|
Sermon: De christen en de wereld (Deel 1)
#312NL
John W. Ritenbaugh
Given 08-Nov-97
summary: In deze inleidende boodschap op de serie "De christen en de wereld" onderzoekt John Ritenbaugh het verschillende gebruik van het woord "wereld", waarbij hij zich uiteindelijk richt op de negatieve bijbetekenissen die de culturen van deze wereld sinds Adam en Eva beschrijven, die direct onder invloed staan van de overste van de macht der lucht (Efeziërs 2:2, 6:12). De gehele wereld en haar culturen zijn ongehoorzaam aan God, omdat Satan de touwtjes in handen heeft. De wereld staat in een dodelijk antagonisme tegen God, tegen de weg van God en de mensen van God, vanwege de geest die voortkomt uit de ongeziene overste van deze wereld. Het is van essentieel belang dat we wakker blijven en op onze hoede zijn.
transcript:
De preken van het Loofhuttenfeest zakken nooit ver in mijn geheugen weg,
omdat het geven van zoveel preken in zo'n korte periode qua voorbereiding erg
tijdrovend is. Wat belangrijker is, is dat gelet op het feit dat het de enige
periode in het jaar is dat we allemaal op één plaats bij elkaar komen, de
preken werkelijk "stevig voedsel op de juiste tijd" moeten zijn. Ik
vat dat voornamelijk op als geven wat het lichaam als geheel nodig heeft en dan
ook nog zo dicht mogelijk bij de tijd waarop het nodig is.
Omstreeks juni dit jaar begon de serie die ik gaf over het algemene onderwerp
"de wereld", zijn eerste vorm te krijgen en dit onderwerp heeft me
sindsdien niet echt meer losgelaten. De reden is, dat ik diverse invalshoeken
begon te zien die volgens mij nader bekeken moesten worden, maar ook dingen
waarop ik nooit tevoren was ingegaan. Ik bedoel niet dat mijn benadering van
deze dingen nieuw is. Ze zijn nieuw voor me omdat ik nooit een invalshoek vanuit
dat perspectief op het onderwerp in een volledige preek heb uitgewerkt,
tenminste voorzover ik me dat kan herinneren. Het zou kunnen dat gedeelten ervan
in bijbelstudies en andere preken die ik in het verleden gaf, aan de orde zijn
gekomen.
Ik zeg dat omdat "de wereld" het onderwerp zal zijn voor vandaag,
en dit onderwerp ontleent zijn belang, voor wat mij betreft, aan wat er in de
kerk is gebeurd, evenals wat er op het gebied van religie in de wereld gebeurt.
Ik denk dat we het er allemaal wel over eens zijn dat Laodiceanisme, zoals we
het noemen, de kerk vanuit de wereld is binnengekomen en het heeft een hoofdrol
gespeeld bij het uiteenvallen van de kerk. Het is geen houding naar het beeld
van God. Dat kan eenvoudig worden afgeleid uit Openbaring 3:17 en in vers 16
laat Hij zien dat het Hem in het geheel niet aanstaat dat deze houding
bij Zijn mensen te vinden is en dat Hij juist om die reden dreigt hen uit te
spuwen.
Ik ga in deze preek verder met dit onderwerp "de wereld" en ik denk
dat één van de eerste dingen die nodig is om te begrijpen, is dat het woord wereld
zoals het in de bijbel wordt gebruikt, de vertaling is van vijf Hebreeuwse
woorden in het Oude Testament en drie Griekse in het Nieuwe Testament. Het enige
woord waar we ons mee zullen bezighouden is het bekende kosmos uit
het Nieuwe Testament, omdat dat het belangrijkste is om de relatie van de wereld
tot God en de kerk tot uiting te laten komen. De andere woorden zijn erg
duidelijk in hun betekenis en hebben praktisch geen betekenis voor het menselijk
gedrag. Kosmos is voor ons het woord met de meest directe geestelijke,
morele en ethische toepassingen.
Kosmos is een van die woorden die de apostelen aan het Grieks hebben
ontleend en in de bijbel toepasten op een manier waardoor het een extra
betekenis kreeg ten opzichte van het normale Grieks. Hierdoor wordt kosmos niet
uniek, want ze deden hetzelfde met woorden zoals charisma en agape.
Kosmos is een woord dat in de Schriften vele toepassingen heeft en dat is
één van de redenen waarom we zorgvuldig aandacht moeten schenken aan de
context waarin het woord kosmos voorkomt.
In dit opzicht heeft het veel gemeen met het woord pneuma, dat
met geest wordt vertaald, en ook nog met andere woorden. Dit woord
pneuma wordt volgens Bullinger in de Companion Bible op acht
verschillende manieren gebruikt. Bijvoorbeeld pneuma kan binnen een
bepaalde context duiden op de heilige geest, de geest in de mens, een houding,
een samenstelling [God is geest], een engel of een demon, of de wind. Op
dezelfde manier wordt kosmos gebruikt om vele verschillende
omstandigheden, dingen of houdingen, aan te duiden. Laten we Handelingen 17:24
opslaan. We zien dit woord daar verschijnen in enkele verzen die ons een idee
zullen geven van het brede spectrum waarin het wordt toegepast. Daarna
zullen we ons pas specifiek richten op één toepassing. Paulus spreekt hier
voor de Grieken op de Areopagus.
Handelingen 17:24 De God, die de wereld [kosmos]
gemaakt heeft en al wat daarin is, die een Heer is van hemel en aarde, woont
niet in tempels met handen gemaakt,
Hier is het woord vertaald met wereld, maar het impliceert het
gehele universum, letterlijk alles, alle sterren en alle manen en alle
planeten. Laten we nu zien wat Marcus zegt in Marcus 16:15.
Marcus 16:15 En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld
[kosmos], verkondigt het evangelie aan de ganse schepping.
Hier is kosmos beperkt tot de aarde. Deze toepassing wordt het
meest gebruikt om te duiden op de bewoners van de aarde. Met andere
woorden we prediken niet tot de aarde, we prediken tot de kosmos, de bewoners
van de aarde, de mensheid en niet de aarde waarop we leven. In dit geval
betekent het naar de mensen toe gaan. Nog een andere plaats, deze keer
Johannes 7. Dit gebeurde tijdens een Loofhuttenfeest of in de tijd vlak voor een
Loofhuttenfeest. Hier wordt het woord kosmos nog verder beperkt. Het
begon met universum, daarna al de bewoners van de aarde.
