|
Sermon: De Vader-Zoon relatie (Deel 7)
#750NL
John W. Ritenbaugh
Given 10-Dec-05
summary: In dit zevende deel van de serie over de Vader-Zoon relatie, waarin de Heilige Geest en de drieëenheid worden besproken, herhaalt John Ritenbaugh dat de Heilige Geest nooit vereerd is als een apart wezen (Openbaring 22:1-3, Johannes 10:30, Johannes 17:3). Geest (ruach-Hebreeuws of pneuma-Grieks), iets dat nooit gezien wordt, manifesteert zich of wordt gepersonifieerd op veel verschillende manieren zoals waarheid, aanneming, boosheid, moed, genade, geloof, (toestanden van de geest of emotie, karakter of persoonlijkheid), enzovoort. In ieder voorbeeld wordt het voorafgegaan door de woorden "geest van". Geest is van toepassing op een onzichtbare kracht of macht in mens of dier of engelachtig wezen, waardoor ieder van hen uniek wordt. Onze hoop op heerlijkheid is "het in ons wonen van Christus" en wordt op uitwisselbare manier gebruikt met "Geest van God" en "Geest der waarheid". Jezus beloofde een geest van kracht uit den hoge die aan Zijn discipelen (in de vorm van verschillende geestelijke gaven) ter beschikking zou worden gesteld om van Hem te getuigen. De Heilige Geest, als een kracht of macht die in ons woont, stelt ons in staat Gods wetten te onderhouden en onze nieuwe natuur te ontvangen. Pneuma en ruach vertegenwoordigen die onzichtbare kracht die op vele verschillende manieren wordt toegepast en waardoor in ons de macht van God wordt gemanifesteerd, waardoor het mogelijk is een intieme familierelatie te hebben met God de Vader en onze oudste Broer Jezus Christus, volmaakt verenigd in doel en samenstelling, analoog aan de relatie tussen man en vrouw - die één zijn binnen een familierelatie. Ruach Ha Kodesh of Pneuma Hagion (Christus in ons) voorziet in de metaforische lijm om deze hechting mogelijk te maken, waardoor onze relatie binnen de goddelijke familie duidelijk wordt.
transcript:
Met deze preek kom ik weer terug op het spoor van de serie over de
drieëenheid die ik lang geleden in juni begon, maar ik ben toen afgeslagen naar
de "relatie tussen de Vader en de Zoon". Ik ga beide aspecten
afsluiten, maar vandaag gaan we eerst verder met de drieëenheid, omdat ik
daarmee begonnen ben en dat wil afronden.
De leer der drieëenheid zegt ons dat er drie gelijkwaardige wezens zijn die
samen de Godheid vormen. We hebben echter gezien dat de Godheid in werkelijkheid
slechts uit één Wezen bestaat. Beide testamenten zeggen duidelijk dat er
slechts één God is, duidend op één allerhoogste God, zoals Herbert Armstrong
Hem noemde; of één absolute God, zoals anderen Hem noemden. Er is absoluut
geen sprake van dat dit suggereert dat Jezus geen God is. Hij is zeer zeker God.
Hij is niet geschapen en eeuwig Hij is degene door wie het doel met de
mensheid wordt uitgevoerd. Hij is niet de allerhoogste of de absolute God de
Ene en de Enige in de gehele schepping die geen God heeft, die aan
niemand verantwoording schuldig is en zich aan niemand onderwerpt.
De leer der drieëenheid leert ons in tegenstelling tot de bijbel dat er niet
één allerhoogste God is of twee, maar drie gelijkwaardige Wezens in hypostase
(wat dat ook mag betekenen), die tezamen de Godheid vormen. Ik zal u op een
ietwat andere manier dan gebruikelijk laten zien dat het niet mogelijk is dat
dit drieëenheidscomplex juist is. Om dit te begrijpen, behoeven we niet meer te
doen dan nauwgezet aandacht te geven aan wat Jezus zegt en dat te geloven, omdat
Hij een heel duidelijke uitleg geeft betreffende het bestaan van deze zogenaamde
"derde persoon".
De draad van Jezus' onderwijs betreffende de Heilige Geest begint tijdens het
laatste Pascha, op de avond voorafgaande aan Zijn dood. Voordat we daarnaar toe
gaan moeten we enkele ter zake dienende vragen stellen.
Openbaring 22:1-3 En hij toonde mij een rivier van water des levens,
helder als kristal, ontspringende uit de troon van God en van het Lam. 2
Midden op haar straat en aan weerszijden van de rivier staat het geboomte
des levens, dat twaalfmaal vrucht draagt, iedere maand zijn vrucht gevende;
en de bladeren van het geboomte zijn tot genezing der volkeren. 3 En niets
vervloekts zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daarin
zijn en zijn dienstknechten zullen Hem vereren.
Gelet op het belang van dit gebeuren, waarin de afsluiting van Gods plan met
de mensheid tot uiting komt, moeten we ons de vraag stellen: "Waar is de
troon van de Heilige Geest?", als er binnen de zogenaamde drieëenheid
inderdaad drie gelijkwaardige Wezens zijn. Waarom zegt dit vers niet: "En
de troon van God en van het Lam en van de Heilige Geest ..."?
1 Corinthiërs 8:6 voor ons nochtans is er maar één God, de Vader,
uit wie alle dingen zijn en tot wie wij zijn, en één Here, Jezus Christus,
door wie alle dingen zijn, en wij door Hem.
Hier worden specifiek twee goddelijke Wezens genoemd. Waar is de derde?
Waarom zegt dit vers niet dat er slechts één God is, en slechts één Heer,
Jezus Christus, en één Heilige Geest waardoor we worden verwekt? Waarom wordt
de Heilige Geest niet samen met de anderen genoemd op een plaats waar we dat
toch zouden verwachten, in het bijzonder als we met de context bekend zijn? De
context hier gaat over afgodendienst.
Het volgende vers hebben we de laatste tijd nogal vaak gelezen.
Johannes 17:3 Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige
waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt.
Als eeuwig leven het kennen van de Vader en de Zoon is, komt het dan niet
ongebruikelijk en onlogisch op ons over dat de Heilige Geest, die verondersteld
wordt zo belangrijk voor ons geestelijk leven te zijn, hier niet wordt genoemd,
maar toch evengoed gekend moet worden?
