|
Sermon: Satan (Deel 3)
#040NL
John W. Ritenbaugh
Given 26-Sep-92
summary: In deze derde preek over Satan laat John Ritenbaugh zien dat de geest in de mens die God ons gegeven heeft, in het begin goed is, maar gevormd en beïnvloed kan worden door de geest van deze wereld en doortrokken met Satans negatieve houding. Daarom stelt God Zijn Heilige Geest ter beschikking om die dingen te onderscheiden die we niet met onze vijf zintuigen kunnen waarnemen. Engelen zijn binnen onze omgeving voortdurend aan het werk; zij wekken de menselijke geest op en verzekeren zich ervan dat Gods doeleinden duidelijk worden. Door Gods Geest kunnen we de subtiele beïnvloedingen van Satan, de god dezer eeuw (Efeziërs 2:2-3) waarnemen. Hij concentreert zich op de verlangens van het vlees, stuurt genotzuchtige impulsen uit naar hen die op hem zijn afgestemd. De enige manier om zo'n signaal te blokkeren is er niet op af te stemmen (Galaten 5:19-21) en de bittere, nare vruchten van zijn denken te onderscheiden.
transcript:
We gaan verder met onze serie over Satan, de duivel. In de eerste twee preken
hebben we gezien, dat we machtige vijanden hebben die op dit moment de
heerschappij op aarde uitoefenen. We hebben ook gezien, dat de strijd die we
tegen hen hebben te voeren, sterk in ons voordeel is. Ik gaf u daar vier redenen
voor:
1. De goede engelen, de dienende geesten (vuurvlammen zoals de apostel
Paulus ze noemt), zijn veel groter in aantal dan de slechte demonen. Als we
aan de Schriften een algemeen getal kunnen ontlenen, dan zien we dat er
minstens tweemaal zoveel goede als slechte zijn.
2. De demonen zijn hopeloos verdeeld en een verdeeld koninkrijk kan geen
stand houden. Ze kunnen hun zaakjes niet echt voor elkaar krijgen, omdat ze
werken op basis van een zelfgerichte houding; het is ieder voor zich. Af en
toe hebben ze hun zaakjes voor korte tijd wel voor elkaar, dan werken ze samen,
maar alleen maar omdat ze iets willen bereiken dat hun allemaal goed uitkomt.
Maar meestal zijn ze hopeloos verdeeld.
3. Ze weten dat God bestaat en ze sidderen. Sidderen betekent in feite dat
ze doodsbang zijn. Ze zijn doodsbang voor God, niet zoals mensen die hun vuist
tegen God opheffen. De demonen zijn bang voor God en dat draagt ertoe bij dat
ze niet al te zeer uit de band springen.
4. God heeft grenzen gesteld aan wat ze mogen doen. We zagen dat dit per
persoon flink kan verschillen. Een demon kan iemand iets aandoen, maar hij kan
hetzelfde niet bij een ander. God houdt rekening met onze sterke en zwakke
kanten. Hij zegt ons, dat Hij niet zal toestaan dat we boven vermogen verzocht
zullen worden. Dit is er gaande voor ons en dat zou ons zekerheid moeten geven.
God (al staat Hij toe dat we door deze dingen heen moeten gaan) heeft Zichzelf
niet van ons afgesloten en er is geen enkele reden, dat wij doodsbang zouden
zijn voor de demonen. Een diep respect, dat wel, maar beslist geen angst.
Ik geloof dat het op dit punt nodig is, dat we tenminste de basisprincipes
begrijpen van wat we zijn en hoe Satan zijn overredende gedachten in ons denken
krijgt en waar hij ons graag wil hebben. Dat is het onderwerp van deze preek.
We beginnen in Genesis 1:31 Dat is aan het einde van de scheppingsweek.
Genesis 1:31 En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was
zeer goed. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de zesde
dag.
Het is goed op te merken dat de mens niet volmaakt was, maar we waren zeer
goed. Er staat in de context dat de mens zeer goed geschapen was voor het doel (dat
moeten we begrijpen) dat God met hen voor had. Deze bewoordinge zeggen ook iets
over Satan en wel, dat hij niet nodig is voor Gods doel. Hij is er, we moeten
met hem omgaan, maar hij is niet nodig voor Gods doel.
Daar we weten dat hij in de afgrond, de put, zal worden opgesloten hij
wordt tijdens het millennium symbolisch geketend en Gods doel zal tijdens het
millennium worden uitgevoerd begrijpen we ook, dat God in staat is Zijn doel
om Zichzelf te reproduceren tot stand te brengen zonder dat Satan in de buurt
is. We zouden kunnen zeggen, dat het een extra bonus voor ons is, dat we met
Satan moeten omgaan. Omdat die extra bonus er is, geloof ik dat de beloning ook
groter zal zijn.
We zien in Genesis 3 dat Satan op het toneel verscheen; hij is er en daarom
moeten we met hem omgaan. God liet dat toe; Hij joeg hem niet weg; Hij liet toe
dat Adam en Eva door Satan werden getest en we begrijpen, dat Hij zal toelaten
dat ook wij door Satan zullen worden getest.
Laten we nu 1 Corinthiërs 2 opslaan. We zullen daar een aantal verzen
doornemen, waar de heer Armstrong heel wat keren doorheen is gegaan.
1 Corinthiërs 2:6 Toch spreken wij [dit "wij" slaat
ongetwijfeld in de meest algemene zin op alle mensen die deel uitmaken van
Gods kerk, maar in de meest beperkte zin heeft hij het over de dienaren]
wijsheid bij hen, die daarvoor rijp zijn [degenen die rijp zijn, zijn de
leden van de kerk], een wijsheid echter niet van deze eeuw, noch van de
beheersers dezer eeuw, wier macht teniet gaat,
Hij bereidt hier iets voor. Hij gaat een vergelijking maken tussen twee
groepen mensen de ene groep die rijp (volwassen) is en de andere groep die
dit niet is; tussen degenen die bekeerd zijn en die niet bekeerd zijn.
1 Corinthiërs 2:7-8 maar wat wij spreken, als een geheimenis, is de
verborgen wijsheid Gods, die God (reeds) van eeuwigheid voorbeschikt heeft
tot onze heerlijkheid. 8 En geen van de beheersers [duidend op de leiders]
dezer eeuw heeft van haar geweten, want indien zij van haar geweten hadden,
zouden zij de Here der heerlijkheid niet gekruisigd hebben.
Zij beseften niet dat Hij de God van de schepping was. Zij beseften niet dat
Hij de Verlosser was. Zij konden de dingen waar Hij het over had en die Hij
deed, niet onderscheiden. Zij plaatsten die dingen niet in de juiste context.
Zij begrepen waar Hij mee bezig was en wat Hij zei, niet vanuit het juiste
perspectief.
