet
hoe overtuigd we dienen te zijn over onze behoeften tijdens onze pelgrimsreis om
de menselijke natuur te bestrijden en te overwinnen. Zo werd ook niet genoemd
hoe overtuigd we dienen te zijn over het weerstaan van het boze uit deze wereld.
Er is een [Amerikaans] gezegde dat zegt dat de duivel in de details zit. Dit
gezegde betekent dat belangrijke en soms zeer essentiële bestanddelen van
sommige situaties vaak verborgen zijn voor de oppervlakkige waarnemer. Dit
principe is vaak waar met betrekking tot geloof en het leven als christen.
In de loop van ons leven hebben we geleerd dat de details van een contract in
de kleine lettertjes zitten, en deze zijn vaak geschreven in een stijl waardoor
zelfs een jurist scheel gaat kijken en heel langzaam gaat lezen. Op dezelfde
manier is het hart, het denken van de mens, het centrum van zijn gedrag en
motivatie, verborgen voor de waarnemer, maar toch altijd waarneembaar in
de kleine details van zijn gedrag. Buitenstaanders zien het niet en heel vaak is
de persoon in kwestie zelf ook misleid door zijn eigen denken. Dit komt omdat
het menselijk denken zo vaak reageert op zijn onzichtbare meester, Satan, en
zijn horde van vorsten en machten, de invloeden die de wereld beheersen.
Laten we nu Mattheüs 7 opslaan en enige uitspraken doornemen die Jezus in de
bergrede deed. Hij zegt daar tot de mensen voor Hem:
Mattheüs 7:9-11 Of welk mens onder u zal, als zijn zoon hem om brood
vraagt, hem een steen geven? 10 Of als hij een vis vraagt, zal hij hem toch
geen slang geven? 11 Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven
weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader in de hemelen
het goede geven aan hen, die Hem daarom bidden.
Jezus' veronderstelling is hier algemeen, maar toch duidelijk. Hij zegt hier
dat de menselijke natuur, in zijn algemeenheid, boos (kwaad) is, maar toch in
staat van tijd tot tijd goede dingen te doen. Deze menselijke neiging speelt een
rol om onszelf te bedriegen door het feit te bagatelliseren, dat de mens in
diepste wezen toegewijd is aan, in dienst staat van het kwade.
Viel het u op dat Jezus zei: "Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt"?
De enige kwalificatie die Hij gaf is dat de menselijke natuur goede dingen kan
doen. Maar Hij zegt heel duidelijk dat de menselijke natuur in hoofdzaak,
fundamenteel, slecht is.
Laten we nu Psalm 51 opslaan, Davids psalm van berouw. Hij zei daar enkele
dingen die in dit opzicht interessant zijn. Toen hij zijn zonde zag, zag hij ook
zijn natuur.
Psalm 51:12 Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in mijn
binnenste een vaste geest;
David vroeg God een rein hart in hem te scheppen. Nu terug naar vers 4.
Psalm 51:4, 9 was mij geheel van mijn ongerechtigheid, reinig mij van
mijn zonde. ... 9 Ontzondig mij met hysop, dan ben ik rein, was mij, dan ben
ik witter dan sneeuw;
Let op de vier termen die hij gebruikte om de toestand waarin hij verkeerde
aan te duiden. Ontzondig, was, schep en vernieuw. Het is duidelijk uit Davids
smeekbede dat hij dacht dat het hart dat hij had, vervangen moest worden. Een
man die erg geliefd werd door God, geeft toe dat hij geen volmaakt rein hart
had, zelfs niet na zijn bekering. David was bekeerd, maar een rein hart moet
worden geschapen.
Aan het eind van vers 12 vraagt David om een vaste (standvastige) geest. Het
menselijke hart slingert heen en weer tussen goed en kwaad en brengt ons
daardoor in verwarring. Het is gewoon natuurlijk dat wij dat gaan accepteren als
de manier waarop God het heeft gewild. Maar dat was helemaal niet Zijn bedoeling.
David begreep na zijn zonde dat hij behalve een rein hart nog meer nodig had,
namelijk een hart dat ook stabiel was en niet heen en weer slingerde tussen goed
en kwaad. Hij wilde dat het te allen tijde goed zou zijn.
In Jeremia 17 zegt Jeremia:
Jeremia 17:9a Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is
het.
Dit betekent onder andere, dat het hart in staat is ons te bedriegen om te
denken dat we in principe goed zijn, maar zo af en toe slechte dingen doen. Het
resultaat hiervan is dat we praktisch altijd goed over onszelf denken, maar in
werkelijkheid kijken we altijd naar ons eigen belang en de belangen van anderen
worden niet even serieus in beschouwing genomen.
Het tweede verrassende aspect hieraan is dat het niet kan worden veranderd,
het kan alleen maar worden vervangen, vervangen door een betere natuur. Jezus
had het dus bij het rechte eind, David zag het ook zo. Jezus zei niet dat we in
principe goed zijn, maar zo af en toe iets slechts doen. Juist het
tegenovergestelde. Hij had onder andere als doel te laten zien dat de kern van
de menselijke natuur, zijn diepste motivatie, slecht is en dat we zo af en toe
iets goeds doen. Dat is soms moeilijk toe te geven; het is erg vernederend om
dat te beseffen, maar tenslotte zullen we toch gaan inzien en beseffen dat het
al een hele lange tijd zo is geweest.
Genesis 6:5 Toen de HERE zag, dat de boosheid des mensen groot was op
de aarde en al wat de overleggingen van zijn hart voortbrachten te allen
tijde slechts boos was,
Laten we met die gedachte nu hoofdstuk 8 lezen:
Genesis 8:21 Toen de HERE de liefelijke reuk rook, zeide de HERE bij
Zichzelf: Ik zal de aardbodem niet weer vervloeken om de mens, omdat het
voortbrengsel van des mensen hart boos is van zijn jeugd aan, en Ik zal al
wat leeft niet weer slaan, zoals Ik gedaan heb.
