Sermon: Pascha (Deel 5)
Wanneer begon de Exodus?
#016NL
John W. Ritenbaugh
Given 24-Apr-92
summary: In dit vijfde deel van de serie over het Pascha beweert John Ritenbaugh met klem dat de noodzakelijke sleutel tot het vaststellen van bijbelse leerstellingen eruit bestaat de bijbel zijn eigen begrippen te laten defini?ren en zijn eigen bewijs te laten aanvoeren en zich niet te wenden tot wereldlijke geschiedkundigen of protestantse, katholieke of joodse theologen. Sommige voorstanders van een Pascha op de vijftiende gebruiken, net als wanhopige advocaten van criminelen, subtiele afleidingsmanoeuvres en uitvluchten om onderwerpen zoals dag (boqer) en nacht (lailah) die eigenlijk nogal duidelijk zijn, onduidelijk te maken door het stiekem invoeren van modern taalgebruik, waarbij de dag te middernacht begint. Eerlijk bijbels onderzoek leidt tot de conclusie dat er in Exodus 12:12-17 twee aparte gebeurtenissen worden vermeld, die beide moeten worden herdacht: Pascha en Ongezuurde Broden.
transcript:
Ik wil deze preek beginnen met een kort vooraf voor het geval dat
sommigen onder u zich een beetje somber voelen, doordat we het PASCHA zo grondig
doornemen. Maar ik wil deze serie preken op een andere manier gebruiken
omdat dit voor mij een sprekend voorbeeld is van wat er nu in de Kerk van God
gebeurt. Ik ga er dus met een grote mate van zorgvuldigheid doorheen, zodat u
kunt begrijpen dat we dit doen om u allen te helpen begrijpen dat de
waarheid van God aan Gods woord moet worden ontleend.
In de laatste vier of vijf jaar heeft de Kerk van God zich langzamerhand van
het woord van God afgekeerd. De Kerk wendt zich tot psychologie, tot wereldlijke
historici en tot protestantse, katholieke en joodse theologen (in plaats van tot
het woord van God) als basis voor doctrine.
Daarom veranderen deze dingen. Wat ons voorheen is overgeleverd waren
dingen die door de heer Armstrong uit Gods woord waren opgegraven. Het
wordt heel erg duidelijk dat de Kerk van God zich daar langzaam maar zeker vanaf
wendt. Deze doctrine betreffende het PASCHA maakt dat heel duidelijk, omdat we
hier sommige dingen leren die als voorbeeld dienen voor waar de waarheid
betreffende het PASCHA ligt. En tegen de tijd dat we met deze serie gereed zijn,
behoren we geen enkele vraag meer te hebben. (Maar we zijn nog niet zover er
komen minstens nog twee of drie preken. Er is nog heel wat door te nemen.)
We zagen in de vorige preek dat er acht elementen verbonden
zijn aan het oorspronkelijke PASCHA. We hebben er vijf van doorgenomen en we
waren bezig met het zesde.
Element 1 was dat de lammeren geslacht werden aan het begin van de
veertiende. Dit was het element waarmee ba erev en ben ha
arbayim samenhingen. En ik geloof dat ik u heel duidelijk (vanuit
Leviticus 23) liet zien dat ba erev aan het einde van de dag ligt.
Het is zonsondergang. Een vergelijking tussen de verzen 27 en 32 uit
Leviticus 23 maakt het heel duidelijk dat de tiende van de maand begint aan
het einde van de negende. En het einde van de negende wordt bepaald door ba
erev van "avond" tot "avond". "Avond"
is ba erev. Dan eindigt de [vorige] dag en dan begint de [volgende]
dag.
Door dat te vergelijken met Exodus 16:12-13 wordt het heel duidelijk dat ben
ha arbayim ("avondschemering", "tussen de twee avonden")
NA ba erev ligt niet ervoor. Het ligt na ba erev.
Ben ha arbayim bestaat uit de periode waarin het licht stapje voor
stapje afneemt totdat het geheel duister is. Het begint met een periode van
licht (waarin er nog heel wat licht is). Het duurt (in de lente) ongeveer een
uur, (tegen dat we bij 21 juni aankomen) zo'n anderhalf uur en dan wordt die
periode langzamerhand weer korter als we naar 21 december gaan (dan duurt het
iets minder dan een uur).
Dat is de tijdsperiode waarin de Israëlieten het Pascha moesten slachten.
Dat gebeurde aan het begin van de veertiende. (Niet aan het einde van de
veertiende, maar aan het begin ervan.) Als iemand daarvoor bewijs zoekt, moet
hij gewoon in Gods woord kijken! Dit is niet ontleend aan de joodse traditie.
Het is niet iets dat we aan de rabbi's ontlenen. Het staat in Gods woord.
(Heel duidelijk.)
Element 2 was dat de lammeren geslacht werden bij de huizen van de
Israëlieten. Ook dat is duidelijk. Ze moesten bloed strijken aan de deuren van hun
huizen niet aan een tent (op de deuren). Als ze in tenten hadden
verbleven, bijeen in Raämses, dan ben ik er zeker van dat God daar iets over
had gezegd. Maar ze verbleven in hun huizen.
Het is een belachelijk iets om te denken dat ze het lam bij hun tent
slachtten, naar hun huizen terugrenden (misschien wel zo'n vijfentwintig tot
dertig kilometer) wat bloed aan de deurposten en de bovendorpel streken en weer
terugrenden naar Raämses om dan verder te gaan met het braden van het lam. God
verlangt soms iets zwaars van ons, maar Hij is niet gek. (Dat is belachelijk en
verwarrend.) De lammeren werden dus bij hun huizen geslacht. Ze waren nog
bij hun huis. En tijdens ben ha arbayim slachtten ze het lam en
daarna brachten ze het bloed aan op de deurposten en de bovendorpel.
Element 3 was dat hun huizen zich in Gosen bevonden. Ze waren niet
in Raämses bijeengekomen. Dat wordt iedere keer weer gezegd in het boek Exodus,
dat hun huizen zich in Gosen bevonden.
Element 4 was dat het Pascha de gehele tijd van ongeveer zes uur 's
avonds (zonsondergang) tot ongeveer twee of drie uur in de nacht in beslag nam
doden, villen, braden, eten en de ingewanden en wat overbleef verbranden.
Pascha bestond niet alleen maar uit het slachten van het lam. Pascha
bestond uit AL die stappen. Ze moesten het doden. Ze moesten het bloed op de
deurposten en de bovendorpel aanbrengen. Ze moesten het lam villen, het lam
reinigen, het lam braden, het lam eten en daarna wat overbleef verbranden.
Ik bekeek hoeveel tijd elk van die dingen in beslag zou nemen en kwam tot de
conclusie dat ze het lam juist aan het eten waren op het moment dat de
doodsengel doortrok. Het was niet veilig om naar buiten te gaan. Maar daarna,
nadat de doodsengel was doorgetrokken, verbrandden ze wat overgebleven was. Dat
kostte nog zo'n twee tot drie uur, voordat alle beenderen volledig waren
verbrand.
In element 5 bleven zij de nacht van de veertiende in Gosen
binnenshuis. Ze vertrokken niet kort na middernacht. Dit element gaat
samen met element 6. Maar ik wil dit werkelijk voor ons helder en duidelijk
maken dat de vitale sleutel in het vaststellen van bijbelse doctrine erin
ligt om de bijbel zijn eigen begrippen te laten definiëren om het zijn
eigen bewijs te laten vaststellen. Dan behoeven we niet te gissen. We
behoeven dan niet te zeggen "blijkbaar", "misschien",
"er is een aanwijzing". Er zijn voldoende (duidelijke)
schriftgedeelten (die God ongeschonden heeft laten bewaren), die de vage
schriftgedeelten duidelijk zullen maken.
