Sermon: Doen leerstellingen er werkelijk toe? (Deel 9)
#673NL
John W. Ritenbaugh
Given 26-Jun-04
summary: John Ritenbaugh, terugkijkend op de kosmologie van het oude Griekenland (een combinatie van heidens en wetenschappelijk denken), legt uit dat deze ideeën en begrippen - waarvan er vele volledig doortrokken waren met astrologie en gnostische dualisme - langzaam in de leerstellingen van de vroege kerk doordrongen. Deze gesyncretiseerde, verdorven Hellenistische ideeën zijn nooit verdwenen uit de voornaamste leerstellingen van de grote christelijke kerken. Het opnemen van gnostisch dualisme in de leerstellingen heeft geleid tot slordig naleven van fysieke gezondheidswetten (het bewerken en bewaren van ons lichaam); dit is een consequentie van gedachtenprocessen gebaseerd op antinomianisme. De verlaging van genade tot vrijheid - "zonde opdat de genade mag toenemen" - is rechtstreeks aan het gnosticisme ontleend. "Modern" gnostisch denken (inclusief de verderfelijke leerstellingen over voortschrijdende openbaring en de onsterfelijkheid van de ziel) heeft de Worldwide Church of God letterlijk vernietigd of uit elkaar doen spatten. We moeten ons ervan overtuigen dat deze kwaadaardige "ziektekiemen" ons niet hebben besmet.
transcript:
Het grootste deel van mijn vorige preek in deze serie richtte zich op de
betekenis van het woord "kosmologie". Kosmologie is in essentie de
studie van de wereld, evenals biologie de studie van het leven is en theologie
de studie van de dingen die met God te maken hebben. Voor de overgrote
meerderheid van de mensen op aarde is de studie van kosmologie informeel. Dat
wil zeggen dat niemand naar school gaat om zich daarin te bekwamen. Iemands
kosmologie is veeleer het resultaat van een proces dat min of meer natuurlijk
verloopt terwijl men in zijn leven allerlei informatie te verwerken krijgt die
door zijn denken wordt gefilterd en daarbij deel gaat uitmaken van zijn denken.
Op die manier heeft het zijn invloed op de beslissingen die we nemen.
Iemands wereldbeeld wordt door zijn kosmologie gevormd. Iemands wereldbeeld
is het perspectief van waaruit iemand het leven beschouwt en de gebeurtenissen
die daarin plaatsvinden en hun invloed hebben op de eigen omgeving en daarom
ook op de beslissingen die men neemt ten aanzien van zijn handelen of reageren
op gebeurtenissen.
Deze kosmologie ondergaat voortdurend subtiele aanpassingen die iemands
beslissingen tijdens het ouder worden beїnvloeden,
daar men een grote verscheidenheid aan gebeurtenissen in het leven meemaakt.
Bijvoorbeeld als iemand trouwt en kinderen krijgt, zullen die gebeurtenissen in
alle waarschijnlijkheid grote veranderingen in zijn wereldbeeld aanbrengen. Dat
kunnen we gemakkelijk zien. Zo zit dat proces in elkaar.
Als iemand ervan overtuigd raakt dat de wereld niet werd geschapen, maar dat
alle dingen door natuurlijke processen tot stand zijn gekomen, dan worden
daardoor in feite God, engelen en demonen uit iemands denken gebannen zo'n
denken heeft een grote invloed op de autoriteit die men aan wetten toekent en
daarmee ook op ethiek en moreel besef, omdat er dan geen hogere autoriteit is
dan de mens.
Er zijn echter sommige mensen die kosmologie formeel tot een onderwerp van
studie maken. Sommige van deze mensen hebben een geweldige invloed gehad op de
kosmologie en het wereldbeeld van anderen, omdat zij de denkbeelden van de mens
beїnvloeden door hun conclusies die ze in hun
lezingen en geschriften verkondigen. Dit vond in de oudheid in de eeuwen
voorafgaande aan Jezus' geboorte in vele landen plaats. Maar we zijn het meest
geїnteresseerd in wat er in het oude Griekenland gebeurde het land dat
zulke mannen als Orpheus, Pythagoras, Socrates, Plato en Ptolemeüs
voortbracht.
Deze mannen waren al lang dood voordat Christus de kerk grondvestte. Zij
hadden er echter een grote invloed op door de filosofieёn
die zij ontwikkelden, waarover ze schreven en lezingen gaven. De mensen
geloofden hun valse onderwijs en brachten dat mee de kerk in als ze tot
bekering kwamen. Er moest tegen die valse concepten worden opgetreden, en dat
resulteerde in veel van wat we in de brieven lezen.
Het is nuttig om te beseffen dat hun ideeёn
niet alleen werden aangehangen door heidense bekeerlingen, maar ook door joodse.
Deze mannen brachten systeem in het Griekse denken door dit in filosofieёn
te vervatten die aantrekkelijk waren voor de menselijke natuur. Ze werden
geloofd en gingen deel uitmaken van het geloof der mensen. En het is voor ons
erg belangrijk te weten dat veel van hun onderwijs nog steeds wordt
geloofd en zijn invloed heeft op het leven in deze tijd, omdat ze deel uitmaken
van de leerstellige basis van het moderne christendom.
Die oude filosofen en hun filosofieёn en
religies geloofden in een bepaalde vorm van evolutie, de onsterfelijkheid
van de ziel, eeuwige zekerheid, vagevuur, dat wat we de "calvinistische
pre-destinatie" zouden kunnen noemen, reїncarnatie,
astrologie, antinomianisme en voortgaande openbaring. Ze geloofden er in sterk
mate in dat de mens uit de hemel afkomstig was, ze noemden het dan ook
thuis en zeiden dat ze na hun dood daarheen zouden terugkeren.
Zelfs al hebben ze misschien nooit van de bijbel gehoord, toch gaat hun
samenraapsel van leerstellingen dat zelfs wat aangepaste versies van
bijbelse waarheid bevat die door hun voorouders van generatie op generatie werd
overgedragen helemaal terug tot Sem, Cham en Jafet, en ook tot Noach (net
als die van ieder ander). Hun voorouders maakten de gebeurtenissen van Genesis
10 en 11 mee, evenals de voorouders van de Israëlitische volkeren.
We gaan nu naar een aantal schriftgedeelten kijken die we ook in de vorige
preek hebben opgeslagen; we doen dat omdat we op basis hiervan deze gedachte wat
verder gaan uitwerken.