Ik wil u op drie punten in deze verzen attent maken. Ten eerste, Genesis 6:5
was vóór de zondvloed en Genesis 8:21 erna. Er is niets in dat tweede vers dat
erop wijst dat er een verandering in het hart van de mens had plaatsgevonden,
tot iets minder slecht dan het vóór de vloed was, iets dat dan tijdens de
vloed zou moeten hebben plaatsgehad. Het was nog steeds hetzelfde hart. Met
andere woorden het hart van alle acht aan boord van de ark had nog dezelfde
potentie om slechte dingen te doen toen ze de ark verlieten als toen ze aan
boord gingen. Genesis 9 geeft de indruk dat kort nadat ze ark verlieten er al
slechte dingen werden gedaan. Noach werd dronken en er vonden seksueel perverse
handelingen plaats.
Het tweede punt dat ik uit Genesis 8:21 onder de aandacht wil brengen, is:
"omdat het voortbrengsel van des mensen hart boos is van zijn jeugd aan".
Dat is interessant, omdat het mij de indruk geeft dat het niet boos begint, maar
boos wordt. Het wordt boos omdat het in die richting wordt beïnvloed. Bij
gebrek aan een beter woord, zeg ik dat het boosheid absorbeert en dan in
overeenstemming daarmee gaat handelen.
We zijn allemaal bekend met een ander [Amerikaans] gezegde, dat als volgt
luidt: "Het is als snoep afnemen van een baby." Dat gezegde
duidt erop dat iets heel eenvoudig tot stand kan worden gebracht, iets waarvan
sommigen misschien wel dachten dat het heel wat inspanning zou kosten, maar het
bleek heel gemakkelijk te zijn. Waarom is een baby in staat iets dat erg
plezierig is, zo gemakkelijk op te geven en waarom is een kind van enkele jaren
oud al weerbarstig om plezierige dingen met anderen te delen? Omdat in het
oudere kind de wedijverende, zelfgerichte geest van deze wereld al is
binnengedrongen en hij reeds op basis daarvan handelt. "Dat is van mij!",
wordt er gezegd als ze de dingen naar zichzelf toetrekken. Dat komt doordat de
waarden van de wereld en wat het "ik" waardevol en wenselijk vindt,
sterker worden en zelfgerichte krachten naar voren komen en de houding en het
gedrag van het kind gaan beheersen.
De bereidheid tot samenwerking doet een erg jonge baby het snoep opgeven; hij
is erg bereidwillig tot samenwerking, erg bereidwillig om op te geven wat hij
heeft. Maar dat verdwijnt steeds meer naar de achtergrond. Maar het duidt er ook
op dat een pasgeboren baby de potentie heeft om ook beïnvloed te worden in de
goede richting. Hij is niet veroordeeld om de slechtste kanten van de wereld in
zich op te nemen.
Houdt uw vinger hier in Genesis (omdat we hier zullen terukomen), maar ik wil
nu het boek Spreuken opslaan.
Spreuken 22:15 Is dwaasheid vastgehecht in het hart van een knaap, de
tuchtroede zal haar vandaar verdrijven.
Dit vers geeft hoop dat het toepassen van de juiste methoden in de
kinderopvoeding ertoe zal bijdragen om het kind te beschermen tegen het ergste
van de invloeden van de wereld. Het laat ook zien dat het volgen van Gods
onderwijs met betrekking tot kinderopvoeding zelfs het hart van een kind kan
veranderen nadat het de weg van de wereld in zich is gaan opnemen. Hoort u dat
ouders! Een kind hoeft niet net als de grote meerderheid van de kinderen te
worden, dat is het punt van kinderopvoeding
Ik kan me herinneren dat Herbert Armstrong tenminste twee keer in mijn
aanwezigheid (sprekend tot de dienaren) heeft gezegd: "Jullie, ouders,
zijn de beste verdediging van het kind tegen Satan de duivel. Jullie staan
tussen het kind en de wegen van deze wereld." Het is onze
verantwoordelijkheid om daar te staan en hen daartegen te beschermen. De juiste
kinderopvoeding is één van die manieren. De andere manier is ons eigen
voorbeeld en de manier waarop we met hen omgaan binnen het gezin en de manier
waarop man en vrouw met elkaar omgaan. Heel vaak krijgt het kind zijn ERGSTE
dosis van wereldlijkheid binnen het gezin het gezin dat hem juist daartegen
zou moeten beschermen.
Zelfs al is een kind in houding en gedrag al aardig op weg op de weg van de
wereld, dan laat dit vers zien dat God zegt dat een kind heel ver kan worden
bijgestuurd. "Is dwaasheid vastgehecht in het hart van een knaap, de
tuchtroede [dat zijn juiste methoden van kinderopvoeding] zal haar
vandaar verdrijven."
Laten we weer terug gaan naar Genesis 8, wegens het derde punt dat ik uit dat
vers onder de aandacht wil brengen. Dat is het woord dat in Genesis 6:5 vertaald
is met 'overleggingen' en in Genesis 8:21 met 'voortbrengsel'. In Genesis 2:7
wordt de werkwoordsvorm van dit woord vertaald met 'formeerde'. Daar staat:
"Toen formeerde de Here God de mens van stof uit de aardbodem."
Als we dat begrijpen, gaan we zien dat er in Genesis 6:5 en Genesis 8:21
bedoeld wordt, dat wat de mens van plan is te doen wordt gevormd, geformeerd,
voortgebracht in het hart. Begrijp dat er niet staat dat het gedaan moet
worden. Maar in het hart wordt een begin gemaakt met het vormen van houding en
handelingen. Dit komt precies overeen met wat Jezus zei: "Uit het hart
komen voort ..." Daarna gaf Hij een lijst van ongeveer acht tot tien
kwade vormen van gedrag. Het hart is de bron van wat ons motiveert. De
menselijke natuur openbaart zichzelf voor heel veel van wat we doen in de
details van wat ons motiveert
Altruïsme is een heel mooi woord. Het heeft een heel mooie betekenis en het
heeft goede invloeden op een mens, maar het komt maar heel weinig echt voor in
de mens en in het menselijke gedrag, omdat in het diepste van de menselijke
natuur het kwade verscholen ligt. Het is heel moeilijk om echt altruïsme
gestalte te geven. Het kwade komt tot uiting in zelfgerichtheid. Zelfgerichtheid,
inclusief het God buiten beeld laten, domineert dus het menselijke gedrag en
denken. Satans geest richt ons op ons zelf. Zo eenvoudig is dat. Het draagt
ertoe bij dat we denken (alhoewel we dat niet continu doen), dat de wereld om
ons draait.
