|
Sermon: Doen leerstellingen er werkelijk toe? (Deel 4)
#659BNL
John W. Ritenbaugh
Given 06-Apr-04
summary: John Ritenbaugh bindt de strijd aan met de populaire protestantse leerstelling van eeuwige zekerheid - het idee dat een geroepen iemand absoluut geen aandeel heeft in het proces van behoud. Hij duidt uit dat passiviteit en zelfingenomenheid dodelijk zijn voor geestelijk overleven. God is ons geen behoud "verschuldigd" op basis van Christus' offer. Evenals het oude Israël zijn wij geroepen om te wandelen, onze vleselijke natuur op actieve en krachtige wijze ter dood te brengen, de verzoeking om zelfingenomen of bang te zijn te weerstaan. In de eindtijd wordt de strijd exponentieel moeilijker. Christus waarschuwt ons niet gevangen te raken in de zorgen van deze wereld, belast en overladen door druk bezigzijn en afleidingen. Een voorbereiding op toekomstige vervolging houdt ook in grondig overtuigd te zijn van leerstellingen, de juiste conditie te hebben om stand te houden en de angst voor zelfopoffering en zelfverloochening te weerstaan en deze te vervangen door een onvoorwaardelijke onderwerping aan God, daar zelfopofferende liefde het tegengif is tegen angst.
transcript:
We gaan deze preek beginnen in Lucas 13:24-28.
Lucas 13:24-28 Strijdt om in te gaan door de enge poort, want velen,
zeg Ik u, zullen trachten in te gaan, doch het niet kunnen. 25 Van het
ogenblik af, dat de heer des huizes is opgestaan en de deur gesloten heeft,
zult gij beginnen buiten te staan en aan de deur te kloppen zeggende: Here,
doe ons open, en Hij zal antwoorden en tot u zeggen: Ik weet niet, vanwaar
gij zijt. 26 Dan zult gij beginnen te zeggen: Wij hebben voor uw ogen
gegeten en gedronken en in onze straten hebt Gij geleerd. 27 En Hij zal tot
u spreken, zeggende: Ik weet niet, vanwaar gij zijt; gaat weg van Mij, alle
gij werkers der ongerechtigheid. 28 Daar zal het geween zijn en het
tandengeknars, wanneer gij Abraham en Isaak en Jakob zult zien en al de
profeten in het Koninkrijk Gods, maar uzelf buitengeworpen.
Sommige van de christelijke kerken uit deze wereld hebben een leerstelling
getiteld "Eeuwige zekerheid" en sommige, misschien slechts enkele,
hebben "Uiterste eeuwige zekerheid". Deze leerstelling neemt zonder
bewijs aan dat als iemand eenmaal het bloed van Jezus Christus heeft aanvaard,
behoud verzekerd is. Deze leerstelling doet het leven van een christen bijna
lijken op een zondagswandeling.
Deze leerstelling was één van de centrale thema's van de protestantse
Hervorming, waarbij theologen zoals Maarten Luther en Johannes Calvijn de
leerstellingen verwierpen die zij als katholiek beschouwden. Het centrale
thema van deze leerstelling beweert dat een geroepen iemand absoluut geen
aandeel heeft in het proces van behoud. Dat is de leerstelling die zij "Uiterste
eeuwige zekerheid" noemen.
Geloof in deze leer was één van de hoofdredenen dat Maarten Luther de brief
van Jacobus verwierp. Hij noemde het "een brief van stro" daar hij
duidelijk zag dat deze brief eeuwige zekerheid verwierp. Jacobus maakt het
duidelijk dat iemands werken belangrijk zijn voor zijn behoud, omdat hij stelt
dat "geloof zonder werken dood is". Gemeente, de conclusie is
duidelijk dat dood geloof niet zal leiden tot een opstanding ten leven.
We kunnen hiervan leren dat deze verwerping van duidelijk uitgedrukte
bijbelse waarheid niet beperkt is tot de man in de straat. Daarmee bedoel ik dat
mensen die als prominent worden beschouwd, zoals Maarten Luther en Johannes
Calvijn, het ook bij het verkeerde eind hadden. Zelfs al werd het hun door
anderen uitgelegd, toch verwierpen zij het ten gunste van wat zij hadden bedacht.
Zei Jezus de oprichter van het christendom niet duidelijk dat de weg
ten leven moeilijk en eng is? Waarom zijn er zoveel waarschuwingen en
aansporingen niet van de weg af te gaan als een succesvol eindresultaat
feitelijk verzekerd is zodra men eenmaal begint? Is Israëls tocht door de
woestijn niet een type voor christenen om van te leren?
Laten we Hebreeën 3 opslaan. We zullen daar iets doornemen.
Hebreeën 3:17-19 En van wie heeft Hij een afkeer gehad, veertig
jaren lang? Was het niet van hen, die gezondigd hadden en wier lijken in de
woestijn lagen? 18 Aan wie anders zwoer Hij, dat zij tot zijn rust niet
zouden ingaan, dan aan hen, die ongehoorzaam geweest waren? 19 Zo zien wij,
dat zij niet konden ingaan wegens hun ongeloof.
Hebreeën 4:1-2 Laten wij daarom op onze hoede zijn, dat niemand van
u, terwijl nog een belofte van tot zijn rust in te gaan bestaat, de indruk
zou wekken achter te blijven. 2 Want ook ons is het evangelie verkondigd
evenals hun, maar het woord der prediking was hun niet van nut, omdat het
niet met geloof gepaard ging bij hen, die het hoorden.
Eén van de meest schokkende lessen die men uit Israëls tocht door de
woestijn kan trekken is hoe weinigen van de oorspronkelijke groep van ongeveer
twee tot drie miljoen Israëlieten die Egypte verlieten, levend in
het beloofde land aankwamen. Als we hen die toen ze uittrokken twintig jaar of
jonger waren niet meetellen, worden er in feite maar twee (2)
genoemd die er aankwamen: Jozua en Kaleb. Het is redelijk aan te nemen dat hun
vrouwen en kinderen er ook aankwamen, maar beseffen we welk percentage dat is?
Dat is een tienduizendste deel van één procent. Dat is ongelooflijk laag en
voor iemand die ernst maakt met behoud is dit niet iets wat tot passiviteit
aanzet om in het Koninkrijk van God aan te komen.
Ik ben er zeker van dat dit het punt is dat God onder de aandacht wil brengen,
omdat alles wat Hij doet gedaan wordt in liefdevolle wijsheid teneinde het beste
en meeste voor Zijn doel tot stand te brengen. Soms heeft een ontnuchterende
schok zoals deze zijn waarde. De les is duidelijk. Zijn doel is niet alleen maar
het geven van behoud. Het wordt duidelijk dat het Zijn doel is om het beste en
meeste voor Zijn gezinskoninkrijk tot stand te brengen door hen die tot behoud
geroepen zijn, een aandeel te geven in het overwinnen van de neerhalende
krachten van de menselijke natuur.