Johannes 10:30 Ik en de Vader zijn één.
In deze context is het onderwerp God. Waarom zei Jezus niet: "Ik en de
Vader en de Heilige Geest zijn één", toen Hij een perfecte gelegenheid
had om de drieënige God bekend te maken, maar Hij die niet benutte?
In het volgende schriftgedeelte is het onderwerp het geheimenis van God:
Colossenzen 1:26-27 het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang
verborgen is geweest, maar thans geopenbaard aan zijn heiligen. 27 Hun heeft
God willen bekendmaken, hoe rijk de heerlijkheid van dit geheimenis is onder
de heidenen: Christus onder [het Grieks is letterlijk: in] u,
de hoop der heerlijkheid.
Hier ontbreekt alweer iets interessants. Het grote geheimenis van God is aan
Zijn kinderen geopenbaard en dit is: Christus in u, de hoop der heerlijkheid. De
meeste mensen geloven dat de derde persoon van de drieëenheid in ons woont; dat
is natuurlijk de Heilige Geest. Komt het niet onlogisch op u over, gelet op hoe
belangrijk de mensen de Heilige Geest voor behoud vinden, dat het vers niet
luidt: "De Heilige Geest in u, de hoop der heerlijkheid"? Nee, Paulus
zegt specifiek dat het Christus in u is. Houdt deze
uitspraak in gedachten, want deze wordt aan het eind van het ontrafelen van dit
geheimenis heel belangrijk.
In de Schrift wordt vaak over geest gesproken en ik zal enkele plaatsen
daarvan aanhalen. In feite zijn er over het Oude en Nieuwe Testament verspreid
wel meer dan 700 plaatsen. We hebben de Geest van God, de Geest van de Vader, de
Geest van de Heer, de Geest der waarheid, de Geest der heiligheid, de geest des
levens, de Geest van God en de Geest van Christus, de geest van het zoonschap,
de geest van zachtmoedigheid, dezelfde geest van geloof, de Heilige Geest der
belofte, de Geest van wijsheid en openbaring in de kennis van Hem, de Heilige
Geest van God, de Geest van Jezus Christus, de Geest der genade, de Geest van
Christus, de Geest der heerlijkheid en van God, en de geest der profetie.
Negentien verschillend benoemde geesten. Misschien zou er voor elk van hen wel
een troon moeten zijn. Dat bedoel ik uiteraard niet serieus.
Er zijn twee woorden voor geest: één uit het Hebreeuwse Oude
Testament ruach en één uit het Griekse Nieuwe Testament pneuma.
Beide woorden worden met geest vertaald. Deze twee woorden zijn praktisch
synoniemen van elkaar, maar beide worden in hun respectieve talen op precies
dezelfde manier gebruikt. Het kernidee van beide woorden is dat van "een
onzichtbare kracht".
Allebei deze woorden ruach en pneuma zijn van primair
belang om deze leer te begrijpen. Beide woorden worden echter door een grote
variëteit aan woorden vertaald, omdat hun toepassing zo gevarieerd is. Dit gaat
zover dat E.W. Bullinger in Appendix 9 van de Companion Bible zegt, dat
"de betekenis van het woord [pneuma] slechts kan worden bepaald op basis
van zijn gebruik binnen een bepaalde context". Vergeet dit nooit als we
hiermee verdergaan.
Geest op zichzelf wordt nooit gezien. Bedenk dat geest onzichtbaar is. We
kunnen echter waarnemen wat geest doet; we kunnen de manifestatie ervan zien.
Dus als geest een bepaalde actie bewerkstelligt, kunnen we ons er door onze
zintuigen onze ogen, oren of gevoel van bewust zijn, maar we kunnen
nooit zien waardoor die actie tot stand wordt gebracht. We zien, voelen en horen
de actie maar niet de kracht zelf. Jezus gaf hiervan een eenvoudig voorbeeld in
het hoofdstuk waarin Hij het erover heeft dat "we wedergeboren moeten
worden".
Johannes 3:8 De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn
geluid, maar gij weet niet, vanwaar hij komt of waar hij heengaat; zó is
een ieder, die uit de Geest geboren is.
We zijn allemaal bekend met de verwoesting die orkanen teweegbrengen,
misschien in deze tijd wel in het bijzonder door de orkaan Katrina. Lucht
zelfs bewegende lucht is onzichtbaar. We kunnen duidelijk zien wat ze doet,
en wat ze doet kan een grote kracht demonstreren.
We kunnen nog een bekende illustratie ontlenen aan electriciteit. We weten
allemaal dat deze wordt opgewekt in een electriciteitscentrale. Als we een
schakelaar omschakelen om er gebruik van te maken, zijn we niet in staat de
electrische stroom te zien, maar wat we wel zien is wat deze tot stand brengt
als het licht aangaat, de warmte gaat stromen of een motor begint te draaien. Zo
zien we geest ook nooit. We zien alleen maar de manifestatie ervan die er op een
bepaald moment is.
Genesis 1:2 De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de
vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren.
Het woord Geest hier is ruach. Als we vanuit de ruimte zouden
kijken naar wat er allemaal gebeurde, zouden we niet kunnen zien dat de Geest
zich over het aardoppervlak bewoog. Wat we wel zouden kunnen zien is dat de
aarde reageerde op het krachtige en machtige kunstenaarstalent van God terwijl
Hij schoonheid maakte uit de chaos die in het spoor van Satans oorlog tegen God
was achtergebleven. We zouden kunnen zien wat er gebeurde, maar we zouden geen
geest zien. Die is onzichtbaar. We zouden ook geen kracht zien. Alles wat we
zouden zien is wat die kracht doet: er gebeuren dingen.
Laten we naar een kleiner voorbeeld gaan in het lied van Mozes. Hij
beschrijft iets waarmee we heel bekend zijn.
Exodus 15:8 Door de adem van uw neus werden de wateren opgestuwd; als
een dam stonden de stromen; de watervloeden stolden in het hart der zee.
