|
Sermon: De christen en de wereld (Deel 3)
#317NL
John W. Ritenbaugh
Given 13-Dec-97
summary: In dit derde deel van de serie over "De christen en de wereld" definieert John Ritenbaugh de wereld als het samenstel (het totaal, de massa) van dingen die gezien worden, tijdelijk zijn, een krachtige, bijna onweerstaanbare aantrekkingskracht hebben op het vleselijk denken (of de geest in de mens), inclusief vermaak, roem, academische kennis, materieel bezit, enzovoort. Omdat we zien dat we geheel in dit systeem van de wereld zijn opgenomen (waardoor we een Trojaans paard in ons denken hebben), moeten we beseffen dat we op het scherp van de snede lopen met het Koninkrijk van God aan de ene kant en de wereld en al haar sensuele, onweerstaanbare charmes aan de andere kant. Onze marsorders luiden dat we het Koninkrijk van God moeten zoeken (Mattheüs 6:33) en in geloof wandelen en niet bij wat we zien (2 Corinthiërs 4:18).
transcript:
In mijn laatste preek in deze serie zagen we dat de christenen van deze
wereld niet zijn wat ze beweren te zijn. We zagen dat de bijbel liet zien dat
zij in relatie met God dezelfde algemene levensweg volgden als in Genesis 3 in
het verhaal over Adam en Eva wordt geopenbaard. De hoofdzaak van die hele preek
was, dat ondanks dat ze het intellect hebben om veel specifieke kennis uit de
bijbel te halen, ze eenvoudigweg God onvoldoende geloven om die kennis in hun
leven om te zetten tot actie. Ze gehoorzamen God zelfs niet op gebieden die voor
u en mij duidelijke en fundamentele geloofszaken zijn. Ik heb dit geïllustreerd
door hun reactie te laten zien op twee van de tien geboden, het vierde en zesde.
Ik ben er zeker van dat we dezelfde algemene lijn van redeneren kunnen hanteren
voor de overige acht.
Met betrekking tot het vierde gebod: De bijbel en de geschiedenis laten
duidelijk zien dat zaterdag de sabbat is; dat Jezus deze hield; dat Jezus Zijn
leerlingen die Hem het naast stonden, onderwees deze te houden (en ze deden
dit inderdaad na Zijn dood en opstanding). Er is een duidelijke bijbelse regel
dat we in Christus' voetstappen moeten volgen en daarbovenop moeten we ook nog
eens Christus in ons Zijn leven opnieuw laten leven. De gehele
wereld is het met al deze dingen eens. Ze zijn het eens
met deze punten die ik zojuist heb opgesomd. Ondanks dit alles verklaren ze toch
op een bijna perverse manier dat de sabbat slechts ceremonieel is, dat
deze achterhaald is, en verder houden ze de zondag alleen maar in naam en
beweren ze dat eigenlijk elke dag even goed is. Ik huiver als ik er aan
denk wat er zou gebeuren als ze dezelfde redeneertrant zouden volgen met
betrekking tot de overige geboden. Maar nadat ik dat in mijn notities had
neergeschreven, bedacht ik dat ze dat met kleine nuances misschien reeds doen.
Met betrekking tot het zesde gebod: Het gebod zegt: "Gij zult niet
moorden" [het gebod staat geen enkele moord toe]. Desondanks trekt men op
bevel van andere mensen ten oorlog en moordt men op massale schaal "in het
nationale belang", zelfs terwijl Handelingen 5:29 duidelijk zegt, dat een
christen God meer moet gehoorzamen dan mensen. Er is een reden voor dit
alles. Laten we hiertoe 1 Corinthiërs 2 opslaan, waar Paulus het heeft over
geestelijke dingen.
1 Corinthiërs 2:13-14 Hiervan spreken wij dan ook met woorden, die
niet door menselijke wijsheid, maar door de Geest geleerd zijn, zodat wij
het geestelijke met het geestelijke vergelijken. 14 Doch een ongeestelijk
mens aanvaardt niet hetgeen van de Geest Gods is, want het is hem
dwaasheid en hij kan het niet verstaan, omdat het slechts geestelijk te
beoordelen is.
Die twee verzen zeggen heel kort dat de natuurlijke mens, de onbekeerde mens,
de persoon die niet de Geest van God heeft ontvangen, er niet door wordt geleid
en er niet door is verwekt, niet ontvankelijk is voor het woord van God. Hij is
er eenvoudigweg niet toe in staat. Daarom lijkt het wel alsof de mens is behept
met een zekere mate van perversiteit. Die is er inderdaad, niet dat ze
dat in de meeste gevallen bewust bedoelen, het is net alsof ze op de een of
andere manier niet in staat zijn open te staan voor dingen die zo eenvoudig en
duidelijk zijn voor u en mij. Speciaal wat er met betrekking tot het zesde gebod
gebeurt, toont duidelijk dat hun geest op de wereld is gericht en ze kiezen
er partij voor, denkend dat wat ze doen volmaakt logisch is, en voor hen is
het logisch.
Kerstmis vieren is logisch voor hen. Dat vinden ze gezellig.
Het houdt de familie bijeen. Het houdt de commercie draaiend en daarom is het
goed. Ze kunnen met tientallen redenen komen opdraven waarom mensen Kerstmis
vieren en voor hen is het volmaakt logisch. Voor u en mij is het onlogisch. Het
heeft in het geheel niets vandoen met de geboorte van Jezus Christus, maar voor
hen is het volmaakt logisch.
Ziet u, hun geest is in die richting bevooroordeeld en zoals Paulus in
Romeinen 8 zegt: "De vleselijke geest kiest partij voor de wereld."
Die geest heeft een natuurlijke neiging in die richting. Dus is het voor
ons begrijpelijk waarom ze zijn wat ze zijn. Zo waren wij inderdaad ook
totdat God in actie kwam om ons verstand te openen en ons met Zijn Geest begon
te leiden, zodat we de dingen in een ander perspectief begonnen te zien
dan voorheen. Als gevolg hiervan, de vrucht hiervan, is de wereld in verwarring
en het bewijs daarvan is de voortgaande verdeeldheid die historisch gezien heel
duidelijk is in het protestantisme.