Satan heeft er heel hard aan gewerkt om de mensen van een concept te
overtuigen dat er heel dichtbij komt dat God ons behoud schuldig is en wel
geheel op basis van het offer van Christus. Ik ben er zeker van dat zij die in
deze leerstelling van "eeuwige zekerheid" geloven, dat niet zullen
zeggen, maar hun gebrek aan verandering laat zien dat iets van die aard de drang
om vrucht voort te brengen vermindert. Wat zij beweren is praktisch hetzelfde
als te zeggen dat toen God Israël eenmaal van hun slavernij in Egypte bevrijd
had, ze niet door de woestijn naar het beloofde land behoefden te lopen.
Gemeente, hun werk was om samen met de anderen die dezelfde richting uitgingen,
in eenheid te wandelen. En zelfs dat konden ze niet!
Het beeld dat de woorden in Hebreeën 3 tot uitdrukking brengen, in het
bijzonder het laatste deel van het hoofdstuk, is er één dat laat zien dat er
ontelbaar veel lijken van mensen chaotisch over het gehele gebied, zover als het
oog reikte, verstrooid lagen. Dit maakt mij duidelijk dat degenen die omkwamen
tot de groep behoorden. Denk aan Jezus' gelijkenis over de zaaier, aan het zaad
dat op steenachtige grond viel. Dat zaad schoot op, maar zodra er problemen
kwamen stierf het. Ze verdwenen uit beeld. Dit maakt mij duidelijk dat zij die
omkwamen voor een bepaalde tijd tot de groep behoorden en dus enige vooruitgang
boekten op weg naar het beloofde land. Ze hielden enige tijd vol, maar dat was
niet genoeg. Hun geloof verminderde langzamerhand en toen zich een verzoeking of
een beproeving voordeed, keerden zij zich af van de weg en stierven.
De brief aan de Hebreeën als geheel is een dertien hoofdstukken lange
toespraak die tot actie aanzet, die christenen met krachtige argumenten
aanspoort om in de richting van het doel in beweging te komen. Die brief zegt in
principe dat er in de geschiedenis van de mensheid nooit iets beters aan enige
uitverkozen groep mensen is aangeboden. De schrijver spoort ons aan niet langer
vreesachtig passief te zijn, maar de hand uit te strekken en alles te doen wat
nodig is om ons aan God te onderwerpen, op krachtige wijze het behoud aan te
grijpen en op weg te gaan naar volkomenheid.
De brief aan de Hebreeën bevat aantoonbaar de krachtigste zelfs
angstaanjagende gedeelten in geheel de bijbel, in het bijzonder meer naar
het einde van Hebreeën. Laten we met dat in gedachten nu verdergaan in de tijd
naar onze tijd, de dag van vandaag, en kort aandacht
schenken aan de tijden waarin wij leven, terwijl we kijken naar een
gedeelte van een verhandeling die Jezus rechtstreeks richtte op diegenen van ons
die in de generatie van de eindtijd leven.
Houdt, terwijl we door Mattheüs 24 heengaan, altijd de Israëlieten in
gedachten en waar zij doorheen moesten de algemene sfeer en omstandigheden.
Mattheüs 24 beschrijft iets van de omstandigheden waarin wij leven en die nog
zullen aanbreken.
Mattheüs 24:21-22 Want er zal dan een grote verdrukking zijn, zoals
er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer
wezen zal. 22 En indien die dagen niet ingekort werden, zou geen vlees
behouden worden [in leven blijven]; doch ter wille van de uitverkorenen
zullen die dagen worden ingekort.
Mattheüs 24:12-13 En omdat de wetsverachting toeneemt, zal de liefde
van de meesten verkillen. 13 Maar wie volhardt tot het einde, die zal
behouden worden.
We hebben dit punt (van de verzen 21 en 22 ) nog niet bereikt in de
vervulling van deze profetieёn, maar de
ontwikkelingen in onze maatschappij duiden er sterk op dat we precies op schema
liggen. Er gebeurt genoeg om te kunnen weten dat we al verder zijn dan de
aanloopfasen van deze verdrukking, en de tijden worden voortdurend gevaarlijker
en niet alleen voor ons fysieke leven.
Het Nederlandse woord dat vertaald is met "verdrukking" komt van
het Griekse thlipsis. Dat betekent een zeer grote druk. We zouden
het met "stress" kunnen vergelijken, maar we moeten eraan toevoegen
dat het in feite een intens grote stress betekent. Met andere
woorden het is niet een 'gewone' stress. Het is iets dat ver boven het gewone
uitgaat. Zulk soort dingen die elke dag kunnen gebeuren zijn in de eindtijd heel
gewoon, en in de eindtijd zullen deze dingen met elkaar een intens grote
stress vormen een stress die groter is dan normaal. Met andere woorden het
is een stress die intenser is dan de doodgewone, alledaagse stress. In deze
context is de stress waarmee we dan dagelijks te maken zullen hebben heel intens,
zelfs zo intens dat ons leven erdoor wordt bedreigd.
Omdat Jezus ook volharden noemt in de context van een geestelijke liefde (vers
12 en 13) moeten we ook geestelijke stress in beschouwing nemen,
een stress die ontstaat door verwarring en ons weglokt van het Koninkrijk van
God en Gods doel, en sterke uitdagingen oplevert om als deel van de verdrukking
de liefde van God los te laten. Dit is reeds gaande door het gemak waarmee
vermaak bereikbaar is. Het komt in deze tijd rechtstreeks in ons huis middels
televisie en ook via de glanzende, in het oog springende, lust opwekkende
aandacht voor het winkelen voor artikelen die zo gemakkelijk beschikbaar zijn
dat het iemand verleidt tot een tijdverspillende, geestelijke lethargie.
Dit gebeurt allemaal in het alledaagse kader van een constant moe worden door
in het nieuws te horen over gebeurtenissen met een angstaanjagend geweld,
verschrikkelijke ongelukken, politieke corruptie, economische corruptie,
natuurrampen, ziekten en misschien zelfs economische problemen die uiteindelijk
iedereen van ons zullen raken. Voortdurend slecht nieuws, met weinig hoop op
verbetering, is een stress die intens vermoeiend is.
Veel van de stress van deze tijd ontstaat door een overvloed aan informatie.
Het leven is voor de grote meerderheid van de mensen die ooit hebben geleefd,
altijd moeilijk geweest, maar niemand in de gehele geschiedenis heeft praktisch
zijn gehele leven aan de constante, intense druk van de eindtijd blootgestaan.
Wij leven in een tijd die volgens Jeremia 30:7 uniek is in de geschiedenis van
de mens. Jeremia zegt daar dat "het een tijd van benauwdheid voor Jakob"
is een tijd zoals er nooit eerder op aarde is geweest. Jezus vergeleek de
eindtijd met de tijd van Noach, maar zelfs dan is de intense druk groter dan die
in de tijd van Noach was. De tijd van Noach is gewoon het beste voorbeeld van
hoe het zal zijn, maar het zal zelfs erger zijn.