1 Corinthiërs 2:9-10 Maar, gelijk geschreven staat: Wat geen oog
heeft gezien en geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is
opgekomen, al wat God heeft bereid voor degenen, die Hem liefhebben. 10 Want
óns heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle
dingen, zelfs de diepten Gods.
We zien hier de vergelijking. De reden, dat de beheersers van deze wereld het
niet begrepen, het niet in het juiste perspectief plaatsten, waarom ze niet
konden vatten wat ze in de Heer der heerlijkheid zagen, was omdat God hun niet
had geopenbaard wie Jezus was, wat Hij deed en waarom Hij deed wat Hij deed. De
reden is, omdat die dingen niet door fysieke middelen kunnen worden waargenomen
oog, oor, neus, mond, de zintuigen deze dingen moeten geopenbaard worden.
Er moet een geestelijk wonder plaatsvinden voordat iemand deze geestelijke
dingen kan begrijpen en zien.
1 Corinthiërs 2:11-12 Wie toch onder de mensen weet, wat in een mens
is, dan des mensen eigen geest, die in hem is? Zo weet ook niemand, wat in
God is, dan de Geest Gods. 12 Wij nu hebben niet de geest der wereld
ontvangen, maar de Geest uit God, opdat wij zouden weten, wat ons door God
in genade geschonken is.
God schiep ons fysiek en sterfelijk. Hij schiep ons zeer goed, maar Hij gaf
ons ook een geest. Dat laatste is de sleutel voor deze hele preek. We bouwen op
het begrip dat we een geest hebben gekregen. Die geest is geen onsterfelijke
ziel en is ook niet de mens. Die geest is een niet-materieel element in de mens,
die de mens zijn intellectuele vermogen verschaft, zodat hij in staat is de
fysieke dingen van deze wereld in te zien en te begrijpen. Die geest is het
element dat de mens onderscheidt van het dier. Al kan een dier hersenen hebben
die veel op die van de mens gelijken, toch heeft een dier niet de beschikking
over een geest. Het dier heeft geen geest ontvangen die het intelligentie gaf,
de intellectuele capaciteit die een mens heeft. De mens is verschillend van alle
andere fysieke wezens die ook leven hebben.
Dit niet-materiële element heeft geen leven in zichzelf. De bijbel zegt heel
duidelijk dat ons leven in het bloed zit. (Dat wordt diverse keren gezegd.) De
geest gaf ons geen leven de geest is afhankelijk van het lichaam om zijn
mogelijkheden te gebruiken en te benutten.
De geest kan van zichzelf niets zien, kan van zichzelf niets horen. De geest
heeft de ogen nodig, heeft de oren nodig en heeft de hersenen nodig om al deze
signalen te verwerken, voordat hij er gebruik van kan maken.
Dit kan op een heel eenvoudige manier worden bewezen. Als iemands ogen niet
functioneren, kan zijn geest niet zien. Als iemands oren niet functioneren, kan
zijn geest niet horen. Datzelfde geldt voor de andere functies van zijn geest;
het functioneren van de geest is afhankelijk van het functioneren van het
lichaam.
Het kan zijn dat de voorbeelden die ik hier gebruik, niet helemaal geschikt
zijn voor dit onderwerp. De geest verschaft de menselijke hersenen zijn
intellectuele vermogen, maar de geest heeft de hersenen nodig. De geest kan niet
werken zonder de hersenen. Maar de geest heeft een toegevoegd vermogen in de zin
dat hij de hersenen kan gebruiken als opslagplaats van de informatie die hij
verwerkt en blijkbaar kan hij ook uit de informatie putten die in ons
geheugen zit en het dan gebruiken.
Ik heb dingen in magazines en tijdschriften die niets met de kerk van God van
doen hebben, gelezen die erop schijnen te duiden (dat was tenminste de conclusie
waartoe de onderzoekers kwamen), dat door verschillende gebieden van de hersenen
met kleine stroomstootjes te activeren, ze in staat waren de proefpersoon zich
dingen te laten herinneren die in zijn geheugen lagen opgeslagen. Hun conclusie
was, dat uw hersenen totaal niets vergeten van wat er zich ooit in uw leven
heeft voorgedaan.
We zien twee duidelijke functies, die blijkbaar functies zijn van de geest in
de mens: de ene is door gebruik te maken van de hersenen en andere organen
van het lichaam het verschaffen van het intellectuele vermogen, en de andere
is het helpen van de hersenen in het opslaan van de ervaringen van het leven,
zodat ze later weer opgeroepen kunnen worden. Dit vermogen om iets weer op te
roepen is onmisbaar voor ons. Als we ons niets kunnen herinneren, wat is dan het
nut van informatie? Beide functies zijn absoluut noodzakelijk.
God heeft ons daarom niet alleen sterfelijk, maar ook met een geestelijk
vermogen geschapen. In feite kunnen we, door dit binnen het kader van Genesis 1
te begrijpen, ook een andere reden begrijpen waarom Hij de term "zeer goed"
gebruikte. Dat is omdat we onvolledig waren. We waren goed voor zover dat op dat
moment nodig was, maar er zou nog heel wat meer komen. We waren onvolledig,
omdat we uit andere delen van de bijbel begrijpen, dat de mens een andere geest
nodig heeft, die samengaat met de menselijke geest, zodat de mens dan het
vermogen heeft om naast de menselijke dingen ook geestelijke dingen te gebruiken,
te zien en te begrijpen.
Dat wordt in 1 Corinthiërs 2 uitgelegd als oorzaak van scheiding, verschil
tussen degenen die niet bekeerd zijn en die wel bekeerd zijn; tussen hen die
niet geestelijk volwassen zijn en die wel geestelijk volwassen zijn. Het enige
verschil is, dat degenen die geestelijk volwassen zijn, die bekeerd zijn, die
tweede geest hebben, die is samengegaan met hun geest om hen, wat we zouden
kunnen noemen, een geestelijk, intellectueel vermogen te verschaffen. Dat gaat
dan deel uitmaken van hun leven en ze kunnen het gebruiken, terwijl anderen (welke
redenen God daar ook voor heeft) het gebruik daarvan is ontzegd.
Ik wil teruggaan naar vers 7, omdat dit vers belangrijk is om dit concept te
begrijpen.
1 Corinthiërs 2:7 maar wat wij spreken, als een geheimenis, is de
verborgen wijsheid Gods, die God (reeds) van eeuwigheid voorbeschikt heeft
tot onze heerlijkheid. ["Onze" is die van de christen.]
Het woord "geheimenis" komt van het Griekse 'musterion" (mysterie).
Dit betekent niet hetzelfde als ons woord "mysterie". Mysterie
betekende voor de Griek niet een puzzel die moeilijk was op te lossen, maar een
geheim dat onmogelijk te doorgronden was. Mysterie was voor hen iets dat
verborgen was; het was voor hen die niet ingewijd waren, onbegrijpelijk; net
zoals binnen een geheim genootschap of binnen een religie.