In ongeveer de laatste veertig jaar hebben we dit ook gezien in de Katholieke
kerk, overal ter wereld komen er scheuren in. In de Katholieke kerk is er zelfs
geen respect meer voor één centrale figuur of de leerstellingen waaraan ze
vroeger zo vasthielden dat ze allen in dezelfde richting bleven gaan. We zien de
laatste veertig jaar bijna een microkosmos van het laatste vers in het boek
Richteren: "In die dagen was er geen koning in Israël, een ieder deed wat
juist was in zijn ogen." Zo zien we dus het uiteenvallen, de vernietiging,
zoals Malachi Martin het stelde, misschien zelfs de dood van de Katholieke kerk.
Nu verder hier in 1 Corinthiërs 3 met hetzelfde algemene onderwerp. Bedenk
dat dit is gericht tot een gemeente van bekeerde mensen.
1 Corinthiërs 3:1 En ik, broeders, kon niet tot u spreken als tot
geestelijke mensen, maar slechts als tot vleselijke, nog onmondigen in
Christus.
Hier hebben we een heel diepgaand bekeerd man, die er waarschijnlijk mee
worstelt hoe hij kan spreken tot deze mensen die verondersteld werden bekeerd te
zijn. Inderdaad waren ze bekeerd, maar hij moest tot hen spreken alsof ze niet
bekeerd waren, alsof ze vleselijk waren. Hier zijn dus bekeerde mensen die nog
steeds onder invloed van de geest der wereld staan, de geest die van Satan komt.
Paulus zegt dus:
1 Corinthiërs 3:2-3 Melk heb ik u gegeven, geen vast voedsel, want
dat kondt gij nog niet verdragen. Ja, dat kunt gij ook nu [nog] niet,
3 want gij zijt nog vleselijk. Want als er onder u nijd en twist is, zijt
gij dan niet vleselijk, en leeft gij niet als (onveranderde) mensen?
De drie dingen die hij noemt, zijn voor Paulus het bewijs dat deze mensen
gemotiveerd werden door, aangedreven werden door vleselijke drijfveren en daarom
leefden ze vleselijk. Ze waren teruggevallen op hun oude manier van
denken en natuurlijk liet hun oude manier van denken hen handelen op de manier
van voor hun bekering. Wat gebeurde er daardoor binnen deze christelijke, echt
christelijke gemeente? Er was verdeeldheid, naijver en strijd.
1 Corinthiërs 3:4 Want wanneer de een zegt: Ik ben van Paulus; en de
ander: Ik van Apollos; zijt gij dan niet (onveranderde) [dus vleselijke]
mensen?
Paulus zegt hier dat verdeeldheid een teken is van vleselijkheid, hetgeen in
feite synoniem is met wereldlijkheid. In het specifieke gebruik kan het
verschillende betekenissen hebben, maar in feite zijn ze synoniemen voor elkaar.
Wat Paulus hier zei is waar, omdat Jezus in Johannes 17 zei, dat Hij ervoor bad
dat wij één met de Vader zouden zijn. Dat is Zijn doel, ons tot eenheid
brengen met Hem. Als dat gebeurt, als we één met Hem worden, zal er geen
vleselijkheid meer in ons zijn en dus ook geen verdeeldheid, omdat er in God
geen vleselijkheid is.
Ik wil hier nog een ander vers aan toe voegen en wel 1 Corinthiërs 11:18.
Paulus' redeneren en onderwijs ging voort van het ene probleem naar het andere.
Het feit dat zij vleselijk waren was alleen maar een openingssalvo, en
verdeeldheid was de duidelijkste vrucht daarvan.
1 Corinthiërs 11:17-19 Nu ik dit voorschrijf, moet ik er (tevens
mijn) afkeuring over uitspreken, dat uw samenkomsten niet tot zegen, maar
tot schade zijn. 18 Want vooreerst is er, naar ik hoor, wanneer gij als
gemeente samenkomt, verdeeldheid onder u, en ten dele geloof ik dit. 19 Want
scheuringen [Statenvertaling: ketterijen] moeten er wel onder u zijn, zal
het blijken, wie onder u de toets kunnen doorstaan.
Er moeten scheuringen [ketterijen] zijn. Dit kan een uitspraak zijn die een
feit vaststelt in de zin van: Er moeten wel ketterijen zijn want anders zou
je die problemen niet hebben. Dat is duidelijk. Aan de andere kant is het
een uitspraak over de zekerheid dat ze zullen ontstaan. Met andere woorden het
is alsof God wilde dat het zou gebeuren. "Er moeten ... zijn
..." "Er moeten ketterijen zijn ..." Daarna geeft hij de
reden waarom God dit zou toestaan, zou toelaten, of misschien in zekere zin
direct zou veroorzaken, zodat het duidelijk zou worden wie de toets
kunnen doorstaan. Met andere woorden zij komen in actie voor de waarheid en zij
zullen niet terugvallen op vleselijk gedrag. Zij zullen standvastig zijn en zij
zullen opvallen als resultaat van hun standvastigheid voor de waarheid.
Ik vat dit op als: God staat toe dat deze dingen gebeuren, God is er
misschien zelfs de oorzaak van, om een test tot stand te brengen die zal
bewijzen wie werkelijk trouw is aan de waarheid en wie niet. Het woord "ketter"
betekent gewoon iemand met een duidelijk vooropgezette mening (eigenwijs;
dogmatisch). Dit slaat in feite op ons allemaal, we hebben een eigenzinnige
mening en dat is niet noodzakelijkerwijs verkeerd. Het is alleen maar verkeerd
als onze mening niet die van God is en we niet willen toegeven aan God en ons
niet aan Hem willen onderwerpen, maar vasthouden aan onze eigen mening en die
mening zal op zijn beurt het vleselijke resultaat verdeeldheid voortbrengen.
Dus als iemand u "eigenwijs" noemt omdat u de sabbat houdt en sterk
gelooft dat die gehouden moet worden, en ze zeggen om die reden dat u eigenwijs
bent, dan kunt u daarover in zekere zin trots zijn, een juiste vorm van trots,
omdat u eigenwijs bent op de manier die God wil eigenwijs tot het punt dat u
er diep van overtuigd bent, en aangezien u in overeenstemming bent met God is
dat niet verkeerd. Maar de manier waarop u het gebruikt kan verkeerd zijn,
maar het is niet verkeerd er sterke, duidelijke meningen op na te houden die
overeenkomen met die van God.
Voor mij is het een heel duidelijke toepassing in de huidige tijd dat de
rampspoed die de kerk van God treft, het resultaat is van ketterij. Het is de
vrucht van vleselijkheid. Het is de vrucht van wereldlijkheid in de vorm van
valse leerstellingen en gebrekkig karakter. De kerk ervaart momenteel op
wereldwijde schaal veel van dezelfde dingen die de mensen in Corinthe ervoeren,
en aan de wortel ervan ligt wereldlijkheid.