We moeten ons nu iets afvragen. Heeft God ons bijzondere instructies gegeven
die we kunnen volgen als we deze periode naderen? Ja, dat heeft Hij zeker. Op
een bepaalde manier zijn ze kort en iedereen zou ze moeten kunnen begrijpen. Op
een bepaalde manier echter hebben we ze niet begrepen, omdat we besloten iets te
benadrukken dat in feite maar een klein deel van de waarschuwing uitmaakte.
Laten we weer naar het boek Lucas gaan.
Lucas 21:29-33 En Hij sprak een gelijkenis tot hen: Let op de
vijgeboom en op al de bomen. 30 Zodra zij uitlopen, weet gij uit uzelf,
omdat gij het ziet, dat de zomer reeds nabij is. 31 Zo moet ook gij, wanneer
gij dit ziet geschieden, weten, dat het Koninkrijk Gods nabij is. [We weten
dat we in die tijd leven.] 32 Voorwaar, Ik zeg u, dit geslacht zal geenszins
voorbijgaan, voordat alles geschiedt. 33 De hemel en de aarde zullen
voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.
Hier hebben we de versie van Lucas van dezelfde verhandeling die we in
Mattheüs 24 vinden, waarin Hij ons waarschuwt. Waar waarschuwde Hij ons voor?
Er is iets in Mattheüs 24 waarbij we de neiging hebben dat te bagatelliseren.
Mattheüs 24:6 Ook zult gij horen van oorlogen en van geruchten van
oorlogen. Ziet toe, weest niet verontrust; want dat moet geschieden, maar
het einde is het nog niet.
Als Jezus dit in deze zin bedoelde van iets dat van wereldomvattend belang is
een wereldomvattende invloed heeft dan kon het niet erg van toepassing
zijn op de mensen in de dagen van Jezus, omdat de wereld voor hen vrijwel
beperkt was tot het Middellandse Zeegebied. Ze hadden geen radio. Ze hadden geen
televisie. Ze hadden geen telefoon. Ik bedoel te zeggen dat de communicatie van
toen vergeleken met die van deze tijd heel langzaam ging. Ik geloof zeker dat
waar we hier in Mattheüs 24 naar kijken voornamelijk gericht is op hen die in
de eindtijd leven, als er wel radio, televisie en allerlei soorten van
snelle communicatie-mogelijkheden zijn.
Er kan geen dag voorbij gaan zonder dat we over oorlog horen, of een of ander
gewapend gevecht, of een conflict waarbij ergens op aarde mensen worden gedood,
of dat nu in Afghanistan is of in Pakistan, of in Irak, in Spanje, in Somaliё
en andere gebieden in Afrika, of nu zelfs in de Verenigde Staten. Het gebeurt
elke dag en we zijn er ons bewust van. We besteden er misschien niet zoveel
aandacht aan, maar het blijft in ons denken hangen dat het is gebeurd. Het
draagt bij aan de intensiteit van de stress en houdt ons een beetje gespannen.
Maar Jezus zei hier dat ondanks dat we al deze dingen horen, het einde nog
niet is aangebroken.
Ik ben tot de conclusie gekomen dat al die dingen die Hij in de verzen 4 tot
minstens 12 noemt, dat geen van hen absoluut een teken van het einde is. Ik zeg
niet dat ze niet in de eindtijd zullen plaatsvinden. Ze zullen zeer zeker
in de eindtijd plaatsvinden, maar geen van die dingen is van zichzelf of zelfs
niet gezamenlijk, een teken van de eindtijd. Die dingen kunnen op elk moment in
de geschiedenis plaatsvinden. Beginnend met vers 12 gaan de dingen ernstiger
worden voor ons die in de eindtijd leven.
Geen van deze dingen die we elke dag zien en horen, zijn van zichzelf
noodzakelijkerwijs tekenen van de eindtijd. Wat Hij hier zegt in de vorm van
geestelijke instructie voor ons, is onszelf niet toe te staan erin op te gaan,
omdat ze heel gemakkelijk valse tekenen kunnen worden waaraan men
veel te veel belang kan hechten.
Die dingen vinden plaats en ze vinden in een steeds hoger tempo plaats, en ze
vinden ook met een steeds toenemende intensiteit plaats. Ze beginnen ook hier in
dit land plaats te vinden. Wat is dan Jezus' instructie? Als we dit uit Lucas 21
lezen, moeten we op de eerste dingen letten die Hij in vers 34 zegt.
Lucas 21:34-36 Ziet toe op uzelf, dat uw hart nimmer
bezwaard worde door roes en dronkenschap en zorgen voor levensonderhoud, en
die dag niet plotseling over u kome, 35 als een strik. Want hij zal komen
over allen, die gezeten zijn op het oppervlak der ganse aarde. 36 Waakt te
allen tijde, biddende, dat gij in staat moogt wezen te ontkomen aan alles
wat geschieden zal, en gesteld te worden voor het aangezicht van de Zoon des
mensen.
Zegt Jezus dat we moeten letten op de wereldgebeurtenissen? Nee, dat doet Hij
niet! Die zullen ons overkomen, of we dat nu willen of niet, en we zullen
gedwongen worden ervan te horen. Hij zegt op onszelf te letten. "Let op
uzelf zodat u niet in al de verwarring waarin de maatschappij verkeert, wordt
meegezogen." "Let op uzelf." Hier noemt Hij wat
beslist één van de grootste gevaren voor ons behoud is. Hij gebruikt het woord
"bezwaard". Dit gebeurt door een overvloed aan informatie. Dit gebeurt
door het met de verkeerde dingen bezig zijn, of op de verkeerde manier met veel
dingen bezig zijn. Dit woord "bezwaard" duidt op een denken dat onder
stress staat doordat het met teveel dingen altijd maar bezig is.
Is God tegen bezig zijn? We zijn naar Gods beeld geschapen en Hij is
voortdurend bezig. Jezus zei: "Mijn Vader werkt en Ik werk ook," maar
Hij is er erg op tegen dat Zijn kinderen niet de baas over hun eigen leven zijn,
waardoor hun aandacht op de verkeerde dingen wordt gericht en ze met de
verkeerde dingen bezig zijn. Als we niet voorzichtig zijn, lokt de
wereld ons ertoe om geestelijk zwak te worden door mentaal, fysiek en geestelijk
te geconcentreerd met teveel dingen bezig te zijn.
Als we terugkijken naar de brief aan de Hebreeën zien we, dat die mensen
tot wie deze brief in die tijd rechtstreeks was gericht toen geen geweldige
vervolging moesten doorstaan, maar ze dreven weg doordat ze verward geraakten
door alles wat op hen afkwam. Daarom wordt ons gezegd uit de wereld te komen,
omdat er zoveel van onze zelfbeheersing wordt gevraagd om te voorkomen dat ons
geloof stapje voor stapje wordt uitgehold.
Jezus zegt hier in algemene zin dat de wereld een val is waarin men heel
gemakkelijk trapt. Haar aantrekkingskracht op onze natuur is erg groot. Onze
natuur wordt als ijzer naar een magneet getrokken. We moeten waakzaam
zijn, niet voor wat betreft het wereldnieuws, maar voor wat betreft onszelf.