1 Johannes 2:15-16 Hebt de wereld niet lief en hetgeen in de wereld
is. Indien iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem.
16 Want al wat in de wereld is: de begeerte des vlezes, de begeerte
der ogen en een hovaardig leven, is niet uit de Vader, maar uit de
wereld.
Dat kan echt gezegd worden van deze wereld, met al de verschrikkelijke dingen
die er gebeuren dat is wat dit vers zegt. ALLES wat in de wereld is. Zelfs
het goede dat er naast het kwade bestaat, met uitzondering van wat God doet en
dat waartoe Zijn Geest in ons ons heeft gemotiveerd en in ons heeft gedaan.
Alles wat er in de wereld gebeurt, al die verschrikkelijke dingen die daar
plaats vinden, komen allemaal voort uit de menselijke natuur. Ik denk dat u het
wel met me eens bent dat er ondanks al die verschrikkelijke dingen toch ook wel
aantrekkelijke en plezierige dingen zijn.
De wereld is echter, net als de menselijke natuur, in algemene zin slecht.
Dat is heel duidelijk te zien in de menselijke geschiedenis. De wereld is slecht
omdat ze erop uit is relaties te vernietigen en in feite allerlei soorten
slavernij voortbrengt en daarmee verhindert dat de mens zijn volledige
potentieel bereikt. Dat is het resultaat van zelfgerichtheid. Het brengt mensen
in allerlei vormen van slavernij. Soms letterlijk zoals Israël in Egypte. Soms
is het een psychologische slavernij. De geest is dan verslaafd om altijd maar
aan zichzelf te denken. Mensen worden mentaal ziek omdat hun zelfgerichtheid zo
sterk aanwezig is. Hoeveel mensen verkeren in een huwelijk waarin ze de slaaf
zijn van een partner die alle touwtjes in handen wil hebben? Dat komt vaak voor,
echt vaak.
Met het begrip dat deze wereld in algemene zin slecht is, slaan we nu de
brief aan de Galaten op. Paulus is het met Johannes eens als hij het daar aan
het begin van die brief over Jezus Christus heeft.
Galaten 1:4 die Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, om ons te
trekken uit de tegenwoordige boze wereld, naar de wil van onze God en
Vader,
Ondanks al deze dingen is de wereld toch aantrekkelijk voor de menselijke
natuur, omdat wij met zijn allen met onze menselijke natuur deze wereld hebben
voortgebracht. Daarom voelen we ons daar comfortabel in en hebben we deel aan
sommige aspecten ervan. Daar ligt het werkelijke gevaar voor ons, want er zit in
die wereld heel wat meer detail verborgen dan we oppervlakkig kunnen zien
kwade, verkeerde dingen.
Tot zover heb ik op verschillende momenten in deze preek op een indirecte
manier gesproken over drie vormen van menselijk gedrag. Ten eerste, dat wat men
ziet en aan de buitenkant doet. Dat is gedrag dat gemakkelijk valt waar te nemen.
Ten tweede, er is dat wat verborgen is in het menselijk hart. Dat kunnen we
niet zien. Wat iemands gedachten zijn kan zo goed verborgen zijn, dat de persoon
in kwestie zelfs niet begrijpt dat vanuit het standpunt van God gezien, zijn
eigen motieven in essentie kwaad zijn en zelfgericht.
In Efeziёrs 2 vinden we de derde bekende
vorm, waarop we ons nu willen concentreren.
Efeziërs 2:1-3 Ook u, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en
zonden, 2 waarin gij vroeger gewandeld hebt overeenkomstig de loop dezer
wereld, overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de geest, die
thans werkzaam is in de kinderen der ongehoorzaamheid, 3 trouwens, ook wij
allen hebben vroeger daarin verkeerd [Wij gedroegen ons ook zo!], in de
begeerten van ons vlees, handelende naar de wil van het vlees en van de
gedachten, en wij waren van nature [het essentiële deel van ons doen en
denken], evenzeer als de overigen, kinderen des toorns [de doodstraf stond ons
te wachten].
We vinden dus op andere plaatsen dat ons hart automatisch afstemt op de
golflengte van Satan. Zijn invloed is vanaf onze geboorte dus altijd aanwezig.
Ik denk dat het goed is om te begrijpen dat Satan hoewel hij erg machtig is,
veel machtiger dan enig menselijk wezen in tegenstelling tot God, niet alom
aanwezig is. Zijn directe invloed geldt alleen maar daar waar hij is.
Hij heeft echter de beschikking over grote horden demonen die in principe
dezelfde verkeerde invloed hebben, waar zij dan ook maar mogen zijn. Ze hebben
al zo lang de tijd gehad om de mens met hun specifieke, afbrekende houdingen en
gedachtenpatronen te beïnvloeden, dat hun invloed overal aanwezig is, waar je
ook maar gaat.
Het zit in Satan. Het zit in zijn demonen. Het zit in onze medemensen
overal. We kunnen het dus niet totaal en volledig vermijden. Waar we ook maar
gaan, in iedere situatie bestaat de mogelijkheid, dat we aan invloeden worden
onderworpen die van deze wereld zijn, misschien wel direct van Satan komen, of
van een demon, of van een mens die hetzelfde type houding en gehoorzaamheid
gestalte geeft als die demon zou hebben als hij in zijn plaats zou staan.
Het is een nogal angstaanjagend uitgangspunt voor iemand die werkelijk wil
overwinnen en weet dat hij heel wat hulp nodig heeft om de invloed van die dwaze
geest uit te bannen. De combinatie van demonen en misleide mensen die dezelfde
dwaze geestelijke invloed deelachtig zijn, werkt eraan mee dat bij alle
pasgeborenen een of andere vorm van het kwade tot stand komt.