We kunnen zeggen dat die wereldlijkheid diverse wegen bewandelde om duidelijk
te worden. Bij sommigen nam het de weg van Laodiceanisme; zij waren rijk en
vervuld met goederen, zij voelden dat ze nergens behoefte aan hadden, maar ze
waren ellendig, arm, blind en geestelijk naakt en er nog trots op ook.
Aan de andere kant kan het de weg nemen van het er op na houden van andere
opvattingen. Die mensen kunnen erg ijverig zijn geweest in bijvoorbeeld
bijbelstudie, maar hun bijbelstudie voerde hen altijd weer in de richting van
hun verkeerde opvattingen, opvattingen tegengesteld aan die van God.
De wereldlijkheid van een leider, laten we zeggen een dienaar, kan zich uiten
in valse leerstellingen, vals onderwijs, een slecht voorbeeld voor de gemeente.
Als je alles samenvoegt is ieder beetje ervan vleselijk en het bracht het
verwachte resultaat voort. Het dreef ons uiteen. We zien nu dat we totaal
versplinterd zijn. Het is erg interessant dat God profeteerde dat dit in de
eindtijd zou gebeuren; dat wij (zoals we het hebben genoemd) Laodiceeïsch
zouden zijn, dat Hij ons uit de mond zou spuwen.
Het probleem met wereldlijkheid was volgens mij het duidelijkst bij
de leiders, maar er was genoeg in het gehele lichaam om het in honderden
verschillende richtingen te versplinteren. Als er zoiets gebeurt is het
indien we ooit weer verenigd willen worden met God en met elkaar de
verantwoordelijkheid van elk van ons individueel om zich van zijn persoonlijke
wereldlijkheid te bekeren en terug te keren naar de leerstellingen waartoe we
ons destijds in liefde hadden bekeerd. We kunnen geen smoezen gebruiken. We
kunnen niet de smoes gebruiken dat omdat de leiders er het duidelijkst mee
besmet waren, wij er geheel aan waren ontkomen. Als we dat doen zijn we
waarschijnlijk in die conditie waarvan God juist wil dat we ons bekeren.
Laten we nu met deze preek in een iets andere richting gaan. De bijbel liet
duidelijk zien en de wereld liet ook duidelijk zien dat de wereld verdeeld is.
Haar vorm van christelijkheid heeft een grote mate van verdeeldheid tot stand
gebracht en dat laat duidelijk zien dat ze vleselijk is. Maar de bijbel laat ook
zien dat ze niet altijd verdeeld zullen zijn. Ze zullen voor een korte
tijd verenigd zijn, met een centrale autoriteit en met een stevige leerstellige
basis door toedoen van het beest en de valse profeet. Maar zelfs deze eenheid
zal slechts van korte duur zijn. Hun eenheid is in feite slechts een
gemeenschappelijke zaak; er is geen band van liefde voor de waarheid die hen
voor korte tijd bijeen zal houden.
Laten we nu het boek Daniël opslaan en wel Daniël 2.
Daniël 2:41 En dat gij de voeten en de tenen gezien hebt deels van
pottenbakkersleem en deels van ijzer, betekent, dat dit een verdeeld
koninkrijk wezen zal: wel zal het iets van de hardheid van het ijzer aan
zich hebben, juist zoals gij gezien hebt ijzer gemengd met kleiachtig leem,
U ziet een slecht mengsel. Ze zijn verenigd, maar het is een slecht mengsel.
Daniël 2:42-43a en de tenen der voeten deels van ijzer en deels van
leem; ten dele zal dat koninkrijk hard zijn, en ten dele zal het broos [zwak,
fragiel] zijn. 43 Dat gij gezien hebt ijzer vermengd met kleiachtig leem,
betekent: zij zullen zich door huwelijksgemeenschap vermengen, maar met
elkander geen samenhangend geheel vormen, ...
Samenhangen betekent aanhangen, plakken. De eenheid is echter niet blijvend.
Daniël 2:43b ..., zoals ijzer zich niet vermengt met leem.
Met dat in het achterhoofd gaan we naar Openbaring 17:12-13. Daar zien we een
flits van de eindtijdversie van dit systeem dat zal komen, en ook daar zien we
een eenheid beschreven.
Openbaring 17:12 En de tien horens, die gij zaagt, zijn tien koningen,
die nog geen koningschap hebben ontvangen, maar één uur ontvangen zij
macht als koningen met het beest.
Ze ontvangen macht voor een korte tijd.
Openbaring 17:13a Dezen zijn één van zin ...
Dat duidt op eenheid.
Openbaring 17:13b ... en geven hun kracht en macht aan het beest.
Openbaring 17:15 En hij zeide tot mij: De wateren, die gij zaagt,
waarop de hoer gezeten is, zijn natiën en menigten en volken en talen.
We kijken hier naar iets dat in alle opzichten duidt op een wereldomvattend
systeem dat voor zeer korte tijd verenigd zal zijn.
Openbaring 17:16a En de tien horens, die gij zaagt, en het beest,
dezen zullen de hoer haten, ...
Oei! Hier zien we barsten verschijnen. De burgerlijke autoriteiten haten de
hoer.
Openbaring 17:16b ..., en zij zullen haar berooid maken en naakt,
haar vlees eten en haar met vuur verbranden.
Dat duidt niet op veel liefde. Nu volgt de enige reden dat ze samenkomen en
één worden.
Openbaring 17:17 Want God heeft in hun hart gegeven zijn zin
te volbrengen en dit eensgezind te doen en hun koningschap aan het beest te
geven, totdat de woorden Gods zullen voleindigd zijn.
Hun eenheid is vleselijk. Het is het soort eenheid die je hebt in een
atletiekteam, een voetbalteam, enzovoort. Ze hebben een gemeenschappelijk doel.
Ze willen het kampioenschap veroveren en daar gaan ze voor. Ziet u, het is
vleselijk. Maar ik weet en u kunt weten, als u het sportnieuws volgt, dat deze
eenheid heel vaak een mengsel is van ijzer en leem. Op het sportveld kunt u het
ijzer zien, omdat ze zich verenigen in het vuur van het spel, maar als het spel
over is en tijdens hun trainingen snauwen ze elkaar af, zijn ze boos op elkaar,
vechten ze met elkaar. Nog maar kort geleden probeerde Latrel Springwell zijn
basketballcoach (van het Golden State Warriors basketballteam) te wurgen.