Jeremia 10:1-2 Hoort het woord, dat de HERE tot u spreekt, huis van
Israël! 2 Zó zegt de HERE: Gewent u niet aan de weg der volken en schrikt
niet voor de tekenen aan de hemel, omdat de volken daarvoor schrikken.
De preciese gebeurtenissen die Jeremia aanzetten om dit te schrijven ken ik
niet. Maar er staan hier diverse principes. Eén daarvan is dat de hemelen heel
wat betekenden voor de mensen die we in die tijd heidenen zouden noemen.
Romeinen 1:18-23 Want toorn van God openbaart zich van de hemel over
alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen, die de waarheid in
ongerechtigheid ten onder houden, 19 daarom dat hetgeen van God gekend kan
worden in hen openbaar is, want God heeft het hun geopenbaard. 20 Want
hetgeen van Hem niet gezien kan worden, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid,
wordt sedert de schepping der wereld uit zijn werken met het verstand
doorzien, zodat zij geen verontschuldiging hebben. 21 Immers, hoewel zij God
kenden, hebben zij Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun
overleggingen zijn op niets uitgelopen, en het is duister geworden in hun
onverstandig hart. 22 Bewerende wijs te zijn, zijn zij dwaas geworden, 23 en
zij hebben de majesteit van de onvergankelijke God vervangen door hetgeen
gelijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels, van viervoetige
en van kruipende dieren.
De Grieken, de Babyloniёrs en de
Egyptenaren waren allemaal erg geїnteresseerd in de studie van de hemelen:
(1) in astronomie en (2) in het belachelijke, onzinnige, occulte
stiefkind ervan: astrologie. Dit is één van de belangrijkste gebieden waar hun
denken het spoor van de werkelijkheid bijster werd.
Let erop dat er staat dat toen ze de schepping waarnamen en bestudeerden
in dit geval was het de structuur van het universum ... Met "in dit geval"
bedoel ik datgene waar we in deze preek op uit zijn. Hun overleggingen liepen op
niets uit. Ze onderdrukten het duidelijk zichtbare bewijs van de Schepper God,
en dat resulteerde erin dat hun denken werd verduisterd.
Een vraag: Als hun onverstandig denken werd verduisterd, wat voor waarde
hadden dan hun geschriften? Wat voor waarde hadden dan hun lezingen? Ik kan u
niet de feitelijke stappen geven die tot hun conclusies leidden, maar ik kan u
hun conclusies geven.
Ik noemde wat eerder iemand met de naam Ptolemeüs. Hij was een Griek die in
de tweede eeuw voor Christus in Alexandriё in
Egypte, leefde. Hij speelde een grote rol in de systematisering van het Griekse
denken betreffende de hemelen. De Grieken concludeerden dat de aarde het centrum
van het universum was en dat er zeven planeten omheen cirkelden. De planeten (in
hun beeld van de structuur der hemelen) waren de maan, Mercurius, Venus,
de zon, Mars, Jupiter en Saturnus. Tot zover konden zij met het blote oog kijken.
Voor hen lag daarachter (achter de planeten) het rijk der sterren. Zodoende
kende hun kosmologie het rijk van de aarde, daarboven het rijk van de zeven
planeten, en daarboven het rijk der sterren. Het woord "planeet"
betekent in het Grieks letterlijk rondtrekker of zwerver. Omdat de planeten hun
positie ten opzichte van de aarde verplaatsten, kwamen de Grieken tot de
conclusie dat boven de aarde het rijk van de zeven voortdurend bewegende
zwervers lag; dat waren de maan, Mercurius, Venus, de zon, Mars, Jupiter en
Saturnus.
Omdat de planeten zich ten opzichte van de aarde bewogen, kwamen de Grieken
tot de conclusie dat boven de aarde het rijk van de zeven voortdurend in
beweging zijnde zwervers lag, en dat gebied was in hun kosmologie niet stabiel.
Dat is hier het sleutelwoord. Het was niet stabiel. Het was in beweging.
Maar achter het rijk van de planeten lag het rijk van de sterren en dat was
voor hen een rijk van stabiliteit, omdat die voor hen met het blote oog ze
hadden niet de instrumenten die wij hebben, zoals telescopen niet
waarneembaar bewogen. Die stonden op vaste posities.
Ze begonnen hieruit enkele heel interessante conclusies te trekken. In hun hiёrarchie
van geloofsopvattingen vormden de sterren een rijk van vrede en stabiliteit.
Maar als men vanuit de ruimte de aarde naderde werd de stabiliteit geleidelijk
aan minder. Instabiliteit werd de norm, waarbij de aarde een plaats van
volledige instabiliteit, chaos en conflict was. (Zo op het eerste oog goede
conclusies. Ik geloof dat we zonder het woord van God misschien wel
zouden moeten zeggen dat ze het bij het rechte eind hadden.)
Maar let eens op de getallen "7" en "8". We zullen daar
niet al te diep op ingaan, maar die getallen worden heel belangrijk voor het
ontstaan van een aantal heel belangrijke hedendaagse leerstellingen. We gaan er
slechts zover op in dat we kunnen begrijpen dat deze leerstellingen hier hun
oorsprong vinden in de interpretaties van de getallen "7" en
"8". Zij zeiden dat de zeven planeten elk een rijk vormden binnen het
rijk der planeten en daarnaast was er het achtste rijk (het gebied van de
sterren). Het rijk van de zeven was een gebied van instabiliteit en het achtste
rijk was een gebied van stabiliteit.
Vergeet niet dat deze mensen in astrologie geloofden, en dat ze in hun
verbeelding (naast deze dingen) een groot pantheon aan goden en demonen hadden
geschapen, dat tot uiting komt in de mythologie die ze voortbrachten. Zij
geloofden zonder enig spoor van bewijs en alleen op basis van hun heel
beperkte kennis dat het rijk van de planeten (in het bijzonder het gebied
tussen de aarde en de maan) een rijk was van bovennatuurlijke, demonische
machten die het leven op aarde beїnvloedden.
Dit is één van hun ketterse leerstellingen waarin feitelijk een klein
beetje bijbelse waarheid zat, maar het was voldoende verdraaid om het
aannemelijk te doen lijken, maar desondanks was het niet waar.
Judas 6 en dat Hij engelen, die aan hun oorsprong ontrouw werden en
hun eigen woning verlieten, voor het oordeel van de grote dag met eeuwige
banden onder donkerheid heeft bewaard gehouden.