Dat, gemeente, zijn de details van de motieven achter het menselijk gedrag.
Satan, de demonen, de wereld, inclusief alle mensen die om ons heen leven en
twee daarvan zijn verborgen voor directe waarneming. We kunnen tot op zekere
hoogte menselijk gedrag en menselijke houdingen zien, maar we kunnen de demonen
niet zien. We kunnen Satan niet zien.
Zonder Gods openbaring zouden we niet weten wat we weten. We zouden niet
weten, dat datgene wat ik zojuist heb gezegd, waar is, en we zouden in feite
hulpeloos zijn voor de aanval. Omdat de mens automatisch is afgestemd op Satans
geest zijn manier van denken is hij een erg ontvankelijke uitvoerder van
Satans zelfgerichte, op vernietiging gerichte karakter. Dat maakt de wereld
nogal angstaanjagend.
Ik ga nu enkele specifieke details geven van wat Satan en zijn geest in
houding en gedrag zal laten zien, waartoe hij zal aansporen. Zijn geest spoort
iemand aan tot heftige en snel opkomende woede in plaats van een zachtmoedig en
rustig temperament. Zo iemand zal cynisch zijn, spotten, twijfelen en sceptisch
zijn in plaats van geloven. Zo iemand zal droefgeestig, neerslachtig zijn en een
slachtoffergevoel hebben in plaats van vreugde.
Zijn geest zal iemand aanzetten tot ongeduld, verachting en zelfs tot een
twistzieke, zelfrechtvaardigende intolerantie ten opzichte van de zwakheden, het
niet-weten, de cultuur of overtuigingen van anderen in plaats van een meevoelend
begrip en dankbaarheid dat hij zelf niet op die manier is belast.
Omdat het hart vol is van tegenstand, antagonisme, conflict en wedijver, zal
de neiging om beter te willen zijn dan iemand anders voortdurend aanwezig zijn
en zal de wil tot samenwerken niet aanwezig zijn. Zo iemand heeft de neiging
achterdochtig te zijn, te twijfelen aan de ander en bekrompen te zijn in denken,
bevooroordeeld in plaats van open en gevoelig zoals een kind.
Er zal de neiging zijn tot trots, arrogantie, hoogmoed en minachting van
anderen in plaats van bescheidenheid en de afwezigheid van aanmatiging. Zo
iemand zal aangespoord worden om met angst en spanning te leven, in angstige
bezorgdheid in plaats van kalme en open vriendelijkheid.
Sommigen die sterk onder invloed van Satan staan, zullen anderen misbruiken
in een poging om omstandigheden te beheersen om zichzelf te beschermen tegen een
of ander verondersteld verlies. Er zal de neiging zijn gemakkelijk geïrriteerd
en geprovoceerd te worden, dwars, driftig, gevoelig en ruzie-achtig in plaats
van aanvaardend, aangenaam, plezierig en tevreden te zijn met zijn
omstandigheden.
De menselijke natuur wordt overgegeven tot instabiliteit, onbalans,
inconsequenties, onbetrouwbaarheid en buitensporigheid in plaats van
gebalanceerd, constant, stabiel, standvastig en gezond in denken. Sommigen
zullen sluwheid en geslepenheid ten toon spreiden in plaats van te handelen met
een open eerlijkheid, eerbaar, integer en aangenaam.
Sommigen zullen talenten, vaardigheden en goede eigenschappen verbergen,
omdat hun zelfgerichtheid hun niet wil toestaan ook maar iets van hun
tijd op te offeren voor het welzijn van anderen. Er is dan de neiging voor de
mens om hard te zijn en koud, koppig, pervers, hardvochtig, eigenwijs, in plaats
van vriendelijk en meegaand, ontvankelijk, sympathiek, vergevend, zachtmoedig,
gevoelig en warm.
Er zal de neiging zijn anderen kritisch en hardvochtig te beoordelen, terwijl
de eigen zwakheden heel gemakkelijk worden vergeven of onverschillig over het
hoofd gezien. Zij die door Satan en zijn demonen worden beïnvloed, zijn zij die
altijd wel een neerbuigende of snijdende opmerking hebben. Alhoewel dat altijd
in scherts wordt gedaan, beseffen ze niet dat ze eigenlijk zichzelf verheffen in
een poging de ballon van een ander door te prikken.
We kunnen nog wel een poosje doorgaan met dit type tegenstellingen. Het punt
dat ik wilde maken is nu wel duidelijk: het zit hem in de details dat de
menselijke natuur slecht is.
U vraagt zich misschien af waar ik deze lijst van karakteristieken vandaan
heb. Rechtstreeks uit de bijbel met de hulp van een thesaurus. Ik opende de
bijbel alleen maar bij 1 Corinthiёrs 13, het
hoofdstuk over de liefde; bij Mattheüs 5-7, de bergrede, en bij Galaten
5, dat de lijst bevat van de vrucht van de Geest en van de werken van het vlees.
Al nadenkend bladerde ik door een thesaurus. Ik behoefde alleen maar de
karakteristieken van God te vergelijken met de werken van het vlees, of naar de
karakteristieken van liefde te kijken en de tegenstellingen daarvan te vinden.
Zo kwam dit overzicht tot stand. Iedereen kan dat met behulp van een thesaurus
doen.
Zijn er onder de karakteristieken die ik noemde ook enkele waarvan U
overtuigd bent dat ze uit uw karakter moeten worden verwijderd? Zijn er enkele
bij waaraan u actief en resoluut aan het werk bent? Overtuigd zijn betekent, dat
we er ten volle van zijn doordrongen, dat we een sterk vast geloof hebben, dat
deze of gene karakteristiek of gewoonte moet verdwijnen of versterkt moet worden,
al naar gelang het een slechte of goede is.
Weet iemand van ons, op basis van onze overtuiging, en weten we dat we dat
weten, dat we door moeten gaan om een bepaald iets uit te voeren een bepaald
iets dat al doende God kan verheerlijken en waarin God behagen schept dat we dat
doen?