U ziet dus dat de eenheid slechts is gebaseerd op het bereiken van een fysiek
doel. Er is geen liefde voor de waarheid in het spel. De eenheid die we
hier in Openbaring 17 zien beschreven worden, is vleselijk; ieder draagt bij om
zijn eigen doelstellingen te bereiken, maar die zullen aan de oppervlakte komen.
De verdeeldheid bestaat nog steeds, die wordt slechts voor korte tijd bedekt. De
bijbel laat daarna zien dat deze eenheid op een spectaculaire en aantrekkelijke
manier zal ontstaan. Nu komt de vraag aan ons. Hebben wij het geloof om door
die wereldlijke eenheid heen te zien, een eenheid die op zo'n spectaculaire,
krachtige, aantrekkelijke manier tot stand komt? Zullen we zien dat ze slechts
vleselijk is?
Openbaring 13:3 En (ik zag) één van zijn koppen als ten dode gewond,
en zijn dodelijke wond genas; en de gehele aarde ging het beest met
verbazing [ontzag] achterna,
U ziet dat er nogal wat bewondering is.
Openbaring 13:4 en zij aanbaden de draak, omdat hij aan het
beest de macht gegeven had, en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is aan
het beest gelijk? en: Wie kan er oorlog tegen voeren?
Het woord verbazing had beter vertaald kunnen worden met onder
de indruk. Het woord onder de indruk is voor u en mij vandaag de dag
toepasselijker. "De gehele aarde was onder de indruk." Wauw!
Dat toont nogal wat bewondering. De bewondering is zo diep dat ze aanbaden
...
Dat duidt op religieuze verering. Ze geven zichzelf over. Ze kiezen de
kant van het systeem. "De gehele aarde ..." Waar staat u
tussen al deze mensen? Dat is de vraag waar het om draait. Als deze dingen gaan
gebeuren, wordt uw aandacht daar dan zo door getrokken dat u geneigd bent hun
kant te kiezen? Gaat u op basis van wat de vleselijke geest zo betovert, ervoor
kiezen degenen die dit allemaal leiden te vereren? Als ons denken net zo
vleselijk is als dat van de Corinthiërs die in de kerk waren, denkt u
dan niet dat er een grote kans is dat wij als vleselijk denkende christenen er
door betoverd zullen worden? Ik denk dat er in dat geval inderdaad een grote
kans bestaat en daarom staat het hier beschreven. Het is een waarschuwing. Als
er geen kans was dat we betoverd zouden worden, denk ik zelfs niet dat God ook
maar enige waarschuwing zou geven over wat er staat te gebeuren.
In vers 3 staat er: "De gehele aarde verbaasde zich ... en ging het
beest achterna." Dit is hetgeen dit vers wil zeggen. Als je iets aanbidt,
volg je het en je zult dat wat je aanbidt toestaan je te leiden en je zult het
volgen. Hoe voorkomt u dan dat u de draak aanbidt, de macht achter het
beest.
Laten we 2 Thessalonicenzen 2:9 opslaan. Paulus schrijft daar:
2 Thessalonicenzen 2:9 Daarentegen is diens komst naar de werking des
satans met allerlei krachten, tekenen en bedrieglijke wonderen,
De tijd waarop dit vers duidt is dezelfde als in Openbaring 13.
2 Thessalonicenzen 2:10-11 en met allerlei verlokkende
ongerechtigheid, voor hen, die verloren gaan, omdat zij de liefde tot de
waarheid niet aanvaard hebben, waardoor zij hadden kunnen behouden worden.
11 En daarom zendt God hun een dwaling, die bewerkt, dat zij de
leugen geloven,
Sommige vertalingen zeggen "een leugen". Bijvoorbeeld ook de
KJV, maar daar staat in de kantlijn ook "de leugen". In
de context wijst de leugen terug naar vers 4, omdat dat het onderwerp is de
mens der wetteloosheid, de zoon des verderfs.
2 Thessalonicenzen 2:4 de tegenstander, die zich verheft tegen al wat
God of voorwerp van verering heet, zodat hij zich in de tempel Gods zet, om
aan zich te laten zien, dat hij een god is.
Dat is de leugen! Hij is geen God. Hij moet niet worden
aanbeden, maar zij die de waarheid niet liefhebben, zullen zich aan hem
overgeven. Er zal zo'n sterk beroep op hun vleselijk denken worden gedaan dat ze
de kant van het beest zullen kiezen. Ze zullen zijn teken aanvaarden. Ze zullen
zijn naam gaan aanbidden. Vleselijk zal het heel eenvoudig zijn het beest na te
volgen.
Weer terug naar Openbaring 13:8.
Openbaring 13:8 En allen, die op de aarde wonen, zullen het (beest)
aanbidden, ieder, wiens naam niet geschreven is in het boek des levens van
het Lam, dat geslacht is, sedert de grondlegging der wereld.
Dat is nogal duidelijk. Tenzij iemands naam werkelijk daarin is geschreven,
zal hij kiezen voor het beest.
Openbaring 13:14 En het verleidt hen, die op de aarde wonen, wegens
de tekenen, die hem gegeven zijn te doen voor de ogen van het beest. En het
zegt tot hen, die op de aarde wonen, dat zij een beeld moeten maken voor het
beest, dat de wond van het zwaard had en (weer) levend geworden is.
Hoe voorkomt u dus dat u wordt bedrogen? Het antwoord op al die vragen die ik
heb gesteld, hangt af van het onderwerp dat we in deze serie preken bestuderen.
Het heeft allemaal vandoen met wereldlijkheid. Het heeft vandoen met
vleselijkheid in tegenstelling tot werkelijke geestelijkheid. De christenen van
de wereld zullen hierin verstrikt raken om redenen "die voor ons heel
simpel zijn". In de eerste plaats geloven ze God niet echt. Dat is heel
eenvoudig. Ze hebben een geloof, maar ze vertrouwen niet op God. Ze hebben een
geloof dat hun toestaat te belijden dat ze van God zijn, maar ze
vertrouwen Hem niet. Laten we nog eens kijken naar Openbaring 13:8.
Openbaring 13:8 En allen, die op de aarde wonen, zullen het (beest)
aanbidden, ieder, wiens naam niet geschreven is in het boek des levens van
het Lam, dat geslacht is, sedert de grondlegging der wereld.