Johannes 7:4 Want niemand doet iets in het verborgen en tracht
tegelijk zelf de aandacht te trekken. Indien Gij zulke dingen doet, maak,
dat Gij bekend wordt aan de wereld [kosmos].
Dit werd door Jezus' broers tegen Jezus gezegd en ze spoorden Hem aan
publiekelijk voor de mensen in Judea te verschijnen.
Zo strekte de toepassing zich eerst uit tot het universum, werd daarna
beperkt tot de aarde, en nu tot een klein land. In feite slechts één
klein gebied waar het Loofhuttenfeest werd gehouden.
De meest gebruikelijke toepassing voor ons is, dat het wordt gebruikt om te
duiden op de huidige gang van zaken in de wereld. Dat is de toepassing waar ik
me voornamelijk mee zal bezighouden. Ik zal nog niet direct op deze toepassing
ingaan, maar dit is wel de toepassing waar ik me voornamelijk mee zal
bezighouden. Met andere woorden kosmos wordt gebruikt om te duiden op de
diverse culturen die zich sinds Adam en Eva hebben ontwikkeld, of dat nu een
Russische cultuur is, een Amerikaanse, Engelse of Canadese, doet niet terzake.
Het wordt gebruikt om een cultuur aan te duiden. Als het op deze manier
wordt gebruikt, zit er altijd een negatieve bijsmaak aan. Het wordt
beschouwd als iets voorbijgaands, waardeloos, slecht [kwaad] en afhankelijk van
de context kan het kwaad fysiek of geestelijk zijn. Het kan moreel zijn. In dit
opzicht kan het worden gezien als de bron van zorgen, van verzoekingen,
van ongepaste verlangens.
Laten we nu Johannes 12:25 opslaan. Christus is daar de spreker.
Johannes 12:25 Wie zijn leven liefheeft, maakt dat het verloren gaat,
maar wie zijn leven haat in deze wereld [kosmos], zal het
bewaren ten eeuwigen leven.
Hier in deze context heeft het de betekenis tijdens dit
leven.
Laten we nog een paar erg bekende verzen doornemen, te beginnen met Efeziërs
2.
Efeziërs 2:1-2 Ook u, hoewel gij dood waart door uw overtredingen en
zonden, 2 waarin gij vroeger gewandeld hebt overeenkomstig de loop dezer wereld
[kosmos], overeenkomstig de overste van de macht der lucht, van de geest,
die thans werkzaam is in de kinderen der ongehoorzaamheid,
Ziet u hoe negatief dat is? De loop dezer wereld wordt gecombineerd
met de overste van de macht der lucht en deze mensen worden als
ongehoorzaam beschouwd. Zo gaat dat woord stapje voor stapje, langzaam maar
zeker, hoe meer we het in detail gaan bekijken, duiden op een kwaadaardig
systeem dat tegengesteld is aan God. In deze betekenis wordt het gebruikt in die
zeer bekende verzen in 1 Johannes 2:15-17. We lezen die verzen nu nog niet, nu
gaan we Mattheüs 16:26 lezen.
Mattheüs 16:26 Want wat zou het een mens baten, als hij de gehele wereld
[kosmos] won, maar schade leed aan zijn ziel? Of wat zal een mens
geven in ruil voor zijn leven?
Hier wordt het gebruikt om te duiden op de rijkdom en genoegens van de wereld,
of zoals we kunnen zeggen de goede dingen van het leven. Ik denk dat we
hier kunnen zien dat Jezus er heel sterk op duidt dat dit niet iets is waar de
mens naar moet zoeken. "Want wat zou het een mens baten, als hij de gehele
wereld [al de aardse goederen van het leven] won"? Het is niet goed dat een
mens dat doet. In feite is het slecht.
We gaan dit punt achter ons laten. Laten we nu Jacobus 3:6 opslaan. Hier
wordt het collectief gebruikt om iets aan te duiden. In Jacobus 3:6 wordt
over de tong gesproken.
Jacobus 3:6a Ook de tong is een vuur, zij is de wereld ...
Wereld [kosmos]: universum, aarde, lokale bevolking, cultuur. Hoe wordt
het hier gebruikt? "De tong is een wereld van ongerechtigheid."
Dat is heel wat.
Jacobus 3:6 Ook de tong is een vuur, zij is de wereld [kosmos]
der ongerechtigheid; de tong neemt haar plaats in onder onze leden, als iets,
dat het gehele lichaam bezoedelt en het rad der geboorte in vlam zet,
terwijl zij zelf in vlam gezet wordt door de hel.
Dat klinkt echt niet goed! We beginnen nu toch wel te zien dat kosmos
een slechte bijsmaak heeft. Het heeft een bijsmaak die de Grieken er nooit aan
gaven. Kosmos betekende niet iets slechts voor hen, het duidde ook niet
op iets slechts, het impliceerde het ook in geen enkel opzicht zoals we
binnenkort zullen zien, maar het was zeker slecht voor de apostelen. Hier wordt
het woord kosmos figuurlijk gebruikt, symbolisch, voor een samenhang
van iets, een wereld van wetteloosheid. Het hele zootje tezamen
bijeengenomen, een wereld van ongerechtigheid, dat wil zeggen een bron. De tong
is een bron van een groot aantal, een grote verzameling, een gehele
samenhang van zonde. Dit komt aardig overeen met wat Jezus zei: "Uit de
overvloed van het hart spreekt de mond". De tong wordt hier symbolisch
gebruikt om het totaal van kwade dingen in het hart van de mens aan te duiden.
Daarom zegt Jacobus dat geen mens de tong kan bedwingen.
Het draagt in zich ook minder vaak gebruikte nuances die soms toch ook veel
betekenis hebben. Het kan in bepaalde zinnen duiden op een meerderheid van de
mensen, in plaats van alle bewoners; dus het merendeel van de
mensen. Met andere woorden er zijn minderheden, maar de meerderheid is kosmos.