We moeten begrijpen dat deze mensen (die deze geschriften schrijven over het
Pascha aan het einde van de dag en verder op de vijftiende) schriftgedeelten
gebruiken. Maar ik wil uw aandacht op het feit vestigen dat ook Satan
schriftgedeelten aanhaalt. Mattheüs 4 en Lucas 4 zijn daar een duidelijk bewijs
van. Ook Genesis 3 bewijst dat. Satan zei: "Heeft God niet gezegd ...?"
Dat is het woord van God. En hij [Satan] gebruikte het voor zijn eigen doel!
Deze mensen halen schriftgedeelten aan, maar ze
gebruiken die NIET op een eerlijke manier. We moeten maar aannemen dat ze
misleid zijn in wat ze doen en het daarbij laten. We zijn niet hier om hun
hart (hun bedoelingen, hun motieven) te beoordelen. We kunnen alleen maar zien
wat ze voortbrengen; en wat ze in de Kerk van God voortbrengen is
verwarring en twijfel. ALS mensen eenmaal verward geraken en gaan twijfelen aan wat
juist is, DAN beginnen ze af te glijden naar dingen die niet juist
zijn.
Als "zwart" niet "zwart" is en "wit" niet
"wit" is (en als het zover komt dat het ons niet langer duidelijk
is in welke richting we moeten gaan), dan is het veel gemakkelijker om in een verkeerde
richting te gaan. Wegens de menselijke natuur, wegens alles wat we in het
verleden hebben geleerd, wegens de ingesleten gewoontes die we hebben is het
veel gemakkelijker om af te glijden naar wat verkeerd is dan vast te
blijven houden aan wat juist is, als we er niet helemaal zeker van zijn
wat juist is. En zo zien we dus een neveneffect uit deze dingen ontstaan binnen
de Kerk van God. De immoraliteit neemt toe en er gebeuren dingen die niet zouden
moeten gebeuren.
We waren voor een deel al door element 6 heengegaan. Daarom wil ik dat
deel nog eens in het kort doornemen we kunnen daardoor een vliegende start
maken met wat er (in deze preek) volgt.
Genesis 1:3-5 En God zeide: Er zij licht; en er was licht. 4 En God zag,
dat het licht goed was, en God maakte scheiding tussen het licht en de
duisternis. 5 En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht.
Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag.
Ik wil me hier op vers 5 concentreren, al is het maar erg kort. "En
God noemde het licht dag." Dit is het Hebreeuwse woord yom.
(U bent er waarschijnlijk mee bekend doordat u in de krant wel eens over Yom
Kippur hebt gelezen. Yom betekent dag. De Verzoendag.) "En
de duisternis noemde Hij nacht." Dit is lailah. "Toen
was het avond geweest en het was morgen geweest." Avond is daar ba
erev en morgen is boqer. Wat we hier zien is, dat
de DAG (yom) uit twee delen bestaat: het ene deel is
donker en het andere is licht. Het donkere deel wordt lailah
genoemd en het lichte deel wordt boqer genoemd.
Ik ga naar dit vers omdat ik wil dat u heel duidelijk inziet dat "duisternis"
en "licht" niet hetzelfde zijn. Lailah en boqer
zijn NIET hetzelfde! We zien ze hier als tegengestelden, contrasten van elkaar. Yom
bestaat uit nacht en dag (lailah en boqer)
Dat wordt in het vijfde vers van het boek vastgesteld. Dat is heel duidelijk.
Laten we Exodus 10 opslaan middenin de activiteiten die voorafgingen aan
het Pascha en ongezuurde broden.
Exodus 10:10-13 Hij [Farao] echter zeide tot hen [Mozes en Aäron]:
De HERE moge met u zijn, als ik van zins ben u met uw kinderen te laten gaan!
Neemt u in acht, want onheil bedreigt u! 11 Niet alzo, gij mannen moogt gaan
om de HERE te dienen, want dat was uw verzoek. En men joeg hen van Farao weg.
12 Daarna zeide de HERE tot Mozes: Strek uw hand uit over het land Egypte,
om de sprinkhanen, en zij zullen over het land Egypte opkomen en al het
kruid des lands afvreten, alles wat de hagel heeft overgelaten. 13 Toen
strekte Mozes zijn staf over het land Egypte uit, en de HERE bracht een
oostenwind over het land, gedurende [Let nu op.] die gehele dag (yom)
en de gehele nacht (lailah), en toen het morgen
(boqer) geworden was, voerde de oostenwind de sprinkhanen mee.
Vers 13 laat een gehele dag en een gehele nacht zien met de
morgen die daarop volgt. Door dit gebruik wordt duidelijk vastgesteld (juist
in de context van Pascha en de dagen der ongezuurde broden) dat er verschil
is tussen "nacht" en "morgen" tussen lailah
en boqer. De sprinkhanen arriveerden bij boqer (morgen).
Merkte u dat op? Boqer volgt op lailah.
Evenals ben ha arbayim volgt op ba erev, zo volgt
boqer op lailah. Als dat gebeurt
moeten ze natuurlijk pal op elkaar volgen. Maar het wordt heel duidelijk
vastgesteld dat ze NIET hetzelfde zijn. Ze zijn NIET tegelijkertijd "nacht"
en "morgen".
Er staat niet dat de sprinkhanen kort na middernacht arriveerden. Dit is het
argument van de voorstanders van een Pascha op de vijftiende. Zij zeggen dat boqer
pal na middernacht aanbreekt. (We zullen daar straks nog wat meer op ingaan.)
Maar het is pal na middernacht nog pikdonker. Het is nog nacht.
Het is nog lailah. Lailah en boqer
zijn niet hetzelfde dat wordt vastgesteld door Genesis 1 en Exodus 10 en (zoals
we zullen gaan zien) ook door andere schriftgedeelten.
Exodus 12:29-30 En te middernacht sloeg de HERE iedere eerstgeborene
in het land Egypte, van de eerstgeborene van Farao, die op zijn troon zou
zitten, tot de eerstgeborene van de gevangene, die in de kerker was,
benevens alle eerstgeborenen van het vee. 30 En Farao stond des nachts op,
hij en al zijn dienaren en alle Egyptenaren; en er was een luid gejammer in
Egypte; want er was geen huis, waarin geen dode was.
Dit is een interessant vers. Hier wordt hetzelfde woord "huis"
gebruikt als voor de Israëlieten werd gebruikt. ALS we veronderstellen
dat de Israëlieten voor het Pascha in tenten verbleven, DAN moeten we ook veronderstellen
dat de Egyptenaren in tenten woonden. Heel dom! De Egyptenaren verbleven in
huizen en de Israëlieten verbleven in huizen. Ze woonden enkele honderden jaren
hier [in Egypte] en ze bouwden in die tijd huizen.
Exodus 12:31 Toen ontbood hij [Farao] des nachts (lailah)
Mozes en Aäron en zeide: Maakt u gereed, gaat weg uit het midden van mijn
volk, zowel gij als de Israëlieten; gaat, dient de HERE, zoals gij gezegd
hebt.
Wat we hieruit kunnen opmaken is dat lailah na
middernacht verdergaat. Dat zou duidelijk moeten zijn. De doodsengel trok te
middernacht door. En toen Farao ontbood, was dat achter de rug, maar het was nog
lailah.
Hoe lang duurde het om van Farao in Gosen te komen? Dat weet ik niet, omdat
ik niet weet hoe ver hij vandaar verbleef. Maar we moeten denken dat hij ver
genoeg weg verbleef, om het enige tijd te laten kosten misschien een half
uur te paard of per koets. (Of een uur?) Bedenk dat ze over donkere straten
moesten gaan. Ze hadden geen straatlantaarns zoals wij en het was in het midden
van de nacht. Misschien was er een heldere maan. Misschien waren ze vrij snel
ter plaatse, maar na middernacht is het nog steeds lailah. Dat is
heel duidelijk.
