Sermon: Pascha (Deel 4)
Acht elementen van het eerste Pascha
#015NL
John W. Ritenbaugh
Given 18-Apr-92
summary: In dit vierde deel van de serie over het Pascha oppert John Ritenbaugh dat de voorstanders van een laat Pascha (de 15e) met bizarre veronderstellingen moeten aankomen over een massa-vergadering in Raämses, een aantal schriftuurlijke details (zoals het reinigen van de huizen en het houden van het Pascha binnenshuis tot aan de volgende dag, boqer) buiten beschouwing moeten laten. Leerstellingen kunnen niet worden gebaseerd op eigen interpretatie, verdraaiing en bevooroordeelde tradities. Het is veiliger om Gods woord zichzelf te laten interpreteren.
transcript:
Laten we deze preek beginnen in Maleachi 3 een heel bekend gedeelte voor
ons allemaal. Waarschijnlijk kunnen wij allen die bekeerd zijn, deze verzen
vanuit het hoofd citeren.
Maleachi 3:6-7 Voorwaar, Ik, de HERE, ben niet veranderd, en gij
kinderen van Jakob, zijt niet verteerd. [Let nu op het volgende.] 7 Van de
dagen uwer vaderen af zijt gij afgeweken van mijn inzettingen en hebt ze
niet onderhouden. Keert terug tot Mij, dan zal Ik tot u terugkeren, zegt de
HERE der heerscharen. En dan zegt gij: In welk opzicht moeten wij terugkeren?
De context gaat hier kennelijk over het geven van tienden. Maar als we dit
binnen het geheel van het boek Maleachi bekijken, dan zien we dat ze heel veel
dingen niet deden. En als we er vanuit het oogpunt van de hele bijbel naar
kijken en in het bijzonder vanuit dit onderwerp dat we momenteel behandelen
dan zien we dat ze de inzetttingen (of de geboden) van God met betrekking
tot het Pascha ook niet hielden. Het was iets dat ze aan de kant hadden
geschoven en het was vervangen door de tradities der Joden.
We zijn hier methodisch, stap voor stap doorheen gegaan, proberend om zo
mogelijk elk aspect van dit onderwerp te bekijken en niets over te slaan. Toch
geloof ik dat we waarschijnlijk wel iets over het hoofd zullen zien en mogelijk
zullen sommigen van u daardoor enkele vragen hebben. En, tussen twee haakjes, u
bent welkom deze vragen te stellen, daar dit ons begrip van dit onderwerp
vollediger maakt. Laten we nu Leviticus 23 opslaan.
Leviticus 23:27, 32 Maar op de tiende van die zevende maand is de
Verzoendag; een heilige samenkomst zult gij hebben en gij zult u
verootmoedigen en de HERE een vuuroffer brengen. ... 32 Het zal u een
volkomen sabbat zijn en gij zult u verootmoedigen. Op de negende van de
maand, des avonds, van avond tot avond, zult gij uw sabbat vieren.
Met deze verzen beëindigden we de derde preek in deze serie over het Pascha
en met deze verzen wil ik nu weer beginnen, omdat ik hiermee ons geheugen wil
opfrissen. De verzen 27 en 32 uit Leviticus 23 stellen duidelijk vast dat
zonsondergang, ba erev (Herinnert u zich dat woord nog?), het
einde is van de ene dag en het begin van de andere.
Ik wil u eraan herinneren dat de ernst van de straf voor het overtreden van
de Verzoendag als volgt was: Vers 28 "U zult geen werk doen."
Vers 29 "Ieder die zich niet verootmoedigt, zal uitgeroeid worden."
Vers 30 "Ieder die enige arbeid verricht op die dag, zal Ik
verdelgen." Het was voor die mensen (en voor God) van uitzonderlijk
belang heel duidelijk te begrijpen gedurende welke tijdsperiode ze zich
moesten verootmoedigen, opdat ze niet zouden worden uitgeroeid. En die
tijdsperiode wordt vastgesteld door zonsondergang (ba erev).
Zonsondergang en ba erev zijn precies hetzelfde.
Als de mensen dus wilden voorkomen dat ze werden uitgeroeid en verdelgd, dan
wisten ze dat als ba erev aanbrak, dat dan de dag (in dit geval de
Verzoendag) voorbij was en een nieuwe dag begon. Daarna stond het hun vrij te
werken of niet te werken.
Het tweede punt uit Exodus 16:12-13 waar we het vorige week over hadden, was:
God stelt binnen de context van dit hoofdstuk heel duidelijk vast, wat Hij op de
sabbat van Zijn volk verwacht. We zijn allemaal bekend met het manna en dat God
zei, dat zij in de morgen brood zouden krijgen en dat de mensen erop uit zouden
gaan om het te verzamelen en dat deden ze ook. Het viel zes dagen achtereen.
Op de zesde dag echter viel er tweemaal zoveel als op de andere dagen; op die
dag verzamelden ze dus genoeg voor twee dagen. Daarna stonden ze op de
wekelijkse sabbat op. Sommigen van hen gingen er toch op uit om manna te
verzamelen zelfs al had God (door Mozes) hun gezegd dat het er niet zou zijn.
Sommigen gingen er toch op uit om te proberen wat manna te verzamelen, maar er
was niets te vinden.
Maar we zijn niet allemaal bekend met wat er aan het begin van die week
plaatsvond (dat is de daaraan voorafgaande sabbat). Dat lezen we in de verzen 12
en 13.
Exodus 16:12a Ik heb het gemor der Israëlieten gehoord; zeg tot hen:
in de avondschemering zult gij vlees eten [Onthoudt dat goed: "In de
avondschemering zult gij vlees eten."] en in de
morgen zult gij met brood verzadigd worden; ...
Hier vinden twee verschillende gebeurtenissen plaats. De ene zal plaatsvinden
in de avondschemering van de ene dag en daarna zal er 's morgens
een tweede gebeurtenis plaatsvinden. De tweede gebeurtenis was degene die we al
hebben doorgenomen, die van het manna.
Exodus 16:12b-13 ...; en gij zult weten, dat Ik, de HERE, uw God ben.
13 En des avonds [bij ba erev] kwamen kwakkels opzetten en
overdekten de legerplaats; en des morgens was er een dauwlaag rondom de
legerplaats.
God wachtte tot ba erev (zonsondergang) voordat Hij de
kwakkels zond. Als Hij het anders zou hebben gedaan, zou Hij Zijn volk in
verleiding hebben gebracht te zondigen door het vangen, het schoonmaken, het
braden en daarna het eten van de kwakkels. Hij had zojuist gezegd: "Dat
ze in de avondschemering zouden eten (niet vangen, niet braden, maar
dat ze zouden eten)." Avondschemering hier is ben ha arbayim.
God zond de kwakkels bij ba erev (zonsondergang). Daarna
vingen ze de kwakkels en aten ze tijdens ben ha arbayim. Dat is
heel duidelijk. Ben ha arbayim volgt op zonsondergang. De avondschemering
volgt op zonsondergang. Iedere dag begint in feite met ongeveer een
uur licht. Ba erev is slechts een periode van zo'n drie tot
vijf minuten waarin de zon de horizon schijnt te raken en daarna onder de
horizon zakt en verdwijnt. Maar het is daarna nog ongeveer een uur of anderhalf
uur licht afhankelijk van de tijd van het jaar. In die periode van verminderend
licht (avondschemering, ben ha arbayim) moesten de mensen de
kwakkels doden en verzamelen, en daarna schoonmaken en braden.