Hier in Gods woord staat dat de engelen hun eerste woonplaats verlieten. We
weten vanuit andere delen van de bijbel dat de aarde hun "eerste woonplaats"
was. Laten we dit heel kort combineren met iets dat Paulus schreef, waar
we allemaal heel bekend mee zijn.
Efeziërs 2:2 waarin gij vroeger gewandeld hebt overeenkomstig de
loop dezer wereld, overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de
geest, die thans werkzaam is in de kinderen der ongehoorzaamheid.
De bijbel bevestigt dat de aarde de eerste woonplaats van de demonen is, en
Paulus refereert naar Satan als "de overste van de macht der lucht".
We gaan dus een vaag verband zien tussen hun conclusie en wat de bijbel
feitelijk zegt. Er bestaat geen twijfel aan dat Satan en zijn demonen het leven
beїnvloeden, maar die invloed komt niet van
de sterren en de planeten. De demonen zijn hier rondom ons heen. Hier kwamen de
Grieken tot de verkeerde conclusie. Die demonen zijn niet boven ons in de
hemelen.
Hier gaan we zien dat de studie in de oudheid van de hemelen en diverse
wijdverbreide opvattingen van de mensen uit nog eerdere tijden bij elkaar komen.
Bedenk dat ik eerder zei dat er opvattingen waren die van generatie op generatie
waren overgedragen en eenvoudig als waarheid werden aanvaard. Astrologie is er
één van. De onsterfelijkheid van de ziel een andere. Evenals astrologie hadden
ze er absoluut geen bewijs voor, maar toch geloofden ze het net zoals de
mensen in deze tijd. Zijn we werkelijk anders?
We weten waar dat idee, dat concept vandaan kwam. Het kwam van "de vader
der leugens" die Adam en Eva met zijn allereerste preek ervan overtuigde
dat onsterfelijkheid natuurlijk was, eigen was aan hun leven. Hij zei tot hen: "Jullie
zullen geenszins sterven." Dat is hetzelfde als zeggen: "Jullie
zijn onsterfelijk."
Wij kennen de waarheid. Maar in die tijd zag het er niet naar uit dat de mens
eeuwig leven moest gegeven worden. Satan overtuigde Adam en Eva dat ze
dat reeds hadden! Bedenk alleen maar en plaats dat hiernaast, wat de mensen in
deze tijd geloven. Zij geloven dat onsterfelijkheid aan de mens eigen is. Hebt u
ooit necrologieёn gelezen? Iedereen gaat naar
de hemel! En u weet dat er in deze tijd niet meer bewijs voor is dan in de
oudheid.
Ik probeer een verband te leggen zodat u iets duidelijks kunt zien. Dat is
dat wat die mensen geloofden (in de tijd van Christus en vóór de tijd van
Christus) in deze tijd nog steeds als waar wordt aangenomen. Dit is één van de
meer voor de hand liggende dingen. Er zijn heel veel leerstellingen van het
hedendaagse christendom die in de tijd dat de apostelen schreven, al even
onjuist waren. Er is niets nieuws onder de zon.
En misschien is het wel een schok voor ons dat wat we in deze tijd zien,
precies datgene is waartegen de apostelen zich in de eerste eeuw in hun brieven
keerden. Het kan een iets andere naam hebben, maar het is er en er is niets
veranderd. Als het niet zo in elkaar zat, zou de bijbel niet op elke generatie
die leeft, kunnen worden toegepast.
In de confrontatie met Adam en Eva ging Satan nog een stap verder door te
zeggen dat een leven met de kwaliteit van het leven dat God heeft, niet in de
mens geschapen behoeft te worden. Dat is veeleer reeds vanaf zijn geboorte in
hem aanwezig en dat moet worden vrijgemaakt. Satan zei tot hen: "Jullie
zullen als goden zijn, kennende goed en kwaad." De conclusie die daarin
besloten ligt is: "Jullie zullen daarmee in de positie zijn de
standaards te zetten en jullie behoeven je geen zorgen te maken over wat God
zegt."
Er is een alternatieve vertaling voor dat vers. Het is maar een kleine
aanpassing. Aan mijn bron (een commentator) ontleen ik, dat we het kunnen lezen
als "jullie zullen als God zijn" God in het enkelvoud.
Hierin ligt dus besloten dat Satan in feite zei: "Evenals God hebben
jullie een morele natuur die vastligt." Dat is waar. Wat hij echter
niet vermeldde is dat hun morele natuur vast zou liggen in zondigheid niet
zoals die van God die vastligt in gerechtigheid!
Als we God zullen worden, dan zullen we een morele natuur moeten hebben die
vastligt in gerechtigheid. Maar Satan liet precies die uitleg achterwege. En dit
leert ons iets dat heel belangrijk is dat we van Satan nooit de volle
waarheid krijgen te horen. Er zit altijd een kleine afwijking in die het onwaar
maakt wat hij zegt.
Adam en Eva gaven deze dingen door aan hun nageslacht. Op die manier werd
Satans eerste grote misleiding de fundamentele leerstelling van afvalligheid en
heidendom. Daarom plaatste God dit voorval op zo'n prominente plaats
praktisch aan het begin van het Boek! En als mensen in Genesis 1 beginnen te
lezen, komen ze deze buitengewoon gladde leugens al snel tegen teneinde
gewaarschuwd te worden. Zo belangrijk is dat.
De leerstelling van de onsterfelijkheid van de ziel is de fundamentele
leerstelling van alle heidendom. "Jullie zullen geenszins sterven"
en "Jullie zullen als goden zijn." Dat betekent: "Jullie
behoeven geen onsterfelijkheid te krijgen, jullie hebben die al." En "Jullie
hebben een morele natuur die vastligt." "Vastgelegd en zinloos",
maar dat vermeldde hij niet. (Echt bedrieglijk.)
Het is nuttig om te begrijpen dat de hellenistische en joodse werelden al
heel wat contact met elkaar hadden lang voordat Christus op aarde verscheen. Dat
begon toen de legers van Alexander de Grote in de vierde eeuw voor Christus het
Midden-Oosten veroverden, inclusief Judea. Het hellenisme beїnvloedde
Judea bijna 200 jaar op sterke wijze. (Dat is een lange tijd! Amerika is slechts
228 jaar oud.)