Het kan zelfs een vorm van levensonderhoud betekenen. Het wordt in de Septuaginta
gebruikt om de tijd voor de zondvloed aan te duiden. Op andere plaatsen
in het Nieuwe Testament betekent het een tijdelijke waarde. Het betekent
ook het voorwerp van Gods oordeel en ook het voorwerp van Gods genade.
"Want alzo lief heeft God de wereld [kosmos] gehad dat Hij zijn
eniggeboren Zoon gegeven heeft."
Kosmos is een mannelijk zelfstandig naamwoord en het komt in het Nieuwe
Testament 188 keer voor en het wordt door iedere schrijver van het Nieuwe
Testament wel in een of andere betekenis gebruikt. Ik weet niet of u het weet,
maar 188 keer is veel meer dan het veel bekendere agape of charisma. In
feite wordt het bijna net zo vaak gebruikt als die twee woorden samen. Ik vertel
u dit om u te laten beseffen dat dit geen onbelangrijke term is voor de
nieuwtestamentische kerk. Voor de kerk in de eerste eeuw betekende dit woord
heel wat, er was een groot stuk onderwijs aan verbonden.
Het is ontleend aan het werkwoord komeo. De Grieken definieerden het
als volgt. Het betekent verfraaien. Het betekent garneren. Het
betekent versieren. Het wordt eenmaal in deze laatste betekenis gebruikt
in de bijbel. Dat is in 1 Petrus 3, waar hij schrijft over vrouwen die
zichzelf op een bescheiden manier tooien. Wegens zijn letterlijke betekenis werd
het in het Grieks gebruikt in de betekenis van geordend, of systematisch,
of regelmatige rangschikking. Dat hing af van de context waarin het werd
gebruikt. Zo eenvoudig als het mag lijken, het ging de wereld betekenen,
zelfs bij de Grieken, want de Grieken konden duidelijk zien dat de schepping,
speciaal de hemelen, duidelijk was geordend en schitterend versierd. Maar voor
de Griek betekende het iets in hoge mate systematisch. Het betekende iets
schitterend versierd. Het duidde in het geheel niet op iets slechts. Maar de
apostelen namen dat woord, die eenvoudige Griekse toepassing, en verrijkten het
met hun kennis ontleend aan het Oude Testament voor wat betreft de geestelijke
oorsprong van de culturen van de wereld en het onderwijs van Jezus dat de
culturen van de wereld in dodelijke tegenstelling zijn met God, en die
verrijkte betekenis werd het voornaamste gebruik van kosmos in het Nieuwe
Testament. Kosmos veranderde in iets slechts [kwaads].
Laten we nu 1 Johannes 5:19 opslaan. Bedenk hierbij goed dat dit woord alleen
maar in de bijbel een kwade betekenis heeft.
1 Johannes 5:19 Wij weten, dat wij uit God zijn en de gehele wereld
[kosmos] in het boze ligt.
Of: "De gehele wereld staat onder controle van de boze." Dat is een
betere vertaling. "De gehele wereld staat onder controle van de boze."
Ter bevestiging hiervan slaan we Lucas 4 op waar Jezus en Satan hun confrontatie
hadden.
Lucas 4:6 En de duivel zeide tot Hem: U zal ik al deze macht geven en
hun heerlijkheid, want zij is mij overgegeven, en ik geef haar wie ik wil.
Lucas 4:5 En hij voerde Hem op een hoogte en toonde Hem al de
koninkrijken der wereld in een ogenblik tijds.
De gehele wereld staat onder controle van de boze. Het Oude Testament laat in
dit opzicht duidelijk twee dingen zien. Het eerste is dat God de uiteindelijke
controle in handen houdt (daar mogen we dankbaar voor zijn) en dat Satan
door Hem wordt gebruikt en beperkt voor Zijn doeleinden. Met andere
woorden wat Satan tegen Jezus zei had de instemming van de Vader, maar als we de
Vader niet in ogenschouw nemen, behoort de gehele wereld Satan toe,
en als hij deze aan iemand wil geven kan hij dit doen, zolang God dit toestaat.
Dat zet je toch wel aan het denken als je beseft hoeveel macht Satan tot zijn
beschikking heeft. Het helpt ons ook te gaan begrijpen waarom Johannes zei dat
de gehele wereld onder controle van de boze staat, en waarom deze apostel
zo vaak schreef dat de wereld slecht is, dat de gehele wereld en haar
culturen ongehoorzaam en in rebellie zijn aan de almachtige God, omdat Satan
voorzover God het hem toestaat het voor het zeggen heeft; hij is een pion in
Gods hand die wordt gebruikt zoals het God behaagt. Maar we gaan langzamerhand
beseffen dat hij een grote speelruimte heeft. Kijk naar de wereld! Is het
een plezierige plaats om te leven? Zeer zeker niet!
Het tweede punt dat het Oude Testament laat zien, is voorbeeld na voorbeeld
in de korte levensbeschrijvingen van de koningen, dat de gehele natie het
voorbeeld van de koning en zijn hooggeplaatsten volgde. Als de leiders slecht
waren, scheen de natie haar leiders blindelings in het kwaad te volgen, alsof de
daden en handelingen van de leiders werden beschouwd als teken van instemming.
Wat zegt dat over de gehele wereld die haar leider, Satan, innig omhelst? John
Wesley, de stichter van het Methodisme, gaf dit commentaar op 1 Johannes 5:19.
Hij zei:
In deze korte bewoordingen wordt de afschuwwekkende toestand van
de wereld in de levendigste kleuren afgeschilderd; ze geven commentaar op de
handelingen, gesprekken, contracten, ruzies en vriendschappen van wereldse
mensen. Hun handelingen zijn tegengesteld aan de wet van God. Hun gesprekken
zijn oppervlakkig en onwaar. Hun contracten gedwongen, zelfzuchtig en
bedriegelijk. Hun ruzies kinderlijk, belachelijk en fel. Hun vriendschappen
leeg, onecht, onvoorspelbaar en grillig. Dit is allemaal het gevolg van het
liggen in de armen van de boze, zo gaan zij instinctief handelen in
overeenstemming met zijn geest.
Is Satan slecht? Dan is ook de wereld slecht. Is Satan slecht? Dan zijn ook
de culturen van de wereld slecht. Met de achtergrond van de apostelen is het
niet moeilijk in te zien waarom zij dat woord namen en de betekenis veranderden.