De meesten van ons hebben wel gehoord van de mysterie-religies. Wat die deden
was onbegrijpelijk voor hen die daarbuiten stonden, maar voor hen die daarbij
behoorden, was het heel duidelijk wat er tijdens hun ritueel werd gezegd of
ten tonele gevoerd, of wat ze daarbij dan ook mochten doen.
Daar hebben we hier mee te maken. Het was een geheim dat onmogelijk te
doorgronden was; geen puzzel die moeilijk was op te lossen. Wat voor hen die
erbij hoorden glashelder was, was voor hen die erbuiten stonden, volslagen
onbegrijpelijk.
Op dezelfde manier geldt voor hen die de Geest van God hebben ontvangen, dat
de Heilige Geest is samengegaan met de geest in de mens en dat heeft een
dimensie aan hun leven toegevoegd, die ze voorheen niet hadden. De dingen die
hun glashelder zijn, zijn dus volslagen onbegrijpelijk voor hen die deze
toegevoegde dimensie niet hebben. We zien dat deze dingen (de dingen van de
geest) door God zijn geopenbaard.
Terug naar de verzen 10 tot 12. We zien daar drie dingen:
1. De mens heeft de beschikking over een menselijke geest, die hem in staat
stelt fysieke dingen te begrijpen.
2. God openbaart de mens door Zijn Geest datgene, waardoor de mens in staat
is door te dringen in de diepe geestelijke dingen van God.
3. We hebben de geest die van God is, ontvangen, en er is een geest van de
wereld. (Zoals we zullen zien is dat heel ontnuchterend.)
We zijn gewaarschuwd. We zien hier duidelijk minstens drie verschillende
geesten de geest in de mens, de Geest van God en de geest van deze wereld.
Denk nog eens aan Genesis 1:31, waar God Zelf zei dat we zeer goed waren. Dit
is een uiting van genoegen. Hij beleefde een groot genoegen aan wat Hij tot
stand had gebracht. Als we zeer goed waren toen Hij ons schiep, dan moet dat ook
de natuur die Hij in ons schiep, inhouden.
Beleeft God genoegen aan een natuur die vijandig is tegen Hem (Romeinen 8:7)?
Ik geloof niet, dat Hij daar enig genoegen in zou scheppen, wat er heel sterk op
duidt, dat toen Hij ons schiep en toen we geboren werden, we niet de natuur
hadden die we later verkregen en die vijandig is jegens Hem. Dat is iets dat
zich ontwikkelt. En het ontwikkelt zich, omdat God ons een geest heeft gegeven,
waarmee andere geesten, of die van God Zelf of de geest van deze wereld, kunnen
communiceren.
Als de geest waar Hij het in Genesis 1:31 over heeft, zeer goed was, hoe komt
het dan dat de menselijke geschiedenis een aaneenschakeling is van geweld,
ziekten en psychische problemen? Waarom is er zoveel bitterheid, boosheid,
vooroordeel, rancune, twijfel, zelfmedelijden, ijdelheid, naijver, begeerte,
jaloezie, trots en lust? Kunt u ergens in Gods woord vinden, dat deze dingen
goed of ook maar aanvaardbaar worden genoemd?
Die dingen kwamen niet van God. Hij schiep ons niet op die manier. God is
liefde. God is goedertieren. God is vrijgevig. God is goed. God is barnhartig.
Ik geloof, dat we eerlijk kunnen concluderen, dat ze ook niet vanuit de mens
zelf voortkwamen zoals hij door God werd geschapen, omdat Gods oordeel was dat
de mens zeer goed was. Toch brengt de mens deze eigenschappen tot uitdrukking.
Nogmaals, zou iets dat God als zeer goed kenmerkte, voortbrengen wat we zien?
Ik geloof, dat we de conclusie kunnen trekken, dat ze uit de geest van de wereld
zijn voortgekomen; ze moeten van Satan zijn gekomen, Satan die onzichtbaar is,
onhoorbaar, maar in staat om met ons te communiceren.
Laten we dit wat verder uitdiepen en daarvoor slaan we Ezra 1 op.
Ezra 1:1 In het eerste jaar van Kores, de koning van Perzië, wekte
de HERE, opdat het woord des HEREN, door Jeremia verkondigd, zou worden
voltrokken, de geest van Kores, de koning van Perzië, op, om door zijn
gehele koninkrijk, ook in geschrifte, deze oproep te doen uitgaan:
We behoeven niet verder te lezen, omdat er heel duidelijk staat dat God de
geest van Kores kon opwekken. Er is geen enkele aanwijzing dat Kores zich ervan
bewust was, dat God zijn geest opwekte. Hij was alleen maar op de een of andere
manier gemotiveerd deze oproep uit te vaardigen. Hij kan hebben gedacht dat het
idee helemaal van hemzelf was. Hij kan hebben gedacht dat het idee van één van
zijn raadgevers kwam. Maar om de een of andere reden had hij plotseling dit
gevoel dat hij de Joden de gelegenheid wilde geven naar hun eigen vaderland
terug te gaan.
Dit vers maakt het heel duidelijk dat er met onze geest kan worden
gecommuniceerd zonder dat we daar weet van hebben. Ik wil er zeker van zijn, dat
u begrijpt dat ik niet zeg, dat we er altijd blind of ongevoelig voor zullen
zijn. Ik geloof, dat het Gods bedoeling is dat we heel gevoelig worden voor het
feit dat iets, iemand, met ons op een niveau probeert te communiceren, dat niet
waarneembaar is voor het oog of het oor. Desalniettemin wordt onze geest
opgewekt om in een zekere richting te gaan, ten goede of ten kwade. Ik geloof,
dat we moeten gaan beseffen dat we juist op dit punt ons er wel of niet van
bewust kunnen zijn (dat zullen we op dit moment allemaal moeten toegeven) dat er
met onze geest kan worden gecommuniceerd.
Laten we 2 Koningen opslaan om enige voorbeelden te zien waarbij er door
geestelijke wezens met de menselijke geest werd gecommuniceerd. Het eerste waar
we naar zullen gaan kijken is een voorbeeld, waarbij er niet noodzakelijk een
communicatie was, maar ik gebruik deze verzen, omdat ik wil laten zien, dat er
een geweldige hoeveelheid activiteiten op aarde plaatsvinden die we fysiek niet
kunnen waarnemen. God laat ons in Zijn woord zien, dat deze dingen gebeuren, en
Hij wil dat wij ons er goed bewust van zijn dat deze activiteiten plaatsvinden.
2 Koningen 6:8-10 De koning van Aram was in oorlog met Israël. Hij
beraadslaagde met zijn dienaren: Op die en die plaats zal mijn legerkamp
zijn. 9 Maar de man Gods [dit was Elisa] zond aan de koning van Israël de
boodschap: Neem u in acht niet langs die plaats te trekken, want de
Arameeërs zijn daarheen afgedaald. 10 De koning van Israël zond dan mannen
naar de plaats die de man Gods hem genoemd en waarvoor hij hem gewaarschuwd
had, zodat hij zich daar in acht kon nemen, en dat niet slechts eenmaal of
tweemaal.