Daarom wordt het aan gebed gekoppeld. We moeten ons voordeel doen met het
voorrecht dat we hebben, dat we voor God mogen komen, maar voor we voor Gods
aangezicht verschijnen moeten we voor onszelf zorgen, waakzaam zijn, zodat we
weten waarover we Hem moeten bidden.
We moeten niet waakzaam zijn aangaande het wereldnieuws, zodat we daarover
kunnen bidden; we moeten Hem bidden wat er in ons verkeerd is en
veranderd moet worden en waarvoor we kracht moeten ontvangen. Gemeente, liefde
is hierin één van de belangrijkste elementen zoals we in het verdere van deze
preek zullen zien. Jezus noemde heel specifiek dat in deze uitputtende tijd de liefde
zou verkillen de liefde voor God. Omdat de wereld zoveel aantrekkingskracht
heeft op de menselijke natuur gaat die liefde bij ons minder worden, en als die
minder wordt dan verdwijnt ook de liefde voor de medebroeders, omdat die twee
onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.
In deze context betekent "waakzaam zijn" op je hoede zijn, niet
gericht op het wereldnieuws, maar op de eigen geestelijke positie in relatie met
de wereld om ons heen en het Koninkrijk van God. Hiervoor hebben we een
klaarwakkere aandacht nodig en moeten we ons op de juiste doelen richten.
Haal u de vijf stappen die tot vervolging leiden, nog eens voor de geest; ik
gaf u die in de preek van 20 maart. De eerste was het "aanduiden en het tot
een stereotype maken" van de groep. De tweede was de groep "terugbrengen
tot een randverschijnsel". De derde was "beschimping". De vierde
was "het als misdaad aanduiden". En tenslotte stap vijf, dit was
"rechtstreekse vervolging". De stappen 1, 2 en 3 zijn al stevig in de
maatschappij verankerd en stap vier is momenteel in uitvoering. Stap 5 heeft
reeds een testcase gehad in de Branch Davidians groep. Het punt is duidelijk. We
leven nu in een tijd om onszelf in conditie te brengen voor wat ons mogelijk te
wachten staat.
Weet u dat met de Branch Davidians groep zo'n tachtig mensen, die geen
bedreiging voor de veiligheid van de staat vormden, door de regering werden
vermoord? Was er ook maar enige verontschuldiging van de kant van de regering
voor wat ze deden?
Onze voorbereiding op wat gaat komen begint met een overtuiging aangaande
leerstellingen wat ons is geleerd.
Maleachi 3:1-2a Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de
weg bereiden zal; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij
zoekt, namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert. Zie, Hij komt, zegt
de HERE der heerscharen. 2 Doch wie kan de dag van zijn komst verdragen, ...
Dit komt nu pal op u en mij af. "Wie zal overleven?" dat is wat dat
woord "verdragen" betekent. "Wie zal dat overleven?"
Maleachi 3:2-3a Doch wie kan de dag van zijn komst verdragen, en wie
zal bestaan [Erop duidend dat ze in leven zijn. Het Hebreeuws kan ook
betekenen "staan", dus wie zal op zijn voeten staande tot God
naderen?], als Hij verschijnt? Want Hij zal zijn als het vuur van de smelter
en als het loog van de blekers [iets dat reinigt, schoonmaakt]. 3 Hij zal
zitten, het zilver smeltend en reinigend. Hij zal de zonen van Levi reinigen,
...
Dit slaat echt op ons, omdat de Levieten een type van de kerk waren.
Natuurlijk bestond een deel van de Levieten uit priesters en 1 Petrus 2:9 maakt
duidelijk dat de kerk "een koninkrijk van priesters is". Raad dan maar
eens over wie hij het hier heeft. Wie zal er in de eindtijd, ten tijde van Zijn
wederkomst, gereinigd worden? Zijn wij dan in staat staande te blijven? Zij die
gereinigd worden zijn "wij" de kerk!
Ik ben er zeker van dat gereinigd worden met blekersloog of zoals zilver door
het vuur te moeten gaan, niet altijd aangenaam zal zijn. Hij zal alle
maatregelen nemen die nodig zijn om er zeker van te zijn dat Zijn kerk voor Hem
aanvaardbaar zal zijn.
Maleachi 3:3b-5 ..., opdat zij de HERE in gerechtigheid offer brengen.
4 Dan zal het offer van Juda [Een type van de kerk. Wij zijn geestelijke
joden.] en van Jeruzalem de HERE aangenaam zijn als in de dagen van ouds en
als in vroegere jaren. 5 Ik zal tot u ten gerichte naderen; Ik zal een
snelle aanklager zijn tegen de tovenaars, tegen de echtbrekers, tegen de
meinedigen, tegen hen die het loon van de dagloner drukken, weduwe en wees
verdrukken, en de vreemdeling terzijde dringen, maar Mij niet vrezen, zegt
de HERE der heerscharen.
Als iedereen gereinigd wordt, worden we om het in een andere vergelijking
te gieten ontzuurd. God laat zien dat Hij vervolging zal gebruiken om Zijn
volk te reinigen door hun loyaliteit te testen. We weten dat onze loyaliteit
voortdurend wordt getest, maar er komt een tijd dat we een heel wat diepergaande
overtuiging nodig zullen hebben aangaande wat we geloven. Dit wordt heel
belangrijk, omdat het Zijn doel is dit geloof in ons karakter te laten opgaan.
Als mensen echt overtuigd zijn van hun geloof, dan zullen ze zich heel anders
gedragen dan als ze er niet geheel zeker van zijn. Hier wordt dit punt
belangrijk in feite superbelangrijk omdat de lafhartige gelovigen, die
een verontreiniging van de kerk zijn, uit de kerk zullen worden verwijderd. Daar
gaat Maleachi 3:3 over. Ze zullen of worden verwijderd, of anders ... Dat is
heel ontnuchterend.
Aangezien wij nu op onze pelgrimstocht zijn, denk ik dat het ons erg zal
helpen als we het verslag van Israëls tocht door de woestijn weer voor de geest
halen. We gaan daarvoor naar Hebreeën 3, de verzen 14 en 15. Daar staat een
punt waar we aandacht aan moeten schenken.
Hebreeën 3:14 Want wij hebben deel gekregen aan Christus, mits
wij het begin van onze verzekerdheid tot het einde onverwrikt vasthouden.
"Wie tot het einde toe zal volharden, zal behouden worden." "...,
mits wij het begin van onze verzekerdheid tot het einde onverwrikt vasthouden."
Hij bedoelt het geloof dat we aan het begin van onze bekering hadden het
geloof dat ons ertoe bracht te geloven dat Jezus Christus onze Verlosser is, en
dat we door Zijn bloed behouden worden. Dat leidde ons tot berouw en bekering,
dat leidde ertoe om ons denken in relatie met God en de manier waarop we leefden
te veranderen, zodat we werden gedoopt en het nieuwe verbond met God sloten,
waarna we volgens die manier begonnen te leven op basis van de overtuiging die
we hadden betreffende het onderwijs dat we tot die tijd hadden genoten.