Tegelijkertijd werden de Grieken ook geїntroduceerd
tot de Schriften, en de joden werden geїntroduceerd tot de hellenistische
filosofie. En vele joden heel kenmerkend (evenals de Israëlieten
vroeger) werden door veel van hun concepten aangetrokken en mengden die met
wat de Schriften onderwezen.
De Grieken waren heel trots op hun cultuur en verbreidden die op agressieve
wijze onder de joden. Dat is niet ongewoon. Veroverende naties proberen altijd
hun cultuur over te brengen op hen die ze hebben overwonnen. Proberen wij dat
niet in Irak te doen, precies nu in deze tijd? Deden we dat na de tweede
wereldoorlog niet met Japan en Duitsland? De Britten deden hetzelfde in India,
de Fransen in Afrika, de Nederlanders in Oost-Indiё. De moslims proberen
door organisaties zoals al-Qaeda, Hamas en de Palestijnse Autoriteit op
militante wijze hun extremistische, radicale godsdienst op de ene na de andere
natie over te brengen.
De Grieken deden dat met de joden. Waarom denkt u dat ze de tempel
vernietigden? Om de joden af te snijden van hun religie en de Griekse cultuur op
hen over te brengen. En ze slaagden daar heel goed in.
Toen de ware kerk begon, waar begon die? Deze begon in Judea, dat sterk door
het hellenisme was beїnvloed. Gnosticisme
werd vermengd met hellenisme, en gnosticisme werd vermengd met judaїsme,
en de joden brachten het mee de kerk in. Net als bijna iedere andere Israëlitische
religie was het judaїsme uit die tijd een
syncretisme van waarheid en onwaarheid. Daar kwam een religie uit voort
die heel, heel gevaarlijk was voor de kerk. Weet u waarom? Zo'n religie ziet er
voor de oppervlakkige waarnemer heel goed uit.
Een essentiёle draad in het Griekse
filosofische en religieuze onderwijs is een eenvoudig dualisme. Dit is een
derde belangrijk element van hun filosofisch en religieus onderwijs. Nummer
één: Hun kosmologie met haar wereldbeeld, waar ook astrologie toe behoorde.
Nummer twee: Het onderwijs van de onsterfelijkheid van de ziel en "Jullie
zullen als goden zijn." En nummer drie: dualisme (dit punt maakte min
of meer de "drieёenheid" volledig).
We moeten begrijpen (Dit is belangrijk!) dat deze punten nog steeds gelden in
het hedendaagse christendom. Laten we dus het dualisme een beetje uitleggen. Als
we iemand van de kerken uit de wereld vragen of ze geloven in wat ik u ga
uitleggen, ben ik er zeker van dat ze zouden zeggen: "Absoluut niet."
En toch handelen ze er in hun gedrag naar, niet wetend waar het vandaan kwam.
Luister naar deze definite van dualisme. Deze is ontleend aan mijn
Reader's Digest Oxford Encyclopedic Dictionary. (Let op het woord "theorie".)
Dualisme is: De theorie dat het universum uit twee bestanddelen bestaat en
wel geest en materie. De theorie dat het menselijk lichaam en de menselijke
geest twee verschillende eenheden zijn, maar die heel nauw met elkaar
samenhangen en samenwerken. De theorie dat er twee eeuwige en tegengestelde
bestanddelen of principes zijn, de ene goed en de andere kwaad.
Het is kenmerkend dat er iets van waarheid in zit, maar ook een hele boel
onwaarheid. Maar laten we verder gaan. De Grieken verdeelden het universum in
materie en geest. Zij bepaalden dat materie slecht is, maar geest is goed. Dit
concept is op basis van bijbelse waarheid volkomen onjuist.
1 Timotheüs 4:1-5 Maar de Geest zegt nadrukkelijk, dat in latere
tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, doordat zij dwaalgeesten en
leringen van boze geesten [demonen] volgen, 2 door de huichelarij van
leugensprekers, die in hun eigen geweten gebrandmerkt zijn, 3 het huwelijk
verbieden en het genot van spijzen, welke God toch geschapen heeft om met
dankzegging te worden gebruikt door de gelovigen, die tot erkentenis der
waarheid gekomen zijn. [Let nu op wat er in vers 4 wordt gezegd.] 4 Want
alles wat God geschapen heeft, is goed [niet slecht, zoals de conclusie van
de Grieken was] en niets daarvan is verwerpelijk, als het met dankzegging
aanvaard wordt: 5 want het wordt geheiligd door het woord Gods en door gebed.
We hadden hiervoor niet het Nieuwe Testament behoeven op te slaan. We hadden
ook naar Genesis 1:31 kunnen gaan, waar staat:
Genesis 1:31a En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was
zeer goed.
"Zeer goed" niet kwaad, zoals de conclusie van de Grieken
als onderdeel van hun dualisme was. "En God zag alles wat Hij gemaakt had,
en zie, het was zeer goed." Binnen de context is alles wat Hij in samenhang
met de aarde gemaakt had, materie. En zij bepaalden dat materie tijdelijk en
onstabiel is, en daarom zijn tijdelijke dingen slecht, kwaad. Dit heeft
werkelijk verkeerde resultaten.
Daartegenover zijn eeuwige dingen volgens het Griekse dualisme stabiel en
goed. Wat dan te denken van demonen? Zijn zij stabiel? Zijn zij goed? We gaan al
iets van de afwijkingen zien. Dit is echter een overheersende gedachte in hun
filosofie. Dit is ook de christelijke kerk binnengeslopen en daarbinnen zijn tot
op de dag van vandaag elementen van die filosofie aanwezig.
Toen dit eenmaal werd geaccepteerd, was het erg eenvoudig de mens in lichaam
en ziel twee delen onder te verdelen. Het lichaam is tijdelijk en kwaad,
maar de ziel (die volgens hun conclusies reeds onsterfelijk was) was dus goed.
Daar zit geen spoor van waarheid in, maar dat is gewoon menselijk redeneren dat
tot een conclusie komt die niet in overeenstemming is met wat God zegt.
Luister naar deze aanhaling van Plato uit zijn Phaedo: "De ziel lijkt
sprekend op het goddelijke onsterfelijk en begrijpelijk en eenvormig en
onontbindbaar en onveranderlijk." Plato zag het lichaam als een
tijdelijke behuizing waarin de ziel gevangen zit. Hij schreef ook: "De
ziel heeft het lichaam in dienst."