Laten we nu Daniёl 3 opslaan. Dit is het
voorval van Nebukadnessar en Sadrak, Mesak en Abednego. Nebukadnessar
spreekt de volgende woorden:
Daniël 3:15-16 Nu dan, indien gij bereid zijt, zodra gij het geluid
van hoorn, fluit, citer, luit, harp, doedelzak en allerlei soort van
muziekinstrumenten hoort, u ter aarde te werpen en het beeld te aanbidden,
dat ik gemaakt heb ... maar indien gij niet aanbidt, zult gij ogenblikkelijk
in de brandende vuuroven geworpen worden; en wie is de god, die u uit mijn
hand zou kunnen bevrijden? 16 Toen antwoordden Sadrak, Mesak en Abednego de
koning Nebukadnessar: Wij achten het niet nodig u hierop enig antwoord te
geven.
Ze bedoelden te zeggen: "We hoeven daar niet over na te denken omdat
we al weten wat onze keus is." Ze lieten zien dat er alternatieven
waren.
Daniël 3:17-18 Indien onze God [dat is als het Zijn wil is], die wij
vereren, in staat is ons te bevrijden, dan zal Hij ons uit de
brandende vuuroven, en uit uw macht, o koning [dat is als het Zijn wil is om
dat te doen], bevrijden; 18 maar zelfs indien niet [als Hij ons laat sterven]
het zij u bekend, o koning, dat wij uw goden niet vereren, en het gouden
beeld dat gij hebt opgericht, niet aanbidden.
Wat zij gingen doen stond onwankelbaar vast. Zij wisten al PRECIES wat ze
zouden gaan doen. Als ze zouden sterven, dan zouden ze sterven. Als ze zouden
leven, halleluja! Maar hoe het ook zou uitpakken, ze peinsden er niet over te
knielen.
Overtuiging gaat samen met geloof in God en in de gerechtigheid van Zijn weg.
Daarom is er verzekerdheid, vastbeslotenheid door te gaan, evenals toewijding,
die het vurig aanhangen is van wat juist is voor God.
We slaan nu Jezus' onderwijs in Johannes 16 op.
Johannes 16:7-8 Doch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u [u tot
voordeel], dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet
tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden. 8 En als Hij
komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van
oordeel;
Dit woord 'overtuigen' duidt erop dat ons de ogen geopend zullen worden en
dat we echt gaan zien dat er zonde, gerechtigheid en oordeel is. Maar we
moeten daarbij begrijpen dat dit geen uiting is van een intellectueel geloof of
een intellectuele waarheid. Dit woord heeft de betekenis in zich van 'onder
schuld brengen'. Met andere woorden het woord heeft een psychologische lading.
Het heeft ook een emotionele muur om zich heen. Het is niet alleen maar: "Geweldig,
ik zie dat. Is dat niet mooi? Ik geloof dat ik dat deel zal gaan laten
uitmaken van mijn geestelijke bagage."
Nee, het is iets dat in termen van zonde zegt: "O, nee!" Het
raakt iemand met volle kracht! "IK BEN EEN ZONDAAR. IK VEROORZAAKTE DOOR
MIJN ZONDEN DE DOOD VAN JEZUS CHRISTUS niet de zonden van iemand anders
nee, die van mij!" Het laat een psychologische indruk achter. Dit heeft
een veel grotere invloed op iemand dan alleen maar het weten van iets.
Ik weet niet hoeveel mensen er op aarde zijn die ons kunnen zeggen dat zonde
overtreding van de wet is. Ik ben blij dat ze dat in ieder geval weten. Maar
heeft dat zijn invloed op hen? Heeft het hun leven veranderd?
In deze context heeft dat woord dus de betekenis van iemand tot het volle
besef brengen, met de nadruk op het woord vol niet alleen maar het besef dat
het "waarheid" is, of iets dat iemand gelooft. Het heeft de betekenis
van iemand tot het volle besef brengen, samengaand met een diep gevoel van
zelfverwijt, spijt, berouw en zelfveroordeling, dat hij verkeerd heeft gehandeld.
In sommige gevallen is het niet het besef verkeerd te hebben gehandeld, maar
veeleer de zekerheid, gebaseerd op Gods Woord, van de gerechtigheid van God en
Zijn waarheid en Zijn weg.
Ik weet niet of u dit herkent, maar dit was de kern, de essentie van de taak
van Jezus. Hij zei dat Hij zou teruggaan naar de Vader in de hemel, en dat Hij
daarna, door Zijn Geest, hen die God riep op dezelfde manier zou beïnvloeden
als Hij deed toen Hij hen persoonlijk van aangezicht tot aangezicht ontmoette en
hun dingen uitlegde, hen onderwees, hen in persoon overtuigend van wat zij
moesten doen en zijn.
Laten we nu Marcus 1:14 opslaan. Als ik zeg dat dit de kern en essentie was,
en het punt waar Jezus' onderwijs om draaide, dan zette Hij daarmee een traditie
voort die begon met de vroegere profeten, en door alle volgende profeten werd
voortgezet tot op de tijd dat Hij leefde, Hij die DE Profeet was.
Marcus 1:14-15 En nadat Johannes was overgeleverd, ging Jezus naar
Galilea om het evangelie Gods te prediken, 15 [en Hij zeide]: De tijd is
vervuld en het Koninkrijk Gods is nabijgekomen. Bekeert u en gelooft
het evangelie.
Zo begon Jezus Zijn taak: Hij predikte bekering van zonde. Hij nam het stokje
perfect over van Johannes de Doper die hetzelfde predikte. Maleachi predikte het.
Zacharia predikte het en ook Zefanja. Helemaal terug tot aan Mozes en misschien
zelfs wel tot aan Abel, predikten ze allemaal bekering zonde de rug toe
keren er natuurlijk op hopend dat God de mensen zou overtuigen en er echt
toe zou aanzetten de juiste keuzes te maken en te veranderen. Jezus bleef
gedurende Zijn gehele leven bekering prediken.
Mattheüs 5:17 Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de
profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te
vervullen [of: volledig uit te voeren].
