|
Sermon: De macht behoort God (Deel 1)
Een teken aan de wand
#FOT0601NL
John W. Ritenbaugh
Given 06-Oct-06
summary: In deze preek die het fundament legt voor het Loofhuttenfeest 2006, zinspeelt John Ritenbaugh weer op het voorval van "een teken aan de wand" in Daniël 5:5. Hij herinnert ons eraan dat de macht toebehoort aan God. David zegt dit ook in Psalm 62:12. Paulus besefte dat alleen door zijn wederkerigheid te gebruiken om zijn relatie met God te versterken, hij in staat zou zijn om zowel in overvloed te kunnen leven als vernederd te worden (Filippenzen 4:4). Als we in moelijkheden verkeren, hebben we evenals David in de allereerste plaats behoefte aan contact met God. God is de enige zekere plaats van veiligheid. Als we grote zorgen hebben, waarom gaan we dan niet rechtstreeks naar de top? Voor hen die nu geloven, is er niemand betrouwbaarder dan God.
transcript:
We beginnen deze preek met het lezen van Daniël 5:4-6. Het onderwerp is hier
het grote feest dat Belsassar gaf.
Daniël 5:4-6 zij dronken wijn en roemden de goden van goud en zilver,
koper, ijzer, hout en steen. 5 Terzelfder tijd verschenen vingers van een
mensenhand, die tegenover de luchter op de kalk van de wand van het
koninklijk paleis schreven, en de koning zag de rug van de hand, die aan het
schrijven was. 6 Toen verschoot de koning van kleur, en zijn gedachten
verontrustten hem, zijn heupgewrichten werden los en zijn knieën stieten
tegen elkaar.
De laatste acht jaar ben ik het Loofhuttenfeest begonnen met een boodschap
die de titel "Een teken aan de wand" had. Dit Feest is niet anders.
Deze woorden zijn binnen de Israëlitische culturen tot een cliché geworden en
ze leren ons dat achteraf gezien, nadat een gebeurtenis op slechte resultaten
uitliep, we beter hadden moeten weten. We hadden de slechte resultaten moeten
zien aankomen. We hadden de waarschuwingstekens moeten zien en we hadden diverse
stappen moeten ondernemen om een positiever uiteinde te bewerkstelligen.
De bedoeling van deze preek is echter iets afwijkend van die vorige preken.
Iedere preek met de titel "Een teken aan de wand" ging over
belangrijke nieuwsfeiten die aanduiden dat we inderdaad in de eindtijd leven.
Er vinden nog steeds belangrijke nieuwsfeiten plaats en we zijn zeer zeker
verder op weg naar Christus' wederkomst dan vorige jaar op dit tijdstip het
geval was. In een bepaald opzicht is deze preek niet anders dan de vorige en
daarom is er dus een besef van urgentie. We moeten daar aandacht aan schenken,
zodat we niet onvoorbereid terechtkomen in wat komen gaat als iedere dag ons
dichter bij Christus' wederkomst brengt.
Het materiaal voor deze preek is in geestelijk opzicht heel wat
rechtstreekser op ons gericht. In feite is het helemaal rechtstreeks op
ons gericht. Het hangt samen met het veel grotere onderwerp van Gods
soevereiniteit, en in het bijzonder met de kwaliteit van onze relatie met Hem.
Hij is per slot van rekening de ongeziene macht die de gebeurtenissen naar de
afloop stuurt die Hij wil, en die afloop zal plaatsvinden. Zijn doel
staat vast.
Omdat we door Zijn Geest rechtstreeks een relatie met Hem hebben, zijn we dus
direct bij deze boodschap betrokken. We zijn niet alleen maar geïnteresseerde
toeschouwers voor wat er gaande is. We staan niet alleen maar toe te kijken naar
iets merkwaardigs dat plaatsvindt, maar ik waarschuw u dat de kwaliteit van ons
leven bij dit onderwerp betrokken is. Ik begin met deze preek aan een serie die
zich over het gehele Loofhuttenfeest zal uitstrekken, en hopelijk zal iedere
preek gekoppeld zijn aan de vorige en er iets aan toevoegen.