Hier zien we dus dat de koning van Aram (Syrië) een paar gemene streken
tegen Israël wilde uithalen, maar God wekte de geest van Zijn profeet Elisa op
(dit ging over de noordelijke tien stammen), zodat hij begreep wat er zich in de
geheime vergaderingen van de koning van Aram afspeelde. Elisa zond dan een
boodschap naar de koning van Israël en zei: "Ga niet hierheen, ga niet
daarheen, omdat als u dat doet u een groot leger tegen het lijf zult lopen en ze
zullen u aanvallen."
De koning van Aram raakte volledig gefrustreerd, omdat geen enkele van zijn
verrassingsaanvallen slaagde. Hij riep zijn raadgevers bijeen en vroeg hun wat
er aan de hand was. "We moeten een spion in onze gelederen hebben. Wie is
het?" Zijn raadgevers zeiden: "Nee, er zijn hier geen spionnen.
Niemand is u ontrouw. Alleen de koning van Israël heeft de beschikking over die
profeet, die hem voortdurend doorgeeft wat u in uw slaapkamer zegt."
Ze besluiten een val te plaatsen om Elisa te pakken te krijgen. Ze omsingelen
de stad waar Elisa verblijft, de stad Dotan. (Dotan ligt zo'n 15 kilometer van
Samaria.) Elisa's knecht staat 's morgens op en hij gaat naar buiten om te doen
wat hij dan ook maar wilde doen en hij ziet een geweldig leger Arameeërs die de
stad hebben omsingeld. Hier stappen we het verhaal binnen.
2 Koningen 6:14-17 ... zond hij daarheen paarden en wagens, een sterk
leger; zij kwamen des nachts en omsingelden de stad. 15 Toen de dienaar van
de man Gods des morgens vroeg opstond en naar buiten trad, zie, een leger
omringde de stad, zowel paarden als wagens. En zijn knecht zeide tot hem:
Ach, mijn heer! wat moeten wij doen? 16 Maar hij zeide: Vrees niet, want zij,
die bij ons zijn, zijn talrijker dan zij, die bij hen zijn. 17 Toen bad
Elisa: HERE, open toch zijn ogen, opdat hij zie. En de HERE opende de ogen
van de knecht en hij zag en zie, de berg was vol vurige paarden en wagens
rondom Elisa.
Elisa kon al deze geestelijke wezens, die op die berg aanwezig waren, niet
letterlijk met eigen ogen zien. Maar wel door geloof, door de ogen van het
geloof, omdat hij God kende, omdat hij dicht bij God stond. Hij begreep dat God
altijd met hem was. Hier was dus deze geweldige legermacht van engelen, die Zijn
knecht Elisa beschermde.
Of dat leger er altijd was doet niet echt terzake. Het kan zijn dat ze er
alleen maar waren omdat dat Aramese leger er was. Het deed er niet toe of er nu
één engel was of vele. Het was gewoon een aanwijzing van God door Elisa, door
het visioen voor deze jongeman, dat waar God aanwezig is, de balans in ons
voordeel doorslaat. We behoeven niet bang te zijn voor hen die tegen ons zijn,
zelfs niet al zijn ze met velen.
Ik gebruikte dit voorbeeld, zodat we begrijpen dat er veel meer voor
ons zijn dan tegen ons en dat er een grote mate van geestelijke activiteit
plaatsvindt, die we fysiek niet kunnen waarnemen, maar die er wel is. God laat
ons zien dat die er is. God wil ons hiermee enige bemoediging te geven.
Op basis hiervan zouden we moeten kunnen begrijpen, dat God groter is dan
elke noodsituatie waarin we ons ook maar kunnen bevinden. Dat is de les er
is meer voor ons dan tegen ons. Hij zegt ons in Psalm 34:8: "De Engel de
HEREN legert Zich rondom wie Hem vrezen, en redt hen."
We zien hier een man Gods, die door geestelijk onderscheidingsvermogen
begreep, dat er zich dingen rondom hem afspeelden, en op dezelfde manier zouden
ook wij, omdat we de Geest van God hebben, hiervoor gevoelig moeten zijn, omdat
Gods woord laat zien dat dit gebeurt.
De meeste mensen zien alleen maar wat menselijk is. In feite kunnen we alleen
maar zien wat fysiek is. Maar we moeten weten dat moet onlosmakelijk deel
uitmaken van alles wat er achter ons handelen zit dat Jezus Christus, een
goddelijke Geest, de leidende kracht is achter Zijn kerk. Hij zegt ons, dat Hij
ons nooit zal begeven of verlaten. De andere kant hiervan is, dat net zo zeker
als er geestelijke wezens zijn die de kerk leiden en besturen, er ook
geestelijke wezens zijn die de wereld leiden en besturen. We zien hier beide
kanten van de medaille.
2 Koningen 19 versterkt nog eens wat we zojuist in 2 Koningen 6 zagen, maar
het laat een specifiekere gebeurtenis zien. De Assyriërs hadden een groot leger
op de been gebracht. Niets kon daar stand tegen houden. Als u in uw gedachten
zich kunt voorstellen waar Assyrië ligt ten opzichte van Palestina of Jeruzalem,
het ligt er bijna pal ten noorden van (misschien ook een beetje oostelijk), vele
honderden kilometers verweg aan de andere kant van de Tigris en de Eufraat.
We hebben het niet over de natie Syrië, maar de natie Assyrië.
Tegen de tijd dat dit gebeurde, stonden ze onder koning Sanherib op
het toppunt van hun macht. Ze begonnen met een politiek van invasie en
onderwerping. Ze trokken naar het zuiden en gingen ongetwijfeld door wat
Medië-Perzië was, staken de Tigris en de Eufraat over, en trokken het huidige
Iran en Irak binnen, ook vielen ze Syrië binnen. Ze waren met hun leger nu bij
Jeruzalem aangekomen, op weg naar Egypte. Ze veegden alles voor zich weg,
overwonnen alles en iedereen.
U kunt zich voorstellen wat voor invloed dat op de Assyriërs moet hebben
gehad. "Niemand kan tegen ons standhouden." We kunnen dit zien in de
houding die Sanherib had tegen de tijd dat hij bij Jeruzalem aankwam. We
beginnen te lezen in vers 21, omdat God hier spreekt en Hij heeft de trotse
woorden van Sanherib gehoord nu hij Jeruzalem heeft omsingeld; hij belegert het
nu en is gereed om de stad te plunderen.
2 Koningen 19:21-22a Dit is het woord, dat de HERE over hem spreekt:
zij veracht u [Sanherib], zij bespot u, de jonkvrouw, de dochter Sions; zij
schudt het hoofd achter u, de dochter van Jeruzalem. 22 Wie hebt gij gehoond
en gelasterd, ...