We moeten in deze wereld leven en we moeten van te voren gewaarschuwd zijn en
van te voren gewapend zijn om te weten wat we de wereld toestaan in ons leven.
De wereld is er en de waarschuwing wordt heel duidelijk "Ga er
voorzichtig mee om", want Satan is op een slechte manier veel wijzer
dan wij op een goede manier zuiver [rein] zijn. Hij slaagde erin de
gehele wereld te misleiden en wij behoorden ook daartoe. De wereld kan
aantrekkelijk en aanlokkelijk zijn voor onze zintuigen, maar de geestelijke
werkelijkheid is dat ze in dodelijke tegenstelling staat tot God en Zijn manier
van leven. De wereld lijkt veel op de prachtige, glanzende appel die door de
boze heks aan Sneeuwwitje werd aangeboden, schitterend aan de buitenkant, maar
iemand geestelijk in slaap brengend als hij gegeten wordt en deel gaat uitmaken
van zijn binnenste.
Zijn de Laodiceeërs in slaap gesukkeld? Zegt de gelijkenis in Mattheüs 25
dat alle maagden in slaap vielen? Weet u wat ons deed inslapen? De wereld,
want daar komt Laodiceanisme vandaan. Het komt niet van God en het is de oorzaak
van de versplintering van de kerk, want het resultaat ervan was de vernietiging
van ons geloof en toen ons geloof begon te verzwakken, begonnen we verder en
verder van God weg te glijden en vielen we bijna volledig in slaap, totdat God
in Zijn genade ons wakker begon te schudden.
Romeinen 8 leert ons een en ander over de geest van de wereld.
Romeinen 8:5-8 Want zij, die naar het vlees zijn, hebben de
gezindheid van het vlees, en zij, die naar de Geest zijn, hebben de
gezindheid van de Geest. 6 Want de gezindheid van het vlees is de dood,
maar de gezindheid van de Geest is leven en vrede. 7 Daarom dat de
gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich
niet aan de wet Gods; trouwens, het kan dat ook niet: 8 zij, die in het
vlees zijn, kunnen Gode niet behagen.
De geest in de mens is in staat tot grote materiële prestaties. We zijn naar
de maan geweest en ook weer teruggekomen. De mensen in de wereld bieden
wetenschap en technologie aan als bewijs voor de voortdurende vooruitgang van de
mens. Ze voorspellen een onbeperkte, geweldige toekomst, omdat de mens altijd
in staat zal zijn de benodigde oplossingen te bedenken. Op dit moment is het
grote idee de globalisering van handel, politiek en religie. Maar God zegt dat
deze geest boven alle dingen bedrieglijk is en ongeneeslijk ziek (Jeremia 17:9).
Ze is zo ziek dat ze niet kan worden gered. Ze is ongeneeslijk. Kan Satan
zich bekeren? Hij kan dat niet. De geest die hij uitzendt, is de geest die allen
die niet bekeerd zijn, aandrijft en motiveert, inclusief ons als we wandelen
naar de loop van deze wereld.
God bevestigt in Zijn Woord dat die geest ook ongeneeslijk is. Ze is,
volgens vers 7, niet in staat zich te onderwerpen aan de wet van God, en ze kan
dat ook niet. Willen wij gered worden dan moet ons een totaal andere
geest worden gegeven, maar de oude geest blijft en hij blijft ons aansturen. Het
is die geest die de wereld zoals ze nu is, heeft geschapen en hij heeft al
zesduizend jaar lang op dezelfde kwade, corrupte manier gewerkt. Deze mensen die
de grootheid van de mens en de grootheid van het menselijk potentieel
vooropstellen, verwachten dat wij geloven dat die geest plotseling zal
veranderen en een vredig, rustig en productief paradijs zal voortbrengen. Het
enige wat we moeten doen is globaliseren.
Maar gemeente, Efeziërs 2:1-2 zegt, dat we allemaal wandelden, leefden naar
de loop van die wereld en het is die geest waarvan we ons moeten bekeren, van
zijn overheersing. Die geest motiveert en spoort deze wereld nog steeds aan en
als die niet slecht is, immoreel en onethisch, waarom verlangt God dan dat we
veranderen? Niets ervan is naar het beeld van God en hij zal ook nooit
in enig opzicht naar het beeld van God zijn.
Er zijn religies van het type New Age, die beweren dat we allemaal een
goddelijke vonk in ons hebben. Dat idee is het protestantisme binnengedrongen en
dringt waarschijnlijk ook het katholicisme binnen. Dat idee is niet waar,
gemeente. Niet totdat God ons roept, we berouw krijgen en ons bekeren, ontvangen
we Gods Geest. Er is geen goddelijke vonk in de onbekeerde mens. Hun geest is
volledig slecht en heeft zijn bron in Satan, de duivel.
Het hoofdpunt van Paulus hier in Romeinen 8 is duidelijk maken dat we niet beide
tegelijkertijd kunnen hebben, omdat zij onveranderlijk diametraal tegenover
elkaar staan. We kunnen niet èn de wereld èn Gods Koninkrijk tegelijkertijd
hebben. De geest waarvan we ons moeten bekeren, houdt zich bezig met ...
Ik wil nu eerst even naar die woorden zich bezighouden met kijken.
Het staat in vers 5:
Romeinen 8:5 Want zij, die naar het vlees zijn, hebben de gezindheid
van [houden zich bezig met] ...
Vandaag de dag zouden we zeggen concentreren op. Maar weet u
wat het letterlijk in het Grieks betekent? Het betekent partij kiezen.
Het kiest partij voor, omdat het in die richting is georiënteerd.
Het kiest geen partij voor God. Daarom kan het Gods wet niet gehoorzamen en
eraan onderworpen zijn. Van nature kiest het partij voor de wereld.
Daarom kiest het partij voor de tijdelijke dingen van dit leven en niet
voor de eeuwige dingen van Gods Koninkrijk. Daarom zei Jezus: "Want wat zou
het een mens baten, als hij de gehele wereld won?" Als iemand al
zijn inspanningen richt op het winnen van de wereld, kiest hij partij voor de
wereld en niet voor Christus. Hij kiest geen partij voor God en het is niet van
belang of hij de gehele wereld wint. Het zal hem geen eeuwig goed doen, omdat
wat daar buiten in de wereld is, in Gods ogen totaal slecht is, waarvan die
persoon bevrijd en gered moet worden.