Deze specifieke preek is ontworpen om een basis te leggen voor het versterken
van één enkele hoofdfactor waar we rekening mee moeten houden om op de beste
manier gebruik te maken van de tijd die ons rest. De titel die ik aan dit
onderwerp heb gegeven is "De macht behoort God". Het gaat er niet
alleen om dat onze God machtig is. Macht behoort Hem toe. Daar zit
verschil in.
We moeten weten en weten dat we weten, dat we geloven en dat we dit feit op
een praktische manier begrijpen en het altijd benutten om op de best mogelijke
manier gebruik te maken van Gods barmhartige waarschuwingen.
Een vastberaden overtuiging van Gods altijd aanwezige macht kan iemand het
juiste perspectief geven op de oplossing die nodig is om niet alleen maar de
tijden te verdragen, maar de tijden te gebruiken om te groeien, te
overwinnen en op de allerbeste manier voor God te getuigen.
Filippenzen 4:12 Ik weet wat armoede is en ik weet wat overvloed is.
In elk opzicht en in alle dingen ben ik ingewijd, zowel in verzadigd worden
als in honger lijden, zowel in overvloed als in gebrek.
Ik noemde aan het begin van de mededelingen hoe we aan het begin van het
Loofhuttenfeest allemaal de nodige problemen hebben ondergaan. Sommigen verloren
hun geld. Sommigen verdwaalden. Sommigen kregen niet de kamer die ze verwachtten
te krijgen, of ze kregen een kamer die ze niet hadden willen hebben, die niet
helemaal aan de verlangens voldeed. Ik bedoel dat al zulk soort dingen kunnen
gebeuren.
Denkt u dat de apostel Paulus niet door zulk soort dingen heen moest? Hij
moest dat zeer zeker. Dat vertelde hij u zojuist in Filippenzen 4. Hij wist hoe
het was verzadigd te zijn, hij wist wat het was honger te hebben, hij wist wat
het was overvloed te hebben en hij wist ook wat het was gebrek te lijden. In
vers 13 zei hij:
Filippenzen 4:13 Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft.
Wees ervan bewust, wees gewaarschuwd, en wees vermaand, dat als u enig
verlangen hebt om fouten te overwinnen, als u oprecht verlangt in Gods
Koninkrijk te zijn en als u verlangt als God te zijn en Hem te verheerlijken,
dan moet u uw relatie met God beschermen, omdat Hij de bron is van de macht om
"alle dingen te doen" en niet slechts tot aan het eind te volharden.
Paulus zegt hier dat hij weet hoe hij zichzelf in toom moet houden en
daardoor dus in alle omstandigheden van het leven op het juiste spoor te blijven.
Maar laten we begrijpen dat Paulus tegen deze tijd in zijn leven de nodige
vaardigheden had die nodig waren om van elke situatie het beste te maken. In
deze "Een teken aan de wand" preek richt ik me op de basis van deze
kwaliteiten die Paulus had ontwikkeld.
Paulus bedoelt niet dat hij dit alleen deed door middel van slechts
menselijke discipline en vaardigheid, die iedereen kan verwerven, maar hij
onderwijst ons dat hij daartoe in staat werd gesteld vanwege zijn
trouwe relatie met Christus. De werkelijke dynamiek hier achter is, dat het
Christus is die de macht heeft en Hij is het die ook Paulus daartoe getrouw in
staat stelde. Ziet u hier de wederkerigheid? Paulus was trouw. Christus was
trouw. Ze werkten beiden samen om Paulus de discipline van geest te geven en wat
voor kracht er nog meer nodig was zodat hij in die situatie kon overwinnen.
U weet doordat u de dingen die Paulus schreef, gelezen hebt, misschien in het
bijzonder de brieven aan de Corinthiërs, dat hij door heel wat problemen
heenging. Menselijkerwijs zouden we denken dat als iemand zo'n goede
dienstknecht van God was, deze dingen niet zouden gebeuren. Verander uw denken.