Dat is een vraag van God. "Sanherib, beseft u wel wie u lastert, als u
die woorden tegen Mijn stad, Jeruzalem, spreekt?"
2 Koningen 19:22-23a Wie hebt gij gehoond en gelasterd, en tegen wie
de stem verheven en uw ogen trots opgeslagen? Tegen de Heilige Israëls! 23
Door uw gezanten hebt gij de HERE gehoond en gezegd: ...
Als er ook maar iets dat aan God verbonden is, wordt aangevallen, wordt
betwist, wordt gelasterd, dan komt dat neer op het aanvallen van God. Hij laat
zien dat de verbintenis, de relatie, heel hecht is.
2 Koningen 19:23b-24 ... met de menigte mijner wagens bestijg ik de
hoogten der bergen, tot ver in de Libanon; ik vel zijn statige ceders, de
keur zijner cypressen; ik dring door zelfs tot zijn verste schuilplaats,
zijn weelderig woud. 24 Ik graaf en drink water in den vreemde; ik leg met
mijn voetzool alle Nijlarmen van Egypte droog.
Dit is bloemrijke, schilderachtige taal om ons te laten zien, te laten
begrijpen, dat niets Sanherib kon tegenhouden. Hij maaide alles neer. Het
probleem is, dat Sanherib opgeblazen werd en hij dacht dat hij dit allemaal deed
door zijn eigen militaire genie, door zijn strategie en door de kracht van zijn
wapenen.
2 Koningen 19:25 Hebt gij het dan niet gehoord, dat Ik het van
overlang bereid en van de dagen van ouds vorm gegeven heb? Nu heb Ik het
doen komen: gij moest de versterkte steden verwoesten tot puinhopen;
God zegt: "Luister eens, Sanherib, Ik heb u al die overwinningen gegeven.
Ik heb u groot gemaakt en Ik heb besloten dat deze andere steden gestraft
moesten worden, dat ze vernederd moesten worden. Ik stelde u in staat al deze
dingen te doen. U deed dat niet door uw eigen kracht. Het was niet uw militaire
genie; het was niet de kracht van uw wapenen. Dit gebeurde alleen maar omdat Ik
u dit mogelijk maakte."
2 Koningen 19:26 haar inwoners werden machteloos, verslagen en
beschaamd; zij werden tot kruid van het veld of tot jong groen, tot gras op
de daken, of tot koren, verdord eer het rijp wordt.
Hij vertrapte ze allemaal. Wat God zegt, komt in het kort hierop neer: "Sanherib,
omdat u Mij niet de eer hebt gegeven, ga Ik nu u verpletteren."
Het is interessant hoe Hij dat deed. We lezen verder in vers 35. Haal het
beeld eens voor u, waarin de legers van Sanherib Jeruzalem omsingelen. Een zee
van tenten tienduizenden tenten een leger van bijna tweehonderdduizend
man met al hun werktuigen die ze zouden hebben kunnen gebruiken om rotsblokken
tegen de muren van Jeruzalem te werpen; al hun pijlen gescherpt en in pek
gedoopt, zodat ze daarmee de stad in brand konden schieten; allemaal gereed voor
de aanval.
2 Koningen 19:35-36 In die nacht ging de Engel des HEREN uit en sloeg
in het leger van Assur honderdvijfentachtigduizend man. Toen men vroeg in de
morgen opstond, zie, zij allen waren lijken. 36 Dus brak Sanherib, de koning
van Assur, op en aanvaardde de terugtocht; en hij bleef te Nineve.
We zien in vers 37 dat hij daar na zijn terugkeer werd vermoord.
Ik gebruikte dit schriftgedeelte om u te laten zien dat er een geestelijke
activiteit gaande is binnen de zaken van de mens. God zit niet toe te kijken
naar wat er allemaal gebeurt, zonder iets te doen. Hij heeft dienende geesten
die met Hem meewerken in het bestuur van deze schepping. God nam deze zaak in
handen.
We kunnen naar andere gebieden kijken. De stad Jericho was heel trots op zijn
sterke muren, maar God, een geestelijk wezen, liet ze ineenstorten. Belsassar
was heel trots op de macht en rijkdom van Babel, toch viel de stad in één
nacht toen God het tijd vond dat een andere natie de plaats van Babel zou
innemen.
Er zijn geestelijke wezens aan het werk, ze werken in onze omgeving (in de
nabijheid van de mens) en ze zorgen ervoor dat het plan van God wordt uitgevoerd.
Laten we nog een voorbeeld opslaan in 1 Koningen 22 (dit wordt nog
specifieker). We zien hier dat er een alliantie tot stand komt tussen Achab, de
koning van Israël (een slechte koning), en Josafat, koning van Juda (een goede
koning).
1 Koningen 22:4 Tot Josafat zeide hij [Achab]: Gaat gij met mij ten
strijde tegen Ramot in Gilead? En Josafat zeide tot de koning van Israël:
Ik ben als gij, mijn volk is als uw volk, mijn paarden zijn als uw paarden.
[Ik sta helemaal aan uw kant, Achab.]
Daarna kwam Josafat er nog even op terug. "Misschien heb ik dit toch te
vlug toegezegd."
1 Koningen 22:5-6 Maar Josafat zeide tot de koning van Israël: Vraag
toch eerst het woord des HEREN. 6 Toen riep de koning van Israël de
profeten, omtrent vierhonderd man, bijeen en vroeg hun: Zal ik optrekken ten
strijde tegen Ramot in Gilead of zal ik het nalaten? Zij antwoordden: Trek
op; de Here zal het in de macht des konings geven.
Josafat was hier niet tevreden mee, omdat hij geen enkele profeet van God zag.
Hij wist dat deze vierhonderd profeten niet te vertrouwen waren.
1 Koningen 22:7 Doch Josafat zeide: Is hier [hij bedoelde: hier in
Israël] niet nog een profeet des HEREN? Laten wij het dan door hem vragen.
Achab antwoordt: "Ja, er is er nog één, maar ik mag hem niet, omdat
hij altijd slechte dingen over mij profeteert." Maar op Josafats aandringen
besluit hij hem toch te laten opdraven.
1 Koningen 22:19-23 (Micha) [de goede profeet] zeide: Daarom, hoor
het woord des HEREN. Ik zag de HERE op zijn troon zitten, terwijl het ganse
heer des hemels aan zijn rechterhand en aan zijn linkerhand stond. 20 En de
HERE zeide: wie zal Achab verleiden, zodat hij optrekt en sneuvelt te Ramot
in Gilead? De een zeide dit en de ander dat. 21 Toen trad er een geest naar
voren en stelde zich voor de HERE en zeide: ik zal hem verleiden. [Is dit
een goede of kwade geest? We zullen dat zo weten.] De HERE vroeg hem:
waarmede? 22 Hij antwoordde: ik zal heengaan en een leugengeest [Het is een
kwade geest. Hij zal jokken.] worden in de mond van al zijn profeten. Toen
zeide Hij: gij moet hem verleiden, en gij zult er ook toe in staat zijn; ga
heen en doe het. 23 Nu dan, zie, de HERE heeft een leugengeest gegeven in de
mond van al deze profeten van u, en de HERE heeft onheil over u besloten.