Zij komen tot deze conclusies zonder enige onderwerping aan het woord van de
Schepper. Maar ga nu niet denken dat ze geen kennis hadden van het woord van de
Schepper. We lazen zojuist in Romeinen 1, dat "hoewel zij God kenden ..."
Over wie denkt u dat Paulus het hier heeft? Hij heeft het over de heidenen en
ook over de Israëlieten. Zij erkenden Hem niet als God.
Weet u, gemeente, dat ze van Yahweh afwisten? Weet u wat hun conclusie over
Yahweh was? Zij konden in Gods woord kijken en zien dat Yahweh de aarde schiep.
En zij keken naar de aarde en zagen al de chaos en verwarring, en ze kwamen
daarom tot de conclusie dat Yahweh slecht was. Als dat geen verdraaiing van de
feiten is! Maar dat was een conclusie die deel uitmaakte van hun dualistische
denken.
Ik wil u een algemene toepassing laten zien hoe elementen van dualisme
vernietigend werken. Er zijn veel mensen die zichzelf "christenen"
noemen en die zorgeloos denken dat het er niet toe doet wat en hoeveel ze eten.
Denk daar eens over na. Ze zullen alles eten dat kruipt, beweegt, of wat dan ook.
Noem maar op garnalen en dergelijke. Op die manier zorgen ze niet voor òf
een relatie met God òf voor hun lichamen. Ik zou haast zeggen dat het hoogst
waarschijnlijk is dat ze aan weinig gezondheidswetten gehoorzamen. Het leven
wordt geleid alsof er geen relatie bestaat tussen wat er geestelijk wordt
geloofd en wat men fysiek doet.
Begrijpt u de praktische gevolgen van wat de Grieken geloven? Zij geloven dat
ieder mens in feite uit twee wezenlijk verschillende wezens bestaat, die elk tot
verschillende werelden behoren. En daarom betekent de vernietiging of het
misbruik van het lichaam totaal niets, daar de vernieting of het misbruik ervan
de ziel niet kan vernietigen. Voor hen stelt de uiteindelijke vernietiging
de dood slechts de bevrijding van de ziel uit het lichaam voor. De dood
bevrijdt dus de ziel en introduceert deze, maakt de weg vrij voor het ware
bestaan ervan. Plato concludeerde dus: "De ziel gaat weg naar het
zuivere, het eeuwige, het onsterfelijke en onveranderlijke waaraan ze verwant
is."
Ik zal dat in moderne bewoordingen gieten. Hij zei dat bij de dood, de ziel
daarheen gaat waar deze vandaan kwam. Hebt u ooit necrologieёn gelezen, of
iemand horen zeggen dat de Heer de overledenen "naar huis" heeft
geroepen, of dat de overledene "naar huis" is gegaan om met de Heer te
zijn? Gaat u begrijpen waar dat vandaan kwam? Is die gedachte nog sterk aanwezig
in het hedendaagse christendom? Waar haalden ze dat vandaan? Dat komt NIET uit
de bijbel. Dat is een Grieks theologisch geloof dat teruggaat op de
onsterfelijkheid van de ziel. "En jullie zullen als goden zijn."
Gaat u inzien waar hun geloof toe leidt? Met andere woorden volgens hen is
ons werkelijke "thuis" ergens daarbuiten. We zijn naar deze plaats
gestuurd en we zullen terugkeren naar waar we vandaan kwamen.
Johannes 3:13 [Jezus zei:] En niemand is opgevaren naar de hemel, dan
die uit de hemel nedergedaald is, de Zoon des mensen.
Dus het geloof dat de mens uit de hemel kwam en na de dood daarheen
terugkeert, komt rechtstreeks uit de Griekse filosofie niet uit de bijbel.
Dus de bron van het "naar de hemel gaan" is nu blootgelegd! Dat kwam
van de Grieken. Zij waren niet de enigen. Alleen we hebben het meest met hen te
maken. De Babyloniёrs geloofden in principe hetzelfde, evenals de
Egyptenaren.
Ik wil u een vraag stellen. Dit is de negende preek van deze serie, en het
onderwerp van deze serie is: Doet het er werkelijk toe wat we geloven?
Staat het ons vrij zelf de leerstellingen uit te zoeken die we willen geloven
denkend dat we daardoor in het Koninkrijk van God zullen komen, erop
voorbereid zullen worden? Nee.
Laten we doorgaan met dit idee waar ik met het voorbeeld van het lichaam mee
begon. De gedachte om voor het lichaam te zorgen was voor hen niet belangrijk.
Zij vinden dat we ons niet druk hoeven te maken om ervoor te zorgen omdat
het binnen het dualistische geloof fysiek is en daarom heeft het praktisch geen
waarde.
Doet het er dan toe wat we geloven? De praktische consequenties worden zelfs
nog ernstiger omdat het, als we dat geloven, eigenlijk zonde (het doel
missen, van de weg afgaan, zich niet onderwerpen aan de wetten van de Schepper)
maken tot iets dat geen belang heeft. Waarom? Al deze handelingen worden in het
vlees (dat is materie) gedaan en kan dus geen betekenis hebben voor de eeuwig
zuivere ziel.
Nu gaan we al vaag enige elementen van antinomianisme zien. Dat
betekent "tegen de wet". Dit is allemaal verbonden aan de
onsterfelijkheid van de ziel. Dit is allemaal verbonden aan dualisme. Zelfs al
kan een modern iemand de leerstelling van de onsterfelijkheid van de ziel niet
op dezelfde manier opvatten als de mensen uit de oudheid, toch heeft die zijn
invloed of subtiel of duidelijk op iemands denken, houding en gedrag
doordat deze opvatting iemand minder belang doet hechten aan de consequenties
van zijn daden.
Als iemand al onsterfelijk is, waarom zou hij zich dan verzetten tegen de
aantrekkingskrachten van het vlees om te zondigen? Waarom zou hij op zijn hoede
zijn en Satan weerstaan? Waarom zou hij weigeren mee te gaan met de manier van
de wereld? Waarom zou hij zijn leven wijden aan groei en overwinning, aan studie
en andere manieren om God en Zijn waarheid te leren kennen? Waarom zou hij die
inspanning leveren als hij al eeuwig leven bezit?
Vandaar de reusachtig verschillende perspectieven op de dood en de totaal
verschillende benaderingen van de dood die we bij Christus en Socrates kunnen
waarnemen. Herinnert u zich nog die preek die ik voor de dagen der ongezuurde
broden en voor Pascha gaf, waarin ik vrij uitgebreid keek naar wat Christus deed
in het aangezicht van de dood en wat Zijn houding ten opzichte van de dood was
vergeleken met die van Socrates? Wat een verschil tussen die twee!