"Want wij hebben deel gekregen aan Christus." Hij heeft het nu over
een eindresultaat "mits wij het begin van onze
verzekerdheid tot het einde onverwrikt vasthouden." Maar een paar verzen
verderop kwam hij toe aan dat punt van de lijken die door de gehele woestijn
lagen verspreid. Het punt waar het hem om ging was dat deze mensen niet tot het
einde toe aan hun overtuiging vasthielden. Toen ze uit Egypte trokken waren ze
vervuld van vreugde. Toen God de Rode Zee in tweeёn
spleet dansten ze en vierden daar in Exodus 15 een groot feest. Maar het lijkt
erop dat vanaf dat moment die grote wonderen naar de achtergrond van hun denken
wegzakten, en ze hielden niet vast aan de vreugde en het geloof en de
overtuiging die ze toen hadden. Paulus' waarschuwing is dan ook:
Hebreeën 3:15 Als er gezegd wordt: Heden, indien gij
zijn stem hoort, verhardt uw harten niet zoals bij de verbittering.
Elke dag is belangrijk. Bill had in de afgelopen weken een schokkende
ervaring. Een vriend van hem, die hij nog maar net had gesproken, van ongeveer
dezelfde leeftijd als Bill, viel dood neer terwijl hij aan het trainen was voor
de marathon van Boston. Als hij plannen had aan de marathon van Boston mee te
doen, om die 26 mijl te lopen, dan dacht hij helemaal niet van zichzelf dat hij
in slechte conditie was. Maar hij viel zomaar onverwacht neer en dat was het
einde. Deze jonge kerel verdiende in zijn leven heel wat geld en ik denk dat
zijn gezin daar wel de vruchten van zal plukken, maar hij heeft er niet echt van
kunnen genieten. Daarom zegt Paulus "Heden!" Niemand heeft de
garantie dat hij morgen nog leeft en dus is iedere dag belangrijk, dat we de
wereld niet toestaan ons van het geloof weg te trekken en daarmee ook de liefde
die we aan het begin hadden. "Mits wij het begin van onze verzekerdheid tot
het einde onverwrikt vasthouden."
Ik weet uit eigen ervaring dat u dit moeilijk vindt. Israël vond het heel
moeilijk. Het is moeilijk om onszelf opgeladen te houden en in de juiste
richting te blijven gaan, omdat er zoveel dingen zijn die onze vastbeslotenheid
aantasten en verminderen. Als we niet op onze hoede zijn en werkelijk waakzaam,
dan worden we meegetrokken en dat gebeurt heel geleidelijk.
Maar plotseling worden we wakker. "Wat gebeurt er met me? Ik bid niet
zoals ik eerder deed. Ik studeer niet meer zoals vroeger. Ik verlies mijn
interesse. Ik zoek naar uitvluchten om niet naar de dienst te hoeven gaan."
We voeden onze kinderen niet meer op, enzovoort. We verliezen onze visie, omdat
de wereld voor het Koninkrijk van God is geschoven en de wereld ons het uitzicht
erop ontneemt. Het ligt niet in onze bedoeling dat dat gebeurt.
Het gebeurt zomaar vanzelf, omdat de menselijke natuur er zo door wordt
aangetrokken. Onze goddelijke houding valt weg en we ontdekken opeens dat we
knorrig zijn, en boos, en verdrietig, enzovoort.
Gelet op het ontnuchterende belang van geloof, zoals deze verzen hier in
Hebreeën 3 en 4 laten zien, het contrasterende alom heersende ongeloof dat in
de opiniepeiling van Barna tot uiting komt onder mensen die beweren christenen
te zijn, gecombineerd met de toenemende vervolging van christenen die eraan komt,
dan zijn er dingen die we serieus in overweging moeten gaan nemen.
Ik wil u iets vragen. Als u onder andere hoopt dat u aan het ergste van de
wraak die zich overal ter wereld aan het opbouwen is, zult ontkomen door naar
een plaats van veiligheid te worden gebracht, dan hoop ik voor u dat dat zo is.
Als dat zo is dan is dat een redelijke hoop, omdat God die mogelijkheid Zelf aan
de orde heeft gesteld. Maar dan komt nu de vraag. Denkt u dat God die hoop in
vervulling zal doen gaan als iemand slechts zo af en toe en erg onregelmatig Hem
zoekt, en daarbij koppig weigert te geloven in en zich te onderwerpen aan de
leer van de schriften? Wilt u de gok wagen dat Hij niet op dat verzuim zal
letten?
We hebben de juiste leerstellige basis nu meer nodig dan ooit te voren, omdat
het in deze tijd een tijd van voorbereiding is. Het is een tijd van training
voor wat ons te wachten staat. Het doel van training is om instinctieve reacties
tot stand te brengen. Ik zeg instinctieve. Bill zei in zijn korte preek geconditioneerde.
God wil dat, maar het is een instinctieve of geconditioneerde reactie op de weg
van God totdat de juiste keuzes en de juiste reacties deel van onze natuur zijn
geworden. Daarom gaan atleten door zo'n intensieve training. Dat is de reden
achter die harde en zware training die pianisten, zangers en iedereen moet
ondergaan om een gave of een vaardigheid die ze hebben gekregen, te ontwikkelen.
Ze doen dit opdat iedere reactie automatisch komt zonder erbij te hoeven
nadenken. Ze hebben het zo vaak gedaan, dat ploep! ploep! ploep! het gewoon
vanzelf gaat.
God legt ons het vuur na aan de schenen en dat wordt steeds intenser. Een
groot deel van de intense druk zal vanuit de wereld komen als we haar weerstaan.
Laten we naar Daniël 11:31 gaan om iets even kort aan te stippen. Dit staat
in het midden van de langste profetie in de bijbel. De inleiding erop begint
reeds in Daniël 10:1, maar als we in Daniël 11:31 aankomen, komen we heel
dicht bij de eindtijd.
Daniël 11:31-35 Dan zullen strijdmachten door hem op de been
gebracht worden; zij zullen het heiligdom, de vesting, ontheiligen, het
dagelijks offer doen ophouden en een gruwel oprichten, die verwoesting
brengt. [Komt dat niet erg overeen met Mattheüs 24 en Lucas 21?] 32 En
degenen die zich misgaan tegen het verbond, zal hij [dat is het beest] door
vleierijen tot afval bewegen, maar het volk dat zijn God kent, zal sterk
zijn en daden doen. [Zal iemand van ons geroepen worden om dit te doen?
Besef dat dit deel uitmaakt van de bijbel en het kan zijn dat God wil dat
sommigen van ons hier doorheen moeten gaan.] 33 En de verstandigen onder het
volk zullen velen tot inzicht brengen, maar zij zullen een tijdlang
struikelen door zwaard en vuur, door gevangenschap en beroving. 34 Doch,
terwijl zij struikelen, zullen zij een kleine hulp vinden; dan zullen velen
zich in huichelachtigheid bij hen aansluiten. 35 Sommige van de verstandigen
zullen struikelen, opdat er onder hen loutering, schifting en zuivering [De
rechtvaardiging van de heiligen; dit lijkt op Maleachi 3.] teweeggebracht
worde, tot aan de eindtijd; want deze toeft nog tot de vastgestelde tijd.