Wat Paulus daar in Romeinen 8 schreef is in perfecte overeenstemming
met wat Johannes later schreef in 1 Johannes 2, dat we onze genegenheid niet op
de wereld moeten richten, omdat die van voorbijgaande aard is, evenals de lusten
ervan. Paulus voegt er nog aan toe dat die geest in oorlog is met God, zoals
blijkt uit zijn ongehoorzaamheid aan God.
Zowel deze paragraaf van Paulus in Romeinen 8 als die andere van Johannes in
1 Johannes 2 maakt duidelijk dat God ons dwingt te kiezen tussen twee
alternatieven, evenals Hij dat met Israël deed in Deuteronomium 30. Herinnert u
zich dat? "Zie, Ik stel u vandaag het leven en de dood voor." Dat doet
Paulus hier ook. U kunt niet beide hebben; Johannes deed dat ook. Hij zei
"Richt je genegenheid niet op de wereld, omdat ze voorbijgaat."
Deze twee geesten, de geest van God en de geest van Satan die in de mens is,
staan tegenover elkaar en daarom is de instructie zowel in Romeinen 8 als in 1 Johannes 2 heel duidelijk: "Kies het leven."
Laten we weer teruggaan naar Jacobus, deze keer hoofdstuk 3, de verzen 11 en
12. Ik denk dat ik in mijn volgende preek hier wat dieper op zal ingaan. Nu
plaats ik deze verzen er zo maar tussen.
Jacobus 3:11-12 Doet soms een bron uit dezelfde ader zoet en bitter
water opwellen? 12 Kan soms, mijn broeders, een vijgeboom olijven of een
wijnstok vijgen opleveren? Evenmin kan een zilte bron zoet water geven.
Als we dat principe toepassen op wat we nu weten en begrijpen de bron van de
geest van deze wereld te zijn de geest van Satan beantwoordt dat dan
niet de vraag? Alhoewel er dingen zijn die we materieel als goed en
aantrekkelijk beschouwen, zijn die wat God betreft vanwege de geest die erachter
zit, volledig slecht.
Jezus had een en ander te zeggen over de wereld en we slaan nu Johannes 8 op
en beginnen daar te lezen:
Johannes 8:43-44 Waarom begrijpt gij niet wat Ik zeg? Omdat gij mijn
woord niet kunt horen. 44 Gij hebt de duivel tot vader en wilt de
begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den
beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen
waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard [put hij
uit eigen bronnen], want hij is een leugenaar en de vader der leugen.
Jezus had net beweerd dat deze Joden van hun vader, Satan, waren. Jezus zei
dat, omdat Hij hun claim dat God hun Vader was, verwierp op basis van hun
dagelijks gedrag alsmede de vraag die hun tijdens hun discussie hier in Johannes
8 voortdurend voor ogen stond. "Kinderen" wordt hier gebruikt in de
zin van iemand die de karakteristieken van een ander laat zien. Laat me dit
beeld duidelijk maken. De mensen die Jezus confronteerden, maakten deel uit van,
waren leden van wat in die tijd werd verondersteld de ware kerk te zijn.
Zij waren de natie die een verbond met God had gesloten. En hier vertelt Jezus
hun dat zij in werkelijkheid de kinderen van de duivel waren, omdat zij de
karakteristieken van Satan in hun gedrag vertoonden. Het is goed nu even stil te
staan bij wat Paulus later aan de Corinthiërs schreef. Die mensen waren lid van
de kerk, is het niet? Zij waren bekeerd. Zij waren christenen. En toch vertelt
hij hun in 1 Corinthiërs 3 dat ze nog vleselijk zijn. Hij zegt in vers 1:
1 Corinthiërs 3:1 En ik, broeders, kon niet tot u spreken als tot
geestelijke mensen, maar slechts als tot vleselijke, nog onmondigen in
Christus.
Hij trekt het feit van hun bekering niet in twijfel. Zij zijn "in
Christus", maar toch nog vleselijk.
1 Corinthiërs 3:2-4 Melk heb ik u gegeven, geen vast voedsel, want
dat kondt gij nog niet verdragen. Ja, dat kunt gij ook nu [nog] niet,
3 want gij zijt nog vleselijk. Want als er onder u nijd en twist is, zijt
gij dan niet vleselijk, en leeft gij niet als (onveranderde) mensen? 4 Want
wanneer de een zegt: Ik ben van Paulus; en de ander: Ik van Apollos; zijt
gij dan niet (onveranderde) mensen?
Paste hij niet hetzelfde soort oordeel toe als Jezus in Johannes 8 op de
joden, dat te oordelen naar hun gedrag deze mensen de karakteristieken van Satan
de duivel vertoonden en niet de karakteristieken van onze Vader in de hemel; dat
het beeld van hun vader Satan zo in hun leven domineerde dat het beeld van God
er niet meer doorheen kon komen, en dat gebaseerd op het feit dat er in die
gemeente mensen waren die jaloers (nijd) waren? Is jaloezie naar het beeld van
God? Is vechten onder elkaar naar het beeld van God? Is uit elkaar vallen en
versplinterd raken naar het beeld van God? Dit is nogal opzienbarend met
betrekking tot de reden dat de kerk totaal versplinterd is. Gemeente, we
zijn nogal vleselijk, en het beeld van Satan is duidelijk zichtbaar in ons
gedrag. We zijn nog erg werelds¸ anders zou het beeld van God doorkomen.
Deze mensen hadden een verbond met God gemaakt, hetzelfde verbond dat wij
hebben gemaakt, het Nieuwe Verbond. Dus zo zien we dat christenen van het Nieuwe
Verbond, het Nieuwe Testament, mensen die Gods Geest hebben ontvangen, toch nog
overheerst kunnen worden door de geest van deze wereld, waarvan de apostelen
door heel het Nieuwe Testament heen aangeven, dat hij tot op het bot slecht
is. Ieder van ons moet individueel verantwoordelijk zijn om dit in zichzelf te
gaan herkennen, of beter gezegd God te vragen ons te helpen dit in ons te
herkennen, en het dan te overwinnen door de kracht van Gods Geest.