Als ik het op deze manier mag zeggen: Christus respecteerde de dood echt. Hij
wilde die eigenlijk niet het hoofd bieden. Voor Hem was het een heel belangrijke
vijand die met 'hand en tand' bevochten moest worden, en waarbij men in zekere
zin zijn leven moest geven in het weerstaan ervan. Maar Socrates trad hem
onbezorgd tegemoet, en pleegde zelfs zelfmoord om de dood deelachtig te worden,
omdat voor Socrates de dood een vriend was. Voor Christus was het een vijand
de laatste vijand die vernietigd moest worden. Waarom hadden ze zulke totaal
verschillende benaderingen? De Eén had de waarheid. De ander niet.
1 Corinthiërs 6:19 [Let op wat Paulus hier zegt.] Of weet gij niet,
dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, die in u woont, die gij
van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt?
Het lichaam is de tempel van Gods Heilige Geest; en in die zin is het in Gods
"zeer goede" schepping het deel dat ons allemaal het naast staat. Aan
het begin van de bijbel draagt God ons de verantwoordelijkheid op het naar ons
beste vermogen te bewerken en te bewaren. Het lichaam dat we hebben maakt deel
uit van Gods schepping, en het is daarvan het deel dat ons het naast staat, en
wij hebben de opdracht ervoor te zorgen.
Geloven we dit? Zorgen wij voor ons lichaam of laten we de dingen zorgeloos
aan het toeval over in de hoop dat onze genen goed zijn. De menselijke natuur
de mens is een verstokte gokker is altijd bereid de kans te nemen dat
"het" hem niet overkomt, en is altijd bereid het doen van het juiste
uit te stellen totdat het beter uitkomt.
Gemeente, het is geen wonder dat Satan zijn aanval op Gods plan en Zijn doel
begon met deze leerstelling van de onsterfelijkheid van de ziel. Het stuurt op
slimme wijze Gods doel met het menselijke leven een andere richting uit. Satan
heeft uitzonderlijk veel succes gehad om de mens met deze leerstelling
waarbinnen een verborgen dualistische component zat, de verkeerde kant uit te
sturen.
Hoeveel religies in de wereld die zichzelf "christelijk" noemen,
geloven dat ze reeds een onsterfelijke ziel hebben? Bijna allemaal! Ik ken
enkele groepen die weten dat we geen onsterfelijke ziel hebben. De
Jehovagetuigen weten dat we geen onsterfelijke ziel hebben, omdat zij geloven
wat de bijbel erover zegt. Maar de overgrote meerderheid aanvaardt die
leerstelling als een gegeven, en dat werkt op subtiele wijze tegen hen als een
kanker in de geestelijke aspecten van hun leven.
Jammer genoeg waren er velen in de kerk uit de eerste eeuw die ook het
Griekse denken niet terzijde schoven. Maar zolang als ze leefden, hielden de
apostelen vast aan de geopenbaarde waarheden van Gods woord en vochten ze tegen
de niet aflatende aanvallen van de filosofische en religieuze systemen van hun
tijd. Het verhaal daarvan wordt in de brieven weergegeven.
We zien hier het begin van wat later als het gnosticisme bekend werd.
Als u studeert in het bijzonder in de protestantse commentaren zult u af
en toe verwijzingen naar gnosticisme tegenkomen. Op dit moment echter geloof ik
dat er twee punten belangrijk zijn die we over het gnosticisme moeten begrijpen.
Het eerste is dat we moeten weten dat gnosticisme NOOIT een georganiseerde
religie is geweest. Het was niet wat we in deze tijd een denominatie of een
groep met rechtspersoonlijkheid zouden noemen. Het was niet meer dan een
verscheidenheid aan filosofische en religieuze concepten en meningen die door de
bekering van haar leden de kerk werd binnen gebracht.
En voor wat betreft deze meningen bleef het niet bij de leerstelling van de
onsterfelijkheid van de ziel. Ook andere tegen God gerichte filosofische
conclusies maakten daar deel van uit, conclusies die een verwoestende uitwerking
hadden op Gods doel met hen, maar de mensen waren zo dwaas deze concepten niet
uit hun denken uit te bannen toen ze met de waarheden van Gods woord werden
geconfronteerd, die in tegenspraak waren met hun filosofische opvattingen.
We zien hier veel van terug in de waarheden van de brieven van de apostelen,
waarin zij de geest van Christus gebruikten om de op het oog aanvaardbare
gnostische opvattingen het hoofd te bieden; maar in heel veel gevallen werd het
getrouwe onderwijs van de apostelen verworpen. De manier waarop die bekeerlingen
dus na hun bekering het leven bekeken was niet veel anders dan de manier waarop
ze er voor hun bekering naar hadden gekeken behalve dat ze nu geloofden dat
ze een Verlosser hadden. Op die manier werd groei in genade en kennis van Jezus
Christus in zeer ernstige mate afgezwakt.
Eén van de belangrijkste leerstellingen van de christelijke kerk had nog een
bijkomend gevolg. Dat betreft de leerstelling over genade. Laten we gewoon even
naar één plaats kijken. Waarschijnlijk zullen we in de volgende preek in het
Nieuwe Testament gaan kijken en zal ik u de ene plaats na de andere laten zien
waar de apostelen, in het bijzonder Paulus, de gnostische leer het hoofd boden.
In de bijbel wordt nergens gezegd: "Kijk, dit is een gnostische leer."
Maar we weten een en ander door wat ze schreven te vergelijken met wat we nu
over de gnostici weten, en we kunnen één en één bij elkaar optellen.
Gemeente, wat zo ongelooflijk is, is dat diezelfde leerstellingen nu in wat
het christendom wordt genoemd nog steeds worden geloofd! Ze zijn altijd in
de kerk blijven hangen!
Romeinen 6:1 Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde
blijven, opdat de genade toeneme?
Wat zei ik zonet, ongeveer vijf minuten geleden? Als we in de
onsterfelijkheid van de ziel geloven en als we daarbij ook het dualisme
aanvaarden, dan wordt zonde onbelangrijk voor ons. Het doet er dan werkelijk
niet toe. En de zonde is dan in overvloed aanwezig. Maar wat deden deze mensen?