Exodus 10:28-29 En Farao zeide tot hem [Mozes]: Ga weg van mij; zorg
ervoor, dat gij mijn aangezicht niet meer ziet, want ten dage, dat gij mijn
aangezicht ziet, zult gij sterven. 29 Hierop zeide Mozes: Gij hebt juist
gesproken; ik zal uw aangezicht niet meer zien.
En Mozes zag zijn aangezicht niet meer! De boodschap kwam van Farao naar
Mozes in Gosen. Daar verbleef Mozes.
Exodus 11:4-8 En Mozes zeide: Zó zegt de HERE: te middernacht ga Ik
door het midden van Egypte. 5 Dan zal iedere eerstgeborene in het land
Egypte sterven, van de eerstgeborene van Farao, die op zijn troon zou zitten,
tot de eerstgeborene van de slavin achter de handmolen, ook alle
eerstgeborenen van het vee. 6 En er zal een luid gejammer zijn in het gehele
land Egypte, zoals er nooit is geweest en zoals er nooit meer zal zijn. 7
Maar tegen niemand van de Israëlieten zal een hond zijn tong durven roeren,
tegen mens noch dier, opdat gij weet, dat de HERE scheiding maakt tussen de
Egyptenaren en de Israëlieten. 8 En al uw [Farao's] dienaren hier zullen
tot mij [Mozes, in Gosen] komen en zich voor mij nederbuigen en zeggen: Ga
heen, gij en al het volk dat u volgt; daarna zal ik heengaan. Toen ging hij
in brandende toorn van Farao heen.
Mozes volgde Gods bevel op. Hij verliet het huis niet voor boqer.
Farao's dienaren kwamen naar hem toe en ze brachten hun boodschap over.
Ik geloof dat ze het zeer zeker met een flinke portie angst deden. Zij wisten
niet of de doodsengel nog ergens rondhing en of die hen zou treffen. Zij kenden
niet elk detail van de plaag die God over hen bracht. Er waren enkele dappere
mannen nodig om die nacht erop uit te trekken. (We zullen daar straks nog wat
meer op ingaan.)
Ik weet niet hoe laat het was, maar we weten zeker dat het na middernacht
was. En lailah gaat na middernacht gewoon verder. Dat wordt in de
Schriften heel duidelijk vastgesteld. Lailah gaat na middernacht
verder en het gaat aan boqer (morgen) vooraf.
We gaan nu wat meer naar het woord boqer kijken, omdat het zijn
eigen moeilijkheden met zich meebrengt (voor hen die de voorkeur hebben voor een
Pascha op de vijftiende). Dit woord moet ook worden verdraaid om het slachten
van de lammeren voor het Pascha laat op de veertiende, gevolgd door een Pascha
op de vijftiende, te ondersteunen. De uitleg die deze mensen geven, lijkt alleen
maar aannemelijk vanwege knap geredeneer door dingen in je denken op te
roepen terwijl zij verder gaan met hun uitleg. ALS iemand echter de Schrift
zorgvuldig op waarheid onderzoekt, DAN verpulveren hun argumenten.
En zoals ik al eerder in een preek zei, lijken ze in sterke mate op een
advocaat die een verdachte verdedigt. Hij weet dat de verdachte naar alle
waarschijnlijkheid schuldig is; vandaar dat hij zijn samenvatting voor de jury
zo moet ordenen dat er in het denken van de jury een redelijke twijfel
gaat ontstaan. "Misschien is deze kerel werkelijk zo." Of:
"Misschien gebeurde het toch niet zo als de aanklager zei."
"Misschien vertelt deze getuige niet helemaal de waarheid."
"Misschien kunnen we de verklaring van die persoon niet geheel
vertrouwen, want per slot van rekening heeft hij ook niet zo netjes gehandeld."
Op die manier waaien ze heel wat "stof" op, of "mist",
die niet echt op de waarheid ingaat, maar die de aandacht van de mens afleidt
van het kernthema. En het kernthema is het woord van God!
Luister nu naar wat deze mensen die dit in de kerk destijds in 1976 en
1977 begonnen, toegeven. Vanuit Kuhn en Grabbe's The Passover in the
Bible and the Church Today, pagina 8:
Boqer is echter toch wat moeilijker. In het Engels kunnen we de term
"morgen" gebruiken voor ieder moment tussen middernacht en 12 uur 's
middags.
Ik wil u hier stap voor stap doorheen leiden omdat u ziet wat ze reeds
hebben gedaan. "In het Engels ..." Ze hebben het denken (de
terminologie) van de twintigste eeuw in uw geest geactiveerd. Ze suggereren
daarmee dat de terminologie uit de twintigste eeuw op een of andere manier in de
bijbelse context zal gaan passen. (Het zal alleen maar "passen"
als het waar is!) Maar ze hebben u al aan het denken gezet op de manier die in
de Engelse taal gebruikelijk is. Ze zeggen:
In het Engels kunnen we de term "morgen" gebruiken voor ieder
moment tussen middernacht en 12 uur 's middags. We hebben geen enkele passage
gevonden waarin boqer specifiek in het midden van de nacht begint.
Hier geven ze dus iets toe, maar het wordt voorafgegaan door een
afleidingsmanoeuvre. Heel slim! Hierdoor ontstaat twijfel en dat begint ons
denken te verwarren. Ze gaan verder met boqer:
Het verwijst vaak naar de lichte periode van de dag vanaf zonsopgang tot
ongeveer het midden van de dag, net zoals het Engelse 'morgen' doet.
Dat is een juiste uitspraak en ze geven daar heel wat mee toe [dat er] geen
enkele passage [in de Schrift is te vinden] die laat zien dat boqer
meer betekent dan alleen maar zonsopgang, of het licht van het
aanbreken van de dag. Dat is ongelofelijk! Ze beginnen u te zeggen dat er geen
enkele tekst kan worden gevonden die hun bewering ondersteunt of bewijst en
daarna gaan ze gewoon verder en proberen het toch te bewijzen. Verder:
Het zij hier opgemerkt dat Exodus 11 en 12 benadrukken dat de doodsengel om
ongeveer middernacht doortrok. De Israëlieten wisten al dat de doodsengel
rond die tijd zou komen. Als de engel eenmaal voorbij was, was het gevaar ook
voorbij.
Is dat waar? Hoe wisten de Israëlieten dat? Hadden de oudsten hun niet
verteld tot de morgen in huis te blijven? Zou u niet aannemen als u wist dat
er iets ontzagwekkends zou gaan gebeuren dat het niet veilig was om naar
buiten te gaan totdat het signaal werd gegeven? Verder met de aanhaling van Kuhn
en Grabbe.
Aangezien Israël was gezegd als in haast te eten en alles dat overbleef
tot het kennelijk ["Kennelijk", dat is een interessant woord.] 'morgen'
(boqer) was te verbranden, is dit dan binnen de context geen goede
aanwijzing dat boqer vlak na middernacht begon, net zoals in het
moderne taalgebruik?
Dat is knap. Heel knap! Ik wil dat u ziet hoe ze heen en weer blijven
zigzaggen. De volgende zin luidt:
Er is hiervoor GEEN ABSOLUUT BEWIJS. [Ze laten uw hoofd tollen. Daarna gaan
ze verder ...] Maar het is opvallend dat bepaalde joodse groeperingen (inclusief
de Samaritanen) later eisten dat alles tegen middernacht moest zijn gegeten.
Wat dan nog niet was opgegeten werd verbrand. Is dit wat God bedoelde toen Hij
hun gebood alles dat tot boqer overbleef te verbranden en hun huizen
niet voor boqer te verlaten? Hier wordt door de context zeker op geduid.
We hebben in ieder geval bewijs [Hier komt de uitspraak. Ze hebben het nu
"bewezen".] dat boqer een aanzienlijke tijdsperiode voor
zonsopgang kon bestrijken.