We zijn bekend met de geschiedenis van de manier waarop God de wateren van de
Schelfzee scheidde, zodat Israël op een droge ondergrond kon doortrekken. Toen
het Egyptische leger echter doortrok, werd het vernietigd. Het woord adem
is ruach. Als we daarbij zouden zijn geweest, hadden we de geest niet
gezien, maar we zouden de wind hebben gevoeld en ook hebben horen waaien. Als we
in het Oude Testament het woord wind tegenkomen, is het de vertaling van geest
[ruach].
2 Samuël 22:16 Toen werden de beddingen der zee zichtbaar, de
grondvesten der wereld kwamen bloot door het dreigen van de HERE, vanwege
het blazen [ruach] van de adem [ruach] van zijn neus.
Zowel blazen als adem zijn vertalingen van hetzelfde woord, ruach.
Ik laat u manieren zien waarop het woord ruach wordt gebruikt. We zullen
straks aan het woord pneuma toekomen. Dit is de reden dat Bullinger zei
dat we niet kunnen zeggen wat een woord betekent totdat we het in zijn context
zien.
Prediker 3:19 Want het lot der mensenkinderen is gelijk het lot der
dieren, ja, eenzelfde lot treft hen: gelijk dezen sterven, zo sterven genen,
en allen hebben enerlei adem [ruach], waarbij de mens niets voor
heeft boven de dieren; want alles is ijdelheid,
Hier wordt ruach op één van zijn meest voorkomende manieren gebruikt
en dat is de lucht die we in- en uitademen en die het leven in stand houdt. In
dit opzicht staat de mens niet boven het dier, omdat beide dezelfde lucht ademen.
Dezelfde geest lucht houdt het leven van beide in stand.
Prediker 3:21 Wie bemerkt, dat de adem [In de KJV staat spirit,
dat is geest] der mensenkinderen opstijgt naar boven en dat de adem [Ook
hier staat in de KJV spirit, dat is geest] der dieren
neerdaalt naar beneden in de aarde?
In dit vers wordt ruach alweer in beide toepassingen gebruikt. Als we
dit vers eenmaal goed begrijpen, zien we dat er een bepaald verschil zit tussen
beide toepassingen. Ze zijn duidelijk verschillend van wat we in vers 19 zagen,
waar het gewoon "adem" betekende. In deze context wordt het toegepast
op een onzichtbare kwaliteit of onzichtbaar vermogen binnen mens of dier dat een
onderscheid tussen hen veroorzaakt. Dit is aan de buitenkant niet
zichtbaar, maar een mens is absoluut geen dier en een dier geen mens. Het
verschil wordt toegeschreven aan onzichtbare geest.
Ik zal dit voor u verduidelijken. Elihu zegt:
Job 32:8 Voorwaar, het is de geest in de stervelingen en de adem des
Almachtigen, die hun inzicht geeft.
Het inzicht wordt hier aan ruach aan geest toegeschreven. Geest
is hier hetzelfde woord als dat wat we zojuist in Prediker 3, de verzen 19 en
21, zagen. Daarom kunnen we de volgende conclusie trekken: geest is afkomstig
van God. Geest is een door God gegeven kwaliteit die de mens in staat stelt
kennis te verwerven deze, zoals het vers zegt, te begrijpen en praktisch toe
te passen.
Geest onderscheidt ons van de dieren zelfs al ademen we dezelfde lucht. Er
worden aan dat woord binnen enkele verzen twee verschillende kwaliteiten
toegekend. Hieraan is de leerstelling over de "geest in de mens"
ontleend. Er is een of andere onzichtbare kracht in de mens die hem een mens
maakt en geen dier. We zagen zojuist in Prediker 3:21 dat een dier ook een geest
heeft, maar deze is niet dezelfde als de geest die in een menselijk wezen
aanwezig is.
We zijn nog niet klaar met deze toepassingen. Het is heel belangrijk dat we
begrijpen dat geest een onzichtbaar vermogen is, een kracht die er de oorzaak
van is dat er dingen gebeuren.
Jozua 2:11 Toen wij dat hoorden, versmolt ons hart en vanwege u bleef
bij niemand meer enige moed over, want de HERE, uw God, is een God in de
hemel boven en op de aarde beneden.
Het woord moed hier is ruach. Hier hebben we een andere
toepassing. Geest wordt gebruikt om te duiden op een specifieke kwaliteit
binnenin iemand een kwaliteit die niet wordt gezien totdat deze in gedrag
tot uiting komt en dan wordt geacht voort te komen uit een onzichtbare geest.
Dit is één van de meest voorkomende gebruiken van de woorden ruach en pneuma.
Ze kunnen [op andere plaatsen] ook vertaald worden met een woord als boosheid,
omdat er een temperament tot uiting komt.
Geest wordt dus gebruikt om toestanden van het denken, gevoelens en
verlangens te vertegenwoordigen, omdat we die aan de buitenkant niet kunnen zien
totdat ze zich dusdanig uiten dat ze met het oog kunnen worden gezien; maar die
toestanden zijn latent aanwezig in iemand totdat ze tot actie aanzetten. We
kunnen de behandeling van dit specifieke gebruik van beide woorden in het kort
samenvatten door te bedenken dat het woord geest kan slaan op aspecten
van karakter en persoonlijkheid.
Exodus 31:2-6 Zie, Ik heb bij name geroepen Besaleël, de zoon van
Uri, de zoon van Chur, uit de stam Juda, 3 en hem vervuld met Gods Geest,
met wijsheid, inzicht en kennis, en dat voor allerlei werk, om ontwerpen te
bedenken, 4 om die uit te voeren in goud, zilver en koper; 5 om stenen te
bewerken, om die in te zetten; om hout te snijden en werkzaam te zijn in
allerlei arbeid. 6 En zie, ik heb naast hem gesteld Oholiab, de zoon van
Achisamak, uit de stam Dan; in het hart van ieder die kunstvaardig is, heb
Ik wijsheid gelegd. Zij zullen alles maken, wat Ik u geboden heb:
Hier hebben we mannen en vrouwen die buitengewone artistieke talenten hebben,
die uitgaan boven wat een menselijke vakman normaal zou ontwikkelen op basis van
menselijke kwaliteiten. In dit geval openbaart geest zich door middel van deze
artisticiteit met als doel het bouwen van de tabernakel. De vaardigheid die deze
mensen toonden wordt toegeschreven aan geest, een onzichtbaar, intern vermogen.