Dit is belangrijk met betrekking tot het Pascha, omdat er (in Exodus 12) heel
duidelijk staat dat ze het lam moesten slachten tijdens ben ha arbayim
dat is aan het begin van de veertiende, niet aan het einde ervan. Ba
erev eindigt de dag en begint de volgende; daarna volgt ben ha
arbayim. Daarna, na ben ha arbayim komt lailah
wat de nacht is. Ben ha arbayim is dus die
korte periode (één tot anderhalf uur) van licht tussen zonsondergang en
duisternis.
Als God het op een andere manier had gedaan, dan zou Hij verwarring onder
Zijn volk hebben gezaaid omdat Hij dan op de ene sabbat Zijn volk zou
verleiden om erop uit te gaan om de kwakkels te verzamelen en op de sabbat
daarna zou Hij tegen hen tekeer gaan omdat ze erop uit gingen om manna te
verzamelen. Hij deed het niet op die manier! God neemt Zijn eigen sabbatdag in
acht. God leidt niemand in verzoeking (Jacobus 1). Hij verzocht het volk niet
met het wonder van de kwakkels. Hij wachtte tot na zonsondergang. De sabbat was
voorbij en het stond hun nu vrij om deze dingen te doen. Dat stelt dus heel
duidelijk vast wanneer het ben ha arbayim was; en het stelt ook
vast wanneer het Paschalam werd geslacht aan het begin van de
veertiende.
Met dat in gedachten zijn we, geloof ik, gereed om een gedetailleerde
samenvatting op te stellen van het eerste Pascha. Er zijn acht
verschillende elementen die we zullen gaan onderzoeken. Tegen de tijd dat we
daarmee klaar zijn, denk ik dat we zelfs nog meer overtuigd zullen zijn van de
waarheid dat het Pascha moet beginnen aan het begin van de veertiende
en niet aan het eind van de veertiende overgaande in de vijftiende.
De acht elementen van het eerste Pascha zijn:
- Wanneer werden de lammeren geslacht? Aan het begin of het einde van de
veertiende dag van de eerste maand?
- Waar werden de lammeren geslacht?
- Waar verbleven de Israëlieten tijdens het Pascha in hun huizen in
het land Gosen of waren ze verzameld in Raämses en vertoefden ze in
tenten?
- Wat kwam er kijken bij het slachten, braden en eten van het lam? Hoe
lang duurde het slachten, het braden en het eten van het lam? Wat kwam er
kijken bij het verbranden van de beenderen, de huid en de overblijfselen
van de Paschamaaltijd?
- Wanneer verlieten de Israëlieten hun huizen? Bleven ze de hele nacht in
huis of verlieten ze het kort na middernacht (nadat de doodsengel voorbij
was)?
- Wat betekent "nacht" (dat is het Hebreeuwse woord lailah)?
Wat betekent " morgen" (het Hebreeuwse boqer)?
- Wanneer beroofden de Israëlieten de Egyptenaren voor of na het
Pascha?
- Wanneer begon de exodus zelf? Op de veertiende? Op de vijftiende? Was
het bij zonsondergang? Was het 's nachts? Was het net na middernacht (toen
ze hun huizen verlieten) of vertrokken ze vanuit Raämses?
We gaan al deze elementen doornemen. Sommige zullen we heel snel kunnen doen
(vanwege de informatie die we reeds hebben gegeven) en andere zullen redelijk
wat tijd kosten.
Element nummer 1: "Wanneer werden de lammeren geslacht?"
Voordat we deze vraag duidelijk kunnen beantwoorden, is het nodig het gebruik
van ba erev in de bijbel duidelijk te krijgen. Dat hebben we
vorige week gedaan. Het betekent zonsondergang. Daarna hebben we (in
Exodus 16) gezien dat ben ha arbayim volgt op zonsondergang. Dat
is dus duidelijk de tijdsperiode tussen zonsondergang en duisternis.
Exodus 12:6 En gij zult het bewaren tot de veertiende dag van
deze maand; dan zal de gehele vergadering der gemeente van Israël het
slachten in de avondschemering.
Ze moesten het bewaren tot en ze moesten het slachten tijdens ben ha
arbayim. Avondschemering is dus duidelijk omschreven, maar er was
nog een extra factor. Dat is het woord "tot". Het Hebreeuwse woord is ad
en het betekent tot aan een specifiek moment in de tijd niet na dat
moment en verder. Het betekent de grens van de tijd zelf. Dat kwam
uit Gesenius' Hebrew-Chaldee Lexicon to the Old Testament. Het betekent
"tot aan een specifiek moment in de tijd (niet na dat moment en verder)
de grens van de tijd zelf.
Dat betekent minstens dat de lammeren niet tot na de veertiende moesten
worden bewaard (om het zo algemeen mogelijk toe te passen) omdat de
datumaanduiding daar ons de indruk zou kunnen geven dat het de veertiende zou
blijven helemaal tot aan zonsondergang. Het betekent dus minstens (in zijn meest
algemene toepassing) dat het niet over de veertiende heen kan gaan. Het gebruik
van de lammeren, het slachten van de lammeren moet dus op de veertiende gebeuren.
Als we echter toepassen wat we over ba erev (Dat is de
zonsondergang op de dertiende dag waarmee de veertiende dag begint) weten, dan
is het slachten van de lammeren het begin van de gebeurtenissen van het Pascha
aan het begin van de dag. Het sluit de gebeurtenissen van de veertiende niet af.
En "tot" (dat is "ad") duidt heel sterk op het
begin van de dag. Het antwoord voor element 1 is dus, dat de lammeren
werden geslacht aan het begin van de veertiende. Nogmaals de lammeren werden
geslacht aan het begin van de veertiende.
Element nummer 2: "Waar werden de lammeren geslacht?"
Exodus 12:7 Vervolgens zal men van het bloed nemen en dit strijken aan
de beide deurposten en de bovendorpel, aan die huizen, waarin men het eet.
De doodsengel ging te middernacht op de veertiende (niet de vijftiende)
aan de huizen van de Israëlieten voorbij. Het volledige Pascha
moest op de veertiende plaatsvinden (en geen enkel deel op de vijftiende).
Anders zou het Pascha delen van twee dagen hebben beslagen, niet één
enkele dag. Denk aan wat God in Leviticus 23:5 heeft gezegd. Het Pascha is de
veertiende en het feest der ongezuurde broden is de vijftiende.
Dit kleine puntje (waar de lammeren werden geslacht) zullen we aan iets
anders koppelen; we zullen deze keer dus niet tot in detail op dit element
ingaan. Maar het antwoord op element 2 is dat de lammeren werden geslacht bij
de huizen van de Israëlieten. We zouden het woord "huizen"
kunnen onderstrepen. (Dat is huizen van de Israëlieten.)
Element nummer 3: "Waar verbleven de Israëlieten tijdens het Pascha?"
Waren ze in Gosen of waren ze in Raämses?
Exodus 12:21-24 Toen ontbood Mozes al de oudsten van Israël en zeide
tot hen: Trekt heen, haalt kleinvee voor uw geslachten en slacht het Pascha.
22 Daarna zult gij een bundel hysop nemen en in het bloed in een schaal
dopen, en van het bloed in die schaal strijken aan de bovendorpel en aan de
beide deurposten; niemand van u zal de deur van zijn huis uitgaan tot
de morgen. 23 En de HERE zal Egypte doortrekken om het te slaan; wanneer Hij
dan het bloed aan de bovendorpel en aan de beide deurposten ziet, dan zal de
HERE die deur voorbijgaan en de verderver niet toelaten in uw huizen
te komen om te slaan. 24 Gij zult dit voorschrift houden als een
altoosdurende inzetting voor u en uw zonen.
Nu verder met vers 28. Dit vers is erg belangrijk.