Als we de wet wegdoen, doen we ook zonde weg. Het is heel dom van deze mensen
om te zeggen dat Jezus de wet wegdeed. Als we de wet wegdoen, doen we de zonde
weg en is er niets meer waarvan we ons moeten bekeren! Jezus zei: "Denk
niet dat Ik gekomen ben om de standaard van menselijk gedrag weg te doen, af te
schaffen."
Mattheüs 5:18-19 Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde
vergaat, zal er niet één jota of één tittel vergaan van de wet, eer
alles zal zijn geschied. 19 Wie dan één van de kleinste dezer
geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het
Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in
het Koninkrijk der hemelen.
Zonder hier het woord bekering te noemen, predikte Hij toch BEKERING, omdat
Hij zei dat dit de standaard was waarnaar we ons leven moesten inrichten. Jezus
ging er natuurlijk Zijn gehele menselijke leven mee door om de tien geboden
dieper en vollediger uiteen te zetten.
Totdat God door middel van Zijn Geest ... (Psalm 104:30 zegt dat Hij die
uitzendt), hebben we alleen maar een vaag idee van zonden en de verblindende
invloed die deze heeft op de mensheid. Zonder overtuigd te geraken door Gods
Geest, zullen we er nooit volledig zicht op krijgen dat zonde bij ieder van ons
persoonlijk inwendig aanwezig is, dat het echt alom aanwezig is en dat het iets
afschuwelijks is.
Ik ben hier om u te zeggen dat eigenlijk elk nalaten van groei en overwinnen
is gebaseerd op een zwakke overtuiging van zonde. Ik ben hier om u te zeggen dat
elke ketterij ook daar zijn wortels in heeft. Als u denkt dat de bijbel zijn
vaststelling hoe zondig de mens is, overdrijft, gaat u anders denken over Jezus
Christus en Zijn werk, en in relatie met God zullen we oppervlakkig en
ondankbaar worden.
Ik geloof dat één van de hoofdoorzaken van het Amerikaanse probleem met de
aanval op het World Trade Center hiermee samenhangt, en daarom zal er ook geen
bekering zijn. Amerika heeft een zeker gevoel voor misdaad en zijn gevolgen,
maar praktisch geen gevoel voor zonde en de relatie daarvan met God, met
zichzelf op individuele basis en de aanslag op het World Trade Center. Zij
kunnen het verband niet leggen.
We moeten in staat zijn te zien dat als IK OPHOUD MET ZONDIGEN dat dan
die aanvallen ophouden! Totdat de Amerikanen zover komen waar ze het op
zichzelf toepassen, zal er niets veranderen! Het kan alleen maar
erger met ons worden en natuurlijk zullen dan ook de straf, de pijn, de schade
en de rampspoed erger worden.
Deze waarheden moeten worden geopenbaard. Ze zijn geopenbaard aan ons en
daarom zei ik dat wat er in New York City en Washington is gebeurd, voor ons
ons aan wie de waarheid is geopenbaard een oproep is om wakker te worden.
Wij kunnen ons bekeren! Wij kunnen ons denken veranderen. Totdat het is
geopenbaard, kunnen we zien dat er veel lijden in de wereld is en misschien ook
wel in ons eigen leven, maar we herleiden dat lijden niet terug tot zonden en in
het bijzonder herleiden we het niet terug tot zonden die we zelf begaan.
De wereld heeft een verkeerd idee over het evangelie. Het meest wordt er aan
gedacht in termen van liefde en genade. Dat is voor een groot deel waar, want
liefde en genade maken deel uit van het evangelie net zoals vanaf het
allereerste begin liefde en genade deel uitmaakten van Gods handelen met de
mensheid en Zijn doel, daar God NIET verandert. Maar dat geldt ook voor de
werkelijkheid van zonde en straf. God MOET zonde wel straffen anders zou God God
niet zijn. Zonder straf voor de zonde VERLIEST GERECHTIGHEID ZIJN BETEKENIS!
Begrijp dat alstublieft, omdat God ook rechtvaardig moet zijn, wil het hebben
van Hem als God enige betekenis voor ons hebben.
Wat is er verkeerd aan de nadruk op liefde en genade? Als ze op zichzelf
staan leggen ze beperkingen op, omdat er in de wereld of in iemand niets zal
veranderen totdat iemand volledig en diep overtuigd is van zonde als de oorzaak
van al die massale problemen of dat nu in de wereld is, of in de kerk, of in
onszelf. Ik kan wel toevoegen onze eigen zonden.
Er zal niets veranderen totdat wij veranderen. Dat moet onze benadering zijn
onze verandering zal alle verschil uitmaken. We kunnen niet op iemand anders
wachten tot die verandert. Wij moeten veranderen. Tenzij iemand echt overtuigd
is van de ernst van zijn zondigheid, zal zijn visie op Jezus Christus niet juist
zijn, omdat zijn gemis [aan overtuiging van zonde] hem anders en minder zal
laten denken over Hem dan Hij werkelijk is.
Christen-zijn bestaat niet alleen maar uit het hebben van een betere
moraliteit, een vollediger openbaring van God, of een systeem van mooie ethische
waarden. Jezus Christus is niet alleen maar een betere leraar, een wijzer mens,
een voorbeeld en een profeet. Hij is HET offer voor de zonden van de
wereld en onze mijn persoonlijke Verlosser, Zaligmaker en Hogepriester
door Wiens leven we worden behouden. Zijn verlossing en Zijn leven als onze
Hogepriester is onze enige hoop. We zullen het beslist niet redden, ongeacht hoe
rechtvaardig we zijn, omdat ongeacht hoe rechtvaardig we zijn, we opnieuw,
opnieuw en opnieuw zullen zondigen. Dat is een werkelijkheid waarmee we zullen
moeten leren leven. Alleen Zijn dood kan voor die zonden betalen, zonden die we
nu nog niet eens hebben begaan. Hij is onze enige hoop. Als we lichtvaardig
denken over zonde, dan betekent dat dat we ook lichtvaardig denken over onze
enige hoop.