Laten we nu 1 Samuël 10 opslaan. Ik denk dat dit één van de belangrijkere
schriftgedeelten is voor ons als bekeerde mensen.
1 Samuël 10:1, 6, 9-11 Toen nam Samuël de oliekruik, goot haar uit
over zijn hoofd, kuste hem en zeide: Heeft de HERE u niet tot vorst over
zijn erfdeel gezalfd? ... 6 Dan zal de Geest des HEREN u aangrijpen; gij
zult met hen in geestvervoering geraken en tot een ander mens worden. ... 9
Terwijl hij zich omkeerde om van Samuël weg te gaan, schonk God hem [Saul]
een ander hart. En al de genoemde tekenen geschiedden op die dag. 10 Toen
zij daar te Gibea kwamen, zie, een schare profeten trad hem tegemoet; de
Geest Gods greep hem aan en hij geraakte onder hen in geestvervoering. 11 En
allen die hem van vroeger kenden, zagen hoe hij met de profeten profeteerde;
en men zeide tot elkander: Wat is toch de zoon van Kis overkomen? Is Saul
ook onder de profeten?
Geest, een onzichtbare kracht en in dit geval is dat Gods Geest
veranderde Saul in iets wat hij voordien niet was geweest. Dit is om de volgende
reden zo belangrijk: Hij raakte dit weer kwijt vanwege zijn misbruik van deze
gaven, hoofdzakelijk door zijn aanmatigende keuzes.
Het meeste van wat we tot nu toe hebben doorgenomen is ontleend aan het Oude
Testament. Ik heb dit op deze manier gedaan omdat de voorbeelden uit het Oude
Testament over het algemeen gemakkelijker worden herkend. Er zijn echter meer
verschillende toepassingen van het Griekse pneuma dan er zijn van het
Hebreeuwse ruach. Laten we eerst naar het evangelie naar Lucas gaan om
Jezus' eigen beschrijving van de Heilige Geest te zien. Laat dit tot u
doordringen; dit is Zijn eigen beschrijving.
Lucas 24:49 En zie, Ik doe de belofte mijns Vaders op u komen. Maar
gij moet in de stad blijven, totdat gij bekleed wordt met kracht uit
den hoge.
Handelingen 1:8 maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige
Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel
Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde.
Is dat niet duidelijk? Jezus zegt dat de Heilige Geest kracht is. Dat is vrij
specifiek. Wat zagen de mensen toen dit op deze algemene manier in het publiek
werd gezegd? Ze zagen geen geest; ze zagen de uitwerking ervan: het spreken in
verschillende talen. Ze zagen de vlammen van vuur die op de mensen verschenen.
Ze hoorden als het ware een geweldige windvlaag. Wat ze zagen en hoorden was de
uitwerking. We weten ook op basis van wat Hij in vers 8 zegt dat deze kracht
niet alleen gegeven was om deze dingen te demonstreren, maar opdat ze van Hem
getuigen zouden kunnen zijn in de gebieden die Hij noemde, tot aan het uiterste
der aarde. Deze dingen zijn zo duidelijk.
Laten we naar één van de meer bekende openbaringen betreffende geest gaan.
1 Corinthiërs 12:4-11 Er is verscheidenheid in genadegaven, maar het
is dezelfde Geest; [Al deze gaven komen van dezelfde Geest.] 5 en er is
verscheidenheid in bedieningen, maar het is dezelfde Here; [De Geest die de
gaven zal geven komt van dezelfde Persoon, de Heer.] 6 en er is
verscheidenheid in werkingen, maar het is dezelfde God, die alles in allen
werkt. 7 Maar aan een ieder wordt de openbaring van de Geest gegeven tot
welzijn van allen [dus ten gunste van iedereen]. 8 Want aan de een wordt
door de Geest gegeven met wijsheid te spreken, en aan de ander met kennis te
spreken krachtens dezelfde Geest; 9 aan de een geloof door dezelfde Geest en
aan de ander gaven van genezingen door die ene Geest; 10 aan de een werking
van krachten, aan de ander profetie; aan de een het onderscheiden van
geesten, en aan de ander allerlei tongen, en aan weer een ander vertolking
van tongen. 11 Doch dit alles werkt één en dezelfde Geest [deze
onzichtbare kracht], die een ieder in het bijzonder toedeelt, gelijk Hij wil.
Als we begrijpen waar dit hoofdstuk over gaat, begrijpen we ook waarom het
begint zoals het begint. Dat is omdat God ons laat zien dat Hij degene is die
ons de kracht geeft om onze verantwoordelijkheden uit te voeren. Als we wat er
hier in dit hoofdstuk wordt onderwezen, zouden combineren met Efeziërs 4,
zouden we zien dat elk deel van het lichaam ieder menselijk wezen in de kerk
van God door God middels Zijn Geest van gaven wordt voorzien om een
verantwoordelijkheid ten gunste van de kerk uit te voeren. Dat geldt niet alleen
voor de dienaren, maar echt iedereen wordt door dezelfde Geest hiertoe in staat
gesteld.
Wat we hier in 1 Corinthiërs 12 zien, lijkt sterk op het doel waartoe God
Besaleël en Oholiab in staat stelde en al die andere werklieden die onder Mozes
bij de bouw van de tabernakel betrokken waren. Het verschil is dat de vermogens
die God hun gegeven had, gaven voor fysieke doeleinden voortbrachten. Onze gaven
zijn voor geestelijke doeleinden. Het verschil komt tot uiting in wat er wordt
voortgebracht. Zij bouwden een mooi gebouw dat slechts een type was. Jezus
Christus bouwt door ons en met de gaven die ons zijn gegeven, een levende
eenheid, de tempel van God de kerk van God die ook het lichaam van
Christus is.
We gaan nu naar Johannes 3, naar een schriftgedeelte dat iets moeilijker te
begrijpen is. We gaan naar Johannes 3, omdat, voorzover het de bijbel betreft,
dit de allereerste keer is dat deze specifieke toepassing van geest wordt
gemaakt.