Exodus 12:28 En de Israëlieten gingen heen en deden dit; zoals de
HERE Mozes en Aäron geboden had, zo deden zij.
Ze deden precies wat hun was geboden. Vers 24 is het eerste vers waarin deze
dingen een voorschrift worden genoemd; ze hebben dus de kracht van wet!
"En het volk deed alzo." Nu is vers 28 belangrijk, omdat de
voorstanders van een Pascha op de vijftiende zeiden dat het volk anders handelde
dan wat er in de Schriften is vastgelegd. We zullen dit zien als we Exodus 12
samenvatten.
God gaf Mozes instructies. Mozes gaf deze instructies door aan de oudsten
die het op hun beurt weer doorgaven aan het volk. En ze deden dit kort na de
eerste dag van de maand. Exodus 12 begint met dat moment. "Deze maand
zal u het begin der maanden zijn." Dat werd toen gezegd, enige tijd
nadat 1 Abib was aangebroken en het moest voor de tiende worden doorgegeven,
omdat ze op de tiende het lam moesten uitkiezen. Het is heel waarschijnlijk (nogmaals,
dit is een speculatie, maar niet iets dat volgens mij verkeerd is) dat dit heel
vroeg in het begin van de maand werd gedaan.
Als God het Mozes op de eerste doorgaf, ben ik er redelijk zeker van dat
Mozes het niet later dan ergens op de tweede dag van de maand aan het volk zou
doorgeven, zodat het volk het tijdig in zich kon opnemen. Ik zeg dit omdat het Pascha
het volk niet overviel. Ze hadden de tijd om zich erop voor te bereiden. Maar
waar hielden ze het? Vers 7 ze moesten van het bloed "strijken aan
de deurposten en de bovendorpel van de huizen." Vers 22 "Niemand
van u zal de deur van zijn huis uitgaan." Vers 23 "De
HERE zal de deur voorbijgaan en de verderver niet toelaten in uw huizen
te komen om te slaan." Vers 27 "Dan zult gij zeggen: Het is
een Paschaoffer voor de HERE, die in Egypte aan de huizen der
Israëlieten voorbijging."
Vier keer zeggen de Schriften huizen. Bij elkaar wordt het
Hebreeuwse woord bayith (dat hier met "huis" of "huizen"
is vertaald) alleen al in Exodus 12 dertien keer gebruikt in samenhang met de
Israëlieten, éénmaal voor een Egyptisch huis, éénmaal voor een huishouding,
en éénmaal voor een gevangenis. Zestien keer wordt dat woord (in Exodus 12) in
samenhang met het Pascha gebruikt. Denken we dat God Zich vergiste? Ik bedoel,
dat Hij Zich dertien keer vergiste in het aan het volk duidelijk maken dat ze het
[het Pascha] in hun huizen moesten houden!
Gemeente, er is geen enkel bewijs dat de Israëlieten zich in Raämses
verzamelden om het Pascha te houden. En toch zijn er mensen die allerlei teksten
verdraaien en vervormen om het erop te doen lijken dat de Israëlieten in
"tenten" woonden in Raämses allemaal gereed voor de uittocht
toen het Pascha plaatsvond. Maar er is in de Schrift geen enkel bewijs
te vinden dat er zo iets heeft plaatsgevonden!
Een aanhaling uit het boek Passover In The Bible In The Church Today
van Drs. Kuhn en Grabbe, van pagina 8:
De implicatie is dat ze allemaal bijeen waren in de stad Raämses en het
Pascha daar gezamenlijk hielden, daar ze hun reis vandaar begonnen.
Ziet u dat?
Ik heb heel wat aangehaald van Kuhn en Grabbe en ik heb dat grotendeels
gedaan omdat hun geschrift deze verandering in de kerk tot gevolg had. Hun
geschrift dateert al van 1977. Degenen onder ons die al langer in de kerk zijn,
zullen zich die periode nog wel herinneren, toen het erop leek alsof de kerk op
het punt stond onze ideeën met betrekking tot het Pascha te veranderen (toen
in 1977 en 1978).
Ik haal er dus heel wat uit aan, gebruik het als bron, al wil ik u verzekeren
dat ik ook andere bronnen heb gebruikt. Ik heb het materiaal van William
Dankenbring gebruikt. Ik heb ook de lessen 33 en 34 van de oude [Ambassador
College] schriftelijke bijbelcursus gebruikt. Ik heb ook een geschrift gebruikt,
waarvan ik vond dat het "door God gezonden" was een geschrift waar
nog steeds verder aan wordt gewerkt. De schrijver daarvan is Fred Coulter. Velen
van u, die al langer in de kerk zijn, zullen zich Fred Coulter nog wel
herinneren. Hij is een sterk voorstander van een Pascha op de veertiende en wat
mij betreft brengt hij hierin argumenten naar voren die iedereen die de waarheid
zoekt, zal erkennen.
Nogmaals die aanhaling uit Kuhn en Grabbe:
De implicatie is dat ze allemaal bijeen waren in de stad Raämses.
Het probleem hiermee is dat we geen bijbelse doctrine kunnen baseren op
"implicaties". Doctrine moet worden gebaseerd op schriftuurlijk bewijs!
Er moeten schriftuurlijke feiten zijn geen hypothetische implicaties. ALS
zij zich in Raämses hadden verzameld, DAN zou de exodus daarmee al begonnen
zijn.
ALS ze dat hadden gedaan, zou God ons dat dan niet hebben gezegd? Ik bedoel,
zo iets belangrijks? Ik ben er zeker van dat Hij dat zou hebben gedaan. Hoe is
het mogelijk dat de exodus begon voordat zelfs het Pascha had
plaatsgevonden? Verder, als ze naar Raämses waren gereisd, hoe konden ze dan
het Pascha in hun huizen hebben gehouden?
Gemeente, zelfs Josephus legt dit niet op de juiste manier vast. Ik geloof
dat dat ons er aan moet doen denken dat zijn geschriften niet schriftuurlijk
zijn. Hij was iemand die in de eerste eeuw veel dingen uit de eerste hand heeft
vernomen. Maar (om een idee te hebben hoe eenzijdig deze man is) hij leefde ook
in de periode dat Jezus Christus het evangelie verkondigde. Hij leefde in de
tijd dat de nieuwtestamentische kerk ontstond en dat er veel mensen met bekende
namen uit het verleden de marteldood stierven en hij schonk daar amper
aandacht aan in zijn geschiedenis van de Joden. Wat u en mij betreft waren dat
de belangrijkste dingen die ooit op aarde plaatsvonden en Josephus (die in
de eerste eeuw leefde) schonk er praktisch geen enkele aandacht aan.
Daar is een reden voor. Josephus was bevooroordeeld, net als alle historici (buiten
de bijbel om) bevooroordeeld zijn. Josephus was in het bijzonder bevooroordeeld
ten gunste van de farizeïsche traditie. Hij zorgde er dus voor dat hij alles in
zijn boek vanuit een farizeïsch perspectief neerschreef. U behoeft niet meer te
doen dan de voorwoorden tot zijn boeken te lezen om dat ook in zijn eigen
geschriften te zien. "Dat was hijzelf, niet ik." In die
geschriften hebben we dus met een farizeïsche invalshoek van doen.
Dit punt over het huis is geen onbelangrijk punt, omdat dit punt over
het verschuiven van de dingen naar Raämses één van de hoofdrechtvaardigingen
is om zelfs maar voorstanders te hebben van een Pascha op de vijftiende. De
reden dat het nodig is om de mensen in Raämses te krijgen is, opdat alle
gebeurtenissen van het Pascha in één dag, en nog een ietsje meer, kunnen
worden samengeperst.