Inderdaad, maar hebt u opgemerkt dat het "bewijs" NIET uit de
bijbel kwam? Het bewijs kwam voort uit een toepassing van twintigste eeuws
taalgebruik op een situatie van 3500 jaar geleden. Dat kunnen we niet doen om bijbelse
waarheid te ontdekken. Zo'n redenering komt ergens op uit, maar bijbelse
doctrine moet gebaseerd worden op bijbels bewijs!
Luister nu hier naar. Dit is mooi. Verder met de aanhaling van Drs. Kuhn en
Grabbe.
Er is dus geen tegenstelling of moeilijkheid met de uitspraken dat Israël
vertrok toen het 'morgen' was en toch "s nachts' uittrok.
Helemaal geen moeilijkheid ALS er definities vanuit de twintigste
eeuw worden gebruikt. Dat is een ware uitspraak ALS er modern Engels
wordt gebruikt. Verder ...
Een tweede mogelijk uitleg is als volgt: Er kan gezegd worden dat de
Israëlieten 's nachts uittrokken, omdat toen Farao's bevel kwam. Dit is de
uitleg die gegeven wordt door zulke eminente joodse commentatoren als Rashi en
Ibn Ezra. Ook volgens hun uitleg behoefden de Israëlieten niet te wachten tot
zonsopgang om op weg te gaan; daar God hun gebood slechts tot de 'morgen' [boqer]
in hun huizen te blijven, niet tot 'zonsopgang'. Maar zelfs al wachtten ze tot
kort voor zonsopgang om hun huizen te verlaten, dan kon nog gezegd worden dat
ze bij nacht weggingen, gewoon omdat het nacht was toen Farao werd gedwongen
hun vertrek te bevelen.
We zullen straks zien dat dit door de Schriften wordt teniet gedaan!
Er is geen enkele manier waarop de Israëlieten konden weten wanneer Farao's
bevel zou komen. Bedenk dat ze over een heel gebied verspreid leefden, dat naar
mijn schatting, die ik u vorige week gaf, zo'n 1500 vierkante kilometer groot
was. Gosen was geen klein gebied. Het was het beste deel van Egypte zo wordt
het zowel door de bijbel als door Farao beschreven.
Ze hadden geen telefoon, geen televisie, en geen radiocommunicatie. Voor
zover wij vanuit de Schriften weten, hadden ze zelfs geen trommels om signalen
uit te wisselen. Misschien hadden ze trompetten kunnen gebruiken, zoals we hen
in de woestijn zien doen (om het volk bijeen te roepen). Maar in het verslag in
Exodus wordt daar totaal niets over gezegd. Waarom staat het er niet? Omdat God
hun reeds had gezegd: "Blijf tot boqer in huis." Het was
niet nodig. Het was reeds met hen gecommuniceerd.
In hun [dat van Kuhn en Grabbe] geschrift zult u de volgende woorden
tegenkomen: "kennelijk", "een goede aanwijzing", "geen
absoluut bewijs", "zeer zeker aangeduid", "zou kunnen
bevatten", "tweede mogelijke uitleg", "eminente joodse
commentatoren" en "we zouden kunnen zeggen". Dit is de
terminologie van een advocaat die op een uitspraak uit is op basis van redelijke
twijfel. En dat is, wat er is gebeurd.
Creëer "redelijke twijfel" en de mensen zullen verward geraken en
gaan twijfelen ten aanzien van wat ze geloven en de waarheid van wat hun is
onderwezen. En dat is er gebeurd. De enige reden dat dit niet eerder gebeurde
is, omdat de heer Armstrong het de mond snoerde. Deze mensen kwamen niet
met duidelijk schriftuurlijk bewijs aan. Ze brachten hen die niet op hun hoede
waren in verwarring en ze eindigden met het uitbrengen van een wazig oordeel
[namelijk] dat in de bijbel 'morgen' en 'nacht' op de een of andere manier
hetzelfde kunnen betekenen.
Ze gebruiken een tekst uit het boek Ruth. We gaan die opslaan. We moeten die
opslaan omdat het één van hun "bewijsteksten" is met betrekking tot
hun gebruik van boqer.
Ruth 3:14 Dus bleef zij aan zijn voeteneind liggen tot de morgen;
toen stond zij op, voordat de een de ander herkennen kon, want hij zeide:
Het worde niet bekend, dat een vrouw op de dorsvloer gekomen is.
Het woord 'morgen' is hier boqer. De NBG vertaalt het deel van
de zin dat op het woord boqer volgt met "toen stond zij op,
voordat de een de ander herkennen kon". In de tijd dat zij hun verhandeling
schreven, kwam de heer Grabbe met zijn eigen vertaling van dat vers en hij
vertaalde dat woord 'herkennen' als 'onderscheiden'. (Dus ze konden elkaar niet
"onderscheiden".) Dit is een duidelijk voorbeeld van een tekst uit
zijn verband lichten om het erop te doen lijken dat het zegt wat het NIET zegt.
We gaan hier niet veel tijd aan besteden. maar we gaan er naar kijken binnen
de context van dat vers, zodat we kunnen zien wat het betekent. Het woord 'onderscheiden'
is het sleutelwoord hier. Laat me direct aan het begin het volgende zeggen:
"Hoe konden deze twee mensen die elkaar kenden, die met elkaar gegeten
hadden, die met elkaar gesproken hadden, en we zien hier dat ze met elkaar
gelegen hadden hoe konden zij niet weten wie de ander was?" Dat is een
puzzel!
U kent het verhaal. Ruth was de Moabitische die met haar schoonmoeder als
weduwe in Israël kwam. Haar schoonmoeder had het idee dat Boaz haar zou lossen.
Haar schoonmoeder speelde dus heel slim als koppelaarster en slaagde erin dat
Ruth met Boaz kennismaakte die blijkbaar een vrijgezel in redelijk goede
doen was (of misschien zelfs rijk). Het leek erop dat hij de naaste bloedverwant
was, maar het bleek later dat hij dat niet was. Er was iemand die nauwer verwant
was dan hij.
In ieder geval ze maakten kennis met elkaar en Boaz was diep onder de indruk.
Hij besloot dat hij deze vrouw wilde hebben. Maar Noömi vertoeft op de
achtergrond en zij spoort de jonge vrouw aan. Wat zij zei kwam in feite neer op:
"Je moet je bedoelingen aan deze man kenbaar maken, zodat hij weet hoe
verder te gaan." Daarom stuurde Noömi Ruth erop uit om naar de plaats te
gaan waar Boaz zich had neergelegd. Dit speelde zich af tijdens de gersteoogst.
Ruth 3:1-3 Noömi nu, haar schoonmoeder, zeide
tot haar: Mijn dochter, zou ik voor u geen rust zoeken, opdat het u welga? 2
Welnu, is Boaz niet onze bloedverwant, bij wiens arbeidsters gij geweest
zijt? Zie, hij gaat vannacht op de dorsvloer gerst wannen; 3 baad u dan en
zalf u en doe uw opperkleed aan en daal af naar de dorsvloer. Maar laat de
man niets van u merken, voordat hij gereed is met eten en drinken.
Ruth deed zoals haar gezegd was. Boaz legde zich neer en toen hij sliep,
sloop Ruth naar de dorsvloer en legde zich aan zijn voeten neer. Te middernacht
(lailah) werd Boaz wakker en voor de eerste keer werd hij er zich
van bewust dat deze jonge vrouw aan zijn voeten lag. Toen gebeurde wat er in die
aangehaalde tekst staat.
Ruth 3:10-11 Toen zeide hij: Gezegend moogt gij zijn door de HERE,
mijn dochter, gij hebt met uw laatste liefdedaad de eerste nog overtroffen,
doordat gij geen jonge mannen nagelopen zijt, hetzij arm of rijk. 11 Nu dan,
mijn dochter, wees niet bevreesd; alles wat gij zegt, zal ik voor u doen;
want ieder in de poort van mijn volk weet, dat gij een deugdzame vrouw zijt.