Hier worden twee groepen mensen aangeduid: 1) Zij die het beest gaan
aanbidden en 2) zij die dat niet zullen doen. Momenteel echter heeft Hij niet
meer geopenbaard over hen die dat niet zullen doen, dan dat hun naam is
geschreven in het boek. Nu vers 9, daar zegt Hij ons:
Openbaring 13:9 Indien iemand een oor heeft, hij hore.
Let eens op wat hier wordt gezegd! Het identificeert wie niet naar het beest
zullen luisteren.
Openbaring 13:10a Indien iemand in gevangenschap voert, dan gaat hij
in gevangenschap; indien iemand met het zwaard zal doden, dan moet hij zelf
met het zwaard gedood worden.
Met andere woorden God zegt hen die het beest aanbidden, hun gang te laten
gaan. Zij die het beest dienen door zelfs voor hem ten oorlog te trekken, laat
ze hun gang gaan.
Openbaring 13:10b Hier blijkt de volharding en het geloof der
heiligen.
God identificeert hen wier namen in het Boek des Levens staan geschreven als
hen die geloof hebben en geduld. Met andere woorden zij geloven God en omdat zij
God vertrouwen, hebben zij geduld. Dit geduld openbaart hun vertrouwen. Dit
geduld laat zien dat het geloof meer is dan alleen maar zeggen: "Ik
geloof in Jezus Christus." Dus zij wier namen in het Boek des Levens
staan geschreven zullen volharden door alles heen, wat het beest ook maar mag
gaan veroorzaken.
Zij die zullen toegeven aan de intriges van het beest en de valse profeet,
zij hebben een geloof, zij zullen belijden, maar ze zullen niet vertrouwen. Deze
mensen zijn duidelijk in oppositie tegen God; als ze Hem zouden geloven, zouden
ze dit duidelijk laten zien door Zijn geboden te gehoorzamen en de
leerstellingen van de bijbel te onderhouden. Als ze dat deden, zouden ze in
oppositie tegen het beest komen en zouden ze zijn teken weerstaan, omdat ze
zouden geloven wat het Boek zegt. Deze dingen zijn niet moeilijk te begrijpen.
Heel eenvoudige principes.
Omdat ze niet geloven en gehoorzamen, ontbreekt het hun aan begrip. U weet
wel: "Een goed begrip hebben allen die Zijn geboden onderhouden."
Jezus zei dat als je een leerstelling wilt geloven, je deze moet gehoorzamen
(Johannes 7:17). Omdat ze niet geloven en gehoorzamen, ontbreekt het hun aan
begrip en daarom verkeren ze in verwarring. Ze komen almaar op hetzelfde terug;
daarom zijn ze van de wereld. Zij die niet geloven zijn tegenstanders van
God en hun trouw ligt bij de wereld. Ze kiezen partij voor de wereld, alhoewel
ze over God praten. Laten we dit nu heel duidelijk aan de kaak stellen.
Openbaring 12:17a En de draak werd toornig op de vrouw en ging heen
om oorlog te voeren tegen de overigen van haar nageslacht, ...
Hier worden ze geïdentificeerd.
Openbaring 12:17b ..., die de geboden van God bewaren en het
getuigenis van Jezus hebben;
Is dat niet simpel? Dat is het gehele verschil tussen de wereld en de kerk.
Het betreft slechts simpele dingen. Ze worden wat complexer als we in detail
gaan treden over leerstellingen en het houden van de geboden. Maar om het heel
duidelijk te maken voor u en mij, zodat we bemoedigd worden om stand te houden:
Wij staan aan Gods kant als we Zijn geboden houden en we het getuigenis van
Jezus Christus hebben, wat tussen twee haakjes het evangelie is. Dat was het
getuigenis dat Jezus Christus aan de wereld gaf. Dat kwam Hij prediken. Hij kwam
om te prediken over de bestemming van de mens. Zij die de geboden van God
onderhouden, hebben dus het vertrouwen om ze te onderhouden, omdat ze geloven.
Hun hoop ligt in het evangelie van het Koninkrijk van God. Dat geloven ze ook.
Ze richten hun leven op basis hiervan in.
Die anderen richten hun leven in op basis van wat vleselijk aantrekkelijk en
uitdagend is. Een krachtige overreding. Een vleselijke overtuiging om in die
richting te gaan dat iedereen verenigd zal zijn, iedereen zal dezelfde
leerstellingen hebben, dezelfde god, en die god zal het beest zijn. Hun
leerstellingen zullen de leerstellingen van de valse profeet zijn, die door het
beest wordt gebruikt om de mensen achter hem te krijgen. De mensen in de wereld
houden dus de geboden niet. Ze weten niet precies wat ze met hun leven moeten
doen. De christenen van de wereld zijn helemaal geen christenen, behalve in naam.
Bedenk nog eens wat ik zei toen ik aan deze serie begon. Ik doe dit niet om
hen te kleineren. Zoals ik toen zei, er zijn heel erg fijne mensen in de wereld,
mensen die je graag als buren wilt hebben, mensen waarvan je zou willen dat ze
zich zouden bekeren. Ze zijn vriendelijk, gul en ze doen heel veel goede werken
in de wereld, maar ze hebben daarbij geen relatie met God, vanwege iets wat God
heeft gedaan, niet wegens iets dat wij deden, maar omdat God iets deed
jegens ons dat Hij niet deed jegens hen; dat is de keuze van God. "Het
hangt niet af of iemand wil, maar van God die verkiest", zei Paulus..
Wat is de consequentie hiervan? Dat wij in deze tijd een grotere
verantwoordelijkheid hebben hoe we reageren op God. Aan het eind zullen zij voor
korte tijd verenigd zijn in een valse religie, die zelfs de naam "christelijk"
kan dragen. Ik weet het niet, maar ik stel me wel voor dat die waarschijnlijk de
naam "christelijk" zal dragen. Ongelukkigerwijs laat de bijbel zien
dat die in oppositie staat tegen God. Laat je dus niet meeslepen om in religieus
opzicht met hen te gaan samenwerken op basis van oppervlakkige evaluaties, want
dat zal zeker een doodlopende weg zijn.