Die mensen daar in Johannes 8 hadden ervoor gekozen de misleiding en leugens
van Satan te geloven in plaats van de eenvoudige waarheden van God. Hun gedrag
en houding lieten dat zien, want Jezus redeneerde dat als ze werkelijk de
kinderen van de ware God waren, ze Zijn woord zouden accepteren en
geloven. Hij zei in feite: "Waarom begrijpen jullie mijn toespraak niet?
Omdat jullie van jullie vader de duivel zijn." Je hoeft geen
ruimtevaartdeskundige te zijn om dat te begrijpen. In plaats daarvan hadden ze
zo'n vijandige houding dat ze samensmeedden om Hem te doden. Later ontkenden ze
dit, weer later bewezen ze dat wat Hij zei waar was, toen ze stenen opraapten om
Hem te stenigen. Ziet u hoe misleid ze waren? Ze dachten dat ze aardig goede
mensen waren. Ze dachten dat ze aardig goede burgers waren. Ze dachten dat ze
kinderen van God waren, maar ze waren zo misleid dat ze tegen Christus
(anti-christ) waren.
Laten we weer naar 1 Johannes gaan en wel hoofdstuk 5, vers 18. Let op de zekerheid
die hier spreekt in het schrijven van Johannes:
1 Johannes 5:18a Wij weten, dat een ieder, die uit God geboren is,
niet zondigt; ...
Beter vertaald: Ga niet door met zondigen, beoefen de zonde niet meer als
dagelijkse gewoonte. Het betekent niet dat een christen nooit meer zal zondigen,
maar dat hij dit niet meer uit gewoonte doet.
1 Johannes 5:18b ...; want Hij, die uit God geboren werd, bewaart
hem, en de boze [dezelfde als genoemd in vers 19] heeft geen vat op hem.
1 Johannes 5:20-21 Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is en
ons inzicht gegeven heeft om de Waarachtige te kennen; en wij zijn in de
Waarachtige, in zijn Zoon Jezus Christus. Dit is de waarachtige God en het
eeuwige leven. 21 Kinderkens, wacht u voor de afgoden.
Johannes zei dat we weten dat we Hem toebehoren. Hoe weten we dat? Hoe wist
hij dat? Eigenlijk moeten we de hele brief lezen om de context goed in beeld te
krijgen. Als we door de hele brief gaan, ontdekken we dat hij niet is gebaseerd
op hoogmoedige beweringen weet u wel "Ik ben een zoon van God",
zoals de joden van Johannes 8 of zoals de valse dienaren in de brieven van
Paulus, en ook in de brieven van Johannes. Johannes was er op basis van hun
manier van leven zeker van dat ze "in Christus" waren. Hij wist
dat ze God gehoorzaamden. Beweren tot de familie van God te behoren, een kind
van God te zijn, is één ding, maar de karakteristieken van Gods familie ten
toon spreiden door gehoorzaamheid, liefde en doorzettingsvermogen is geheel
iets anders. Dat zal de bokken van de schapen scheiden. De kinderen van God
identificeren zich door hun gedrag. Zij gaan niet door met zondigen. Dat
betekent dat het kan voorkomen dat ze zondigen, maar ze zondigen niet als een
manier van leven en ze bewaren zichzelf en op hun beurt worden ze weer bewaard
door Christus om niet te worden geconfronteerd met een verzoeking die hun kracht
te boven gaat. Dat is Gods beloning. Gods beloning voor hen die er werkelijk
opuit zijn Hem te gehoorzamen is hen te beschermen tegen Satan. Op die manier
kennen de kinderen van God hun God en wachten ze zich voor de afgoden.
Weer terug naar Johannes 8 en wel:
Johannes 8:45-47 Maar omdat Ik u de waarheid zeg Mij gelooft gij
niet. 46 Wie van u overtuigt Mij van zonde? Als Ik waarheid spreek, waarom
gelooft gij Mij niet? 47 Wie uit God is, hoort de woorden Gods; daarom hoort
gij niet, omdat gij uit God niet zijt.
Hier hebben we een eenvoudige verklaring wie wel en wie niet van God zijn.
Zij die dezelfde geest hebben als God, zullen horen. Zij zullen geloven. Dat zal
op zijn beurt gehoorzaamheid voortbrengen. Om de zaken te verwarren zal Satan
proberen valse doctrines ter kennis van de mensen te brengen, maar daar ga ik nu
niet op in. Dat is een ander onderwerp.
Laten we nu Johannes 15:18-23 opslaan.
Johannes 15:18-23 Indien de wereld u haat, weet dan, dat zij Mij eer
dan u gehaat heeft. 19 Indien gij van de wereld waart, zou de wereld het
hare liefhebben, doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de
wereld uitgekozen heb, daarom haat u de wereld. 20 Gedenkt het woord, dat Ik
tot u gesproken heb: Een slaaf staat niet boven zijn heer. Indien zij Mij
vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; indien zij mijn woord bewaard
hebben, zij zullen ook het uwe bewaren. 21 Maar dit alles zullen zij u
aandoen om mijn naam, want zij kennen Hem niet, die Mij gezonden heeft. 22
Indien Ik niet gekomen was en tot hen gesproken had, zij zouden geen zonde
hebben, maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde. 23 Wie Mij haat,
haat ook mijn Vader.
Ik denk dat het veelbetekenend is waar dit staat, omdat het voorkomt in
Christus' laatste boodschap aan Zijn discipelen en deze boodschap bevat deze
dreigende woorden als ernstige waarschuwing voor hen die ervoor kiezen als
Christus te willen zijn in plaats van wereldgelijkvormig. Als u dit gehele
hoofdstuk doorleest, zult u ontdekken dat er hier bij vers 18 een abrupte
verandering is van onderwerp. Tot dat vers sprak Hij over dingen die erg
positief, opbouwend, goed en bemoedigend zijn. Hij praat er over hoe we een
eenheid met Christus vormen. "Ik ben de wijnstok en gij zijt de ranken."
Hij zei ook: "Gij zult de Vader verheerlijken als ge veel vrucht
voortbrengt." Hij spreekt over liefde en over vriendschap en dan opeens
laat Hij een bom ontploffen, ze zullen worden gehaat, omdat de wereld hen haat.