Die dingen zullen wel gebeuren! Is het mogelijk dat God ze laat gebeuren en in
sommige gevallen zelfs doet gebeuren om in een test te voorzien? Hij wil
zien hoe wij gaan reageren.
Het in staat stellen van Paulus' vaardigheden om dingen tot stand te brengen
die God behagen, was geestelijk.
Johannes 15:3b-5 ...; blijft in Mij, gelijk Ik in u. 4 Evenals de
rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet aan de wijnstok
blijft, zo ook gij niet, indien gij in Mij niet blijft. 5 Ik ben de wijnstok,
gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel
vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.
Jezus Christus is onze Middelaar. Hij is de verbinding tussen God en ons. Het
geestelijk in staat stellen komt van God, door Hem, naar ons. Het is de macht
van God en Gods trouw; dat is het punt dat in het kader van "Een teken aan
de wand' van het grootste belang is.
Laten we Psalm 59 opslaan, omdat David die psalm schreef in een heel
moeilijke periode in zijn leven.
Psalm 59:4 Want zie, zij loeren op mijn leven; sterken willen op mij
aanvallen, zonder mijn overtreding en zonder mijn zonde, HERE;
David zegt: "Ik heb niets gedaan om mezelf in deze netelige positie te
brengen. Ik ben onschuldig en toch jagen deze mensen mij na om me te vermoorden."
Psalm 59:9-11 Maar Gij, HERE, belacht hen, Gij spot met al de
heidenen. 10 Mijn sterkte, op U wil ik acht slaan, want God is mijn burcht.
11 Mijn goedertieren God trede mij [op passende wijze] tegemoet; God doe mij
met vreugde zien op hen die mij benauwen.
Als we door de hele psalm zouden gaan, zouden we zien dat in de verzen 9 tot
11 Davids vertrouwen toeneemt. Ik denk dat we zouden kunnen zeggen dat "hij
zichzelf tot de orde riep" en niet toestond dat zijn houding verder
verslechterde dan deze reeds had gedaan. Maar hij riep zichzelf tot de orde en
zijn vertrouwen neemt toe omdat hij in Gods sterkte geloofde. David zegt dat
Gods sterkte genoeg is om naties te verslaan, laat staan een klein
groepje mensen dat achter hem aan zat. Er is veiligheid bij God. Hij dacht
tegelijkertijd aan Gods barmhartigheid voor hen die Hem dienen.
Psalm 59:17-18 Ik echter bezing uw sterkte, [Hij spreekt nu
rechtstreeks tegen God.] des morgens jubel ik over uw goedertierenheid; want
Gij waart mij een burcht, een toevlucht ten dage toen ik benauwd was. 18
Mijn sterkte, U wil ik psalmzingen; want God is mijn burcht, mijn
goedertieren God.
Let op de woorden "mijn sterkte". Hij schrijft zijn sterkte de
sterkte van zijn vertrouwen en het verdwijnen van zijn angst toe aan God;
die sterkte kwam op geestelijke wijze van God naar hem om hem te bemoedigen in
het aangezicht van deze angstaanjagende situatie. David noemde God "mijn
sterkte".
Psalm 59:18 Mijn sterkte, U wil ik psalmzingen; want God is mijn
burcht, mijn goedertieren God.
Deze twee laatste verzen bevatten een korte samenvatting die voorziet in een
sterke conclusie over deze bevestiging van Davids geloof, die ons zegt waarom
hij God vertrouwt. Dit heeft het meeste vandoen met Gods macht en sterkte en
daarom stelt David vertrouwen in Gods macht. Het is een combinatie van Gods
sterkte, Zijn macht gecombineerd met Zijn barmhartigheid, waar David zijn
vertrouwen in stelt.
We gaan dit concept nog wat verder uitdiepen en daartoe slaan we Psalm 62 op.