Hier komt dan de aanhaling uit Josephus. (Ik heb u deze al twee keer eerder
gegeven.) Deze is uit boek 2, hoofdstuk 14, sectie 6. Luister er goed naar en
probeer de tegenspraak die erin ligt te ontdekken.
Mozes gehoorzaamde, en hij verzamelde hen allen op één plaats,
verdeelde hen naar hun stammen, en als de veertiende dag der maand, welke God
daartoe genoemd had, aankwam, offerden zij Hem een offerande, zuiverden hun
huizen, door die met bloed met een bundeltje hysop te besprenkelen, en na
de maaltijd gehouden te hebben, verbrandden zij al het vlees, dat er nog
overig was, als zijnde gereed om te vertrekken.
Hoorde u de tegenspraak? Hoe konden ze allen op één plaats zijn en
toch tegelijkertijd in hun huizen? Dat is onmogelijk! Dat is één
van die dingen waar we gemakkelijk overheen lezen. Maar het is heel belangrijk
en het laat Josephus' farizeïsche, traditionele invalshoek zien. Om een Pascha
op de vijftiende te onderbouwen, moeten ze het volk in Raämses krijgen uit
hun huizen, weg van hun huizen, naar Raämses laten reizen en allen op één
plaats doen verzamelen.
Even iets terzijde als ze in Raämses waren en het lam slachtten, hoe
reinigden ze dan hun huizen? Renden ze als razenden terug naar Gosen, streken
het bloed aan de deurposten en de bovendorpel en renden ze dan weer terug naar
Raämses voordat de doodsengel arriveerde? Ik stel het een beetje belachelijk
voor. God zei hier niet: "Strijk het bloed aan de flappen van de
tent." Het moest aan de deur van hun huis worden aangebracht de
deurposten en de bovendorpel.
Luister nu naar deze aanhaling (weer van Kuhn en Grabbe):
Als dit alle informatie was die we hadden, dan zouden we tot de conclusie
komen dat Israël uit Egypte uittrok in dezelfde nacht als het Pascha. Ondanks
de logistieke problemen om zo'n grote groep op weg te krijgen, was het beslist
mogelijk dit te doen, daar ze reeds voorbereid waren en reeds wisten waar de
doodsengel omstreeks middernacht zou voorbijgaan. Ze zouden dus al lang voor
zonsopgang op weg hebben kunnen zijn.
Kijk eens naar alle drogredenen hier. (Dit zijn Kuhn en Grabbe.) Drogreden 1:
Ze zeggen ons niet wanneer de Israëlieten zich op één plaats verzamelen. En
de reden dat ze dat niet doen is, omdat er in de bijbel niets staat waarop ze
zich kunnen beroepen om er autoriteit aan te verlenen te weten een
verzamelen voorafgaande aan het Pascha. Drogreden 2: Als ze op één plaats
bijeen waren, hoe was het hun dan mogelijk het Pascha in hun huizen te
houden? Drogreden 3: Als ze op één plaats bijeen waren, hoe konden ze dan hun
huizen reinigen? Drogreden 4: Als ze dit deden, dan vielen ze in Raämses in hun
tenten niet onder de bescherming van het bloed, daar de bescherming van
het bloed op hun huizen was aangebracht. En ze zouden daar dus zijn
gestorven.
De enige reden dat de doodsengel voorbijging was, omdat hij het bloed
op de deurposten en de bovendorpel van de huizen zag waarin de
Israëlieten woonden (niet de "tenten"). Het is DWAASHEID om de
Schrift op deze manier, zoals deze mannen hebben gedaan, te verdraaien om iets
te onderbouwen dat de Schrift niet kan onderbouwen. Het is zo interessant dat
God (in 1 Corinthiërs 1) zegt dat Hij de wijsheid der wereld tot dwaasheid
heeft gemaakt. De Israëlieten hielden het Pascha in hun eigen huizen
ondanks wat Josephus en moderne geleerden beweren.
Exodus 12:30 En Farao stond des nachts op, hij en al zijn dienaren en
alle Egyptenaren; en er was een luid gejammer in Egypte; want er was geen huis,
waarin geen dode was.
Dit is het woord (het Hebreeuwse bayith) dat zestien keer in
Exodus 12 voorkomt. Het Hebreeuwse woord voor "tent" is ohel,
dat betekent een draagbare, verplaatsbare woning. Een ander woord waar we erg
vertrouwd mee zijn is sukkot (het feest der tenten, het
loofhuttenfeest Sukkot).
We moeten zeer zeker op basis van vers 30 concluderen dat de Egyptenaren in huizen
woonden. Woonden ook zij in tenten? "Wat voor de één geldt, geldt ook
voor de ander." Als we met hetzelfde woord van doen hebben, dan moeten we
het in het ene geval op de precies dezelfde manier vertalen, begrijpen en
gebruiken (in het bijzonder in hetzelfde hoofdstuk) als in het andere geval. We
kunnen niet spelen met de Schrift, zoals zij doen, en dan op "ware"
doctrine uitkomen.
Laten we Genesis 47:5-6 opslaan. We gaan hier vaststellen dat de Israëlieten
in een bepaalde streek in hun huizen woonden. Het verhaal gaat over Jozef.
Genesis 47:5-6 Toen zeide Farao tot Jozef: Uw vader en uw broeders
zijn tot u gekomen; 6 het land Egypte ligt voor u open. Wijs uw vader en uw
broeders in het beste deel van het land woonplaatsen aan, laten zij in het
land Gosen wonen; indien gij weet, dat onder hen flinke mannen zijn, stel
die dan tot opzichters over mijn kudde aan.
Waar bevonden hun huizen zich? Die bevonden zich in Gosen. Gosen lag
in het noordelijke deel van de Nijldelta, in wat door geografen en historici
Neder-Egypte wordt genoemd. We hebben de neiging aan het "noorden" als
boven te denken, maar zuidelijk Egypte lag op grotere hoogte en daarom werd
noordelijk Egypte (in de geschiedenisboeken) Neder-Egypte genoemd.
Hun huizen bevonden zich dus in Gosen. Maar hoe groot was Gosen? Dat is
moeilijk te zeggen, omdat de ouden blijkbaar geen gegevens nalieten (tenminste
op de manier waarop wij ernaar kijken) in vierkante kilometers. Maar het moest
een gebied zijn dat groot genoeg was om heel wat mensen de ruimte te bieden (waar
we denk ik bij het achtste element aan toe zullen komen). Voor dit moment laten
we het voor wat het is, in het begrip dat Gosen een redelijk groot gebied was.
Raämses lag ook in Gosen. Het lag in het zuidelijke, centrale deel ervan.
Het was één van de twee voorraadsteden van Egypte. Het was een stad die door
de slavenarbeid van het Israëlitische volk was gebouwd. En blijkbaar was
Raämses om zo te zeggen de "parel der Nijl". Dat was de plaats waar
Farao zijn voorraden opsloeg. Daar liet hij zijn mooie gebouwen en monumenten
bouwen. Wie van u de film The Ten Commandments heeft gezien, zag daarin
waarschijnlijk een vrij goede beschrijving van de Israëlieten die de
voorraadstad voor Farao bouwden. Het was dus waarschijnlijk (voor die tijd) een
schitterende plaats. Deze lag in het zuidelijke, centrale deel van het land
Gosen. Het maakte dus deel uit van het beste deel van het land.
Het was dus een gebied dat groot genoeg was om een vrij grote bevolking in
stand te houden. En in dit gebied werd ook het vee voor de Egyptenaren verzorgd.