Heeft hij het tegen iemand die hij niet kent? Hij wist heel goed wie zij was!
Hoe laat in de nacht zou dit kunnen zijn geweest? Het was vrij donker toen dit
gebeurde, maar hij wist wie zij was.
Ruth 3:13-14 Blijf vannacht hier; en morgenochtend, indien hij u
lossen wil, goed, laat hem lossen; maar is hij niet genegen u te lossen, dan
zal ik u lossen, zo waar de HERE leeft. Blijf liggen tot de morgen (boqer).
14 Dus bleef zij aan zijn voeteneind liggen tot de morgen (boqer);
toen stond zij op, voordat de een de ander herkennen kon, want hij zeide:
Het worde niet bekend, dat een vrouw op de dorsvloer gekomen is.
We zullen niet op de rest ingaan, maar voordat hij haar weg liet gaan, deed
hij het volgende: hij gaf haar een aanzienlijke hoeveelheid voedsel. Hij vulde
haar omslagdoek, die zij toen op een of andere wijze droeg en ze ging naar huis.
Hoe vroeg is boqer? Op basis van het Hebreeuwse gebruik in dit
verslag is het duidelijk dat boqer begint voor zonsopgang,
terwijl het nog vrij donker is zodat het erg moeilijk is elkaar te herkennen,
tenzij men elkaar erg dicht genaderd was.
Ruth nam het gerst [in de omslagdoek] en wierp die over haar schouder. Ze
verliet de dorsvloer. Het was voor haar licht genoeg om naar huis te gaan, maar
nog donker genoeg dat als iemand uit de deur van zijn huis zou kijken, hij niet
in staat zou zijn te herkennen wie het was. Hier hebben we dus een vrij precieze
definitie van het gebruik van boqer. Allereerst wordt hiermee
vastgesteld dat het een vrij behoorlijke tijd na middernacht is. Het begint
echter voor zonsopgang. (Zonsopgang is wanneer de zon boven de horizon
verschijnt.)
Boqer lijkt op veel manieren op ben ha arbayim
alleen is het aan het andere einde van de nachtelijke periode. Boqer
begint bij het eerste ochtendkrieken, als er aan de oostelijke hemel licht
begint te verschijnen. We zullen niet naar Exodus 16 gaan. Maar (alweer het
Hebreeuwse gebruik ten tijde dat dat plaatsvond) dat hoofdstuk maakt het heel
duidelijk dat boqer voortduurde tijdens de morgen totdat het warm
genoeg was om het als heet te ervaren. Dat moest minstens halverwege de morgen
zijn geweest en misschien wel laat op de morgen (in hun taalgebruik). Dat wordt
daar heel duidlijk gemaakt.
Laten we zeggen DAT zonsopgang om 6 uur plaatsvindt, DAN begint boqer
waarschijnlijk al om vijf uur (en misschien nog wel iets vroeger) maar
beslist niet om 'middernacht'. Met boqer is er dus
voldoende licht om op korte afstand de ene persoon van de andere te
kunnen onderscheiden maar niet genoeg om iemand te herkennen die zo'n tien
tot vijftien meter weg op straat voorbij gaat. De vorm, de gestalte is dan
zichtbaar. Maar de persoon zou nog niet herkend kunnen worden.
Het antwoord op element 6 is: Lailah duidt op de duisternis
van de nacht. Boqer duidt niet op enig deel van de nacht en
beslist niet op een tijdstip kort na middernacht. Het betekent het
ochtendkrieken, het eerste licht (als de nacht ten einde loopt).
Samenvattend kunnen we dus zeggen dat de Hebreeën "morgen" NIET op
dezelfde manier gebruikten zoals wij. En om er een Engels gebruik aan toe te
kennen is NIET eerlijk omgaan met de Schriften.
Element nummer 7: Wanneer beroofden de Israëlieten de Egyptenaren? (Voor of
na het Pascha?)
Alweer, de voorstanders van [een Pascha op] de vijftiende beweren dat al het
beroven gebeurde voordat het Pascha plaatsvond. Sommigen beweren zelfs dat het
al weken vooraf aan het Pascha plaatsvond. Maar dat is niet geheel juist. Op
basis van de Schriften heb ik het idee dat er al enige beroving
voorafgaande aan het Pascha plaatsvond.
Laten we Exodus 3 opslaan. Dit is het hoofdstuk waar God Zich aan Mozes
openbaart in het brandende braambos. En Hij zegt Mozes dat Hij hem de opdracht
geeft naar Egypte te gaan als het instrument waardoor Gods volk, Israël, uit
hun slavernij bevrijd zal worden. Hij zegt Mozes dat hij het volk zal leiden
naar een land dat overvloeit van melk en honing.
Exodus 3:20-22 Maar Ik [God] zal mijn hand uitstrekken en de
Egyptenaren slaan met alle wondertekenen, die Ik in hun midden zal doen;
daarna zal hij u laten gaan. 21 En Ik zal bewerken, dat de Egyptenaren dit
volk gunstig gezind zijn, zodat gij, wanneer gij wegtrekt, niet ledig
wegtrekt: 22 iedere vrouw moet dan van haar buurvrouw en van haar huisgenote
zilveren en gouden voorwerpen vragen en klederen, die gij uw zoons en
dochters te dragen geeft; zo zult gij de Egyptenaren beroven.
Op welke manier ["de Egyptenaren beroven"]? Ik bedoel hoe konden ze
dat doen? Vreesden de Egyptenaren de God van Israël in die tijd? Vreesden
zij ten tijde van de eerste plaag? De tweede plaag? De derde plaag? De vierde
plaag? Wanneer werden ze echt bang dat er nooit een einde aan deze plagen
zou komen? Misschien zouden ze allemaal wel dood zijn tegen de tijd dat deze
man, Mozes, gereed was met het in naam van God handelen. Het kostte heel wat
tijd voordat deze vrees tot het Egyptische volk doordrong.
Bedenk dat er tijden waren dat Farao enigszins bevreesd was, maar hij
veranderde altijd van gedachten. De vrees duurde niet lang. "Ja,
jullie mogen gaan." "Nee, jullie mogen niet gaan." Hij zei dat
minstens drie keer voordat hij ze uiteindelijk echt liet gaan. En hierin
vertegenwoordigt hij werkelijk zijn volk. Gelooft u niet dat de Egyptenaren zich
in principe net zo voelden als hun leider? Ik denk van wel. Ze waren er
waarschijnlijk niet echt duidelijk over. De Egyptenaren konden pas laat in deze
hele gang van zaken worden beroofd.
Exodus 11:1-2 De HERE nu had tot Mozes gezegd: Nog één plaag zal Ik
over Farao en over Egypte brengen, daarna zal hij u in uw geheel vanhier
laten gaan; wanneer hij u laat gaan, zal hij u met geweld vanhier wegdrijven.
2 Spreek toch ten aanhoren van het volk, dat ieder van zijn buurman en
iedere vrouw van haar buurvrouw zilveren en gouden voorwerpen vrage.
Hier komt een bevel om het te doen! Wanneer vond dit plaats? Kijk in
vers 21 van het vorige hoofdstuk. Het was na de negende plaag; pas dan
komt er uiteindelijk een bevel van God om de Egyptenaren enigszins te plunderen.
Wanneer vond de negende plaag plaats? Ik weet niet hoe dicht deze aan de tiende
voorafging. Maar ik geloof dat Exodus 11 en 12 ons laten zien wanneer de
opdracht werd gegeven (omdat hoofdstuk 11 rechtstreeks overgaat in hoofdstuk
12).
Exodus 12:1-2 En de HERE zeide tot Mozes en tot Aäron in het land
Egypte: 2 Deze maand zal u het begin der maanden zijn; zij zal u de eerste
der maanden van het jaar zijn.