Psalm 62:2-13 Waarlijk, mijn ziel keert zich stil tot God, van Hem is
mijn heil; 3 waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht, ik zal
niet te zeer wankelen. 4 Hoelang zult gij op een man aanstormen? Gij allen
zult omvergestoten worden als een hellende wand, een neerstortende muur. 5
Waarlijk, zij beraadslagen om hem van zijn hoogte af te stoten, zij scheppen
behagen in leugen; zij zegenen met hun mond, maar in hun binnenste vloeken
zij. Sela 6 Waarlijk, mijn ziel, keer u stil tot God, want van Hem is
mijn verwachting; 7 waarlijk, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn burcht, ik
zal niet wankelen. 8 Op God rust mijn heil en mijn eer, mijn sterke rots,
mijn schuilplaats is in God. 9 Vertrouwt op Hem te allen tijde, o volk,
stort uw hart uit voor zijn aangezicht; God is ons een schuilplaats. sela
10 Waarlijk, een ademtocht zijn de geringen, een leugen de aanzienlijken; in
de weegschaal gaan zij omhoog, tezamen lichter dan een ademtocht. 11
Vertrouwt niet op verdrukking, stelt geen ijdele hoop op roof; als het
vermogen aanwast, zet er het hart niet op. 12 God heeft eenmaal gesproken,
ik heb dit tweemaal gehoord: de sterkte is Godes. 13 Ook de
goedertierenheid, o Here, is uwe, want Gij zult ieder vergelden naar zijn
werk.
Het hoofdonderwerp waarover David ons instrueert, gaat over de dingen die hij
heeft geleerd uit zijn persoonlijke ervaringen met God, waarom wij
ons volledige vertrouwen op God kunnen stellen. Hij geeft deze ervaringen aan
ons door.
Schenk nu aandacht aan deze concepten, want er bouwen zich moeilijkheden op
op een schaal die nooit eerder is voorgekomen. Ik denk dat u nog wel weet dat er
in Jeremia 30:7 staat dat we op weg zijn naar een tijd van "benauwdheid
voor Jakob". Er staat dat er nooit eerder zo'n tijd is geweest. Hoe slecht
het ook in de dagen van Noach was, dit zal erger zijn. Er bouwen zich aan alle
kanten angstaanjagende, pijnlijke moeilijkheden op en er is geen enkele plaats
waar we letterlijk kunnen heenvluchten.
Toen de oorlog tussen Israël en Hezbollah in Libanon uitbrak, vluchtten zij
die in het zuiden woonden vanuit hun woongebied, en het grootste deel van hen
vluchtte naar het noorden, omdat de tegenaanvallen van de Israëli uit het
zuiden kwamen; ze hadden dus een redelijk veilige richting waarin ze konden
vluchten. Maar voor mensen in de toekomst, net achter de horizon, zal er geen
enkele plaats zijn om naar toe te vluchten, tenzij God er in voorziet.
Let er eens op dat in het boek Amos iets beschreven wordt dat zich in die
tijd opbouwde. Het gebeurde niet direct nadat hij dit zei, maar het gebeurde.
Luister naar deze raad en luister naar de beschrijving. Bedenk dat Amos een jood
was. Hij woonde in Juda en God zond hem naar de noordelijke tien stammen om
tegen hen te profeteren, hen te waarschuwen dat die gebeurtenissen op het punt
stonden plaats te vinden. God verloor Zijn geduld met hen, maar Hij gaf hun nog
een waarschuwing. Hij zegt hen:
Amos 5:15 Haat het kwade en hebt het goede lief, en houdt het recht
hoog in de poort; misschien zal de HERE, de God der heerscharen, Jozefs rest
genadig zijn.
Is dat niet interessant, dat "Jozef" hier wordt genoemd. Hier zijn
wij, wij wonen en leven in Jozef.