We lazen dat zojuist in Genesis 47 dat de Israëlieten opzichters over de
kudden zouden worden. We hebben dus een vrij grote bevolking en daarnaast ook
een gebied voor het vee. We hebben hier dus een groot weidegebied waarin deze
mensen kunnen wonen.
Ik vertel dit allemaal om u een idee te geven dat de Israëlieten niet
hutje-mutje in een of andere metropool (zoals Caïro, of New York, of Los
Angeles, of Chicago) op elkaar zaten. Ze leefden verspreid omdat we hier,
nogmaals, van doen hebben met een vrij groot gebied. Als ik er een slag naar zou
moeten slaan, zou ik zeggen dat het een gebied was van zo'n 1500 tot 1800
vierkante kilometer. Dat is zomaar een gissing. Begrijp dat alstublieft.
Ritenbaugh is wat aan het speculeren.
Laten we naar Exodus 8 gaan om, in enkele verzen, te zien dat God een
onderscheid maakte tussen Zijn volk en de Egyptenaren.
Exodus 8:20-22 En de HERE zeide tot Mozes: Sta vroeg in de morgen op
en stel u voor Farao; zie, hij is gewoon naar het water te gaan, en gij zult
tot hem zeggen: zo zegt de HERE: laat mijn volk gaan, om Mij te dienen; 21
want indien gij mijn volk niet laat gaan, dan zal Ik tegen u, uw dienaren,
uw volk en uw huizen steekvliegen loslaten, zodat de huizen der
Egyptenaren, ja zelfs de bodem, waarop zij zich bevinden, vol
steekvliegen zijn. 22 Maar op die dag zal Ik het land Gosen, waar mijn volk
verblijf houdt, uitzonderen, dat daar geen steekvliegen voorkomen; opdat gij
weet, dat Ik, de HERE, in het land ben.
De Egyptenaren woonden in huizen in die tijd huizen die vol met
vliegen zaten. Maar de Israëlieten hadden daar geen last van. Zij bevonden zich
in het land Gosen. Daar bevonden hun huizen zich dat wil zeggen hun
huizen die vrij waren van vliegen.
Exodus 9:4 En de HERE zal het vee van Israël afzonderen van het vee
der Egyptenaren, zodat er geen stuk van het vee dat de Israëlieten bezitten,
zal sterven.
God maakt alweer onderscheid. Nu verder in vers 26. Dit gaat over de hagel.
Exodus 9:26 Alleen in het land Gosen, waar de Israëlieten woonden,
hagelde het niet.
Dat is heel duidelijk. Nu naar hoofdstuk 10 dit is de plaag met de
sprinkhanen.
Exodus 10:4-6 Want indien gij weigert mijn volk te laten gaan, dan
zal Ik morgen sprinkhanen in uw gebied laten komen; 5 zij zullen de
oppervlakte van het land bedekken, zodat men het land niet zal kunnen zien;
zij zullen de rest, het overgeblevene, dat u nog uit de hagelbuien gespaard
is, afvreten, ja, alle bomen die op uw veld groeien, afvreten. 6 En zij
zullen uw huizen, de huizen van al uw dienaren, de huizen van alle
Egyptenaren zo vullen, als uw vaderen en voorvaderen het nooit hebben gezien,
van de dag af, dat zij op de wereld waren, tot deze dag toe. Toen wendde hij
zich af en ging van Farao heen.
Exodus 10:15, 21-24 Zij bedekten de gehele oppervlakte van het land,
zodat het land erdoor verdonkerd werd en zij vraten al het veldgewas af en
alle vruchten van de bomen, die de hagel had overgelaten, zodat er geen
groen meer overbleef aan boom of veldgewas in het gehele land Egypte. [Heel
duidelijk.] ... 21 [Nu een andere plaag.] Daarna zeide de HERE tot Mozes:
Strek uw hand uit naar de hemel, opdat er duisternis zij over het land
Egypte, zodat men de duisternis kan tasten. 22 En Mozes strekte zijn hand
uit naar de hemel, en er was gedurende drie dagen een dikke duisternis in
het gehele land Egypte. 23 Gedurende drie dagen kon niemand een ander zien,
noch van zijn plaats opstaan; maar alle Israëlieten hadden licht, waar zij
woonden. 24 Toen ontbood Farao Mozes en zeide: Gaat, dient de HERE, alleen
uw kleinvee en uw runderen moeten achterblijven; ook uw kinderen mogen met u
meegaan.
Heel duidelijk! De Israëlieten woonden in huizen. De Egyptenaren woonden in
huizen. Maar de Israëlieten woonden in een ander gebied in hun huizen dan de
Egyptenaren. En God maakte onderscheid tussen Zijn volk, wonend in hun
huizen in het land Gosen, en de Egyptenaren die in hun huizen in het land Egypte
woonden. Het antwoord op element 3 is dus, dat zij voor het Pascha in hun
huizen verbleven en hun huizen bevonden zich in Gosen. Zij verbleven
voorafgaande aan het Pascha niet in tenten in Raämses.
Element nummer 4: "Hoeveel tijd nam het slachten, braden, eten en het
verbranden van de overblijfselen in beslag?"
We gaan weer naar Exodus 12. In vers 6 wordt het lam geslacht in de
avondschemering.
Exodus 12:8-10 Het vlees zullen zij dezelfde nacht eten; zij zullen
het eten op het vuur gebraden, met ongezuurde broden, benevens bittere
kruiden. 9 Rauw of gaar gekookt in water zult gij het niet eten; slechts op
het vuur gebraden met kop, schenkels en ingewanden. 10 Gij zult daarvan
niets overlaten tot de morgen; wat ervan overblijft tot de morgen, dat zult
gij met vuur verbranden.
De lammeren werden geslacht tijdens ben ha arbayim, het eerste
deel van de veertiende. En bedenk (vers 28 en 29) dat het volk deed zoals hun
geboden was.
Ik geloof dat het nodig is even stil te staan bij de indruk die de
verwoesting van Egypte had gemaakt en de invloed die dat op de Israëlieten moet
hebben gehad. Zij waren niet bekeerd. Zij begrepen de geestelijke implicaties
niet van alles waar zij aan deelnamen. Maar het verslag van de bijbel laat zien
dat ze in staat waren tot korte uitingen van geloof; en ze hadden begrip voor macht.
(Iedereen begrijpt macht.) En zij hadden de uitwerking van die macht
gezien, zoals niemand anders voor hen dat had gezien sinds de zondvloed. (En
zij die door de zondvloed werden getroffen, "overleefden" die niet.)
De Israëlieten waren ooggetuigen van ontzagwekkende uitingen van macht!
Zonder dat zij daar een vinger voor uitstaken tegen hen die hen gevangen
hielden zagen ze wat (in die tijd) ongetwijfeld één van de machtigste
naties op aarde was, verwoest en gebroken worden, zodat zij [de Egyptenaren]
daarna geen enkele "macht" meer hadden. En de historici zeggen dat het
zo'n vierhonderd jaar duurde voordat Egypte zich hersteld had van de Exodus
en natuurlijk wat daaraan voorafging.
Denkt u, dat u zoiets vlak naast u zou kunnen zien plaatsvinden zonder erdoor
beïnvloed te worden? Als u dat zou kunnen, zou u een keiharde zijn. Als u
zoiets zou kunnen, dan zou u een onbegrijpend en ongevoelig "wezen"
zijn. Maar ik ben er zeker van dat die mensen versteld stonden van wat ze
zagen. Ze waren bang om een verkeerde stap te begaan. Ze leefden in
vrees voor die God en in vrees voor wat hun zou kunnen overkomen. Ze waren bang
om hun huizen te verlaten. Ze waren bang om dat lam niet op de juiste
manier te braden. Ze waren bang om uit hun huizen te gaan uit angst voor
de doodsengel. Ze waren bang dat als ze niet handelden naar wat hun
geboden was, dat ze dan gedood zouden worden. Wat zou er gebeuren als de macht
die God door Mozes ontketende, op hen losgelaten zou worden?