Dat was geen mooi nieuws voor Achab. We behoeven niet verder te gaan. We
hebben alleen maar dit kleine kijkje nodig in de vergaderingen in de hemel, waar
God geestelijke wezens bij de uitvoering van Zijn bestuur had betrokken. Hij had
er zelfs vijanden van Hem bij betrokken om Hem raad te geven over hoe Hij een
deel van Zijn bestuur op aarde zou uitvoeren.
God gaf daarna de opdracht aan een geestelijk wezen, dat erop uit ging en de
valse profeten ervan overtuigde dat het op die manier zou gaan. Zagen die valse
profeten een geestverschijning? Was er iets dat de oorzaak was dat ze een droom
kregen? Daar is geen enkele aanwijzing voor. De aanwijzing voor mij is (omdat er
zoveel mensen bij betrokken waren vierhonderd), dat de geest op een of
andere manier de geest die in die mensen was, opwekte en gedachten in hun denken
opriep en hen liet denken dat het hun eigen gedachten waren. Toen ze allemaal
met hetzelfde antwoord aankwamen, moest dat wel juist zijn. Maar helaas, ze
hadden het unaniem bij het verkeerde eind, omdat ze door een leugengeest werden
geleid.
We kunnen door deze aanwijzingen zien, dat geestelijke wezens de mens
beïnvloeden. Het is onvoldoende voor ons om alleen maar te begrijpen, dat ze
ertoe in staat zijn. Gods woord laat heel duidelijk zien dat ze het actief doen
goede en slechte en er zijn sommige mensen die zo totaal onbewust zijn
van wat er gaande is, dat ze zichzelf overgeven aan de slechte en in feite
bezeten worden ze zijn dan de slaaf, het werktuig van een geestelijk wezen,
dat hen voor zijn doeleinden zal gebruiken. We zien dus onomstotelijk
vastgesteld bewijs, dat Satan ons denken manipuleert.
Laten we Mattheüs 4 opslaan, de verzoeking van Jezus. Ik wil dit hier
tussenvoegen het is iets waar we vertrouwd mee zijn, maar ik wil het alleen
maar opnieuw vaststellen, omdat we willen zien dat de autoriteit en de invloed
van specifiek Satan werkelijk heel groot is.
Mattheüs 4:8-9 Wederom nam de duivel Hem mede naar een zeer hoge
berg en hij toonde Hem al de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid, 9
en zeide tot Hem: Dit alles zal ik U geven, indien Gij U nederwerpt en mij
aanbidt.
Satan heeft macht over alle naties der wereld. Dat kan op een bepaalde manier
erg beangstigend zijn, als we beseffen dat hij in staat is de mens te
beïnvloeden en in staat is het zo te doen, dat ze zich er niet eens bewust van
zijn dat ze ten kwade worden beïnvloed. Zijn macht is zo groot dat hij die over
alle naties kan uitoefenen. Jezus noemde hem (Johannes 14:30) de overste der
wereld. Hij beïnvloedt de houding van de mens door onze manier van redeneren te
richten op de bevrediging van het eigen ik.
In deze preek gaan we nu verder zien welke richting zijn invloed uitgaat. (We
hebben reeds gezien hoe die invloed tot stand komt.) Hij geeft desinformatie en
hij wekt onze geest op. Ik heb u reeds gezegd, dat hij dit doet door ons te
beïnvloeden in de richting van het bevredigen van het eigen ik.
Het is niet verkeerd om voor onszelf te zorgen; dat is juist het verdorvene
ervan. Het verkeerde eraan is de bevrediging van het eigen ik voorop te plaatsen:
het eigen ik voor te laten gaan, groter te laten zijn, of belangrijker dan God
of anderen. We moeten God dienen (het grote gebod) voordat er wat anders komt en
het tweede is eraan gelijk we staan fysiek op gelijke voet met anderen.
Nergens is ons door God het recht of het privilege gegeven (als ik het zo mag
zeggen) onszelf groter of belangrijker te maken dan God of andere menselijke
wezens.
We gaan nu heel duidelijk zien in welke richting Satan ons wil laten gaan
daar waar de bevrediging van het eigen ik belangrijker voor ons wordt dan ons
voegen naar wat God zei de grenzen van onze autoriteit te zijn. Een andere
manier van zeggen is: Satan leidt ons daarheen waar de bevrediging van het eigen
ik groter of belangrijker wordt dan gerechtigheid of waarheid; we stellen
onszelf dus op de eerste plaats.
Efeziërs 2:1 Ook u, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en
zonden,
Dood betekent "zo goed als dood" wegens de zonde. Het loon van de
zonde is de dood. Toen God ons vergaf, gaf Hij ons in feite leven, omdat ons de
doodstraf boven het hoofd hing.
Efeziërs 2:2a waarin gij vroeger gewandeld [zo gedroeg u zich in uw
leven] hebt overeenkomstig de loop dezer wereld [de geest van de wereld, 1
Corinthiërs 2], overeenkomstig de overste van de macht der lucht, ...
Mattheüs 4:8-9 hij is de heerser. Jezus noemde Satan de heerser van deze
wereld; Paulus noemde hem de god van deze wereld. Hier wordt hij aangeduid als
de overste van de macht der lucht.
Efeziërs 2:2b ..., van de geest [hier is sprake van een specifiek
persoon], die thans werkzaam is in de kinderen der ongehoorzaamheid,
U herinnert zich nog wel van een andere preek dat het woord "kind"
niet noodzakelijk betekent "afstammend van". Het betekent af en toe
ook "de karakteristieken vertonen van". Kinderen der ongehoorzaamheid
zijn dus ongehoorzame mensen. Ze vertonen de karakteristieken van
ongehoorzaamheid.
Efeziërs 2:3a (trouwens, ook wij allen [christenen] hebben vroeger
daarin verkeerd, in de begeerten van ons vlees, ...
Koppel dit aan vers 2 overeenkomstig de overste van de macht der lucht,
overeenkomstig de loop der wereld. Hij legt hier uit wat de loop der wereld is
overeenkomstig de begeerten van het vlees. Verbind dit aan 1 Johannes 2:16
de lust van het vlees, de lust der ogen en de trots van het leven dan
beginnen we heel, heel duidelijk, heel specifiek te zien, waar het gedrag dat de
mens vertoont, vandaan komt. De mens weerspiegelt, laat al deze kwade dingen in
zijn leven zien; deze slechte dingen die ik aan het begin van de preek vermeldde
en die komen van Satan, de duivel. Hij communiceert deze naar ons toe en we
handelen op basis van wat hij ons zegt, wat hij naar ons communiceert om te doen.