Amos 5:16-20 Daarom, zo zegt de HERE, de God der heerscharen, de
HERE: Op alle pleinen rouwklacht, en op alle straten zegt men: Ach, ach! Men
roept de landman op tot rouw en (verlangt) misbaar van hen die klaagzangen
kennen. 17 En in alle wijngaarden zal weeklage zijn, wanneer Ik door uw
midden heen ga, zegt de HERE. 18 Wee hun, die verlangen naar de dag des
HEREN! Wat toch zal de dag des HEREN voor u zijn? Duisternis is hij, en geen
licht! [Luister nu naar de beschrijving van de moeilijkheden.] 19 Zoals
wanneer iemand vlucht voor een leeuw [Dat is al erg genoeg.], en een beer
overvalt hem; en hij komt naar huis ["Ik ben veilig!"] en leunt
met zijn hand aan de muur, en hem bijt een slang! 20 Duisternis zal immers
de dag des HEREN zijn en geen licht, ja donker en zonder glans.
Een aanduiding dat het feitelijk een hopeloze zaak is. Er is geen ontsnapping
mogelijk. Waarheen zult u zich wenden in zo'n tijd? We zouden
kunnen zeggen dat tegen de tijd dat we erin zitten, het te laat is, en in zekere
zin is dat waarom het in deze boodschap draait. Waarom besteden we geen zorg aan
de relatie met God voordat die tijd aanbreekt, zodat er wel een plaats van
veiligheid zal zijn? Gemeente, het is nu de tijd om acht te slaan op het teken
aan de wand.
De moeilijkheden waarover Jeremia, Amos en vele andere profeten spraken, die
we spoedig het hoofd zullen moeten bieden, moeten het hoofd worden geboden met
gebruikmaking van geestelijke bronnen.
Als u in moeilijkheden zit en hulp nodig hebt, zoekt u iemand uit die in een
positie verkeert te kunnen helpen, omdat hij beschikt over de middelen die nodig
zijn om de situatie het hoofd te bieden. U hebt hun fysieke kracht nodig, of hun
wijsheid, of hun kundigheid, of hun invloed, of wat u ook maar aan hulp nodig
hebt. Hun macht is misschien niet meer dan dat zij meer ervaring op dat gebied
hebben dan u.
Het kan zijn dat u een advocaat moet benaderen omdat uw probleem juridisch
is. Uw behoefte kan medisch zijn en u schakelt dus een dokter in. Het kan zijn
dat u een automonteur nodig hebt, omdat uw auto gerepareerd moet worden. Of
misschien hebt u niet meer hulp nodig dan het deksel van een pot te krijgen.
Daarvoor is een echtgenoot heel handig. Maar wat ik wil overbrengen is, dat we
de macht van andere mensen heel vaak zoeken in de moeilijkheden waarmee we te
maken krijgen.
We gaan weer terug naar Psalm 62. Deze psalm instrueert ons dat God de
allerhoogste macht in de gehele schepping is, en David begint dit feit tot
uitdrukking te brengen door in vers 2 te zeggen "van Hem is mijn heil".
Het woord "heil" betekent letterlijker "verlossing"
verlossing uit moeilijkheden.
David laat vanaf het allereerste begin van deze psalm blijken dat we, als we
in moeilijkheden verkeren, ons eerst tot God moeten wenden. Maak dat tot
gewoonte. Ik heb het niet over zoiets als de hulp die u nodig hebt om het deksel
van een pot te krijgen. We hebben het over dingen die heel wat ernstiger zijn.
In vers 3 noemt David Hem "mijn rots". Hij impliceert een fundering,
een bron van stabiliteit die ons weerhoudt van ongerichte angst, alle kanten uit
te rennen en niet weten wat te doen. Hij noemt Hem in vers 3 ook "mijn
burcht" is, of mijn verdediger. God heeft manieren om aanvallen te doen
afwijken, waarover geen enkel mens de beschikking heeft.
De verzen 4 en 5 zijn gericht op Davids aanvallers. Zij probeerden zijn
reputatie voor het publiek te ondermijnen, terwijl ze tezelfdertijd manieren
zochten om hem te vermoorden. Hij waarschuwt hen dat hun leugenachtige laster in
hun pogingen hem te ondermijnen, de oorzaak van hun ondergang zal zijn.