Johannes 3:3-7 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Voorwaar, voorwaar,
Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods
niet zien. 4 Nikodemus zeide tot Hem: Hoe kan een mens geboren worden, als
hij oud is? Kan hij dan voor de tweede maal in de moederschoot ingaan en
geboren worden? 5 Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij
iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet
binnengaan. 6 Wat uit het vlees geboren is, is vlees, en wat uit de Geest
geboren is, is geest. 7 Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden
moet wederom geboren worden.
Jezus stelde hier de vleselijke natuur die we door geboorte hebben en
waarnaar we in deze wereldlijke omgeving leven, tegenover de geestelijke natuur
die komt door verwekking middels Gods Heilige Geest. (Zoals we later zullen zien
zette Hij hiermee een patroon voor andere tegenstellingen.) Dat wat uit het
vlees geboren is, is vlees; dat is alles wat het ooit kan zijn. Dat wat uit de
Geest geboren is, is geest; zover zijn we echter nog niet. Jezus stelde het
vlees tegenover de geest.
Johannes borduurde hierop verder. Ik zal dit kort uitdiepen.
1 Johannes 5:1, 5 Een ieder, die gelooft, dat Jezus de Christus is,
is uit God geboren; en ieder, die Hèm liefheeft, die deed geboren worden,
heeft (ook) degene lief, die uit Hem geboren is. ... 5 Wie is het, die de
wereld overwint, dan wie gelooft, dat Jezus de Zoon van God is?
Johannes deed hier hetzelfde als Jezus in Johannes 3, maar het is wat
moeilijker te zien. Als we het begrip van vers 1 combineren met vers 5, zien we
dat Johannes zei dat alleen zij die de natuur hebben die voortkomt uit een
verwekking door onze Heilige Vader, de kracht zullen hebben om de wereld te
overwinnen. Mensen met de menselijke natuur zullen deze prestatie nimmer of
nooit volbrengen. De wereld kan alleen overwonnen worden door de Geest van God
in ons, die ons de kracht geeft om dit te doen.
Paulus maakt het zo duidelijk als maar mogelijk is.
Romeinen 8:4 opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet
naar het vlees wandelen [leven, ons leven leiden], doch naar de Geest.
Ziet u hoe hij het één tegenover het ander stelt?
Romeinen 8:8 zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen.
Dat is een onmogelijkheid! Waarom? Omdat zij de wereld niet kunnen overwinnen.
We zagen dat zojuist in 1 Johannes 5:5.
Romeinen 8:8-9 zij, die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen.
9 Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien
de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet
heeft, die behoort Hem niet toe.
We kunnen dit deel van de preek als volgt afsluiten: Toen Jezus, Paulus en
Johannes het woord geest op deze manier gebruikten, doelden ze op de nieuwe
natuur die ontvangen wordt door verwekking door God.
We gaan zien hoe gevarieerd de toepassingen van dit woord zijn. De meest
bekende toepassingen voor ons zijn dat geest kan verwijzen naar de Vader,
naar de Zoon, naar de goede engelen van God, of naar demonen daarnaast ook
naar de Heilige Geest, de veronderstelde derde persoon in de drieëenheid.
Al met al wordt ruach in het Oude Testament op acht verschillende
manieren gebruikt. Pneuma wordt in het Nieuwe Testament op veertien
verschillende manieren gebruikt. Het is altijd onzichtbaar, met één
uitzondering: een geest, zoals een engel, die ervoor kiest toe te staan dat
mensen hem zien. Dat is de enige uitzondering. Elke andere toepassing van geest
is onzichtbaar, wordt nooit gezien.
De meeste mensen die voor de drieëenheid pleiten, baseren hun argumenten op
Jezus' instructie na de Pascha-dienst. Maar om wat Jezus zei op de juiste manier
te begrijpen, moeten we wat Hij zegt zorgvuldig volgen en goed overdenken,
waarbij we hier en daar enkele vragen moeten stellen om te begrijpen, als we wat
Hij zei vergelijken met wat we reeds weten. Ik ben door al deze toepassingen
gegaan zodat ze als achtergrond zouden kunnen fungeren.
Als we aan het veertiende hoofdstuk van Johannes beginnen, moeten we
begrijpen in welke gemoedsgesteldheid de discipelen verkeerden. Ze waren reeds
wat aangeslagen door de ervaringen bij de Pascha-maaltijd. Ze begrepen de
oudtestamentische betekenis, maar ze konden de profetische, persoonlijke, en de
op dat moment onmiddellijke toepassing op Jezus en dus op henzelf, niet
volledig begrijpen. Toen Hij hun echter vertelde dat Hij hen zou gaan verlaten,
werden ze bevreesd omdat Hij hun beste vriend was, de vriend die ze zo
liefhadden. Ze hadden Hem verbazingwekkende dingen zien doen, inclusief zelfs
opstandingen uit de dood. Daarnaast had Hij hun denken geopend voor de
ontzagwekkende toekomst die in het evangelie besloten ligt. En nu zei Hij hun
dat Hij zou gaan sterven. Ze zouden niet alleen hun beste vriend verliezen, maar
ze vroegen zich ook af wat er met hen zou gaan gebeuren als ze eenmaal zonder
leider zaten. Zou Hij niet het Koninkrijk van God oprichten?
Johannes 14:1 Uw hart worde niet ontroerd; gij gelooft in God,
gelooft ook in Mij.
Jezus merkte hun gemoedsgesteldheid op. We zouden hier zelfs kunnen zeggen
"hun geest". Hun geest was terneergeslagen vanwege de dingen die in
hun denken opkwamen. Hij gaf hun onmiddellijk de verzekering dat er een toekomst
voor hen was: samen met Hem te zijn. Hij gaat verder met te laten zien dat Hij
eerst moest voorgaan en dat zij Hem later zouden volgen.
Om hen nog meer zekerheid te geven zegt Hij in vers 6: "Ik ben de weg,
de waarheid en het leven; niemand kan tot de Vader komen dan door Mij." Hij
begint een relatie te benadrukken de relatie die Hij met de Vader heeft.
Zijn relatie met de Vader is belangrijk in verband met de drieëenheid. Waarom?