De waarschuwing hier wordt gegeven omdat we met Hem zijn verbonden. Dat
zal ons scheiden van hen die Zijn benadering van het leven niet delen. Hoe groot
zal de scheiding zijn? Zag u het woord haat? Dat duidt op een heel
grote scheiding! Waarom is dat zo? Vanwege wat Hij eerder zei. De eenheid is met
Hem. Hij is de wijnstok, wij de ranken. Wij zijn één met Hem. Die eenheid
wordt door God als zo hecht gezien dat we op andere plaatsen worden beschouwd
deel uit te maken van Christus' lichaam, alsof we er een cel van zijn; en omdat
we een cel in dat lichaam zijn, worden we gevoed, gesterkt en beschermd door dat
lichaam, door het lichaam van Christus.
Hetzelfde geldt hier, maar in minder specifieke bewoordingen als de wijnstok
en de ranken. Omdat we deel gaan uitmaken van dat lichaam, ontstaan er twee
gemeenschappen in de wereld: aan de ene kant de kerk en aan de andere kant de
wereld. En deze verzen laten zien dat de tegenstelling diep, fundamenteel en
blijvend is. Ongetwijfeld is wat Christus hier zei in eerste instantie gericht
tot de discipelen, maar tezelfdertijd doet Hij een universele uitspraak over de
voortdurende toestand van zaken als de kerk eenmaal zal zijn gesticht: de wereld
zal tegengesteld zijn aan de kerk totdat de wereld ophoudt de wereld te zijn.
Met andere woorden het zal op deze manier doorgaan totdat Christus wederkeert en
dan zal er een andere geest zijn die de bron zal zijn voor de geest van deze
wereld. Christus geeft twee nauw verwante redenen voor deze haat. De eerste
staat in de verzen 18 en 19:
Johannes 15:18-19a Indien de wereld u haat, weet dan, dat zij Mij eer
dan u gehaat heeft. 19 Indien gij van de wereld waart, zou de wereld het
hare liefhebben, ...
De woordkeus hier duidt op een noodzakelijke en voortdurende tegenstelling.
En Hij laat ons hier zien dat er omdat Hij de kerk sticht twee duidelijk
onderscheiden lichamen zullen ontstaan, en het probleem, gemeente, is niet
alleen maar de geest, maar het feit dat ze beide jagen naar dezelfde,
laten we zeggen, prijs of zaak: Bezit van de aarde.
Wat gebeurt er onder de volken als de ene natie de andere binnenvalt? Er
ontstaat oorlog, is het niet? De invallers worden gehaat door hen die het land
bezitten. Dat maakt deel uit van de benadering van Satan en zijn demonen. He!
Wij waren hier 't eerst! God gaf het aan ons. Vergeet dus nooit de bron
van waaruit deze tegenstelling voortkomt. Dat antagonisme was in 't begin alleen
maar gericht tegen de Vader en de Zoon, in zoverre dat Satan [de tegenstander]
zijn leger op de been bracht en naar de hemel voer om strijd tegen God te voeren.
Jezus Christus waarschuwt ons hier dat als Hij eenmaal de kerk heeft gesticht,
dat antagonisme zich ook tegen de kerk zal keren, omdat de kerk de erfgenaam is
van de aarde. Het lijkt heel veel op wat er gebeurde toen Israël het land
Kanaän binnenging. De Kanaänieten boden weerstand.
Nu de tweede reden; deze zien we als we de algemene gedachte van de verzen 16
en 19 met elkaar in verband brengen:
Johannes 15:16 Niet gij hebt Mij, maar Ik heb u uitgekozen en u
aangewezen, opdat gij zoudt heengaan en vrucht dragen en uw vrucht zou
blijven, opdat de Vader u alles geve, wat gij Hem bidt in mijn naam.
Johannes 15:19 Indien gij van de wereld waart, zou de wereld het hare
liefhebben, doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld
uitgekozen heb, daarom haat u de wereld.
"Ik heb u uit de wereld gekozen." Waarom? Om vrucht voort te
brengen, ofwel te delen. De reden dat we uit de wereld zijn geroepen is
om te delen in de liefde en het leven. Eeuwig leven. De manier van leven van
Jezus Christus. Zo hebben we dus twee groepen en de fundamentele principes
waarop beide groepen zijn gebaseerd staan op een dodelijke manier tegenover
elkaar. In de mate waarin u en ik christenen zijn, zijn we rechtstreeks
tegengesteld tot alle principes die de wereld beheersen en deze maken tot wat
zij is. En wat wij geloven de fundamentele waarheid te zijn, wordt afgedaan als
iets van weinig belang. "Wij" en "zij" staan lijnrecht
tegenover elkaar in denken over God. De wereld denkt niet over God op dezelfde
manier als wij. De wereld denkt niet over zichzelf op dezelfde manier als wij.
Zij denken niet over het leven op dezelfde manier als wij. Zij denken
niet over de dood op dezelfde manier als wij. Wij denken niet over de toekomst
op dezelfde manier als zij. Op ieder belangrijk gebied van het leven is er een
diep en fundamenteel verschil in denken. Onze perspectieven en onze benadering
van het leven staan lijnrecht tegenover die van hen. Zo hebben we dus twee
factoren. Een manier van leven die tegengesteld is aan die van de wereld en in
hoofdzaak jagen we hetzelfde na. Zij willen de aarde in bezit houden en
wij verlangen ernaar haar te beërven.
Laten we nu 2 Timotheüs 3:10-12 opslaan.
2 Timotheüs 3:10-12 Gij daarentegen hebt volle aandacht geschonken
aan mijn onderricht, wijze van doen, bedoeling, geloof, lankmoedigheid,
liefde, volharding, 11 vervolgingen en lijden, zoals mij getroffen hebben te
Antiochië, te Ikonium en te Lystra. Al die vervolgingen heb ik doorstaan en
de Here heeft mij uit alle gered. 12 Trouwens, allen, die in Christus
Jezus godvruchtig willen leven, zullen vervolgd worden.
De oorlog tussen God en Satan is voorbij en God heeft duidelijk gewonnen.