Een lam van hooguit een jaar zou ongeveer twaalf tot vijftien kilo wegen. De
Ritenbaugh familie had enige tijd lammeren. Toen we ze kregen waren ze net een
maand oud. Maar toen we ze uiteindelijk slachtten en van de huid ontdeden, wogen
ze elk zo'n vijfentwintig tot dertig kilo. Dat betekent dat ze waarschijnlijk
zo'n vijftig kilo wogen toen ze werden geslacht.
We proberen aan de veilige kant te blijven en dus nemen we aan dat deze
lammeren van hoogstens een jaar oud zonder vacht zo'n twaalf tot vijftien kilo
wogen. Voordat ze van de vacht werden ontdaan wogen ze dus zo'n vijfentwintig
tot dertig kilo. We moeten dus een dier van twaalf tot vijftien kilo braden.
Hoeveel tijd zou het kosten om het te doden en het bloed op te vangen? Laten
we zeggen dat dat ongeveer vijftien minuten zou kosten. De mensen die dit deden,
waren geen "stadsmensen" zoals u en ik. Ze wisten hoe ze dit werk
moesten doen, ze zouden dus de keel doorsnijden en wat bloed in een schaal
opvangen. Daarna zouden ze hysop in het bloed dopen en daarvan wat aan de
doorposten en de bovendorpel strijken. Dus het doden en het in een positie
brengen om het bloed op te vangen duurt laten we zeggen zo'n vijftien
minuten.
Het verwijderen van ingewanden en vacht zou nog eens vijftien minuten duren.
We geven ze dan nog eens vijftien minuten om het nodige met water te reinigen.
Dan moet het aan het spit worden bevestigd, omdat het boven een vuur gebraden
moest worden. Dat spit zou moeten kunnen ronddraaien. Het mocht niet in een pan
worden gelegd, want dan zou het tot op zekere hoogte in zijn eigen sappen kunnen
koken. Maar het mocht niet worden gekookt en ook niet rauw worden gegeten.
Het braden van een dier van twaalf tot vijftien kilo (We hebben het over een
kolenvuur met houtsintels.) zou zo'n vier tot vijf uren duren om het geheel goed
gaar te braden. De totale tijd tot zover is minimaal zo'n vierenhalf uur (op
zijn minst) tot ongeveer vijf uur en drie kwartier (op zijn hoogst).
We zijn nu gereed om te gaan eten. Hoe laat is het? Bedenk dat ze geen
zomertijd hebben. In de lente zou de zonsondergang dicht bij zes uur liggen. Dan
is het ba erev en begint ben ha arbayim. De mensen
beginnen dan met het bereiden van het lam. Als dat achter de rug is, is het
ongeveer elf uur tot half twaalf 's avonds (iets in die tijdsorde). Op zijn
vroegst half elf en op zijn laatst ruwweg om half twaalf of tegen
middernacht.
Als we hun een uur geven om de maaltijd te gebruiken, dan bent u het met me
eens dat het dan heel dicht tegen middernacht moet zijn. Dan zouden ze net
gereed zijn met de maaltijd, of misschien nog bezig met de maaltijd. En het zou van
huis tot huis enigszins kunnen variëren afhankelijk van hoeveel mensen
er waren, hoe groot het lam was, enzovoort. Maar we komen dicht in de buurt van
het tijdstip dat de doodsengel zou doortrekken.
Als we ze dus een half uur geven om te eten, zouden ze de Paschamaaltijd
juist beëindigen tegen de tijd dat de doodsengel zou doortrekken. Daarna
moesten de overblijfselen nog worden verbrand. Bedenk dat God zei dat Hij niet
wilde dat er iets tot de morgen zou overblijven. Hoeveel tijd zou dat kosten?
Laten we aannemen dat ze het vuur aan hadden gelaten, en dat het goed brandde en
flink heet was. Bedenk daarbij dat we te doen hebben met een vochtige vacht,
vochtige ingewanden en zulk soort zaken. Als je dat op het vuur gooit, begint
het te sissen en daarna droogt het uit. Maar het zal toch wel zo'n twee tot drie
uur kosten in het bijzonder de beenderen. Dat verbranden zal echt wel wat
tijd kosten, omdat het gehele karkas moet worden verbrand.
Zonsopgang zou rond zes uur liggen. Dat betekent dat het eerste licht van de
morgenschemering er omstreeks 5 uur zou zijn. Als we ze drie uur geven om het
lam te verbranden, dan is het tegen de tijd dat ze dat hebben gedaan aardig
dicht in de buurt van drie uur 's nachts. Het is dan nog pikkedonker. Het
antwoord voor element 4 is dat het de volledige tijd in beslag neemt van zes uur
's avonds tot twee of drie uur 's nachts (een totaal van acht of negen uur) op
de veertiende niet op de vijftiende.
De feitelijke details vanuit de Schrift over het Pascha zijn door deze
mensen [die achter een Pascha op de vijftiende staan] grotelijks verdraaid. De
bewering van de voorstanders van een Pascha op de vijftiende is, dat Israël op
de veertiende om drie uur 's middags het lam slachtte, en dat negen uur later
om middernacht (precies nadat de doodsengel was doorgetrokken) de
Israëlieten alles bijeen pakten en op weg gingen naar Raämses.
In hun pogen om dit te bewijzen moeten oude Hebreeuwse woorden (die 3500 jaar
oud zijn) naar modern taalgebruik worden geherdefinieerd. Met andere woorden ze
krijgen de betekenis van de overeenkomstige woorden uit de twintigste eeuw. Om
die reden was deze serie preken nodig en moesten we praktisch ieder woord uit
dit twaalfde hoofdstuk (en andere) op methodische wijze kritisch onderzoeken.
Element nummer 5: Bleef Israël de gehele nacht in huis? Of vertrokken ze pal
nadat de doodsengel voorbij was?
Exodus 12:21-22 Toen ontbood Mozes al de oudsten van Israël en zeide
tot hen: Trekt heen, haalt kleinvee voor uw geslachten en slacht het Pascha.
22 Daarna zult gij een bundel hysop nemen en in het bloed in een schaal dopen,
en van het bloed in die schaal strijken aan de bovendorpel en aan de beide
deurposten; niemand van u zal de deur van zijn huis uitgaan tot de morgen.
Om een Pascha op de vijftiende aannemelijk te maken, wordt deze tekst door
sommige wetenschappers op slinkse wijze "geherdefinieerd". Maar
nogmaals, bedenk wat er in vers 28 staat: "zoals de HERE Mozes en Aäron
geboden had, zo deden zij."
Exodus 12:28-30 En de Israëlieten gingen heen en deden dit; zoals de
HERE Mozes en Aäron geboden had, zo deden zij. 29 En te middernacht sloeg
de HERE iedere eerstgeborene in het land Egypte, van de eerstgeborene van
Farao, die op zijn troon zou zitten, tot de eerstgeborene van de gevangene,
die in de kerker was, benevens alle eerstgeborenen van het vee. 30 En Farao
stond des nachts op, hij en al zijn dienaren en alle Egyptenaren; en er was
een luid gejammer in Egypte; want er was geen huis, waarin
geen dode was.