In de verzen 6 tot 8 richt David zijn aandacht op zichzelf, en hij begint
zichzelf moed in te spreken, besluitend dat Hij geduldig zal wachten op God als
zijn enige betrouwbare hoop. In vers 8 noemt hij God ook "mijn eer".
Hij is de God waar we trots op kunnen zijn voor alles wat Hij is. We lazen
zojuist het vers waar David Hem "mijn sterkte" noemde. We zullen een
ander vers zien waar Hij "mijn sterkte" wordt genoemd. Hij is iemand
die ons gunst kan verlenen, zelfs in het aangezicht van hen die anders tegen ons
zouden zijn. Hij maakt onze vijanden zelfs vriendelijk tegen ons.
In vers 8 wordt Hij eveneens "mijn schuilplaats" genoemd
duidend op een niet nader omschreven plaats van veiligheid onder alle
omstandigheden. Het doet er niet toe wat het is.
In vers 9 blijkt hij anderen vrienden, metgezellen, aanhangers te
bemoedigen door hen aan te sporen tot God om hulp te bidden, omdat Hij een vaste
schuilplaats is in tijden van moeilijkheden.
Het Hebreeuws laat ons in deze ene psalm zien dat hij zichzelf in deze korte
uit dertien verzen bestaande psalm vijf keer aanmoedigt, of instrueert dat God
de enige zekere plaats van veiligheid is.
Hoe kan God al deze dingen doen? Hij is onze rots, ons heil, onze verdediger,
onze schuilplaats en onze eer, omdat zoals David heel eenvoudig in vers 12
zegt "de sterkte Godes is". Hier worden we geconfronteerd
met een hoofdreden dat God de enige is waar we in tijden van nood volledig op
kunnen bouwen. Sterkte is niet alleen iets dat God bezit, maar als we het
eenmaal gaan begrijpen, zien we dat Hem ALLE macht toebehoort!
Alle macht komt bij Hem vandaan en Hij geeft die aan wie Hij wil. Laat dat
bezinken en mediteer daarover.
Bedenk wat ik aan het begin zei. Wat God ook maar wil, dat gebeurt! Macht is
Gods bezit om in iedere willekeurige situatie te gebruiken, ongeacht wat die is
en Hij kan die macht toedelen naar het Hem goeddunkt. Wie, gemeente, kan tegen
God vechten of betogen dat Hij die macht niet had moeten gebruiken of niet had
moeten geven aan wie Hij deze verkoos te geven?
Hij zegt dat Hij soms in naties de geringsten der mensen aanstelt. De macht
die die geringen gegeven werd om te regeren, kwam van Hem, omdat dat binnen Zijn
doel paste. Wie heeft voldoende macht om de pogingen van God iets te doen dat
Hij in Zijn schepping tot stand wenst te brengen, op niets te laten uitlopen?
Het is Zijn schepping!
Let op dat woordje "is" in Psalm 62; dat komt niet in het Hebreeuws
voor, het is toegevoegd. Dat was nodig om het in het Nederlands leesbaar te
maken. Het geeft de indruk dat het van Hem is, dat Hij de eigenaar ervan is, dat
het aan Hem staat het te gebruiken of uit te delen zoals Hij dat nodig vindt.
Wie zal Hem advies geven? Dit kan het begin zijn van een ontzagwekkende gedachte
om over na te denken. Zoals ik eerder zei, niemand beschikt over macht [kracht,
sterkte] tenzij God daarin voorziet voor hun gebruik.
Weet u wat er staat in het begin van de brief aan de Hebreeën? Wie trekt er
aan de touwtjes, wie houdt alle dingen in stand door het woord Zijner kracht?
Onze Verlosser. Als we dit begrijpen wordt Davids aansporing in de verzen 10 en
11 echt begrijpelijk. David geeft advies aan de mensen die tegen hem zijn.
Psalm 62:10-11 Waarlijk, een ademtocht zijn de geringen, een leugen
de aanzienlijken; in de weegschaal gaan zij omhoog, tezamen lichter dan een
ademtocht. 11 Vertrouwt niet op verdrukking, stelt geen ijdele hoop op roof;
als het vermogen aanwast, zet er het hart niet op.