Omdat de bijbel nergens laat zien dat er in de of andere veronderstelde
drieënige Godheid een derde persoon is, die een soortgelijke relatie van
hetzelfde type als Jezus met de Vader heeft. Daarnaast laat de bijbel ook
geen relatie zien tussen Jezus en een veronderstelde derde persoon in een
drieëenheid, noch als broer noch als medelid van de Godheid. Dit
relatie-onderwerp was voor Filippus verwarrend en hij stelde de volgende vraag:
Johannes 14:8 Filippus zeide tot Hem: Here, toon ons de Vader en het
is ons genoeg.
In Jezus' antwoord hierop bespeur ik enige mate van vermoeidheid, in het
bijzonder in vers 9.
Johannes 14:9-11 Jezus zeide tot hem: Ben Ik zolang bij u, Filippus,
en kent gij Mij niet? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; hoe zegt
gij dan: Toon ons de Vader? 10 Gelooft gij niet, dat Ik in de Vader ben en
de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot u spreek, zeg Ik uit Mijzelf niet;
maar de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werken. 11 Gelooft Mij, dat Ik
in de Vader ben en de Vader in Mij is: of anders, gelooft om de werken zelf.
Op de een of andere manier konden ze de relatie die Jezus met de Vader had,
niet begrijpen. Misschien was dit omdat de Vader onzichtbaar was en dat het hun
geestelijk boven de pet ging.
Zelfs al was Jezus God in het vlees, toch werd Hij gehinderd door Zijn mens
zijn. Hij zei dat Hij uit en door Zichzelf noch de woorden ter instructie (het
fantastische onderwijs dat Hij aan die mannen gaf) noch de wonderbaarlijke
kracht had om de tekenen te doen, waardoor Hij op barmhartige wijze uiting gaf
aan Wie Hij was om de instructie die door Hem gegeven werd, te versterken.
Begrijp dat de dingen die door Christus werden gedaan, gedaan werden door geest
die van de Vader uitging. Menselijk had Jezus niet meer kracht, als ik het zo
kan zeggen, dan u of ik.
Het is erg belangrijk voor ons dit punt van "eenheid" te begrijpen,
omdat dit in één opzicht het geheim is van Jezus' kracht. Hij had eerder in
Johannes 10:30 gezegd dat Hij en de Vader één waren. Hij bedoelde daarmee dat
al waren Ze twee verschillende Wezens, Ze volkomen één waren in het doel en
het plan dat Ze uitvoerden binnen en ten gunste van de mensheid. Deze eenheid is
feitelijk een echo van iets dat eerder in de bijbel voorkwam. Iedereen van ons
is daar vertrouwd mee. Adam uitte deze woorden en hij moet dat onder inspiratie
van Gods Geest hebben gedaan.
Genesis 2:24 Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en
zijn vrouw aanhangen [Statenvertaling: aankleven], en zij zullen tot één
vlees zijn.
Deze eerdere eenheid, in simpele woorden uitgedrukt, is de eenheid die wij in
relatie met God moeten hebben. Het woord aankleven is een krachtig
werkwoord dat duidt op "vasthouden aan". Adams verklaring hier kan als
volgt op een andere manier onder woorden worden gebracht (ik parafraseer):
"Als een man zijn vader en moeder verlaat [doet hij dat] opdat hij zijn
vrouw kan aankleven, zodat ze één vlees worden." Wat Adam hier tot uiting
brengt is dat er een belangrijke verandering in iemands leven, in iemands doel
en plezier moet plaatsvinden om deze eenheid te bereiken. Een man moet zich
vasthoudend inzetten voor zijn vrouw en zijn vrouw voor hem. Dat symboliseert
een eenheid.
Uit dit vers en onze eigen ervaring in het leven beginnen we te leren dat
eenheid duidt op een proces dat niet eenvoudig is te bereiken. We moeten ons
daartoe op een vasthoudende manier inzetten. Pas datzelfde principe toe op een
relatie met God. We moeten het vlees verlaten, de wereld verlaten en God
aankleven, als we één met Hem willen worden. Aan de ene kant zien we een
vleselijke eenheid, maar nu hebben we het over een geestelijke eenheid.
Johannes 17:20-21 En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor
hen, die door hun woord in Mij geloven [Dat zijn wij!], 21 opdat zij allen
één zijn, gelijk Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in Ons zijn;
opdat de wereld gelove, dat Gij Mij gezonden hebt.
Daar is God met Zijn schepping met ons op uit, dat we één met Hem
worden. Bedenk dat dit precies het punt is waar Jezus Zijn uitleg over de
Heilige Geest in Johannes 14 mee begint. Hij begint deze met de eenheid
die Hij met de Vader heeft. Hij zei dat Hij zo sterk op de Vader leek dat
"als u Mij hebt gezien, dan hebt u de Vader gezien." Dat is pas
eenheid! Niemand van ons heeft dat bereikt. We hebben het al moeilijk genoeg om
die met onze huwelijkspartner te bereiken. Dat is slechts een type. Allen van
ons die getrouwd zijn, kunnen, denk ik, de moeilijkheid begrijpen om één
met een ander menselijk wezen te worden. We hebben hulp nodig en we hebben in
het bijzonder hulp nodig om één met God te worden. De Heilige Geest speelt die
rol. Speelt is misschien een slecht gekozen woord; ik gebruikte het bij
gebrek aan een beter woord.
Het is Jezus' gebed dat wij één worden met de Vader. Is de wereld één met
God? Nee. De wereld haat God en wij haatten God ook totdat Hij, door Zijn Geest,
een verandering in ons afdwong door ons te roepen. Wij nodigden die roeping niet
uit; Hij deed dat vanuit Zichzelf door Zijn Geest.
Johannes 17:22-23 En de heerlijkheid, die Gij Mij gegeven hebt, heb
Ik hun gegeven, opdat zij één zijn, gelijk Wij één zijn: 23 Ik in hen en
Gij in Mij, dat zij volmaakt zijn tot één, opdat de wereld erkenne, dat
Gij Mij gezonden hebt, en dat Gij hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij
liefgehad hebt.
Deze eenheid waar Jezus in deze twee hoofdstukken over spreekt, zal
grotendeels tot stand komen door het inwonen van de Heilige Geest, maar we
moeten bedenken dat wij op de juiste manier moeten reageren. De verzekering die
Hij geeft, wordt versterkt door deze belofte die een voorwaarde bevat.
Johannes 14:15a Wanneer [Letterlijk "indien" zoals in de
Statenvertaling.] gij Mij liefhebt, ...