Gemeente, we zijn ervoor gewaarschuwd dat dit eraan komt. Er is altijd de
mogelijkheid dat God dit niet van ons zal verlangen en dat Hij sommigen van ons
misschien wel allemaal naar de plaats van veiligheid zal brengen. Maar
we moeten de tijd die we hebben, benutten om in deze tijd van training
standvastig te zijn dat is nu, in deze tijd nu in deze tijd nu we met de
kleinere tests in dit leven hebben te maken, zodat als de omstandigheden zich
voordoen die werkelijk en direct gevaarlijk zijn, we ook standvastig zullen zijn.
1 Corinthiërs 10 werd vlak voor de dagen der Ongezuurde Broden geschreven.
Daar staat een andere waarschuwing.
1 Corinthiërs 10:12 Daarom, wie meent te staan, zie toe, dat hij
niet valle.
We leven nu dus in een tijd van zelfonderzoek. De waarschuwing in dit vers is
dat we in deze tijd niet moeten veronderstellen terwijl er nog tijd voor ons
is om in vorm te komen dat alles met ons karakter en onze houding in orde
is, en dat alleen maar omdat God niet hevig tegen ons tekeer is gegaan.
Waarom denkt u dat Paulus dit vers in deze context schreef, een context
waarin juist voor dit vers drie of vier van Israëls meest in het oog springende
zonden worden opgesomd? Is het mogelijk dat ook zij dachten dat ze "meenden
te staan", terwijl dat niet het geval was? Namen ze iets aan? Ik denk dat
het antwoord daarop ja is, dat er bij hen een onzorgvuldige veronderstelling was
die tot uiting kwam in hun gebrek aan geloof in werken. Het geloof dat God zo
barmhartig was dat Hij elke willekeurige houding en gedrag zou aanvaarden en er
niet echt aandacht aan zou schenken. Laten we daar eens wat dieper over
doordenken. Van Gods kant zou dat geen liefde zijn geweest, omdat ze dan niet
gereed zouden worden gemaakt voor het Koninkrijk van God. Zonder die
voorbereiding zouden ze niet in de cultuur van het Koninkrijk van God passen en
zouden ze zich daar absoluut ellendig voelen.
Deze veronderstelling waar Paulus het over heeft is dezelfde tekortkoming als
die in het denken van de Laodiceeёrs openbaar
wordt als ze zeggen: "Ik ben rijk en ik heb mij verrijkt en heb aan niets
gebrek." Maar alles was niet in orde. Hun tevredenheid met zichzelf laat
zien dat hun oordeel totaal niet met de werkelijkheid overeenkomt. De
werkelijkheid was dat God hen uit Zijn mond spuwde. Maar zij waren heel tevreden
over zichzelf. We beginnen dus zicht te krijgen op wat de zonde van een Laodiceeёr
is. Het is aanmatiging, tevredenheid met zichzelf dat alles in orde is.
De Laodiceeёr wordt door zijn
gebrek aan geloof in de kennis van God ertoe misleid te denken, zoals Ezechiël
8:12 zegt: "De HERE ziet ons niet; de HERE heeft het land verlaten."
Met andere woorden, dat vers zegt dat het God een zorg zal zijn. Maar gemeente,
dat is nooit het geval geweest, niet voor één pietluttige seconde sinds Adam
en Eva. Hij zorgt wel. We moeten nooit het principe dat in Prediker 8:11 staat
uit het oog verliezen, dat luidt:"Omdat het vonnis over de boze daad niet
aanstonds voltrokken wordt, daarom is het hart der mensenkinderen in hen begerig
om kwaad te doen."
De veronderstelling is dat alles in orde is met de manier waarop we handelen.
Er zit een tekortkoming in de menselijke natuur die de mens ervan overtuigd te
denken dat als God niet onmiddellijk straft, Hij er wel mee zal instemmen. Maar
gemeente, denken we er wel ooit aan dat het niet straffen door God misschien wel
de test is die Hij ons doet ondergaan, om te zien of we deze wel of niet zullen
doorstaan en de verandering zelf teweegbrengen?
Nu de vervolging naderbij komt, is er een aspect van het leven waar we ons
mee bezig moeten houden. Dat is angst. Dat is angst voor de verkeerde dingen.
Exodus 14:10-14 Toen Farao naderbij gekomen was, sloegen de
Israëlieten hun ogen op, en zie, de Egyptenaren rukten achter hen aan. Toen
werden de Israëlieten zeer bevreesd en schreeuwden tot de HERE, 11 en zij
zeiden tot Mozes: Waren er soms geen graven in Egypte, dat gij ons hebt
meegenomen om te sterven in de woestijn? Wat hebt gij ons aangedaan door ons
uit Egypte te leiden? 12 Hebben wij u dit al niet gezegd in Egypte: laat ons
met rust, en laten wij de Egyptenaren dienen. Want wij kunnen beter de
Egyptenaren dienen dan in de woestijn sterven. 13 Maar Mozes zeide tot het
volk: Vreest niet, houdt stand, dan zult gij de verlossing des HEREN zien,
die Hij u heden bereiden zal; want de Egyptenaren, die gij heden gezien hebt,
zult gij nimmermeer zien. 14 De HERE zal voor u strijden, en gij zult stil
zijn.
Deuteronomium 7:17-19 Wanneer gij bij uzelf zoudt zeggen: Deze volken
zijn talrijker dan ik, hoe zou ik dan in staat zijn hen te verdrijven? 18
dan moet gij niet voor hen vrezen; houd steeds in gedachten, wat de HERE, uw
God, aan Farao en geheel Egypte gedaan heeft, 19 de grote beproevingen, die
uw ogen gezien hebben, de tekenen en wonderen, de sterke hand en de
uitgestrekte arm, waarmede de HERE, uw God, u uitgeleid heeft; zó zal de
HERE, uw God, doen aan alle volken, voor welke gij bevreesd zijt.
Het feit dat Israël tijdens zijn tocht door de woestijn voor vele dingen
bang was, maar meestal voor andere mensen, honger en dorst, is in het bijzonder
goed gedocumenteerd. Dit is niet iets vreemds. Het is iets natuurlijks en het
zal ook voor u en mij natuurlijk zijn om bang te zijn voor wat er zich rondom
ons afspeelt bang te zijn voor hen die de macht, de autoriteit hebben om ons
te benadelen of ons leven te nemen. Het is dus natuurlijk dat er angst is. Maar
desondanks moet ermee worden omgegaan en het moet worden overwonnen.