Als David in Psalm 62:12 zegt "God heeft eenmaal gesproken, ik heb dit
tweemaal gehoord", gebruikt hij een Hebreeuws idioom, dat in het Nederlands
betekent "Ik heb dit vele malen gehoord." Het betekent "herhaaldelijk".
Praktisch toegepast betekent het dat God altijd zal beslissen wat het resultaat
zal zijn van wat er ook maar in het geding mag zijn, wat er ook maar onzeker is.
Hij zit als rechter over de gehele aarde.
We gaan nog wat meer in detail kijken naar het woord "sterkte". In
de NBV is het vertaald met "macht". Beide zijn juist. Macht wordt in
de Reader's Digest Oxford Complete Word Finder gedefinieerd als: "het
vermogen hebben tot handelen; invloed".
De volgende definitie is werkelijk veelzeggend. Hij komt uit hetzelfde
woordenboek. Er staat: "Een specifiek lichamelijk vermogen of een
geestelijke bekwaamheid." Die definitie van macht of sterkte opent allerlei
andere opwindende mogelijkheden. Het kan de betekenis hebben van "macht"
van aan de ene kant niets anders dan brute, overweldigende kracht tot aan de
ander kant gebieden van de macht van het intellect. Denkt u dat intellect geen
macht is? Ook op gebieden van wijsheid, begrip, visie, logica, energie,
welsprekendheid, rijkdom, autoriteit, privilege, voorrecht, beheer, heerschappij,
overreding, vergeving, barmhartigheid, en we kunnen nog veel meer opnoemen.
Al die dingen en nog veel meer worden begrepen in dat woord "macht"
of "sterkte". Waar anders moeten we ons wenden dan tot Hem die over
dit ontzagwekkende geheel van macht beschikt en deze kan gebruiken om ons te
hulp te komen? Er is nergens een Helper als Hij te vinden, omdat de macht Hem toebehoort.
We zullen daar morgen nog meer van zien. Is er enig gebied in het leven, is er
enige behoefte waarbij Hij niet superieur is aan welke bron dan ook waartoe we
ons mogelijk zouden kunnen wenden om in hulp te voorzien tijdens onze tijd van
nood? Ik zeg niet dat we niet bij menselijke wezens te rade zouden moeten gaan,
maar het zou heel wat beter gaan als we God als eerste zoeken, en daarna bij die
mensen te rade gaan. David suggereert ons dus dat als we in moeilijkheden komen
en hulp nodig hebben, waarom zouden we dan niet naar de top gaan? Waarom zouden
we in onze moeilijkheden blijven rondhangen?
In vers 13 voegt David nog een andere kwaliteit toe die we heel nodig in
overweging moeten nemen. God is niet alleen rechtvaardig, zoals David zegt, maar
Hij vergeldt iedereen naar zijn daden. Hij zal straffen, maar Hij is ook
barmhartig, want binnen de context is Hij het toppunt van liefde. "God is
liefde." Ik denk dat u begrijpt dat in de bijbelse, geestelijke zin
"de liefde van God in onze harten is uitgestort door Zijn Heilige Geest".
Wij hebben die liefde niet totdat Hij ons die geeft, dat begint ons dan in staat
te stellen om de geboden te onderhouden op de manier zoals God bedoelt dat ze
onderhouden moeten worden, omdat die macht aan ons is toebedeeld.
Denkt u dat we deze relatie met God nodig hebben? Deze hele Psalm 62 is een
korte algemene instructie die uitlegt waarom we God zouden moeten vertrouwen.
Het wordt op een eenvoudige manier gezegd en voor hen die geloven is er niemand
die meer te vertrouwen is. Zo eenvoudig ligt dat. Het hoeft niet ingewikkeld te
zijn. Er is niemand die meer te vertrouwen is. Heel ruim bekeken zegt David dus,
dat Gods macht om ten gunste van Zijn doeleinden te handelen het enige fundament
is voor ons geloof in Hem.
|