Hebben twee mensen die bij elkaar komen om één te worden, elkaar niet lief?
Zeer zeker. Dat schept eenheid.
Johannes 14:15-21, 23 Wanneer [Indien] gij Mij liefhebt, zult gij
mijn geboden bewaren. 16 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere
Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, 17 de Geest der waarheid,
die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet;
maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn. 18 Ik zal u niet
als wezen achterlaten. Ik kom tot u. 19 Nog een korte tijd en de wereld ziet
Mij niet meer, maar gij ziet Mij, want Ik leef en gij zult leven. 20 Te dien
dage zult gij weten, dat Ik in mijn Vader ben en gij in Mij en Ik in u. 21
Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het, die Mij liefheeft; en wie
Mij liefheeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben
en Mijzelf aan hem openbaren. ... 23 Jezus antwoordde en zeide tot hem:
Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal
hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen.
De voorwaarde om deze belofte van de Trooster te ontvangen, is dat wij de
geboden bewaren [onderhouden] en op die manier onze liefde voor Christus
demonstreren. Door de belofte van de Trooster zegt Hij hun en ons dat we op
dezelfde manier geholpen zullen worden als Hij in vers 10 had uitgelegd. Hij
werd door de Vader geholpen. Hij zegt niet dat wij in dezelfde mate als Hij
geholpen zouden worden, maar dat we geholpen zouden worden.
We zullen door het onderhouden van de geboden geen behoud verdienen, maar het
onderhouden van de geboden zal onze liefde voor Hem tot uiting brengen. Het zal
groei van de nieuwe natuur voortbrengen en het zal de manier van leven van de
Vader in ons karakter graveren. Daarnaast zal het in ons leven voorzien in een
getuigenis van God. Het zal Hem voor anderen verheerlijken. Met andere woorden
ons onderhouden van de geboden zal lof en eer voor God teweeg brengen.
Hij zegt dat Hij hun de hulp zou geven van iemand die naast hen zou oplopen.
Het woord Trooster is vertaald van het Griekse paraklete. Het
betekent letterlijk "iemand die naast iemand oploopt". Het kan ook
gedefinieerd of begrepen worden als gids, advocaat, iemand die tussenbeide
komt of helper, afhankelijk van de context waarin het voorkomt. Het
is iemand die hulp en bemoediging geeft.
Wie was tot dit moment in hun leven hun gids, advocaat en helper geweest en
degene die voor hen tussenbeide kwam? Dat was Hij. Drieënhalf jaar lang hadden
zij onderwijs ontvangen van God in het vlees. In vers 17 definieert of
beschrijft Hij de andere Trooster in meer detail als "de Geest der waarheid".
Als we naar vers 6 zouden teruggaan, zien we daar: "Ik ben de waarheid."
Zei Hij dat niet? Hij zei: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven."
In Johannes 17:17 staat dat Gods woord waarheid is. In Johannes 1 zien we dat
Jezus het levende woord van God was. Hij was het gepersonifieerde woord van God.
Gods woord is waarheid. Op welke manier we er ook naar kijken, de Geest der
waarheid is de Geest van Jezus Christus Zelf. We beginnen ons te richten op wie
de Heilige Geest is.
Jezus spreekt over "een andere Trooster". Drieënhalf jaar
lang was Jezus de Trooster in het vlees. Een andere Trooster zou de Geest van
hetzelfde Wezen zijn, maar deze zou onzichtbaar zijn en zou geestelijk zijn. Het
zou geen vleselijke hulp zijn die naast deze mensen meeliep. Hij zou het Zelf
zijn, maar middels een Geest die van Hem uitging precies dezelfde Geest die
Hij hun op aarde had laten zien, maar alles is nu naar de geestelijke sfeer
verschoven.
We kunnen dit nog wat meer definiëren. In vers 17 vormen de woorden der
waarheid een bijvoeglijke bepaling. Deze modificeert het zelfstandig
naamwoord Geest en duidt er daardoor op dat deze specifieke Geest het
bezit is van of behoort aan de waarheid, en daarom behoort deze Geest, binnen
dit zinsverband, aan Jezus Christus, die waarheid is.
Hij benadrukt dit nog verder. Aan het einde van vers 17 zei Hij:"want
Hij blijft bij u". Dat kan niet duidelijker! Wie bleef drieënhalf jaar
lang bij hen? Jezus! De rest van vers 17 zegt: "... en zal in u zijn."
Jezus zou in ons zijn: "Christus in u, de hoop der
heerlijkheid", niet de een of andere derde persoon. Jezus Christus is Zelf
de Heilige Geest!
Laten we nog wat verder gaan. We kunnen dit nog verder uitspinnen. Wie
spreekt hier? Jezus!
Johannes 14:18 Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u.
Jezus zei: "Ik kom tot u," niet een derde persoon in een
drieëenheid. Jezus Zelf, door de Geest die van Zijn denken uitstraalt, zou tot
ons komen.
Weet u wat geest is? In de meeste gevallen zal de volgende definitie gelden:
Geest is niets meer dan een krachtige communicatie vanuit het verstand van God
tot het verstand van de mens. Dat is vrij eenvoudig, maar die communicatie
motiveert ons. Mensen zouden ons zien handelen, maar Degene die in de motivatie
voorzag was God Zelf door middel van de communicatie die Hij ons gaf. "Doe
dit." "Doe dat." "Zeg dit." "Zeg dat." Het
kan zelfs op ons overkomen dat we vanuit onszelf handelen, maar Jezus zegt hier:
"De Vader spreekt door Mij," en "De Vader doet de werken."
Ja, we hebben er enige zeggenschap over. We moeten ervoor zorgen dat als we die
drang, als ik het zo mag zeggen, krijgen om goed te doen, we er beter aan doen
de Heilige Geest niet te krenken, maar te doen wat deze zegt.
In vers 18 zegt Hij: "Ik zal u niet als wezen achterlaten." In
andere vertalingen zou kunnen staan: "Ik zal u niet alleen laten," of
"Ik zal u niet bedroefd achterlaten." De rest van dat vers geeft aan
waarom we nooit alleen zullen zijn. Hij zegt daar: "Ik kom
tot u." Christus Zelf zal tot ons komen. Dat moet heel wat troost bieden.