We zijn [hier] al in Abib. Vond dit plaats op de eerste dag van Abib? De
tweede? De derde? De vierde? De vijfde? We weten zeker dat het voor de tiende
plaatsvond, omdat ze toen een lam moesten uitzoeken. We hebben deze periode
teruggebracht tot negen dagen (dag 1 tot dag 9) ergens in die periode. Denkt
u niet dat we aan de Schrift kunnen ontlenen dat God fair handelde? Zou God tot
op die tijd niet zoveel waarschuwingen hebben gegeven als Hij maar kon en
deze opdrachten op de eerste dag van Abib hebben gegeven. Lijkt het er niet op
dat Hij dit zei pal aan het begin van de maand? Alles wijst daarop. "Deze
maand zal u het begin der maanden zijn." Ik geloof dat we
het minstens tot acht dagen kunnen terugbrengen omdat ze minstens één dag
nodig hadden om in enige mate te beroven. We hebben het dus vrij goed
teruggebracht.
Nu moeten we het echter nog verder terugbrengen. Kreeg Mozes deze opdrachten
van God en blies hij onmiddellijk de zilveren trompetten en verzamelde iedereen
zich? Dat is niet de manier waarop het ging, omdat we lezen ...
Exodus 12:21 Toen ontbood Mozes al de oudsten van Israël en zeide
tot hen: Trekt heen, haalt kleinvee voor uw geslachten en slacht het Pascha.
God sprak tot Mozes. Mozes ontbood de oudsten. Deze oudsten gingen daarna
terug naar hun stammen en spraken tot de mensen. We moeten daar dus enige
tijd voor geven: De boodschap moest naar de oudsten worden gebracht, waarna
de oudsten zich bij Mozes moesten vervoegen. Daarna moest Mozes de oudsten
inlichten. De oudsten moesten daarna terug naar hun stammen en de instructies
overbrengen aan alle families binnen de stam. Zo zat hun communicatiesysteem
in elkaar. (En ze gebruikten het veelvuldig, door het gehele boek Exodus heen.)
Op zijn best, ALS dit bevel op de eerste dag van de eerste maand werd gegeven
... Als we dan de oudsten een dag de tijd geven om bij Mozes te arriveren, de
instructies aan te horen en weer terug te gaan (omdat we met een redelijke
afstand hebben te maken, die zij binnen Gosen moesten afleggen) om de boodschap
aan het volk over te brengen ... Kunnen we DAN niet zeggen dat de Israëlieten
op zijn vroegst laat op de tweede dag van de maand geweten moeten hebben dat ze
de Egyptenaren konden beroven? Om aan de veilige kant te blijven: Ze wisten dat
het meest waarschijnlijk met het licht worden op de derde dag van de maand. Ze
zouden dan dus zeven dagen hebben om de Egyptenaren te beroven, voordat
ze het lam moesten uitkiezen waarna er nog enkele dagen kwamen voordat het
feitelijke Pascha aanbrak.
We gaan zien dat het beroven van de Egyptenaren ruwweg in een periode
van dertien dagen moet hebben plaatsgevonden beginnende met de eerste dag
van de eerste maand en eindigend met het moment waarop ze voorbereidingen
moesten gaan maken tegen ba erev op de dertiende dag.
In Exodus 12:33 heeft het Pascha plaatsgevonden en Farao heeft zijn boodschap
gestuurd.
Exodus 12:33 De Egyptenaren drongen eveneens sterk bij het volk aan,
om het snel uit het land te laten gaan, want, zeiden zij, wij sterven allen.
Let erop dat ze dit niet zeiden (Zo dringend was het niet. Zo bezorgd waren
ze niet.) om de Israëlieten dingen te geven een betaling voor al de jaren
loon waarop ze recht hadden tot na de dood van de eerstgeborenen. Pas
nu wierpen ze hun allerlei dingen toe! "Hier, neem dit. Pak aan. Weg
wezen. Ga alstublieft weg. Vertrek!"
We kunnen veilig zeggen dat het beroven van de Egyptenaren na
de negende plaag begon die van de duisternis. Het werd onderbroken voor het
Pascha en ging verder na de dood van de eerstgeborenen op de veertiende
dag van de eerste maand. Dat wordt ons door de Schriften duidelijk gemaakt. Het
gebeurde dus in twee fasen een beetje ervoor [het Pascha] en het merendeel
erna. God moest ze zover krijgen en toen waren ze bereid.
Element nummer 8: Wanneer begon de Exodus?
Begon hij op de veertiende? De vijftiende? Na middernacht? In de morgen? Toen
ze hun huizen verlieten? Of 's nachts toen ze uit Raämses vertrokken? De
voorstanders van een Pascha op de vijftiende worden hier alweer met een probleem
geconfronteerd als gevolg van het in een periode van negen tot elf uur
persen van de gebeurtenissen van het Pascha. Bedenk dat we het hier over een
volledige dag van vierentwintig uur hebben. Om achter een Pascha op de
vijftiende te kunnen staan, moeten de gebeurtenissen (die God bedoeld had om
vierentwintig uur te duren) in negen tot elf uur worden samengepakt. Daarom
hebben ze dit absurde idee over lailah en boqer.
Daarom moeten ze de Israëlieten al bijeenverzameld hebben in Raämses om al
deze activiteiten in een kortere periode te kunnen persen.
Als gevolg van hun uitgangspunt, hun uitleg, moeten ze (om hen die in een
Pascha vroeg op de veertiende geloven, belachelijk te maken) met het idee
aankomen van wat zij "een dag uitstel" of "een extra
dag" noemen. En zij redeneren ongeveer als volgt: "Zei God hun
niet in haast te zijn? Zei God hun niet geheel reisvaardig te zijn? Waarom zou
Hij hun dat zeggen als ze niet onmiddellijk nadat de doodsengel was doorgegaan,
vertrokken? Waarom zouden ze niet reeds in Raämses zijn, gereed om weg te gaan
zodra het signaal werd gegeven?"
Zij zeggen dus tegen de mensen van een Pascha op de veertiende: "Als
ze om drie of vier uur in de morgen gereed waren en boqer vond pas plaats bij
het ochtendkrieken toen het daglicht begon door te breken, dan hadden ze een
hele extra dag die ze nog moesten vullen. (Dat is dan de gehele periode van
daglicht op de veertiende.) Wat deden ze in die tijd?Legden ze een kaartje?"
Ze hebben dus een houding die de ander probeert belachelijk te maken.
Maar "die extra dag" is een verzinsel van hun verbeelding.
Met een Pascha dat vroeg op de veertiende plaatsvindt, is er in het geheel geen
extra tijd; en we zullen dat zien. Wat zij hierdoor bereiken is dat ze wat
God als achtdaagse periode bedoelde (één dag Pascha en zeven dagen ongezuurde
broden), beperken tot zeven dagen en nog wat extra uren; en ze hernoemen
die gehele periode tot "Pascha". Het enige probleem hiermee is, dat
het niet klopt met wat God in de Schrift zegt omdat het Pascha één dag is
(een hele dag) en ongezuurde broden is zeven dagen (zeven hele dagen).
William Dankenbring zegt op pagina 8 van zijn artikel When Should the
Passover be Observed?:
Het Pascha zelf [laat in de middag van de veertiende] introduceert dan het
zeven dagen durende Paschafeest ...
Is dat niet interessant? Waar in de Schrift noemt God de zeven dagen "Pascha"?
Dankenbring zegt:
Het Pascha zelf [laat op de veertiende] introduceert dan het zeven dagen
durende Paschafeest of feest der ongezuurde broden.