Nu naar 2 Corinthiërs 4 omdat ik deze preek weer een andere richting laat
uitgaan. Die hangt met het vorige samen, maar wijst specifiek toch in een andere
richting. Daartoe moet ik eerst wat grondwerk verrichten. Wat ik hier moet doen
is een positievere aanwijzing geven met betrekking tot wat wij met ons leven
moeten doen, zodat we voorbereid zullen zijn op de tijd waarin er werkelijk druk
op ons zal worden uitgeoefend om de vleselijkheid die nog in ons is te gebruiken
om de kant van het beest te kiezen.
2 Corinthiërs 4:17 Want de lichte last der verdrukking van een
ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van
heerlijkheid,
Het feit dat wij God geloven en Hem vertrouwen en Zijn geboden onderhouden,
plaatst ons in oppositie tot de wereld. Die oppositie zal niet direct tot uiting
komen in vervolging waarbij we op pijnlijke manier worden gekwetst. Soms wel,
soms ook niet. Meestal echter niet, maar toch proberen we in een boot
stroomopwaarts te roeien, omdat de gehele wereld de andere kant uitgaat. Zo is
er dus toch voortdurend een zekere mate van beproeving wegens dat wat we geloven,
voorzover we het in de praktijk toepassen. Maar Paulus noemt dit een "lichte"
beproeving. Zeker in vergelijking met Christus is dit "licht". Ook in
vergelijking met Paulus, maar vermoedelijk zal het stapje voor stapje zwaarder
worden.
2 Corinthiërs 4:17-18a Want de lichte last der verdrukking van een
ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig
[let op dat woord eeuwig] gewicht van heerlijkheid, 18 daar wij niet zien op
het zichtbare, ...
Hier hebben we een hoofdprincipe voor hen die uit geloof leven.
2 Corinthiërs 4:18 daar wij niet zien op het zichtbare, maar op het onzichtbare;
want het zichtbare is tijdelijk, maar het onzichtbare is eeuwig.
Nu naar hoofdstuk 5, vers 7. Dit is een afsluitende uitspraak, een
uitleggende uitspraak.
2 Corinthiërs 5:7 want wij wandelen in geloof, niet in
aanschouwen
Hier komen we bij het kernpunt, het punt waar het om draait, het punt dat ons
verschillend maakt van de wereld en dat ons van wereldlijkheid zal weerhouden,
dat ons zal beschermen. "Wij wandelen in geloof."
In de vorige preken hebben we het al gehad over enkele specifieke dingen die
de bijbel "de wereld" noemt. Dat was hoofdzakelijk dat de wereld zijn
oorsprong had in de handelingen van Adam en Eva en Satan in de hof van Eden. Zij
zetten het patroon dat sindsdien door de gehele mensheid werd nagevolgd, waarop
de wereld werd gebouwd. Daar zagen we dat Adam en Eva erin werden geluisd om het
duidelijke en eenvoudige woord van God niet te geloven door een
zinnelijk aantrekkelijke, bedrieglijke, levende geest. Eva zag de
boom. "Wij kijken niet naar de dingen die worden gezien." Eva zag
de boom, dat die goed was voor voedsel en aangenaam voor het oog. Als ze
had gewandeld in geloof, zou ze er naar hebben kunnen kijken, maar het niet op
die manier hebben gezien. Het is duidelijk dat ze het echter wel op die manier
zag, omdat haar beslissing werd ingegeven door het feit dat ze zag en het
zag er aangenaam uit. Met behulp van Satan werden ze ertoe gebracht God
niet te vertrouwen, waarop al snel ongehoorzaamheid volgde.
Alle nakomelingen van Adam en Eva hebben hetzelfde algemene gedragspatroon in
hun leven, in ons leven, gevolgd. We hebben het allemaal gedaan. Romeinen 5:12
laat zien dat allen hebben gezondigd. Het kan zijn dat u niet op precies
dezelfde manier als Adam en Eva hebt gezondigd, maar het principe, het patroon,
was hetzelfde. We hebben het allemaal nagevolgd. Maar ondanks de goede
voornemens en het goede gedrag dat we ook hebben, wordt de wereld en iedere
factor die de culturen van de wereld bepaalt, zoals religie, politiek, economie,
wetenschap en technologie, geneeskunde, enzovoort, gedomineerd en gekenmerkt
door een geest van ongeloof en tegenstelling tot God en Zijn woord. Altijd,
in iedere situatie, in ieder aspect van onze cultuur is er die menselijke kant
om de dingen vleselijk te zien. "Zien." "Er is een weg die de
mens recht schijnt, maar die weg voert naar de dood."
Zoals ik iets eerder zei, we komen nu tot het kernpunt, tot het punt waar het
om draait, het punt dat ons van hen onderscheidt, dat ons verschillend maakt: we
geloven. We komen zover dat we niet langer geloven wat onze ogen ons
laten zien, of wat onze oren horen, of onze mond proeft, of wat we met onze huid
voelen, kortom wat onze zintuigen ons laten weten. De zintuigen zijn inbegrepen
in datgene wat we zien. Ze zijn inbegrepen bij dat wat tijdelijk is. We moeten
alles evalueren op basis van geloof en niet op basis van wat de zintuigen ons
vertellen. Dit houdt in dat ook de wil erbij betrokken is teneinde ons in
de juiste richting te doen gaan.
Dit wordt misschien nergens duidelijker onder woorden gebracht dan in
Romeinen 8:7:
Romeinen 8:7 Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap is
tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods; trouwens het kan
dat ook niet.
De vleselijke geest is in oorlog met God en daarom wordt religie (vleselijk)
wat het is, evenals wetenschap, opleiding, politiek, enzovoort ..., omdat het
woord van God, dat eeuwig is, waarvan Jezus zei dat het geest is, door de meeste
mensen wordt gezien als iets moois en bemoedigends, maar niet iets waar je op
vertrouwt als het echt gaat spannen in het leven. Dan wordt het aan de kant
gezet, zodat de mens de wetenschappelijke methode kan toepassen, dat wat we
kunnen wegen, meten, voelen en dergelijke.
Hoe kan de mens, vanuit ons standpunt bezien, een waarachtige, stabiele,
vredige en welvarende cultuur opbouwen met een verstand, een geest, die de
culturen voortbrengt die in oorlog is met God? Als we er op die manier naar
kijken kunnen we begrijpen waarom de wereld er zo aan toe is als ze is.