Hoe zou Hij dat doen? Door middel van Zijn Geest de Geest der waarheid
de onzichtbare kracht die motiveert en kracht geeft en in staat stelt tot het
hebben van een bepaalde houding en gedrag die God verheerlijken. In Johannes
6:63 zegt Hij: "De woorden die Ik tot u spreek, zijn geest [een onzichtbare
kracht] en leven."
In vers 20 scherpt Hij het punt van eenheid nog verder aan.
Johannes 14:20-21 Te dien dage zult gij weten, dat Ik in mijn Vader
ben en gij in Mij en Ik in u. 21 Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die
is het, die Mij liefheeft; en wie Mij liefheeft, zal geliefd worden door
mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.
Jezus zei dat Hij Zichzelf aan ons zal openbaren, niet een
derde persoon uit een drieëenheid. Hij zegt hun dat Hij in ons zal zijn en Hij
zal Zichzelf openbaren. Hij zal dat doen. Het Boek vertaalt deze
verzen als:
Johannes 14:20-21 [Het Boek] Op die dag zult u begrijpen dat Ik in
mijn Vader ben, dat u in Mij bent en Ik in u. 21 Als iemand Mij gehoorzaamt,
blijkt daaruit dat hij van Mij houdt. Wie van Mij houdt, zal ervaren dat
mijn Vader ook van hèm houdt. Ik zal van hem houden en hem duidelijk laten
zien wie Ik ben.
Dat is zo klaar als een klontje en het enige wat we moeten doen, is het
geloven.
Hij zegt later dat Hij dit alleen kon doen als Hij zou sterven. Hij zei:
"Het is nodig dat Ik naar de Vader ga, opdat de Geest gegeven kan worden."
Het was nodig dat Hij zou sterven en worden opgewekt. Daar zijn veel voordelen
aan verbonden, omdat zolang Hij mens was, Hij slechts op één plaats tegelijk
kon zijn, evenals u en ik. Als God echter zou Hij de almacht en alwetendheid
hebben van een geestelijk wezen een Wezen dat goddelijk is dat op elk
moment in staat is de gehele schepping te overzien en bij tienduizenden,
misschien wel miljoenen, mensen tegelijkertijd te zijn.
Vers 23 stelt dit echt nauwkeurig vast:
Johannes 14:23 Jezus antwoordde en zeide tot hem: Indien iemand Mij
liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal hem liefhebben en
Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen.
Dit laat twee verschillende Wezens zien. Aangezien Zij één zijn en wij door
de Vader zijn verwekt, kunnen we in tijden van nood altijd een beroep doen op de
Vader en de Zoon.
Johannes 4:24 God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in
geest en in waarheid.
In de KJV hebben de vertalers dit vertaald met "God is een
Geest ..." Zij hebben het lidwoord een toegevoegd. Dat hoort daar
niet thuis. Zoals de NBG het vertaalt, God is geest, is correct. Geest
wordt hier gebruikt om de substantie te beschrijven waaruit het lichaam van God
is samengesteld.
1 Petrus 1:14-16 Voegt u, als gehoorzame kinderen, niet naar de
begeerten uit de tijd uwer onwetendheid, 15 maar gelijk Hij, die u geroepen
heeft, heilig is, wordt (zo) ook gijzelf heilig in al uw wandel; 16 er staat
immers geschreven: Weest heilig, want Ik ben heilig.
God is geest en God is heilig. Hier verwijst heilig naar houding, naar
gedrag. Zij zijn beiden rein, rechtvaardig, liefhebbend. De Vader en de Zoon
zijn zowel geest als heilig, daarom zijn Ze beiden heilige geest.
Galaten 4:6 En, dat gij zonen zijt, God heeft de Geest zijns Zoons
uitgezonden in onze harten, die roept: Abba, Vader.
Is dat niet duidelijk? Wie leeft er in ons? Dat is Jezus Christus, niet de
derde persoon van een drieënige Godheid.
Romeinen 8:26-27 En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want
wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit
voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. 27 En Hij, die de harten
doorzoekt, weet de bedoeling des Geestes, dat Hij namelijk naar de wil van
God voor heiligen pleit.
Hebreeën 4:12-13 Want het woord Gods is levend en krachtig en
scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het
vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen
en gedachten des harten; 13 en geen schepsel is voor Hem verborgen, want
alle dingen liggen open en ontbloot voor de ogen van Hem, voor wie wij
rekenschap hebben af te leggen.
Vers 12 zegt "het woord van God" en u weet Wie "het Woord van
God" is. Hij doorzoekt onze harten. Hij is Degene die geest is en in ons
leeft.
Romeinen 8:34 wie zal veroordelen? Christus Jezus is de gestorvene,
wat meer is, de opgewekte, die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons
pleit.
God de Vader besteedde 33½ jaar om Zijn Zoon voor te bereiden om onze
Hogepriester te zijn, zodat Hij, met al deze ervaring als menselijk wezen, ons
kon leiden, sturen en corrigeren. Hij ervoer wat het is om mens te zijn, zodat
Hij ons kan helpen de uitdagingen het hoofd te bieden en te worden als Hij. Komt
het logisch op u over dat God daarna die taak zou overdragen aan een geheel
ander wezen dat nooit de dingen had ervaren die Christus ervoer, iemand die we
zelfs niet kennen? Voor mij is dat absolute onzin.
De bijbel laat absoluut geen voorbeeld zien van de Heilige Geest die als een
aparte persoon van de Godheid wordt aanbeden. Zowel de Vader als de Zoon worden
echter aanbeden.
Laten we eindigen met Johannes 16, daar dat de dingen zal samenvatten.
Johannes 16:13 doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid [Jezus
Christus], zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet
uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst
zal Hij u verkondigen.
Dat is de Geest die onzichtbare kracht die van Hem naar ons wordt
gecommuniceerd. Het is "Christus in ons" die de hoop is der
heerlijkheid. Hij is degene die ons voorbereidt op Gods Koninkrijk. Hij is
degene die ons in staat stelt te begrijpen, te herinneren, te overwinnen, te
getuigen, God te verheerlijken evenals Hij, Jezus Zelf, dat deed. Er is geen
drievoudige Godheid.
|