Efeziërs 2:3b ..., in de begeerten van ons vlees, handelende naar de
wil van het vlees en van de gedachten, en wij waren van nature, evenzeer als
de overigen, kinderen des toorns),
Door de genade van God om 1 Corinthiërs 2 te begrijpen, omdat we bekeerd
zijn, omdat we Zijn geest hebben ontvangen die de gehele mensheid nodig heeft,
zijn we in een andere categorie terecht gekomen, die de bijbel aanduidt met
geheiligd, heiliging, apart gezet. We worden nu (weer een andere terminologie
gebruikend) de zonen van God genoemd. We worden de volwassenen genoemd. We
worden de volmaakten genoemd. Het hangt van de context af; het hangt af van het
woord dat de apostel Paulus of Petrus toevallig gebruikt.
Hij wil dat we zien, dat we tot een andere categorie behoren dan de anderen
en omwille hiervan zouden wij gevoelig moeten zijn voor de communicatie die er
tussen geestelijke wezens en menselijke wezens gaande is. Met deze gave van
gevoeligheid gaat de verantwoordelijkheid samen dat we verplicht zijn deze ook
te gebruiken. Deze stelt ons voor de allereerste keer in ons leven in staat om
werkelijk de keus te maken in de richting te gaan waarin Gods Geest ons leidt.
Daar komt de vrijheid vandaan de vrijheid in Christus Jezus die we
nooit eerder hadden. We zijn bevrijd van de slavernij een werktuig te zijn van
geestelijke wezens die ons praktisch naar wat hun goeddacht, konden gebruiken.
Dit vers zegt ons ook hoe Satan dit doet het geeft in ieder geval een
voorbeeld. Alweer, ik zeg niet dat dit een perfect voorbeeld is, maar met ons
beperkte vermogen lijkt het het beste voorbeeld te zijn dat we konden bedenken;
dat is, dat hij hier de overste van de macht der lucht wordt genoemd.
We begrijpen allemaal dat lucht schijnbaar gewichtsloos is. We gaan er zonder
weerstand te ondervinden doorheen. We zijn ons ervan bewust dat het er is, maar
het is iets etherisch, iets kortstondigs, het is iets dat bij onze omgeving
behoort. Maar we begrijpen ook dat deze substantie, die er is en schijnbaar geen
gewicht heeft, ook het vermogen heeft (als men de wetten daarvoor begrijpt) om
ontzagwekkende dingen te doen in het voordeel van de mens.
We begrijpen dat als de moleculen van lucht heel dicht op elkaar worden
geperst, dat ze dan in staat zijn een vliegtuig dat vele, vele, vele tonnen
zwaar is, van de grond te tillen. We zien het vliegtuig omhoog gaan, maar we
zien niet de kracht die het in feite omhoog doet gaan.
Er zit een ontzagwekkende kracht in een tornado of een orkaan. Het was lucht
die al die gebouwen in het zuiden van Florida ineen deed storten lucht
waarvan alle moleculen zo dicht op elkaar waren geperst dat het er bijna op leek
dat die gebouwen door een honkbalknuppel werden geraakt.
Op dezelfde manier heeft lucht ook de kracht, het ingebouwde vermogen, om
trillingen, signalen te transporteren. We zijn ons er allemaal van bewust dat er
heel wat radiostations en televisiestations signalen uitzenden op een groot
aantal verschillende frequenties, elk signaal op een iets andere frequentie. Die
signalen zijn hier in de zaal waarin we momenteel verblijven. De enige reden dat
we ze niet kunnen zien of horen, is omdat we niet op de juiste golflengte zijn
afgestemd. Maar als we een radio of televisie hebben die in staat is de
frequentie (van het signaal) op te vangen, dan zal dat toestel dat signaal
veranderen in een vorm die hoorbaar is voor onze oren of zichtbaar voor onze
ogen.
Hieruit kunnen we (in ieder geval het basisprincipe) begrijpen, hoe Satan in
staat is met menselijke wezens te communiceren. Hij zit op een of andere manier
altijd op onze golflengte, omdat onze golflengte (blijkbaar) altijd op hem is
afgestemd, als (en dit is een heel groot "als") we dat willen of dat
toestaan. Hier kom ik aan bij het belangrijke punt.
De enige manier om dat signaal van Satan te blokkeren is om op een andere
golflengte af te stemmen. Soms vereist dat heel wat wilskracht samen met ons
geloof. Desalniettemin kan het worden gedaan. We kunnen echt zorgen dat we zijn
signaal niet meer ontvangen.
Laten we Galaten 5 opslaan, omdat ik daar iets wil oppakken met betrekking
tot wat Satan uitzendt.
Galaten 5:19-21 Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn:
hoererij, onreinheid, losbandigheid, 20 afgoderij, toverij, veten, twist,
afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen, 21
nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u waarschuw,
zoals ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het
Koninkrijk Gods niet zullen beërven.
Satan kan niet alleen rechtstreeks gedachten in iemands denken brengen, maar
zijn geest of zijn houding doortrekt alles, straalt van hem uit, wordt door hem
uitgezonden. Let er eens op hoeveel van deze werken van het vlees betrekking
hebben op gevoelens, houdingen zaken zoals uitbarstingen van toorn,
tweedracht, partijschappen, nijd, veten. Daarenboven beginnen veel van de andere
dingen die gewoonlijk niet direct gevoelens zijn, heel vaak met een gevoel,
zoals moord. Dat begint met een gevoel, dat zich ontwikkelt en uitmondt in een
rechtstreekse handeling.
Hoe werkt dat? Stelt u zich eens voor dat u in een of ander kantoor of winkel
werkt. U hebt een duidelijk zicht op de baas, de manager, de supervisor, omdat
hij in een hoekruimte zit met een glazen wand, zodat hij het gehele kantoor of
de gehele winkel kan overzien. U bent in een redelijk goede houding, een
redelijk goed humeur en u werkt goed door, maar om de een of andere reden (zoals
u vaak doet) kijkt u op en u ziet de baas. U kunt van de blik op zijn gezicht
afleiden dat hem iets dwars zit. Misschien heeft zijn gezicht een beetje een
rode kleur. Misschien gaat hij met zijn vingers door zijn haar. Misschien ziet u
wel beide en hij smijt de deur dicht. Misschien draait hij rond op zijn stoel,
staat hij op en ijsbeert hij in zijn kantoorruimte heen en weer.
Juist op dat moment kijkt hij naar buiten en u maakt oogcontact met hem en
hij houdt dat oogcontact voor enige tijd vast. Ik kan u bijna garanderen, dat uw
houding bijna onmiddellijk verandert in een verdedigende en vreesachtige houding.