Misschien helpt het ons te begrijpen wat God door de kerk aan het doen is: de
basis leggen voor een wereld die niet op die manier werkt. Om niet op die manier
te werken moet er een vaste kern van zonen van God zijn die nooit de eeuwige
waarheid van God de rug zullen toekeren, zij zullen de leiders van die wereld
zijn. Wat mij betreft laat Openbaring 12:17 dat heel duidelijk zien. Dat zijn de
mensen waar Satan oorlog tegen voert. De vijand, voor wat betreft Satan, wordt
geïdentificeerd als zij die de geboden van God onderhouden en het
getuigenis van Jezus Christus hebben. Daaraan kunnen we zien dat dat mensen zijn
die geloven en daarom ook vertrouwen in God.
Dit is één bijbelse manier om naar dit onderwerp te kijken, maar er is nog
een andere manier. Ik ga weer een vraag stellen. Wat stelt deze huidige wereld
voor? Ik vond een interessant woord in een commentaar. De commentator zei: De
wereld is protheïsch. U kijkt niet begrijpend. Ik wist ook niet wat
het betekende en moest het opzoeken. Het is een interessant woord. Protheïsch
betekent gemakkelijk verschillende vormen kunnen aannemen; veranderlijk.
Dat is erg interessant, omdat de bijbel over God zegt: "Jezus Christus is
dezelfde, gisteren, vandaag en altijd." Hij verandert nooit. Maleachi 3:6
zegt:
Maleachi 3:6 Voorwaar, Ik, de HERE, ben NIET veranderd, en gij
kinderen van Jakob, zijt niet verteerd.
Maar de wereld is een veranderlijk iets, net zoals onze dromen veranderlijk
zijn. De wereld kan verschillende vormen en gedaanten aannemen, die allemaal
iets gemeenschappelijks hebben. Ze zijn aantrekkelijk voor de menselijke geest.
Ze oefenen een aantrekkingskracht uit op onze geest en doen dit meestal door
onze zintuigen, onze ogen, oren, neus, mond, smaak. Deze commentator ging verder
met te zeggen dat de wereld aantrekkelijk is voor de menselijke geest op
gebieden waar de mens er net zo over denkt of waarin hij zwak is. [Dus de mens
is het eens met de wereld, of de mens is vleselijk op dat gebied.] Dit gebeurt
in iedereen vanuit vele verschillende invalshoeken, maar elk is op zichzelf
voldoende doortrokken met anti-God elementen om de mens weg te trekken van Gods
doel en te veroorzaken dat zijn groei wordt belemmerd, of dat hij zelfs zijn
eeuwig behoud verliest.
Ik zal u een eenvoudige uitleg geven. Er zijn er onder u die totaal geen
probleem hebben met alcohol. U kunt het drinken of niet. U kunt een klein beetje
drinken bij een maaltijd en u hebt er geen enkel probleem mee. U heeft er geen
behoefte aan door te gaan met drinken tot u dronken bent, u bent er niet aan
verslaafd. U kunt het drinken of niet en hebt er geen probleem mee. Of u het de
rest van u leven niet meer kunt drinken, zal u een zorg zijn. U vindt het lekker,
geniet ervan en dat is het. Maar er zijn ook mensen die een geheel andere
houding hebben ten opzichte van alcohol. Zij kunnen niet langs een kroeg lopen
zonder er binnen te gaan. U begrijpt wat ik bedoel. Zij zijn eraan verslaafd en
de wereld oefent in dat opzicht aantrekkingskracht op hen uit, op die zwakke
plek. Misschien is dat iets te simpel uitgedrukt. Niet iedereen wordt door de
wereld op dezelfde manier verzocht. Dat wil die commentator tot uitdrukking
brengen. En zo is de wereld, zo zegt hij verder, in algemene termen het totaal
van de dingen die we zien, maar die zijn tijdelijk. Hij legt geen relatie met de
verzen die ik heb aangehaald.
Voor sommigen is de aantrekkingskracht van de wereld materieel voordeel. Zij
geven zich dus op zo'n manier over aan hun carrière dat die 12, 14, 16 of 18
uren van hun tijd per dag vergt en het gezin krijgt totaal geen aandacht. Zij
moeten geld verdienen, daar draait het bij hen om. Voor anderen is het
bekendheid, roem. De aantrekkingskracht kan liggen in academische kennis,
wetenschappelijke kennis of de rages van oppervlakkig vermaak. Al deze dingen
behoren bij wat Paulus noemde "de dingen die worden gezien".
Daarmee bedoelt hij alles in deze wereld dat stoffelijk en vergankelijk is. Het
probleem hiermee is dat ze realiteit zijn. U kunt niet zeggen dat het allemaal
fantasie is, dat ze niet bestaan. Ze zijn er echt. Materiële dingen zijn
werkelijkheid en deze aantrekkingskrachten zijn echt. Deze dingen zijn in
zichzelf niet slecht; maar alleen maar omdat we er meer tijd en energie aan
besteden dan ze waard zijn, leiden ze ons af van het zoeken naar de dingen van eeuwige
waarde.
Als iemand dingen van eeuwige waarde wil zoeken en najagen moet hij zichzelf
goed onder controle hebben, om zich van die dingen af te keren en zijn leven
over te geven aan de dingen die niet worden gezien. De aantrekkingskracht
van de wereld is sterk, aanhoudend en zal niet vlug weggaan. Ze werkt
voortdurend op ons in, zo voortdurend dat we er noodzakelijkerwijze mee
verbonden zijn. Het is onze plicht ermee bezig te zijn, want we moeten
toch werken?
Tot op zekere hoogte moeten we deel hebben aan de dingen die in de wereld worden
gedaan en ondertussen doen wij datgene waar we ons vanuit onze vrije wil aan
overgeven. Het is onze plicht dat te doen. God zegt ons dat wat we ook doen, we
dat met alle macht moeten doen. Hij verwacht dat we werken. "Ga naar de
mieren, gij luiaard." Hij wil niet dat Zijn kinderen lui zijn en dus
besteden we onze tijd en energie "in de wereld", gemengd met de wereld;
zo is de wereld er dus altijd bij betrokken. Het is een altijd aanwezige
realiteit, vierentwintig uur per dag. Het kost geweldig veel energie om haar aan
de kant te duwen. Ze is als een grote octopus die constant zijn acht tentakels
naar ons uitstrekt om ons te pakken te nemen, totdat we, zoals met osmose, er
geheel door worden geabsorbeerd. Het is dus onze plicht ermee bezig te zijn.