Ik geloof dat het redelijk duidelijk is dat het de doodsengel niet veel tijd
kostte om Egypte door te trekken. We moeten ons hiervan bewust zijn zeer
zeker als we in gedachten hebben wat de film The Ten Commandments laat
zien. Als u zich de groene mist herinnert (die daar tevoorschijn kwam, langs de
grond voortkroop en de huizen binnenging van de mensen die geen bloed aan hun
deurposten en bovendorpel hadden), dan schijnt het deze mensen in de benen te
zijn geslagen of tastte het hen via de benen aan. Ze snakten op een of andere
manier naar adem, vielen op de grond en stierven. Maar ik vraag me af of het
werkelijk zo was. (Ik doel niet op de groene mist die tevoorschijn kwam, maar de
mensen [in de film] stierven vrij pijnloos.)
Bedenk dat dit midden in de nacht gebeurde toen de meeste mensen (de
overgrote meerderheid van de mensen) in hun bed lagen en sliepen. Doodde God
deze mensen in hun slaap, zonder dat er enig geluid werd gehoord? Hielden ze
gewoon op met ademen? Denk hier eens aan: Als dat was gebeurd, dan is het heel
waarschijnlijk dat de meeste mensen niet hadden ontdekt dat er iemand was
gestorven totdat ze in de morgen opstonden en ontdekten: "O, er is hier
iemand gestorven."
Nee, ik geloof niet dat het op die manier gebeurde. Ik geloof dat de
doodsengel doortrok en dat deze mensen een heel pijnlijke, angstaanjagende dood
stierven, waardoor ze wakker werden en het in grote angst uitschreeuwden en
iedereen in het huis wakker maakten. Er staat daar [in Exodus 12] dat toen de
doodsengel doortrok er een gejammer ("een luid gejammer")
door Egypte ging. Dat was omdat de mensen onmiddellijk wisten dat er iemand in
hun familie grote pijn leed. En wie weet, als Satan de doodsengel was, dan kan
hij er heel wat plezier aan hebben beleefd om deze mensen heel wat pijn te doen
ondergaan voordat ze stierven. Het was niet gewoon een vredig "heengaan",
zoals we zouden kunnen zeggen. Ik denk dat het sterven erg dramatisch en
demonstratief is geweest, en niet rustig en vredig.
Denk nu eens aan de Israëlieten. Ik zie nergens enige instructie die hen
zegt: "Het doortrekken van de doodsengel kost slechts vijftien minuten.
Dus als die vijftien minuten voorbij zijn, kom dan in de benen en vertrek. Het
is dan veilig om naar buiten te gaan." Ik geloof niet dat God dat deed.
Ik geloof alweer dat Hij Zijn volk aan een test onderwierp om te zien of
ze Hem zouden gehoorzamen. (Zou u tot de morgen in huis blijven? Ik
geloof van wel.) Hij wilde zien of ze dat zouden doen. Ik kan niet inzien dat ze
het zelfs maar aandurfden naar buiten te gaan, omdat God zei: "Niet voor de
morgen." De Israëlieten deden naar God hun geboden had.
U weet dat slechts vier hoofdstukken na dit gebeuren hier in Exodus 12, God
ons vertelt over mensen die naar buiten gingen om te proberen wat manna te
vinden; Hij liet ons dat weten. Denkt u dat Hij zou nalaten te vertellen dat
sommigen van de dwazen (de Israëlieten) voor de morgen naar buiten gingen en
daarom stierven? Nee! Hij deed dat niet en de reden dat Hij dat niet deed, is
dat er niemand naar buiten ging. Zij waren daar te bang voor en ze bleven
tot de morgen binnen. Het antwoord voor element 5 is dus, dat ze de nacht van
de veertiende in Gosen in hun huizen bleven. Ze vertrokken niet kort
nadat de doodsengel voorbij was.
Element nummer 6: Wat betekent "nacht"? Wat betekent "morgen"?
Gingen de Hebreeën net zoals wij met de tijd om?
Ik geloof dat ik u de waarheid zeg, als ik zeg dat het Hebreeuwse woord lailah
iedere keer dat het in het Oude Testament voorkomt vertaald is met nacht
iedere keer. Het betekent de tijdsperiode die begint aan het einde van ben
ha arbayim en eindigt met de ochtendschemering (of het aanbreken van de dag).
Genesis 1:3-5 En God zeide: Er zij licht; en er was licht. 4 En God zag,
dat het licht goed was, en God maakte scheiding tussen het licht en de
duisternis. 5 En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht.
Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste
dag.
Het woord dag is de vertaling van het Hebreeuwse woord yom.
(U kent het waarschijnlijk van "Yom Kippur.") Het woord nacht
is lailah. Avond is ba erev en morgen
is boqer. We hebben dus in die drie verzen [Genesis 1:3-5]: yom
(dag), lailah (nacht), ba erev (avond) en boqer
(morgen).
Exodus 10:13 Toen strekte Mozes zijn staf over het land Egypte uit,
en de HERE bracht een oostenwind over het land, gedurende die gehele dag
en de gehele nacht, en toen het morgen geworden was, voerde de
oostenwind de sprinkhanen mee.
In dit vers is "dag" yom; "nacht is lailah
en "morgen" is boqer. Dit ene vers laat hier dus een
volledige dag en een volledige nacht zien met de morgen die
daarop volgt. Het gebruik van deze woorden hier laat duidelijk zien dat er
verschil is tussen "nacht" en "morgen" dit kunnen we
gewoon in de Schriften zien! Lailah en boqer zijn
NIET hetzelfde. De sprinkhanen arriveerden bij boqer (na lailah).
Begrijp dat alstublieft want Kuhn en Grabbe willen u doen geloven dat
"lailah" en "boqer" hetzelfde voorstellen. Op de een of
andere manier kan "nacht" "morgen" zijn en "morgen"
kan "nacht" zijn. Met andere woorden u kunt tot de morgen in huis
blijven en toch 's nachts vertrekken. Rara, hoe kan dat! Maar deze tekst laat
duidelijk zien dat boqer volgt op lailah. Ze zijn
NIET hetzelfde! De een volgt op de ander.
De voorstanders van de vijftiende beweren dus, dat het de Israëlieten
mogelijk was om kort na middernacht te vertrekken, omdat Mozes zijn huis verliet
om naar Farao te gaan, onmiddellijk nadat hij de boodschap had gekregen te
vertrekken. Is dat waar? NEE, dat is niet waar! Mozes verliet zijn huis niet.
Mozes was een Israëliet. Ook hij bleef tot aan de morgen in huis. Denkt u dat
hij stom was? Nee! Hij was de grootste man met geloof in die dagen. God
zei "in huis te blijven". Mozes bleef in huis (net zoals
de andere Israëlieten gezegd was te doen).
Nu naar de verzen 28 en 29 van hetzelfde hoofdstuk. Dit gebeurde na de
negende plaag de plaag met duisternis.
Exodus 10:28-29 En Farao zeide tot hem [Mozes]: Ga weg van mij; zorg
ervoor, dat gij mijn aangezicht niet meer ziet, want ten dage, dat gij mijn
aangezicht ziet, zult gij sterven. 29 Hierop zeide Mozes: Gij hebt juist
gesproken; ik zal uw aangezicht niet meer zien.
En dat was zo. Dat zegt de Schrift. Laten we nu hoofdstuk 11 opslaan.
Exodus 11:4-8 En Mozes zeide: Zo zegt de HERE: te middernacht ga Ik
door het midden van Egypte. 5 Dan zal iedere eerstgeborene in het land
Egypte sterven, van de eerstgeborene van Farao, die op zijn troon zou zitten,
tot de eerstgeborene van de slavin achter de handmolen, ook alle
eerstgeborenen van het vee. 6 En er zal een luid gejammer zijn in het gehele
land Egypte, zoals er nooit is geweest en zoals er nooit meer zal zijn. 7
Maar tegen niemand van de Israëlieten zal een hond zijn tong durven roeren,
tegen mens noch dier, opdat gij weet, dat de HERE scheiding maakt tussen de
Egyptenaren en de Israëlieten. 8 En al uw dienaren [Luister hiernaar.