"Wat heb ik gedaan?" Hij heeft geen woord tot u gezegd. Het enige wat
u deed, was iets van zijn geest opvangen, de houding die ervan hem uitstraalde,
maar in dit geval kon u die duidelijk zien en uw houding begon te veranderen in
overeenstemming met de houding van die ander.
Dat gebeurt altijd. U komt thuis van uw werk, u bent in een goede stemming, u
ontmoet uw vrouw bij de deur, zij is in een slechte stemming en u bent dan
onmiddellijk ook in een slechte stemming. Het zou ook andersom kunnen zijn. Uw
stemming kan in één moment omslaan, zonder dat er een woord is gesproken,
gewoonweg omdat u de stemming van de ander aanvoelt.
Aan de andere kant, het werkt ook andersom. Als u in één ruimte bent met
iemand die opgewekt, gelukkig is, een plezier om om je heen te hebben, altijd
een glimlach op zijn gezicht heeft, schijnbaar altijd het juiste woord op het
juiste moment zegt dan gaat zijn geest u aansteken en u komt in een betere
stemming, omdat hij in een goede stemming is.
Laten we dit eens op Satan toepassen. Hij heeft altijd een slechte houding
(stemming), maar hij is geslepen. Zijn houding gaat altijd gepaard met bedrog,
gedraai, negatieve zaken die verbergen waar hij uiteindelijk op uit is of wat
hij via u hoopt te bereiken.
We hebben van doen met iemand die altijd bedrieglijk is. Bedenk wat Jezus zei
in Johannes 8:44. Voor Satan is het (ik parafraseer) net zo onmogelijk om de
waarheid te zeggen als het voor God is om te liegen. Satan is de vader van de
leugen en wat hij doet, gaat hem heel natuurlijk af. Hij spreekt vanuit zichzelf.
Hij is zo verdraaid, zo verdorven, zo verwrongen in zijn denken, dat hij niet in
staat is tot een wat wij zouden noemen eerlijke, oprechte gedachte. Wat
er altijd van hem uitgaat, komt uiteindelijk neer op haat.
Toen ik deze preek voorbereidde, was ik in Charlotte. Er zijn zo'n twintig
radiostations in Charlotte, daarnaast zijn er nog minstens drie
televisiestations, plus alle televisiekanalen die via de kabel te ontvangen zijn.
Zelfs nu is het geluid van al die stations hier aanwezig in deze zaal. De enige
reden dat we dat niet horen, is dat we niet het vermogen hebben daarop af te
stemmen.
Dat is hetzelfde principe dat met Satan werkt. Hij is altijd in staat op ons
af te stemmen. We moeten begrijpen dat we ons moeten inspannen om hem juist niet
te ontvangen. Op een bepaalde manier zijn we in ons leven altijd in zekere mate
in het defensief. We behoeven niet zo waakzaam te zijn en bezorgd dat we elk
moment zondigen. Maar we moeten dat defensieve aspect wel voortdurend deel van
ons leven laten uitmaken, om ons bewust te blijven dat hij ergens in de buurt is
en in staat is deze dingen te doen.
We kunnen die dingen niet altijd gemakkelijk opvangen, omdat Satan zo
geslepen is om ze aan de man te brengen. Er zullen tijden zijn dat hij dingen op
ons overbrengt. Gemeente, we kunnen altijd beoordelen waar ze vandaan kwamen, op
basis van de vruchten die ze voortbrengen.
Wat zullen die vruchten zijn? Ze zijn in de bijbel vrij duidelijk aangegeven.
Het kan zijn dat er een groot aantal vruchten wordt voortgebracht in termen van
handelingen die als resultaat daarvan worden uitgevoerd. Ze worden ons in
Galaten 5:19 gegeven hoererij, onreinheid en zulk soort dingen. Maar ik heb
het oog op andere dingen, omdat er niet noodzakelijkerwijs altijd iets zal zijn
dat zo duidelijk als vrucht voortkomt uit een handeling van Satan. Maar toch
kunnen we er altijd op rekenen, dat we in staat zullen zijn de bron van de geest
achter de dingen te vinden door de vrucht die wordt voortgebracht. De vrucht zal
altijd verwarring zijn, daarna zal het verdeeldheid voortbrengen en
daarna komt oorlogsvoering.
Soms slaagt hij erin deze dingen tot stand te brengen zonder het voordeel van
de andere dingen. Ik geef hier een algemene volgorde. Eerst verwarring, daarna
verdeeldheid en ten derde oorlogsvoering. Deze dingen worden in de bijbel
duidelijk aangeduid en we zullen ze zien als we verdergaan.
Deze hele knoeiboel begon toen Satan zichzelf een leugen vertelde, die hij
geloofde. Die leugen was onthoud dit goed, omdat het deel uitmaakt van zijn
werkwijze en iets is dat hij heel effectief zal toepassen op ons mensen. Ik durf
ook wel te zeggen dat veel van de problemen die we hebben om met elkaar te
kunnen opschieten, zullen beginnen in wat ik op het punt sta nu te zeggen. Het
begon allemaal hiermee met Satan.
Het begon toen hij vond dat hij niet zo werd behandeld als waar hij recht op
had. Reageren we gewoonlijk niet af op andere mensen als we vinden dat ze ons
niet behandelen zoals we eigenlijk verdienen?
Satan vond dat God hem onrechtvaardig behandelde. Dat is onmogelijk. God is
liefde. Maar die gedachte deed ijdelheid in hem ontstaan. Daarna loog hij tegen
zichzelf over de oplossing. De oplossing was, daar hij niet rechtvaardig
behandeld werd, dat hij daarboven zou gaan staan door God aan te vallen en Hem
van Zijn troon te stoten. Dan zou hij de baas zijn en de positie hebben die hem
toekwam de positie waar hij in feite recht op had. Dat is het in een notedop.
We zien dat in de meeste gevallen de verwarring, de verdeeldheid en de
oorlogsvoering, die er onder mensen plaatsvindt, bijna altijd volgens dit
patroon verloopt. Iemands gevoelens worden gekwetst, waardoor de deur voor Satan
wijd open staat en wat gebeurt er dan? Gaan we dan niet denken: "Ik verdien
een betere behandeling dan dat. Die anderen, dat zijn schoften!"? We
bedenken allerlei redenen waarom we het hun betaald moeten zetten en de volgende
keer dat ze hun mond tegen me opendoen, dan zal ik ze eens wat laten horen.
We werken ons naar een toestand waarin we bitter worden, misschien wel
depressief, maar ik kan u verzekeren dat als dat niet onder controle wordt
gebracht, het zal leiden tot verdeeldheid en oorlogsvoering. Wat wordt er in een
gezin voortgebracht? Scheiding. Het stel trekt ten oorlog en ze gaan uit elkaar.
Hetzelfde gebeurt op een grotere schaal in naties, maar dit principe is heel
belangrijk om te begrijpen wat er in ons leven zal gaan gebeuren.
De volgende keer zullen we nog meer details gaan invullen over hoe Satan tot
ons denken doordringt.
|