Ze beriepen zich op de genade Gods en naar hun zeggen waren ze dan vrij om in
hun lichaam te doen wat ze maar wilden, omdat de genade van God het zou bedekken.
U zult enkele verbazingwekkende uitspraken horen die de hervormers zoals
Maarten Luther en Johannes Calvijn en anderen die in de bijbel worden
genoemd, deden over het houden van Gods wet en over zonde. Hun gnosticisme zal
ons duidelijk worden en we zullen het verschil begrijpen tussen wat wij middels
Herbert Armstrong hebben geleerd en wat deze mensen in de wereld verkondigen, en
waarom de heer Armstrong zich zo druk maakte over deze dingen.
"Mogen wij bij de zonde blijven, opdat de genade toeneme?" kijk nu
naar vers 12, waar Paulus opdraagt:
Romeinen 6:12 Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw
sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen.
Waarom zou hij zoiets schrijven? Er waren mensen in de kerk die zeiden
tegen zichzelf, om zichzelf te rechtvaardigen; en ze droegen dit ook op anderen
over "Het doet er in feite niet toe of je zondigt."
Romeinen 6:14-15 Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren,
want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade. 15 Wat dan? Zullen wij
zondigen, omdat wij niet onder de wet, maar onder de genade zijn? Volstrekt
niet!
Voor ons klinkt dat echt onwerkelijk. Waarom zouden ze dat tegen ons moeten
zeggen wat Paulus tegen deze mensen zei? Dat zou toch niet nodig hoeven te zijn?
Maar voor de mensen in de wereld is zonde in het algemeen zo slecht nog niet.
Dat is het eerste punt dat we over gnosticisme moeten weten. Het was GEEN
denominatie. Het was niet meer dan een verzameling van opvattingen die de mensen
met zich de kerk binnen brachten.
Het tweede punt is dat deze mensen zich geen gnostici noemden. Ze noemden
zichzelf christenen! Dat is ongelooflijk. Waarom is dat ongelooflijk? Hetzelfde
gebeurt in deze tijd. Deze mensen noemen zich christenen.
Een gnosticus is iemand die weet. Meer zit er niet in die naam. Hij is iemand
die weet. Deze mensen binnen de kerk van God beweren bekeerd te zijn, maar hun
opvattingen zijn er het bewijs van dat ze in principe vonden dat zij beter
wisten dan anderen en dan God Zelf.
Weet u wat één van de meest vernietigende opvattingen was die door dit
filosofische onderwijs de kerk binnenkwam? Dat was wat we in deze tijd omdat
het nog steeds wordt geloofd voortgaande openbaring noemen. Het
moderne bijproduct van deze leerstelling is dat wat het individu "het recht"
geeft te geloven en te leven naar iets dat afwijkt van wat Gods woord onderwijst,
omdat zij geloven dat het voor hen in hun situatie "juist" is. "God
zou dat toch niet echt van mij verlangen!"
Deze leerstelling maakt het in principe aannemelijk dat de Heer hen
rechtstreeks inspireert. Hebt u ooit mensen horen zeggen: "De Heer zei
tegen me", of "Toen ik gisteravond bad, sprak de Heer tot mij
en zei me dit of dat te doen"? We denken allemaal dat God dit doet en
hij doet dit inderdaad. Maar als Hij het doet, dan zal Hij nooit iemand een raad
geven die naar de letter en de geest tegenstrijdig is met Zijn woord. Als Hij
dat wel deed, dan zou Hij Zichzelf tegenspreken!
De gnostici schenken daar geen aandacht aan en blijven vasthouden aan hun
eigen ketterse opvatting. Dit soort denken overheerst in het moderne christendom.
En wel in die mate dat Alan Knight in zijn boek Primitive Christianity in
Crisis het moderne katholieke en protestantse christendom als "hellenistisch
christendom" aanduidt.
U hebt van mij aan het begin van deze serie een groot aantal aanhalingen
gehoord uit het Barna Rapport, dat duidelijk laat zien dat de evangelische
wedergeboren christenen zich vrij voelen duidelijk bijbels onderwijs te
verwerpen ten gunste van hun eigen opvattingen. Gemeente, het gnosticisme leeft
nog steeds en ongelukkigerwijs zijn er vele volgelingen; het verdeelt de ware
kerk in deze tijd evenals dat in de eerste eeuw het geval was.
Weet u waardoor de Worldwide Church of God uit elkaar spatte? Dat was de
aanvaarding van enkele van deze leerstellingen die rechtstreeks vanuit het
gnosticisme voortkwamen. Massa's mensen volgden deze! En de kerk werd alle
kanten uit verstrooid.
De protestantse verscheidenheid in het bijzonder de evangelische
gezichtspunten die daarin aanwezig zijn is vooral gevaarlijk voor ons, omdat
we de neiging hebben iets meer verwantschap met hen te voelen dan met het
katholicisme en de ruimdenkende grotere protestantse groepen. Dat gevoel van
verwantschap bestaat omdat zij de indruk geven er oprecht naar te verlangen
rechtvaardig te zijn op basis van Christus' gerechtigheid en morele opvattingen
in overeenstemming met het houden van Gods geboden. En zij verlangen ernaar een
fantastisch warme relatie met de Vader en de Zoon te hebben.
Ik trek hun oprechtheid niet in twijfel. Als we echter wat in meer detail
naar hun leerstellig fundament en hun gedrag kijken, dan zien we wie ze ik
mag wel zeggen in bijna alle gevallen blindweg volgen. Alleen ze weten het
niet. Ze zijn onwetend van wat ze volgen. Deze mensen zijn vaak vuriger en
oprechter dan de protestanten uit de grote kerken. In veel gevallen geven ze
zelfs ons het nakijken betreffende hun pogen zich aan de leerstellingen van hun
geloof te houden.
Maar hun leerstellige basis bestaat onder andere uit de onsterfelijkheid van
de ziel, eeuwige zekerheid, de drieёenheid,
de leer van verschillende opeenvolgende dispensaties, antinomianisme, een eeuwig
brandend hellevuur, het naar de hemel gaan, voortgaande openbaring,
bastaardvormen van spreken in tongen en niet één van deze
leerstellingen is bijbels!
Hoe kwamen deze vernietigende leerstellingen in de kerk door de joden of
door de heidenen? Ik weet niet of we dit rechtstreeks op basis van de Schrift
kunnen vaststellen, maar de logische conclusie van wat de Schrift ons zegt wijst
in de richting van de joden (niet de heidenen). We zouden geneigd kunnen zijn te
denken: "Hoe kan dat nu, daar het gnosticisme een heidense oorsprong
heeft?" Laten we eens lezen wat er in Handelingen 6 staat.