Denk eens even na! Willen we in het Koninkrijk van God zijn? Begin er dan mee
om God te vragen een juiste inschatting van zonde te krijgen en de gevolgen
ervan. Als zonde weinig of niets voor ons betekent, stelt ook ons begrip van de
verplichting die we jegens Hem hebben niet veel voor. Begrijpen we, dat omdat
Hij stierf Hij ons nu bezit en we dus verplicht zijn te doen wat Hij ook maar
zegt? ALLES WAT HIJ ZEGT! Hij accepteert absoluut niet dat we eromheen
draaien.
Natuurlijk is Hij barmhartig, maar ik zet de standaard heel hoog zodat we ons
echt moeten inzetten om daaraan te voldoen. WE STAAN voor elke ademtocht BIJ HEM
IN DE SCHULD. We laten onze verplichting jegens Hem zien in onze houding
ten opzichte van zonde. Maar als we lichtvaardig over zonde denken, zal onze
waardering voor Hem en onze toewijding aan Hem daar ernstig onder gaan lijden en
de neiging tot trots en eigengerechtigheid zal versterkt worden.
Het tweede punt waarvan Gods Geest ons zal gaan overtuigen is gerechtigheid.
Dit gaat terug op Johannes 16:7-8. Ten eerste overtuigen van zonde. Ten tweede
overtuigen van gerechtigheid. In dit begrip zitten twee aspecten besloten. We
zullen eerst naar Filippenzen 3 gaan, waar Paulus gerechtigheid noemt.
Filippenzen 3:7-9 Maar alles wat mij winst was, heb ik om Christus'
wil schade geacht. 8 Voorzeker, ik acht zelfs alles schade, omdat de kennis
van Christus Jezus, mijn Here, dat alles te boven gaat. Om zijnentwil heb ik
dit alles prijsgegeven en houd het voor vuilnis, opdat ik Christus moge
winnen, 9 en in Hem moge blijken niet een eigen gerechtigheid, uit de wet,
te bezitten, maar de gerechtigheid door het geloof in Christus, welke uit
God is op de grond van het geloof.
Paulus zegt hier niet dat we ons niet bezorgd behoeven te maken om ernaar te
streven de geboden van God te onderhouden, want dat zou lijnrecht ingaan tegen
wat onze Zaligmaker ons onderwees "Als je het leven wilt binnengaan,
onderhoud dan de geboden" en tegen wat de apostel Paulus zei:
"Doet dit Gods wet dan teniet? Volstrekt niet! Schaft geloof de wet af?
Volstrekt niet!" Jezus zei, dat als we Hem liefhebben dat we dan ook
Zijn geboden onderhouden. Dat is de reactie waar Hij naar uitkijkt, want dat is
bewijs van onze liefde voor Hem.
Gerechtigheid bestaat uit twee delen. Het eerste aspect van gerechtigheid is
een juridisch aspect dat God uitvoert op het moment dat de zondaar tot berouw en
bekering komt door Hem onder het bloed van Jezus Christus te plaatsen. Bij
goddelijke uitspraak veegt God de zonden weg, de lei wordt schoon geveegd, en
daarna rekent Hij de gerechtigheid van Christus toe aan die persoon, terwijl dat
in de fysieke werkelijkheid nog bij lange na niet het geval is, maar God ziet
dat door Zijn genade in geestelijk opzicht al wel zo. Hij ziet op ons alsof wij
Christus zijn.
Romeinen 4:5-7 Hem echter, die niet werkt, maar zijn geloof vestigt
op Hem, die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot
gerechtigheid [dezelfde gerechtigheid waarover hij het heeft in Filippenzen
3], 6 gelijk ook David de mens zalig spreekt, aan wie God gerechtigheid
toerekent zonder werken: 7 Zalig zij, wier ongerechtigheden vergeven en wier
zonden bedekt zijn.
We zingen dit heel vaak, zeer zeker omstreeks de tijd van het Pascha. Het is
lied 32 in het gezangenboek [lied 25 in het Nederlandstalige gezangenboek].
Romeinen 4:8-10 Zalig de man, wiens zonde de Here geenszins zal
toerekenen. 9 Geldt deze zaligspreking [zonder zonde te worden gerekend] dan
de besnedene [de jood of de Israëliet] of ook de onbesnedene [de heiden]?
Wij zeggen immers: Het geloof werd Abraham tot gerechtigheid gerekend. 10
Hoe werd het hem dan toegerekend? Was hij toen besneden of onbesneden? Niet
besneden, maar onbesneden.
Om dat te bewijzen moeten we teruggaan naar de gebeurtenissen in Genesis 12,
13, 14, 15, enzovoort, waar dit werkelijk plaatsvond. Abraham geloofde God, hij
had geloof in God voordat hij werd besneden. Paulus zegt hier dus dat
besnijdenis in dit geval niets voorstelt. Het gaat niet om de besnijdenis. Waar
het om draait is GELOOF, het geloof in het bloed van Jezus
Christus.
Romeinen 4:11-12 En het teken der besnijdenis ontving hij als het
zegel der gerechtigheid van dat geloof, dat hij in zijn onbesneden staat
bezat. Zo kon hij een vader zijn van alle onbesneden gelovigen, opdat hun
[de] gerechtigheid zou worden toegerekend, 12 en een vader van de besnedenen,
voor hen namelijk, die niet alleen uit de besnijdenis zijn, maar die ook
treden in het voetspoor van het geloof, dat onze vader Abraham in zijn
onbesneden staat bezat.
De gerechtigheid waarover hij het heeft is een toegerekende gerechtigheid die
voortkomt uit het volledig wegvegen van alle door iemand opgebouwde schuld door
het overtreden van de wet zondigen. Het is een gerechtigheid die in feite
bestaat, echt bestaat niet omdat die persoon de gerechtigheid van de wet
heeft onderhouden, maar door de combinatie van Gods genade en het geloof van de
persoon die vergeving heeft ontvangen in Jezus Christus als zijn Zaligmaker.
Dit maakt die persoon rechtvaardig en rechtvaardigt hem, zodat hij daarna in
staat is dicht tot God te naderen en zo op weg kan gaan naar de volmaaktheid.
Tijdens dat op weg zijn naar volmaaktheid wordt die gerechtigheid echt door de
bemiddeling van Jezus Christus en het streven van die persoon om rechtvaardig te
blijven door het houden van de wet; in feite dus door de ervaring van
gehoorzaamheid. Dat is de tweede fase van gerechtigheid.