Het kan zelfs als een vorm van ongelovige lafheid worden beschouwd om de
verantwoordelijkheid haar te bevechten uit de weg te gaan, als we dat doen
omwille van de risico's die we daarbij lopen. We moeten onze zaken binnen de
wereld uitvoeren en het is de kunst om daarbij onze harten op het Koninkrijk van
God gericht te houden, terwijl onze handen bezig zijn met de wereldse en
materiële dingen van dit leven. God legt ons geen vorm van klooster-ascetisme
op en als we ons bewust worden van de slechte invloed van de wereld, balanceren
we op het scherp van de snede. Het is onze plicht aan God in deze wereld druk
bezig te zijn, maar het is zonde om haar lief te hebben. Daarom zegt God ons
alles wat we doen met al onze macht te doen. Daar ligt dan een echte
moeilijkheid, maar God is Zich heel goed bewust dat we een goede balans moeten
vinden in normale en nodige materiële en wereldse zorgen zonder daar de slaaf
van te worden.
Het eerste waarvan we ons daarbij bewust moeten zijn is dat we allemaal een
Trojaans paard binnenin ons hebben. Er zit een vijand in ons. Die vijand is de
geest van de wereld. Die is daar. Dat Trojaans paard staat gereed om de poorten
open te doen opdat wij ons overgeven aan de wereld. En die vijand heeft een
aantrekkingskracht op onze zintuigen. Hij oefent deze uit op onze verlangens, de
verlangens van het vlees en van de geest, van de trots des levens en dat is de
reden van wat Johannes in 1 Johannes 2:15-17 zei.
We beschikken over het vermogen ertegen te vechten. We hebben het vermogen op
het scherp van de snede te lopen en daarom schreef Paulus in 't kort in Romeinen
5:5:
Romeinen 5:5 en de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde Gods in
onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, die ons gegeven is,
Tenzij er een verlangen of impuls in ons voldoende krachtig aanwezig is, die
eropuit is om God te behagen, is er een grote kans dat we balancerend op het
scherp van de snede meestal de verkeerde kant zullen uitvallen. Dat is
aannemelijk gelet op wat de brief aan de gemeente te Efeze zegt. Jezus zei: Ga
terug naar uw eerste liefde. Hij doelde daar niet alleen maar op het
uitoefenen van de wil, maar ook het toegenegen respect voor God. Heb de
wereld niet lief. Heb geen toegenegen respect voor de wereld. Zo balanceren
we tussen beide, op het scherp van de snede. Paulus zegt in Galaten 5 dat er
twee geesten in ons zijn en die voeren oorlog met elkaar. Wij moeten
heerschappij voeren door onze liefde voor God te laten werken, om er zeker van
te zijn dat we altijd de juiste balans zullen houden op het scherp van de snede.
Ziet u wat God doet? Hij heeft ons daar boven op die snede geplaatst en Hij
dwingt ons te kiezen. Ik ben er zeker van dat één van de redenen voor de
huidige versplintering is, om die snede scherper dan ooit te maken, zodat we
duidelijk de scheiding tussen beide zullen zien en we gemotiveerd zullen worden
te kiezen voor het leven. Dat is hopelijk wat we zullen doen, daar de
toestand binnen de kerk ons een duidelijke aanwijzing heeft gegeven over de
vleselijkheid die er nog binnen de kerk was; ook een duidelijke aanwijzing over
de vleselijkheid die nog in ons was. En als we werkelijk de dingen van
God willen, zullen we uit geloof gaan leven en niet op basis van wat we zien, en
we zullen voor Hem gaan kiezen ongeacht wat onze ogen zullen waarnemen.
Bedenk altijd dat die aantrekkingskracht wordt uitgeoefend op de geest die in
u en mij is, die aantrekkingskracht zal beslist op ons worden uitgeoefend. Ik
heb in mijn ervaringen als dienaar ervaren dat die kracht er altijd is, en die
kracht werkt vaker op een zwak gebied dan niet, maar zo af en toe werkt
hij ook op een gebied waarvan we dachten dat we er sterk in waren; dan is er
echt een oorlog gaande, omdat ons zelfbeeld ernstig wordt beschadigd. We kunnen
overmand worden door verdriet en schuldgevoel door wat we in ons zelf waarnemen.
In Deuteronomium 30:16 staat:
Deuteronomium 30:16-17a doordat ik u heden gebied de HERE, uw God,
lief te hebben door in zijn wegen te wandelen en zijn geboden, inzettingen
en verordeningen te onderhouden, opdat gij leeft en talrijk wordt en
de HERE, uw God, u zegene in het land, dat gij in bezit gaat nemen.
17 Maar indien uw hart zich afwendt en gij niet luistert doch u laat
verleiden ...
Let op deze woorden. Hier staan ze, al vrij vroeg in het Oude
Testament.
Deuteronomium 30:17-18 Maar indien uw hart zich afwendt en gij niet
luistert doch u laat verleiden en u voor andere goden nederbuigt en hen
dient, 18 dan verkondig ik u heden, dat gij zeker te gronde zult gaan; niet
lang zult gij leven in het land, dat gij na het overtrekken van de Jordaan
in bezit gaat nemen.
Wat zal de wereld overkomen? Johannes zegt: "Deze gaat voorbij."
Dat proces is reeds werkzaam.
Deuteronomium 30:19-20a Ik neem heden de hemel en de aarde tegen u
tot getuigen; het leven en de dood stel ik u voor, de zegen en de vloek;
kies dan het leven, opdat gij leeft, gij en uw nageslacht, 20 door de HERE,
uw God, lief te hebben, naar zijn stem te luisteren ...
Ziet u hoe die twee samengaan?
Deuteronomium 30:20b ... en Hem aan te hangen, want dat is uw
leven en waarborg voor een langdurig wonen in het land, waarvan de HERE uw
vaderen, Abraham, Isaak en Jakob, gezworen heeft, dat Hij het hun geven zou.
We gaan hier stoppen, maar onthoudt dit. U en ik balanceren op het scherp van
de snede. Aan de ene kant bevindt zich God en het Koninkrijk van God.
Onzichtbaar. Eeuwig. Aan de andere kant is de andere werkelijkheid, de wereld.
Eenvoudig te zien. Aanlokkelijk voor de zintuigen, maar tijdelijk. Maar die is
geweldig aantrekkelijk.
De volgende keer zullen we hier verder gaan. We zullen Mattheüs 6 gaan
bestuderen, waar Jezus op dit onderwerp ingaat. We kunnen geen betere raad
krijgen dan die de Baas ons geeft. In Mattheüs 6 zullen we diep tot in het
"hart" doordringen, want daar ligt het probleem, in het hart.
|