Handelingen 6:1-6 En toen in die dagen de discipelen talrijker werden,
ontstond er gemor bij de Grieks sprekenden tegen de Hebreeёn,
omdat hun weduwen bij de dagelijkse verzorging verwaarloosd werden. 2 En de
twaalven riepen de menigte der discipelen bijeen en zeiden: Het bevredigt
niet, dat wij met veronachtzaming van het woord Gods de tafels
bedienen. 3 Ziet dan uit, broeders, naar zeven mannen onder u, die goed
bekend staan, vol van Geest en wijsheid, opdat wij hen voor deze taak
aanstellen; 4 maar wij zullen ons houden aan het gebed en de bediening van
het woord. 5 En dit voorstel vond bijval bij de gehele menigte, en zij kozen
Stefanus, een man vol van geloof en Heilige Geest, Filippus, Prochorus,
Nikanor, Timon, Parmenas en Nikolaüs, een Jodengenoot uit Antiochiё;
6 hen stelden zij voor de apostelen, die, na gebeden te hebben, hun de
handen oplegden.
Bedenk dat ik reeds eerder zei dat Griekenland Judea ongeveer zo'n 200 jaar
sterk beїnvloedde. In Handelingen 6 was de
kerk nog maar amper opgericht. Maar vielen u de Griekse namen in vers 5
op? In vers 1 wordt er gesproken over Grieks sprekenden. Maar in mijn bijbel met
kanttekeningen wordt dit in de kanttekeningen gecorrigeerd in hellenisten. Deze
mensen met Griekse namen waren geen Grieken. Het waren joden met Griekse namen.
God riep de eerste heidenen pas in Handelingen 10 tot de kerk, toen Hij
Petrus naar Cornelius en zijn gezin zond. Deze mannen in Handelingen 6 met
Griekse namen waren dus joden die zich verbonden hadden aan en geloofden in
hellenistische opvattingen. Zij waren hellenisten. Ik geloof dat we hier in dit
hoofdstuk het eerste begin van de hellenistische invloed zien omdat deze
mannen niet de enige waren die hellenisten waren. Er kwam een hele groep van
hellenistische joden naar de apostelen en zeiden: "Luister eens, onze
weduwen worden verwaarloosd."
Deuteronomium 12:29-32 Wanneer de HERE, uw God, de volken, naar wier
gebied gij trekt om hen te verdrijven, uitgeroeid heeft, en gij hun gebied in
bezit genomen hebt en in hun land woont, 30 neem u er dan voor in acht, dat
gij u niet laat verleiden na hun verdelging hun voorbeeld te volgen, en dat
gij hun goden niet zoekt, zeggende: hoe dienden deze volken hun goden? zo wil
ik het ook doen. 31 Niet alzo zult gij de HERE, uw God, dienen; want al wat de
HERE een gruwel is, wat Hij haat, doen zij voor hun goden; zelfs hun zonen en
hun dochters verbranden zij voor hun goden met vuur. 32 Al wat ik u gebied,
zult gij naarstig onderhouden; gij zult daaraan niet toedoen, noch daarvan
afdoen.
Deze verzen slaan op een vaak aangehaald principe van gehoorzaamheid. Het
Israëlitische volk moest de rechte en enge weg volgen, en zich niet afvragen
hoe andere naties hun goden dienden. Ze moesten niets toevoegen aan, noch iets
afdoen van wat God had bepaald. De Israëlieten deden dit alleen als er een
sterk leiderschap was zoals onder Jozua, of David, of Hizkia, of Josia. In
andere tijden leidde hun nieuwsgierigheid hun voortdurend zoeken naar
afwisseling, hun schijnbaar aangeboren benadering van "het gras bij de
buren is altijd groener" hen door hun gehele geschiedenis heen op het
verkeerde pad.
En veel joden in de periode voor Jezus' leven verdiepten zich in de Griekse
filosofieёn en religie, en ze aanvaardden de
ideeёn ervan; deze zelfde zwakheid is ook in deze tijd nog even sterk
aanwezig. Er zijn veel Amerikanen die zich verbonden hebben met niet-Israëlitische
religies. Er zijn heel wat Amerikanen die het moslim-geloof aanhangen. Anderen
hebben zich verdiept in hindoeїsme en
boeddhisme, en ook de New Age religie. Zelfs het oude geloof van de druїden
met de bijbehorende hekserij heeft in de Verenigde Staten van Amerika
een moderne opleving meegemaakt.
De oude patronen worden nog steeds gevolgd. Ik geloof dus dat het gnosticisme
in eerste instantie door de joden de kerk binnenkwam en Handelingen 6 bevat het
handvat om dat te begrijpen toen God als het ware alleen nog maar mensen van
Israëlitische komaf tot bekering leidde. Hij had de kerk nog niet tot de
heidenen uitgebreid, zodat toen de heidenen tot bekering kwamen, zij binnen de
ware kerk mensen joden aantroffen die reeds opvattingen geloofden die
aan hun cultuur waren ontleend.
De apostelen zijn er nooit in geslaagd de kerk er van te ontdoen en evenmin
slaagde Herbert Armstrong er ooit in binnen de kerk het geloof dat aan ons was
overgeleverd volledig van de afwijkingen te ontdoen. Ze begonnen in de 70-er
jaren tot verdeeldheid te leiden. Er zijn heel wat opvattingen over die dingen,
maar het principe geldt nog steeds.
Toen de heidenen de kerk begonnen binnen te komen, was de kerk reeds bijna
overstelpt met deze heidense opvattingen. In de volgende preek zullen we datgene
wat de apostelen schreven nader gaan bekijken. Ik denk dat u verbaasd zult zijn
over hoeveel ervan tegen het gnosticisme was gericht in het bijzonder in wat
Paulus schreef, maar het geldt voor allemaal.
De gehele brief van Judas is tegen het gnosticisme gericht. Wie waren, denkt
u, die valse profeten waar hij het over had, die reeds in de kerk waren? Dat
waren zij! En raad eens wat zij onderwezen: Dezelfde dingen die ze in deze tijd
nog onderwijzen en aanvaarden alsof ze uit de bijbel komen. Maar ze kwamen niet
uit de bijbel. En dat is nog steeds niet het geval.
|