Om dit te kunnen doen moet iemand OVERTUIGD zijn van Gods manier van leven,
moet iemand overtuigd zijn van de visie waar hij met zijn leven naar toe gaat en
waarom hij dat doet. Daarom wordt ons bevolen het evangelie te geloven. Het
evangelie voorziet in de uitlaat voor iemands bevrijding van het schuldgevoel
over de zonden uit het verleden. Het evangelie zegt ons waar met onze
gerechtigheid heen te gaan. We moeten ervan overtuigd zijn dat het Koninkrijk
van God voor ons ligt en dat we naar het beeld van God veranderd zullen worden.
Daarom staan we in de schuld bij Jezus Christus. Daarom worden deze dingen van
ons verlangd. Daarom moeten we onszelf opofferen.
We zien hier dus twee zijden van een driehoek. Om een volledig persoon te
zijn, moeten we overtuigd zijn van zonde en ook overtuigd zijn van gerechtigheid
de gerechtigheid van Gods weg en waar die heen leidt.
Zoals we allemaal weten heeft een driehoek drie zijden en in Johannes 16:7-8
wordt een derde zijde vermeld. We moeten overtuigd zijn van oordeel. Zonde,
gerechtigheid en oordeel alle drie hebben niet alleen te maken met een
mentaal begrip en het met hen eens zijn, maar ze moeten ook hun werkelijke
invloed op ons hebben waarbij er een psychologische motivatie is gekoppeld aan
het ermee eens zijn.
Zij die overtuigd zijn, hebben ook een duidelijker begrip van en een geloof
in oordeel. Ook oordeel heeft twee aspecten. We hebben zonde, gerechtigheid en
oordeel.
1 Petrus 4:17 Want het is nu de tijd, dat het oordeel begint bij het
huis Gods [doelend op de kerk]; als het bij ons begint, wat zal het einde
zijn van hen, die ongehoorzaam blijven aan het evangelie Gods?
Wij staan onder het oordeel. De bijbel zegt dat "allen voor de
oordeelstroon van Christus moeten staan". Niet iedereen staat op
dezelfde manier voor de oordeelstroon van Christus als wij. Wij worden op een
andere manier geoordeeld dan de rest van de wereld. God neemt ons werkelijk heel
nauwkeurig onder de loep.
We hebben het hier over een oordeel op een actieve manier in de zin van
evaluatie. We worden geoordeeld terwijl we ons leven leiden. Hij is actief bezig
ons onder de loep te nemen en ons te evalueren en soms voelen we ons dan als:
"O man, ik wil helemaal niet dat God op me let". We willen dat wèl!
We willen dat God op ons let. Dat is goed. Dat is op geen enkele manier verkeerd.
Het is iets goeds. Het is HEEL goed dat Hij zoveel aandacht aan ons schenkt.
God heeft ons specifiek voor dit doel apart gezet van de rest van de wereld.
Het is Gods bedoeling volwassenheid in ons te scheppen en ons te behouden. Het
is Zijn doel om iedere dag te gebruiken ons steeds verder apart te zetten van de
zonde en van deze wereld.
We weten dat er tegelijkertijd ook altijd een element van oordeel in termen
van vergelding aanwezig is er wordt een vonnis uitgesproken, een oordeel
zoals we dat moeten noemen. Een vergelding die plaatsvindt over het graf heen
voor allen die de schepping, de geestelijke schepping die God in ons tot stand
wil brengen, verwerpen. Zij zullen een uiteindelijk oordeel tegemoet gaan in de
poel des vuurs. Het is onze hoop dat wij ons uiteindelijke oordeel zullen
tegemoet gaan in de opstanding van de eerstgeborenen bij de wederkomst van Jezus
Christus en waardig worden bevonden deel uit te maken van het Koninkrijk van
God.
Overtuiging heeft dus drie kanten en elk van hen moet op zijn plaats zijn om
op enigerlei manier te kunnen overwinnen. Overtuiging waar komt dat vandaan?
We hebben reeds gezien dat het het werk van de Heilige Geest in ons is.
Overtuiging is de vrucht van een nauwe relatie met God in gebed, bijbelstudie,
meditatie en een naar beste vermogen toepassen.
Het is het resultaat van een streven de dingen die we lezen, de dingen die we
in preken over God horen, over Zijn karakter, Zijn schepping en Zijn weg, met
elkaar in verband te brengen en ze in gedachten met onszelf en met deze wereld
en zijn wegen te vergelijken. Het is de vrucht van het hebben van een open geest
en nederig te zijn voor Zijn woord, te mediteren over onze wegen en te zien dat
we het verkeerd hebben gedaan, of te mediteren over hoe de dingen juist te doen
samen met het gevoel dat er een liefdevolle evaluatie plaatsvindt.
Al te vaak hebben we te weinig tijd om na te denken en te studeren, omdat we
het zo druk hebben met wat dan maar ook. God laat Zich niet afschepen als een
tweede verantwoordelijkheid. Als we Hem als vanzelfsprekend aannemen, zullen we
Hem niet zo leren kennen als Hij werkelijk is en zullen we nooit echt
overtuigd geraken.
God is de meest fantastische persoonlijkheid in het universum. Hij heeft ons
lief met het brandend verlangen dat we net zo worden als Hij, waardoor we in
staat zullen worden gesteld om de eeuwigheid met Hem door te brengen. Hem kennen
is Hem liefhebben. Hem liefhebben is ervan overtuigd zijn Hem te willen behagen.
We kunnen Hem niet liefhebben tenzij we kwaliteitstijd met Hem doorbrengen.
Ja gemeente, het Loofhuttenfeest ligt voor ons. Deze tijd is even goed als
elke andere om onze relatie met God te vernieuwen. Breng tijd met Hem door
tijdens dit Loofhuttenfeest en laat dit het begin zijn van de rest van ons leven
waarin we werkelijk tijd met Hem doorbrengen, kwaliteitstijd, om Hem iedere dag
van ons leven almaar beter te leren kennen. Laten we dat gaan doen!
|