Angst wordt wel de meest zelfgerichte van alle emoties genoemd. Omdat angst
ontstaat uit een waargenomen hoge mate van bedreiging voor datgene wat we als
ons welzijn zien. Wat we geloven is wat ons onderwezen is, wat we hebben
aanvaard en waarnaar we hebben gehandeld. De oplossing voor angst is wat we als
bedreigend ervaren te doen verdwijnen, uit te schakelen. Hier ligt nu precies de
kern van het probleem, omdat de vermeende bedreiging van ons welzijn ons dwingt
tot het maken van keuzes. Onze keus in deze omstandigheden kan heel goed een
zondige zijn en daarmee lopen we het risico de ernst van onze verdeelde
loyaliteit in de openbaarheid te brengen. Angst is een krachtige bron van gedrag
ten goede of ten kwade, afhankelijk van voor wie of waarvoor we bang zijn en in
welke richting die angst ons drijft.
Psalm 111:10 De vreze des HEREN is het begin der wijsheid, een goed
inzicht hebben allen die ze betrachten. Zijn lof houdt eeuwig stand.
Psalm 112:1 Halleluja. Welzalig de man, die de HERE vreest, die van
harte lust heeft in zijn geboden.
Hier wordt de juiste Persoon gevreesd en deze vrees wordt positief gebruikt
in de richting van het Koninkrijk van God en het verheerlijken van God. Aan de
andere kant zal de angst voor de verkeerde dingen heel slechte resultaten voor
de christen voortbrengen misschien niet onmiddellijk, maar uiteindelijk zal
dat altijd het geval zijn. Daarvan moeten we ons bewust zijn. De angst voor de
verkeerde dingen kan voor een christen nooit iets goeds voortbrengen, behalve
tijdelijk. Op de lange termijn zal het altijd kwade dingen voortbrengen.
De vrees voor de verkeerde dingen gevolgd door onderwerping aan de verkeerde
dingen kan de druk verminderen. Dat kan ons uit de problemen helpen, maar
slechts tijdelijk. De kansen zijn heel groot dat de verkeerde keus die ertoe
leidde ons aan de verkeerde dingen te onderwerpen, er uiteindelijk op lange
termijn toe zal leiden dat de druk en de pijn intenser zullen zijn.
Er is een specifieke, krachtige en tot handelen aanzettende negatieve angst
die we allemaal hebben. Die moet het hoofd worden geboden en in deze tijd van
voorbereiding worden overwonnen, omdat deze vertrouwen vernietigt en onze
voorbereiding op het Koninkrijk van God in de weg staat. Deze staat specifiek de
groei van ons vertrouwen in God in de weg. Dat is de vrees voor zelfopoffering
de vrees om onszelf datgene te ontzeggen waarop we menen recht te hebben.
We slaan weer het evangelie naar Lucas op en ik wil u herinneren aan waar
Jezus ons voor waarschuwde, en dat is iets dat we tijdens een dooponderhoud met
iemand altijd aan de orde stellen.
Lucas 14:25-27 Vele scharen reisden met Hem mede, en Zich omkerende
zeide Hij tot hen: 26 Indien iemand tot Mij komt, en niet haat zijn vader en
moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen
leven, die kan mijn discipel niet zijn. 27 Wie niet zijn kruis draagt en
achter Mij komt, kan mijn discipel niet zijn.
Waaraan werd Jezus' offer gebracht? Hier hebben we slechts een kleine hint.
We gaan nu naar het evangelie naar Marcus, hoofdstuk 8. Marcus brengt het iets
anders onder woorden.
Marcus 8:34-38 En Hij riep de schare, met zijn discipelen, tot Zich
en zeide tot hen: Indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene
zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij. 35 Want ieder, die zijn leven
zal willen behouden, die zal het verliezen [Wat denkt u daarvan? Het kan
niet duidelijker worden gezegd.]; maar ieder, die zijn leven verliezen zal
om Mijnentwil en om des evangelies wil, die zal het behouden. 36 Want wat
baat het een mens de gehele wereld te winnen en aan zijn ziel schade te
lijden? 37 Want wat zou een mens kunnen geven in ruil voor zijn leven? 38
Want wie zich voor Mij en voor mijn woorden schaamt in dit overspelig en
zondig geslacht, de Zoon des mensen zal Zich ook voor hem schamen, wanneer
Hij komt in de heerlijkheid zijns Vaders, met de heilige engelen.
De vrees voor opoffering is een vrees waarmee we elke dag te maken hebben in
wat we zouden kunnen noemen diverse kleine uitdagingen voor ons geloof
en onze zelfbeheersing. Gemeente, het zijn de uitdagingen van elke dag opnieuw
die ons voorbereiden op de geweldige, levensbedreigende uitdagingen die eraan
komen.
Merkte u op dat Jezus in beide passages noemt "het dragen
van ons kruis", "het opnemen van zijn kruis",
"het zichzelf verloochenen"?
We lezen nog twee andere schriftgedeelten, beide van de apostel Paulus. Hij
geeft deze opdracht van Jezus door, om ons kruis te dragen en onszelf te
verloochenen, en hij duidt erop dat dit onmiddellijk en dagelijks zal zijn.
Romeinen 8:13 Want indien gij naar het vlees leeft [dus het vlees
toestaat waar het om vraagt], zult gij sterven [nogmaals, dat is vrij
duidelijk]; maar indien gij door de Geest [dus put uit de kracht van God, de
relatie die we met God hebben, God door Zijn Geest vragen ons de kracht te
geven om hier op de een of andere manier doorheen te komen, als het ware
onze moed te vergroten, en te doen wat we moeten doen om onszelf te
verloochenen zodat we kunnen oefenen voor de tijd dat we iets het hoofd
moeten bieden dat echt van een onmiddellijke ernst en intensiteit is] de
werkingen des lichaams doodt, zult gij leven.
Paulus heeft het hier over kleine dingetjes van alledag waarin we de
gelegenheid hebben onszelf te beheersen en niet toe te geven aan wat het vlees
van ons vraagt dingen waarvan we door de kennis die we hebben gekregen, van
de geloofspunten die ons zijn overgeleverd, weten dat ze niet goed voor ons zijn.
Het volgende schriftgedeelte begint met een gebod:
Colossenzen 3:1-2 Indien gij dan met Christus opgewekt zijt [Dat
slaat precies op ons! Wij zijn opgestaan uit het water van onze symbolische
dood en begrafenis.], zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is,
gezeten aan de rechterhand Gods. 2 Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet
die op de aarde zijn.
Hier wordt dat iets algemener benaderd, maar hij zegt iets specifieker
uitgedrukt: "Zet uw denken, uw hart op het Koninkrijk van God en maak dat
tot uw doel."
Colossenzen 3:5-8 Doodt dan de leden [uw handen, uw ogen, uw oren, uw
tong, uw seksorganen, vul maar in], die op de aarde zijn: hoererij,
onreinheid, hartstocht, boze begeerte en de hebzucht, die niet anders is dan
afgoderij, 6 om welke dingen de toorn Gods komt. 7 Daarin hebt ook gij
eertijds gewandeld, toen gij erin leefdet. 8 Maar thans moet ook gij dit
alles wegdoen: toorn, heftigheid, kwaadaardigheid, laster en vuile taal uit
uw mond.