De Schrift zegt dat het een feest van acht dagen is één voor het Pascha
en zeven voor ongezuurde broden. Wat is daar zo moeilijk aan? Waar we hier mee
te maken hebben is in principe precies hetzelfde als waar we met de
najaarsfeesten mee te maken hebben het loofhuttenfeest en de laatste grote
dag. Dat zijn twee verschillende feesten. Het ene duurt zeven dagen en het
andere één dag. Daarover raken we niet in verwarring! Waarom zouden we dan in
verwarring raken over een feest van acht dagen in het voorjaar dat begint
met een enkele dag en eindigt met zeven dagen?
Het is zo eenvoudig voor iedereen die de Schriften wil accepteren. Het
feest van ongezuurde broden en het Pascha verschillen net zoveel als Kerst en
Pasen. Het zijn verschillende feesten. Toevallig volgen ze pal op elkaar. Maar
ze hebben twee totaal verschillende betekenissen en het zijn twee aparte
middelen tot onderwijs.
Laten we weer teruggaan naar Kuhn en Grabbe (pagina 15). Luister naar deze
aanhaling:
Farao ontbood Mozes en Aäron te middernacht.
Dat is niet waar! De Schrift zegt niet dat het middernacht was. Er staat
alleen maar dat het nacht was. Als we deze dingen niet zorgvuldig lezen,
dan zouden we hier zomaar overheen kunnen lezen. Het is om vier uur in de morgen
nog steeds "nacht". Hoe weten we dat Farao Mozes niet om vier uur in
de morgen ontbood nadat hij enkele uren de tijd had gehad om de schok te
verwerken van wat de natie overkwam, en zijn adviseurs bijeen te roepen en te
beslissen wat ze zouden gaan doen? Verder met de aanhaling.
De Egyptenaren wilden de Israëlieten net zo graag weg hebben als de
Israëlieten weg wilden. Een dag uitstel zou ongewoon zijn geweest en het boek
Exodus geeft daar geen enkele aanwijzing voor. [Dat is waar. Er was geen
uitstel.] Ze gingen blijkbaar op weg in de periode tussen middernacht en de
morgenschemering, die zowel 'morgen' als 'nacht' zou kunnen worden genoemd.
Zodoende bleven ze tot de 'morgen' in huis, terwijl ze toch in de 'nacht'
vertrokken.
Zij beschuldigen God van verwarring. God handelt niet op die manier.
Iedereen die eerlijk met Gods woord omgaat, raakt NIET in verwarring. 'Morgen'
en 'nacht' zijn niet hetzelfde! Verder met de aanhaling.
We zouden ons kunnen afvragen waarom ze de gehele daglichtperiode van de
veertiende zouden wachten om dan uiteindelijk iets na zonsondergang op de
vijftiende te vertrekken. Ze waren er al klaar voor. Ze hadden de Egyptenaren
al beroofd voor het Pascha. [Niet waar!] Ze hadden een nacht zonder slaap
doorgebracht. De Egyptenaren wilden hen snel weghebben. Waarom zouden ze hun
vertrek uitstellen, zelfs aannemende dat ze moesten wachten tot zonsopgang
voordat ze hun huizen mochten verlaten? Ze konden al een heel eind op weg zijn
voor de nacht begon.
Laten we nu eens iets doornemen.
Exodus 12:12-14 Want Ik zal in deze nacht het land Egypte doortrekken
en alle eerstgeborenen, zowel van mens als dier, in het land Egypte slaan en
aan alle goden van Egypte zal Ik gerichten oefenen, Ik, de HERE. 13 En het
bloed zal u dienen als een teken aan de huizen, waar gij zijt, en wanneer Ik
het bloed zie, dan ga Ik u voorbij. Aldus zal er geen verdervende plaag
onder u zijn, wanneer Ik het land Egypte sla. 14 En deze dag zal u
een gedenkdag zijn [Welke dag? De dag dat God voorbijging! De
veertiende.], gij zult hem vieren als een feest voor de HERE; in uw
geslachten zult gij hem als een altoosdurende inzetting vieren.
In elk schriftgedeelte in het Oude Testament dat verwijst naar het Pascha
zelf is de Paschadag een feest ter herdenking. Het herdenkt Gods voorbijgaan
niet de uittocht van Israël uit Egypte! Het zijn twee aparte gebeurtenissen.
Exodus 12:15-17a Zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten;
dadelijk op de eerste dag [de eerste van de zeven] zult gij het zuurdeeg uit
uw huizen verwijderen, want ieder die iets gezuurds eet, van de eerste tot
de zevende dag, zo iemand zal uit Israël worden uitgeroeid. 16 Zowel op de
eerste als op de zevende dag zult gij een heilige samenkomst hebben;
generlei arbeid zal daarop verricht worden; slechts wat door ieder gegeten
wordt, alleen dat mag door u bereid worden. 17 Onderhoudt dan (het feest
der) ongezuurde broden, [Kijk nu eens naar deze instructie.] want op deze
zelfde dag leid Ik uw legerscharen uit het land Egypte.
Niet Pascha! Het vertrek uit Egypte wordt op de vijftiende dag
gevierd.
Exodus 12:17b-18a Daarom moet gij deze dag onderhouden in uw
geslachten als een altoosdurende inzetting. [We willen zeker weten wanneer
het begint.] 18 In de eerste (maand), op de veertiende dag der maand, des
avonds (ba erev),
Denk aan Leviticus 23, de verzen 27 en 32. Ba erev eindigt en
begint een dag. Daarom begint de vijftiende bij ba erev aan het
einde van de veertiende. Gemeente, we hebben het over twee verschillende feesten.
Voorbijgaan op de veertiende en [uit Egypte] vertrekken op de
vijftiende. Dat is zo duidelijk!
Laten we naar nog enkele verschillen kijken die we niet in detail zullen
behandelen. Met Pascha is er geen gebod om niet te werken. De reden daarvoor is,
dat er heel wat werk met het Pascha samenhangt een lam slachten, een
lam braden, een lam verbranden, en zulk soort dingen. Het Pascha is de
voorbereidingsdag voor ongezuurde broden. Er moet heel wat worden
voorbereid voordat iemand werkelijk de zonde achter zich laat. Dat is het
onderwijs van God. Er moet heel wat grondwerk worden verzet voordat iemand
werkelijk de zonde achter zich kan laten. Het Pascha is dus de voorbereiding
voor de heilige dag [van ongezuurde broden].
Het Pascha gedenkt de voorbereidingen die nodig zijn om ernst
te maken uit de zonde te komen. Ongezuurde broden gedenkt het feitelijk
uitkomen! Wat voor voorbereidingen moeten er dan geestelijk worden
gedaan? We moeten kennis krijgen van het plan en het doel van God. We moeten
kennis krijgen van onze Zaligmaker, Jezus Christus en een begrip van (kennis
van en geloof in) Zijn bloed. En we moeten gaan veranderen. We moeten tot
bekering komen. Dit is allemaal voorbereiding voor het feitelijk uit de
zonde komen. Pas dan beginnen we eruit te komen en dat is wat ongezuurde
broden gedenkt. Dat is het feitelijke uitkomen het ons rechtstreeks van
zonde verwijderen.
Nogmaals, let op het taalgebruik in Exodus 12:17. Sprekende over het feest
van ongezuurde broden, staat daar:
Exodus 12:17 Want op deze zelfde dag leid Ik uw legerscharen uit
het land Egypte.
Laten we ook nog eens naar vers 41 kijken:
Exodus 12:41 En na vierhonderd en dertig jaar, juist op de dag af,
gingen al de legerscharen des HEREN uit het land Egypte.
Hij heeft het over de vijftiende!
Exodus 12:51 En op deze zelfde dag leidde de HERE de
Israëlieten uit het land Egypte, volgens hun legerscharen.
We zien in al deze verzen hetzelfde taalgebruik. Ze gingen uit op de
vijftiende. En vers 22 van dit hoofdstuk bewijst dat geen van deze verzen
(17, 41 of 51) naar het Pascha kon verwijzen omdat (volgens vers 22) ze tot de
morgen in hun huizen moesten blijven. Ze waren nog in hun huis toen het daglicht
van de veertiende aanbrak; ze moesten toen ook nog naar Raämses gaan.