Hij spreekt tot Farao.] hier zullen tot mij komen [in Gosen] en zich
voor mij nederbuigen en zeggen: Ga heen, gij en al het volk dat u volgt;
daarna zal ik heengaan. Toen ging hij in brandende toorn van Farao heen.
De dienaren van Farao kwamen om de boodschap van Farao over te brengen. "Vertrek!"
Mozes ging in die nacht niet naar Farao. We weten niet precies hoe laat
het was, toen dit dus gebeurde (toen de dienaren van Farao kwamen). We weten wel
dat het na middernacht was. Maar het was nog nacht toen Farao's
dienaren bij het huis van Mozes aankwamen dat lezen we in het verslag van de
bijbel zelf.
Wat te zeggen van boqer? Ook dit woord is verdraaid om aan een
Pascha op de vijftiende te kunnen voldoen. De uitleg die deze mensen eraan geven,
lijkt alleen maar aannemelijk vanwege handige redeneringen. In feite is
zoals we zullen zien het een cirkelredenering. Het doet het erop lijken dat
ze 's nachts vertrokken en toch was het al morgen. Wat is dan hun uitleg?
Luister naar Kuhn en Grabbe, pagina 8:
Boqer is echter wat moeilijker. In het Engels kunnen we het woord 'morgen'
gebruiken voor ieder willekeurig tijdstip tussen middernacht en het begin van de
middag. We hebben geen enkele tekst gevonden die boqer specifiek
in het midden van de nacht laat beginnen.
Begreep u wat ze zeiden? Ze geven toe dat ze geen enkele tekst hebben kunnen
vinden in de gehele bijbel (dat is in dit geval het Oude Testament) die boqer
in het midden van de nacht laat beginnen. Dat zou toch voldoende moeten zijn.
[Verder met de aanhaling ...] Het verwijst vaak naar de lichtperiode van de
dag van zonsopgang tot ongeveer het midden van de dag, net als het Engelse 'morgen'.
Hier geven ze heel wat toe "geen enkele tekst". Het is
ongelofelijk dat ze eerst toegeven dat er geen tekst is en dat ze dan verdergaan
met een woordspel (zoals een handige advocaat probeert een "redelijke
twijfel" bij de jury op te wekken).
[Verder met de aanhaling ...] Het zij hier opgemerkt dat Exodus 11 en 12
benadrukken dat de doodsengel te middernacht voorbijging. De Israëlieten
wisten reeds dat de doodsengel dan zou komen. Als de [doods]engel eenmaal
voorbij was, was het gevaar ook voorbij.
Was dat inderdaad zo? Bedenk dat God zei: "Blijf binnen tot de morgen."
Wie wilt u geloven? Kuhn en Grabbe of God?
[Verder met de aanhaling van Kuhn en Grabbe ...] Is het in deze context geen
goede aanwijzing dat aangezien Israël was gezegd als in haast te eten en
alles dat kennelijk overbleef tot de morgen (boqer) te
verbranden, boqer vlak na middernacht begon net zoals in het
moderne taalgebruik? [Heel interessante redenering. Geen tekst, maar gewoon
"een goede aanwijzing".] Er is hiervoor [geven ze toe] geen absoluut
bewijs. Maar het is opvallend dat zekere Joodse groeperingen (inclusief de
Samaritanen) later eisten dat alles tegen middernacht moest zijn gegeten. Wat
dan nog niet was opgegeten werd verbrand. Is dit wat God bedoelde toen Hij hun
gebood alles dat tot boqer overbleef te verbranden en hun huizen
niet voor boqer te verlaten? Hier wordt door de context zeker op
geduid. We hebben in ieder geval bewijs dat boqer een
aanzienlijke tijdsperiode voor zonsopgang kon bestrijken. Er is dus geen
tegenstelling of moeilijkheid met de uitspraken dat Israël vertrok toen het 'morgen'
was en toch 's nachts' uittrok.
Bingo! Ze kregen het voor elkaar (als u dat gelooft). Volgens hen zijn "morgen"
en "nacht" hetzelfde.
[Verder ...] Een tweede mogelijk uitleg is als volgt: De Israëlieten kon
worden gezegd 's nachts uit te trekken, omdat toen Farao's bevel kwam. Dit is
de uitleg die gegeven wordt door zulke eminente Joodse commentatoren als Rashi
en Ibn Ezra. Ook volgens hun uitleg behoefden de Israëlieten niet te wachten
tot zonsopgang om op weg te gaan; daar God hun gebood slechts tot de 'morgen'
in hun huizen te blijven, niet tot 'zonsopgang'. Maar zelfs al wachtten ze tot
kort voor zonsopgang om hun huizen te verlaten, dan kon nog gezegd worden dat
ze bij nacht weggingen, gewoon omdat het nacht was toen Farao werd gedwongen
hun vertrek te bevelen.
Wie zullen ze gehoorzamen Farao of God? Zulk soort mensen struikelen over
zulke eenvoudige zaken.
Gemeente, de Israëlieten bevonden zich in hun huizen verspreid
over geheel Gosen. Zeg me alstublieft, hoe ze zonder TV, zonder telefoon, zonder
radiocommunicatie ... Niets in de bijbel wijst erop dat ze zelfs trommels hadden
om signalen uit te zenden. Hoe wisten ze dat Farao's dienaren tot Mozes kwamen
en zeiden: "Akkoord, wegwezen!"? Er is geen mogelijkheid voor
mensen die over honderden vierkante kilometers zijn verspreid, om zoiets te
weten.
Begrijpt u dat dat de reden is, dat God zei: "Blijf tot de morgen in
uw huizen"? Dat was het signaal! Ze hadden geen telefoons en
klokken en wekkers, enzovoort. God zei aan het begin van de bijbel, dat de
zon en de maan er zijn voor tijden en seizoenen. God Zelf gebruikte ze om
tijden aan te duiden.
Het signaal was dus (de tijd om zich gereed te maken en hun huizen te
verlaten) het aanbreken van boqer. Iedereen moet, tezelfdertijd,
in staat zijn geweest om te beseffen dat boqer was aangebroken, en
daarmee zou er geen verwarring zijn. Dat loste het communicatieprobleem op. Dat
is eenvoudig, maar het is wijs en het werkte.
Ook behoeven we niet te redeneren (zoals Kuhn en Grabbe deden) en een bijbels
gat voor onszelf te graven zonder enig bewijs dat het kan staven. Zoals ik
al zei, deze mannen schrijven als een advocaat ter verdediging, die de
moordenaar vrij wil pleiten door het vaststellen van "redelijke twijfel"
in ons denken en ons zover te krijgen dat we gaan denken: "Dat zou best
eens waar kunnen zijn. Daar schijnt toch heel wat logica in te zitten."
Maar menselijke logica werkt hier niet. We kijken naar bijbels bewijs! En het bijbelse
bewijs is dat de Israëlieten hun huizen in Gosen NIET verlieten
voordat boqer was aangebroken.
Ik geloof dat dit een mooie plaats is om te eindigen. Op de volgende feestdag
gaan we hiermee verder en zal ik u nog meer bewijs geven vanuit de Schrift
betreffende wanneer lailah begint en wanneer boqer
begint. Daarna gaan we verder met het volgende element. Dat zal waarschijnlijk
het grootste deel van de volgende preek in beslag nemen.
|