Jezus Christus vocht Zijn strijd met Satan en deze is kort vastgelegd in
Mattheüs 4 en Lucas 4, en Hij won die strijd. Nu is het onze beurt, omdat wij
uit deze wereld zijn gekozen en ernaar streven op Gods manier te leven. De
tegenstanders schijnen aan de oppervlakte mensen te zijn, maar in werkelijkheid
heeft de tegenstand haar oorsprong in een geestelijke wereld die mensen gebruikt.
Dit betekent niet dat de mens in het geheel niet verantwoordelijk is voor wat
hij doet. Ook zij moeten keuzes maken en zij kunnen Satan de duivel weerstaan
als zij ervoor kiezen dit te doen. We moeten echter begrijpen dat de werkelijke
vijanden in deze strijd de overheden en machten zijn die Paulus in Efeziërs 6
noemt.
Nu naar 2 Timotheüs 4:9-11.
2 Timotheüs 4:9-11 Doe uw best spoedig tot mij te komen. 10 Want
Demas heeft mij uit liefde voor de tegenwoordige wereld verlaten. Hij is
naar Tessalonica vertrokken, Crescens naar Galatië, Titus naar Dalmatië.
11 Alleen Lucas is nog bij mij. Haal Marcus af en breng hem mede, want hij
is mij van veel nut voor de dienst.
Ik wilde deze verzen lezen omdat hier een korte aantekening staat over een
bekeerde man die zich liet inpakken door de verleidingen van de wereld. God liet
dit vastleggen voor ons. Hier was een man die echt in een bevoorrechte positie
verkeerde. Zou u niet met Paulus hebben willen meereizen en zien wat hij deed,
en naar hem luisteren als hij predikte en zien dat mensen zich bekeerden, en de
ervaringen die hij had ondervinden? Paulus had een moeilijk leven, maar het was
een opwindend leven. Daar is geen twijfel aan. Het was ook een leven dat op zijn
eigen manier de moeite waard was. Hier was een man [Demas] die de gelegenheid
had om met één van de grootste figuren die in de geschiedenis ooit heeft
geleefd, op te trekken, met hem om te gaan, met hem te kunnen praten over de
bijbel, met hem te bidden, de preken die hij gaf aan te horen, enzovoort,
enzovoort. Maar de wereld was zo verlokkelijk voor hem dat hij haar niet kon
weerstaan.
Dichtbij een groot man of vrouw zijn wil niet zeggen dat hun grootheid
overdraagbaar is. In dat opzicht staat iedereen er alleen voor. Het is
interessant om Demas met de anderen hier te vergelijken. Er is geen aanwijzing
dat Crescens of Titus Paulus in de steek hadden gelaten, alleen maar dat zij
wegens hun verantwoordelijkheden naar andere gebieden waren getrokken. Ze waren
niet bij hem, meer niet. Als zij iets kwaads hadden gedaan, zou Paulus
hoogstwaarschijnlijk hier iets van hebben vermeld, evenals hij dat deed over
Demas. Dan is er nog Marcus. In het verleden was hij door Paulus afgedaan als
ongeschikt om bij hem te zijn omdat hij niet had volhard in het werk dat hij
verondersteld was te doen in de ondersteuning van Paulus. Zodoende ontstond er
een woordenwisseling tussen Paulus en Barnabas. Barnabas vertrok met Marcus,
maar Marcus was niet langer bij Paulus. Zo gingen ze uit elkaar. Maar hier in
deze brief aan Timotheüs, een van de laatste die Paulus schreef, was hij nuttig
voor Paulus en Paulus verlangde ernaar Marcus bij zich te hebben. Hier hebben we
dus een succesverhaal over iemand die zich bekeerde en zijn vroegere zwakheden
overwon. Daartegenover staat dat Lucas een rots was waarop gebouwd kon worden,
hij diende Christus door Paulus in zijn werk te ondersteunen en de traditie
vermeldt dat hij in Griekenland op de leeftijd van 84 jaar stierf, nog steeds
onwrikbaar trouw aan Christus.
Demas is dus een heel ander verhaal. In Colossenzen 4:14 en Filemon:24 die
beide eerder geschreven waren dan 2 Timotheüs wordt Demas genoemd als één van
Paulus' medewerkers en ik denk dat als er geen verandering in Demas' status had
plaatsgevonden, deze grimmige waarschuwing er ook niet had gestaan om hem voor alle
tijden te markeren als een slachtoffer van de verlokkingen van de wereld. Ik
betwijfel sterk dat Demas een monster was; hij was veeleer een zwak iemand die
de constante aantrekkingen, afleidingen en verlokkingen van de wereld niet kon
weerstaan, omdat hij de wereld liefhad. Denk aan de waarschuwing van Johannes:
"Heb de wereld niet lief." "Zet je genegenheid niet op de wereld."
Ik weet niet wat het met Demas was, of hij rijkdom verlangde, of gemak en
comfort na al die moeilijke tijden met Paulus. Ik weet niet of het sex was, ik
weet niet of het een pogen was om aan vervolging te ontsnappen, of te ontkomen
aan het martelaarschap. Misschien wilde hij zijn reputatie wel veilig stellen.
Wat het ook maar was, hij had het of hen meer lief dan Christus,
en zo keerde hij principe, plicht, vriendschap en eer de rug toe. Alles
dat werkelijk edel is, voor zover het de eeuwigheid betrof, werd met hem
begraven in Thessalonica.
Wij staan allemaal aan hetzelfde gevaar bloot, omdat we midden in de wereld
zitten. Maar deze persoon, Demas, een mens die "te zwak was om te weerstaan",
wordt in de Schrift gemarkeerd als een ernstige waarschuwing voor ons allen dat
dit kan gebeuren. Het is niet nodig dat het gebeurt. Het gebeurde blijkbaar niet
bij Lucas, Crescens of Titus en zeer zeker gebeurde het niet bij Paulus, want
zij volhardden in hun weg en zij oefenden geloof in Jezus Christus uit en het
Koninkrijk van God en zij kozen ervoor om op die koers te blijven door
voor de geestelijke werkelijkheid te kiezen en niet voor de fysieke.
Gemeente, de wereld staat in een dodelijk antagonisme tegen God, tegen
de weg van God en het volk van God, wegens de geest die door de ongeziene vorst
van de wereld wordt uitgezonden en het is van groot belang dat we ons hiervan
altijd bewust zijn en dat we op onze hoede blijven.
|