Waar we bang voor zijn, gemeente, is de pijn te lijden die voortkomt uit
zelfverloochening. We zijn bang ons vlees dat zijn bevrediging verlangt, te
doden. Maar de waarheid van dit alles is dat we te maken hebben met het meest
vervelende aspect van ons mens-zijn. Trots vraagt om wat het toekomt. Dat willen
we niet onder ogen zien, omdat we in onderwerping aan God de trots ontzeggen
waar het om vraagt, dat we voor onszelf opkomen.
Begrijpt u dat het de trots in ons is die god wil zijn? Die houdt ervan
geprezen en vertroeteld te worden. Die is erg opvliegend met een boos oordeel
over werkelijk of vermeend onrecht dat ons door anderen wordt aangedaan, terwijl
die zich niet bewust is wat hij zelf voor onrecht aan anderen doet. De trots
lijkt wel op een levend, ademend iets, een wezen binnenin ons dat op geen enkel
ander wezen lijkt. Hij kan worden gevoed of uitgehongerd. Als we hem voeden
groeit hij. Als we hem uithongeren, wordt hij kleiner en sterft hij dagelijks.
Trots sterft en wordt kleiner als we ervoor kiezen ons in gehoorzaamheid aan
Gods woord te onderwerpen. Maar gemeente, hij zal zich heftig verdedigen wegens
de angst die hij heeft verloochend te worden. Hij wenst te worden bevredigd.
"Gij zult als goden zijn." God liet de slang precies zeggen wat er
gebeurde. De trots in Adam en Eva verhief zich boven God en maakte hen tot god
door de standaard te veranderen teneinde zichzelf tevreden te stellen toen ze
zagen dat de vrucht aantrekkelijk was. En zo verloochenden ze dus niet hun vlees.
Als de uitdaging ligt in wat we onszelf toestaan te eten of te drinken, of
hoeveel we onszelf toestaan te eten, of de tong te beheersen, of de drift in
bedwang te houden, of we ervoor kiezen vriendelijk, of sarcastisch, of cynisch,
of hoopvol, of bemoedigend te zijn, dan blijft de test om onze angst te
beheersen door onszelf te vernederen bestaan. Daar vindt de strijd plaats. Dat
is precies het terrein waar de oorlog woedt.
Er is een antwoord, een oplossing, op deze angst voor zelfverloochening.
1 Johannes 4:18 Er is in de liefde geen vrees [Wat Jezus zegt over
het verkillen van de liefde is zo belangrijk, omdat als de liefde wegsijpelt
de angst groeit en almaar sterker wordt, en het verlangen onszelf te
beschermen almaar intenser wordt.], maar de volmaakte liefde drijft de vrees
uit; [Daar hebben we de oplossing.] want de vrees houdt verband met straf en
wie vreest, is niet volmaakt in de liefde.
Waarom is liefde in staat de vrees uit te drijven? Het antwoord op die vraag
is feitelijk nogal eenvoudig, maar om het te doen is niet altijd gemakkelijk,
omdat het tijd en ervaring vereist, in het bijzonder met God. Het antwoord ligt
besloten in wat liefde in ons teweegbrengt, omdat ook liefde een krachtige
aanzetter is tot handelen. Maar vrees drijft de mensen uit elkaar en terwijl dit
gebeurt, nemen het wantrouwen, de onbetrouwbaarheid, de haat en de agressie toe.
Deze doen op hun beurt de vrees weer toenemen, waardoor vrede en eenheid des te
moeilijker worden om te bereiken.
Vrees is een intens zelfbewustzijn; vrees is in feite een vorm van straf en
het werkt zelfvernietigend. Als we Johannes' commentaar betreffende liefde in de
grotere context van de gehele brief zouden plaatsen, zouden we zien dat de
context te maken heeft met de dag des oordeels. Vrees is dus een straf omdat
deze ons ervan overtuigt dat onze relatie met God en de medemens niet in orde
is. Dit kan en zal een schuldig geweten veroorzaken en zo'n geweten straft door
angst. Vrees is dus bezorgdheid om het eigen ik en naar binnen gericht, maar
liefde werkt in precies de tegenovergestelde richting, omdat de essentie van
liefde opoffering is zelfverloochening en overgave van het eigen ik.
Trots moet kleiner worden, moet onderdrukt worden door zich in liefde
opofferingen te getroosten. Het doel van liefde, de bezorgdheid van liefde is
niet op het eigen ik gericht. Het is naar buiten gericht en het werkt er dus aan
het overmatig sterke zelfbesef dat vrede en harmonie vernietigt, uit de weg te
ruimen. Deze liefde is een bewuste handeling gebaseerd op vertrouwen in Gods
woord, gebaseerd op wat men gelooft, niet op wat men voelt. Liefde richt zich op
vertrouwen hebben in wat God ons adviseert te doen. Liefde richt zich op Gods
soevereine toezicht, en wat Hij wil, handelt en reageert altijd op een manier
die het meest ten goede komt aan allen die in Zijn schepping onder Zijn bestuur
staan.
Als we Johannes' denken verder zouden volgen, dan zouden we zien dat liefde
niet in zijn eentje werkt. De bijbel maakt het duidelijk dat goddelijke liefde
meer is dan een emotie. Het is voornamelijk een uitgaande handeling, maar
verenigd met een emotie van bezorgdheid voor het welzijn van God en de mens. Het
is onlosmakelijk verbonden met geloof een vrijmoedig vertrouwen in God dat
de christen in staat stelt de geboden te onderhouden en de wereld te overwinnen.
Deze door God gegeven combinatie stelt iemand in staat zijn angsten uit te dagen
en ze te overwinnen zelfs in het aangezicht van een reusachtige bedreiging voor
het welzijn van het eigen ik.
Het is tijd er zeker van te worden dat we werkelijk overtuigd zijn van wat we
over God geloven, omdat dat de bron van liefde is. Het is wat we over God geloven.
Als we geloven wat het boek zegt over God, stelt dat ons in staat lief te hebben.
Als we die liefde hebben dan zullen we onszelf verloochenen om te gehoorzamen en
ons aan God te onderwerpen ongeacht wat dat zal kosten.
Alles in die relatie, alles binnen Gods doel, begint met geloof en geloof
stelt ons in staat het juiste te doen. Als we besluiteloos zijn in wat we wel of
niet geloven, hebben we geen schijn van kans. We zullen altijd proberen de kat
uit de boom te kijken in plaats van het juiste te doen, omdat het juiste doen 'schadelijk'
kan zijn voor onze trots.
Gemeente, ik ben ervan overtuigd dat leerstellige waarheden veelal door de
mens worden verworpen vanwege angst de angst de prijs te moeten betalen, de
angst voor opoffering.
Er is nog meer aan deze angst verbonden en misschien zullen we daar de
volgende keer dieper op ingaan. Ik weet het nog niet zeker. Ik heb dat nog niet
bepaald, maar dit is genoeg voor vandaag.
Ik hoop dat de rest van de dag geestelijk heel nuttig voor u zal zijn.
|