Laten we nog een paar andere verzen raadplegen. We moeten deze raadplegen
omdat de voorstanders van de vijftiende beweren dat de Exodus het uittrekken
uit Egypte begon op het moment dat de Israëlieten de deur van hun huis
uitgingen. Maar is dat waar? We zullen zien. Vers 37 zegt:
Exodus 12:37a Daarna trokken de Israëlieten op vanuit hun huizen
naar Sukkot, ... [Leest u mee in uw bijbel? Dat staat er NIET! Er staat:
Daarna trokken de Israëlieten op van Raämses naar Sukkot, ...]
Het beginpunt was Raämses niet hun huizen. Wilt u daar bewijs
van? Laten we dan in Numeri 33 kijken.
Numeri 33:1-3a Dit zijn de pleisterplaatsen der Israëlieten, die uit
het land Egypte uitgetrokken waren naar hun legerscharen onder leiding van
Mozes en Aäron; 2 Mozes namelijk beschreef hun tochten van pleisterplaats
tot pleisterplaats naar het bevel des HEREN; en dit zijn hun
pleisterplaatsen [letterlijk: vertrekpunten] op hun tochten. 3 Zij
braken op van Rameses in de eerste maand, op de vijftiende dag
der eerste maand; daags na het Pascha ...
Gemeente, ik wil niet graag sarcastisch, of cynisch, of wat dan ook,
overkomen, maar Gosen wordt niet eens als vertrekpunt genoemd. Niet hun huizen,
maar Raämses naar het bevel van God!
Ze moesten dus tot boqer in hun huizen blijven. Toen ze hun
huizen verlieten, was de daglichtperiode van de veertiende aan het aanbreken. De
vijftiende zou niet eerder beginnen dan bij [zonsondergang] ba erev.
De enige periode waarin ze zich dus in Raämses konden verzamelen was tijdens
het dagdeel van de veertiende. Gemeente, wat deden ze dus op de veertiende?
Tijdens deze [zogenaamde] "dag van uitstel" gingen ze verder
met de voorbereidingen om te vertrekken. En wat waren die voorbereidingen
specifiek? Ze liepen van hun huizen naar Raämses! En onderweg beroofden
ze de Egyptenaren. Er was GEEN UITSTEL!
Voordat we er vandaag mee ophouden gaan we nog even kijken naar de logistieke
kant van de Exodus.
Exodus 12:41-42 En na vierhonderd en dertig jaar, juist op de dag af,
gingen al de legerscharen des HEREN uit het land Egypte. 42 Een nacht van
waken was dit voor de HERE, om hen uit het land Egypte te leiden. Dit is de
nacht van waken ter ere van de HERE voor alle Israëlieten in hun geslachten.
Exodus 13:18 Daarom liet God het volk zwenken, de woestijnweg op naar
de Schelfzee. Ten strijde toegerust [Statenvertaling: bij vijven (met
andere woorden in een ordelijke opstelling; een militaire term luidt: in
rotten van vijf] trokken de Israëlieten op uit het land Egypte.
Ze trokken uit, maar ze deden dat niet op een ongeorganiseerde manier.
Iedereen liep niet zomaar in het wilde weg, onder de voet lopend wat in hun weg
kwam. Ze waren ordelijk in een colonne opgesteld. Op basis van dit soort teksten
geloof ik niet dat Mozes iedereen in één grote massa ergens op een open
terrein bij Raämses verzamelde zoals een geweldige groot publiek dat een
rockconcert bijwoont. Het zou op die manier niet hebben gewerkt. De aanwijzing
uit dit soort teksten is dat hij hen liet opstellen als in een parade
naar hun stammen, naar hun families. Het was geen krioelende mensenmassa, die
allemaal hun eigen gang gingen. Hij liet hen veeleer ordelijk opstellen
zoals bij een parade.
Met hoeveel mensen hebben we hier van doen? Volgens Exodus 12:37 waren er
600.000 strijdbare mannen (van boven de twintig). Als er 600.000 mannen waren
dan moeten er minstens 600.000 vrouwen (van boven de twintig) zijn geweest.
Volgens het United States Census Bureau bestaat de bevolking van de Verenigde
Staten op dit moment uit 52% vrouwen en 48% mannen. ALS dat hetzelfde was in
Israël, DAN zitten we aan de lage kant als we zeggen dat er evenveel mannen als
vrouwen waren. Dus 1.200.000 Israëlieten (mannen en vrouwen) van boven de
twintig.
Hoeveel kinderen waren er? Exodus 1 zegt dat de Israëlieten een vruchtbaar
volkje waren en ze kregen hun babies zo snel dat ze reeds geboren waren voordat
de vroedvrouwen ook maar de tijd hadden om te arriveren. Er moet dus zeker
minstens één kind per volwassene zijn geweest. (Ik geloof dat ook dat aan de
lage kant is.) We zijn dus al bij de 2.400.000 Israëlieten die zich gereedmaken
om uit Egypte te trekken.
Ik heb rapporten gezien waarin wiskundigen berekenden, dat uitgaande van dat
getal (600.000) het er heel gemakkelijk tussen de vijf en zes miljoen kunnen
zijn geweest ook gelet op de tijd die de Israëlieten in Egypte, het land
waarin ze woonden, enzovoort, hadden doorgebracht. Maar wij blijven bij een lage
schatting van om en nabij de 2½ miljoen mensen.
Laten we daar een beetje vat op krijgen. Dat is meer dan de bevolking van
Orange County. Dat is tweemaal de bevolking van San Diego. Dat is bijna de
bevolking van Chicago, Illinois. Dat is tweemaal de stedelijke bevolking van
Charlotte, North Carolina. Het is meer dan de gecombineerde bevolking van
Alaska, Delaware, Montana en South Dakota (en veel andere staten van de
Verenigde Staten die we in groepen van drie of vier zouden kunnen combineren).
Het is viermaal de bevolking van Washington, D.C. In feite is de totale
bevolking van D.C. slechts enkele duizenden meer dan het aantal Israëlitische
mannen van boven de twintig, dat in staat was in het leger te vechten. Het is
groter dan de bevolking van Arizona, of van Arkansas, of van Hawaii, of van
Idaho, of van Kansas, of van Maine, of van Nebraska, of van Nevada, of van New
Hampshire. En bijna net zo groot, zoals ik al eerder zei, als de bevolking van
Chicago. [Noot van de vertaler: Het is meer dan de bevolking van de vier grote
steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht tezamen.]
Een andere manier om ernaar te kijken is de volgende. De meesten van ons zijn
enigszins bekend met de Rose Parade. Weet u hoeveel mensen er ieder jaar naar de
Rose Parade kijken? Ongeveer één miljoen! Dat is nog niet eens de helft van de
Israëlieten (dat is dan een schatting of berekening die aan de lage kant blijft)
die Egypte uit marcheerden. De Rose Parade strekt zich uit over een lengte van
negen kilometer. We hebben dus één miljoen mensen opgesteld langs een parcours
van negen kilometer. Deze mensen zijn natuurlijk verzameld op tribunes. En, ik
wil onder uw aandacht brengen, dat ze vrij dicht op elkaar zitten of staan. Is
dat niet zo? Het is geen afstand die u kunt lopen, omdat u pal op de hielen of
achter de rug van de persoon voor u zit of staat. Dat is dus één miljoen
mensen langs negen kilometer.
Hoe lang moet de "parade" van de Israëlieten die uit Egypte
trokken wel niet zijn geweest? Zestien kilometer? Gemakkelijk twintig kilometer?
Dat komt waarschijnlijk dichter bij de waarheid. Een optocht van mensen die
ongeveer twintig kilometer lang is. Ze hadden ook hun kudden bij zich. We hebben
het dus niet alleen
|